Participatie en zelfredzaamheid, de Angelsaksische versie

Met de termen 'participatiemaatschappij' en 'zelfredzaamheid' is op zichzelf niets mis. Ze zijn echter in het recente maatschappelijke debat ingebracht als alternatief voor wat dan de 'verzorgingsstaat' wordt genoemd, maar wat in feite de solidaire of sociale maatschappij is, wat op de site de Rijnlandse maatschappij wordt genoemd. De gebruikers van deze woorden vervolgen met de bewering dat er in de verzorgingsstaat, de sociale maatschappij, te veel wordt gedaan aan het opvangen van de beperktere mogelijkheden van de onderste lagen van de maatschappij, of soms in populairdere termen: dat die in de watten worden gelegd. Met gebruik van 'participatiemaatschappij' en 'zelfredzaamheid' geeft men aan dat men wil naar een maatschappij waarin de mensen voor "zichzelf leren opkomen". Hiermee begeeft men zich op het pad in de richting van de zelfredzame maatschappij bij uitstek: de Amerikaanse; hoe dit in de praktijk uitpakt ziet men natuurlijk het beste in tijden van problemen, zoals hier uitleg of detail bij de beschrijving van de ramp na de orkaan Katrina; bedenk daarbij dat deze verschijnselen oneindig veel erger zijn in andere landen waar zelfredzaamheid de norm is: het grootste deel van de wereld, levend in armoede.

In Nederland wordt de term zelfredzaamheid nog niet zo lang gebruikt, maar het beleid dat ermee verdedigd wordt bestaat al langer, en de effecten ervan zijn objectief zichtbaar in een sterk toegenomen tweedeling. De principiële oorzaak daar achter is dat zelfredzaamheid op zich een niet-gelijkmatig verdeeld goed is: wie slimmer is en wie meer talent heeft, kan zichzelf beter redden, op allerlei terreinen, en andersom uitleg of detail . Dit principiële verschil uit zich op allerlei terreinen, bijvoorbeeld in het opkomen van een klasse van werkende armen uitleg of detail . Dat dit eindstadium de expliciete bedoeling is van de recente hervormingen in de sociale zekerheid blijkt overduidelijk uit onderstaande bronnen:
 

Uit:  De Volkskrant, 02-09-2005, boekbespreking door Hans Wansink

Berts blijde boodschap

CDA-coryfee De Vries hekelt de 'neoconservatieve club' van Jan Peter Balkenende


...     Bert de Vries laat het niet bij deze krasse uitspraken. Hij begint Overmoed en onbehagen met het fileren van de ideologische retoriek die het CDA gebruikt om zijn koerswijziging te rechtvaardigen. In het hart van zijn boek etaleert de Vries zijn inzichten over de volle breedte van het terrein van de publieke financiën en de sociale zekerheid. ...
    Met een knipoog naar de roemruchte Bergrede van de linkse CDA-leider Aantjes uit de jaren zeventig ziet De Vries de 'Bilderbergrede' van Balkenende van januari 2005, getiteld Van Verzorgingsstaat naar Participatiemaatschappij, als de ideologische ommezwaai. Balkenende stelde hierin dat de arrangementen in de sociale zekerheid en de pensioenen te verzorgend zijn, en te zeer gericht op het stimuleren van een passieve houding. Hij formuleerde aldus een nieuwe opdracht voor de overheid.
    Er moet een omslag gemaakt worden naar een activerend stelsel, zei Balkenende. Want de industriële samenleving, met haar hiërarchische karakter en baan voor het leven, heeft plaatsgemaakt voor een 'netwerksamenleving' van. goed opgeleide, geëmancipeerde burgers en dynamische arbeidsrelaties. Die netwerksamenleving vraagt, aldus Balkenende, om meer vrijheid en verantwoordelijkheid voor bedrijven en werknemers. Balkenendes opdracht voor de overheid is dan ook dat die moet ingrijpen in alle nationale vangnetten en decentrale regelingen die 'de passiviteit stimuleren'.
    Het commentaar van Bert de Vries op deze grote omslag in het christen-democratische denken kent een aantal dimensies. In de eerste plaats constateert De Vries dat solidariteit in de ogen van Balkenende geen toetssteen meer is voor het handelen van de overheid. Die moet alleen zorgen voor een bestaansgarantie op minimumniveau. Daarmee heeft dit centrale christen-democratische concept zijn politieke lading verloren. ...
    In de derde plaats is er volgens de Vries in het nieuwe verhaal van het CDA geen plek voor mensen die niet onder een goede CAO vallen, een tijdelijke baan hebben of helemaal geen baan. De Vries: 'In de Bilderbergrede van Balkenende komen we de verliezers in onze samenleving niet meer tegen als slachtoffer van een kapitalistisch marktsysteem, maar uitsluitend nog als slachtoffers van een tot passiviteit stimulerende verzorgingsstaat. ...


Red.:   Het CDA-beleid lijkt gebaseerd op een blinde vlek, dezelfde vlek die er voor zorgt dat men niet weet, niet beseft, en indien gedwongen weer snel vergeet, dat bijvoorbeeld meer dan de helft van alle leerlingen onderwijs heeft op vmbo niveau en dus de bagage niet heeft voor die zelfredzaamheid, zie Elitaire houdingen uitleg of detail . De conclusie hieruit is dat als men oprecht streeft naar een participatiemaatschappij, men dan zijn beleid richt op het stimuleren van het deel laten nemen van die groepen, dat wil zeggen: op een maatschappij waarin deze mensen ook een zinvolle rol kunnen vervullen, dat wil zeggen: op onderwijs en behoud van arbeid, en niet op  winst en zelfredzaamheid. Dat dit besef zelfs in rechtse kringen niet geheel verdrongen is, blijkt hier uitleg of detail )
    Dat men desondanks maatregelen neemt die daar direct tegenin gaan, lijkt sterk op de situatie beschreven in Beslissingen : waar men weet wat de rationeel juiste beslissing is, laat men zich toch in de meeste gevallen leiden door de emotionele voorkeur, zelfs als men ziet dat die onjuist is. In ons praktische geval is de bron van die emoties voor de hand liggend: het materiële eigenbelang. Hoe minder sociale zekerheid, des te meer te verdelen voor de top.

De reden die men geeft om de verzorgingsstaat te willen hervormen komt uiteindelijk neer op men vindt dat deze teveel kost. In het kader van het maatschappelijk huishoudboekje zou dit waar zijn, als de Nederlandse samenleving deze kosten niet zou kunnen betalen. Dat is niet het geval. Nederland als geheel verdient veel meer dan de kosten van de verzorgingsstaat, en kan deze dus gemakkelijk betalen. Het probleem is dat het verdienen door Nederland gedaan wordt door de hele samenleving, en het bekostigen van de verzorgingsstaat allen door de overheid. Het bekostigen van de verzorgingsstaat is dus simpelweg het verleggen van een groter deel van de inkomsten van de gehele economie naar de overheid. Dat doe je via belastingen. Dat zou zeer makkelijk zijn, een simpele stemming in het parlement is voldoende. Dat dit niet gebeurt is omdat men dat niet wil, de voor de hand liggende reden dat men, de meerderheid in de politiek, het niet wil is dat men er dan zelf financieel op achteruit gaat. Omdat het moeilijk is om te zeggen: we willen niet voor de zwakken zorgen omdat we er dan zelf op achteruitgaan, gebruikt men andere argumenten, bijvoorbeeld een praktisch zoals "het is slecht voor de economie" (onzin, men verlegt alleen een geldstroom van de ene groep individuen naar de andere), of een theoretisch, als "het is goed voor de zelfredzaamheid".

We zijn dit artikel begonnen met de opmerking dat er op zich niets tegen zelfredzaamheid, dat wil zeggen: dat tegenover inkomen een passende hoeveelheid arbeid staat. Waarom dan toch dit bezwaar. De reden is de achterliggende bedoeling, en daarmee ook de uitkomst. Als men uitgaat van het grote belang van zelfredzaamheid, is het eerste wat men moet doen het stimuleren daarvan, en de veruit belangrijkste manier daarvan hebben we boven gezien: onderwijs. De tweede manier is het handhaven van een zo gevarieerd mogelijk aanbod aan arbeid, met name voor de lagere groepen. En aan de andere kant van de maatschappij zou het betekenen dat inkomens onder het niveau gehouden worden waarbij men niet langer zelfredzaam is (oftewel: dat men niet zoveel kan sparen dat men niet langer hoeft te werken), en dat het erfrecht moet worden beperkt zodanig dat niemand vrijgesteld wordt van zelfredzaamheid . Aan al deze zaken wordt door deze regering in de praktijk niets gedaan om het te verbeteren.

Als de achterliggende bedoeling van zelfredzaamheid puur financieel is, dan doet men andere dingen, zoals het geven van het bespaarde geld aan de andere mensen. Dat is wat in de praktijk wel gebeurd. Men noemt dit lastenverlichting voor de burger, maar het overgrote deel van deze lastenverlichting komt, indien in geld in plaats van in procenten uitgedrukt, terecht bij de hogere inkomens, waaronder de politici die dit soort meningen verkondigen vallen. Dat is kennelijk dus de bedoeling van het gebruik van 'zelfredzaamheid', en dat is waar de redactie bezwaar tegen maakt. Het is een ernstige vorm van misleiding, hypocrisie, oplichting, taalvervalsing, of hoe men het ook wil noemen.

Addendum:
Na het schrijven van het bovenstaande is gebleken dat het zelfs tot de rechtse kringen is doorgedrongen dat het gebruik van termen als participatie en zelfwerkzaamheid als reden voor bezuinigingen op termijn sterk contraproductief werkt, en resulteert in een toenemende weerzin hiertegen en tegen de rechtse politiek in het algemeen:


Uit: De Volkskrant, 21-09-2005, door Hans Wansink

Analyse | Kabinet erkent met politieke ommezwaai gebrek aan draagkracht voor saneringen

Zelfredzaamheid niet langer het parool

Zoals beloofd was de troonrede dit jaar een beter lopend verhaal dan gebruikelijk. Uitgangspunt van de jaarlijkse boodschap van de regering was het gevoel van onzekerheid dat zich van de Nederlandse bevolking heeft meester gemaakt.


...      De regering realiseert zich dat zij al meer verantwoordelijk wordt gehouden voor de crisis van de Europese Unie en de economische malaise. ‘Het vertrouwen in de overheid is gedaald. Dit laat de regering niet onberoerd.’ ...
    Het Sociaal en Cultureel Planbureau constateert in De sociale staat van Nederland dat tweederde van de bevolking vindt dat de overheid niet goed functioneert. Vijf jaar geleden vond tweederde nog dat de overheid het wel goed deed.
    Het kabinet heeft de boodschap begrepen. Plotseling hoeft die eigen verantwoordelijkheid niet meer zo letterlijk te worden genomen. Het ‘nieuwe evenwicht’ krijgt gestalte in een uitgebreid programma van compensatie en reparatie van de gaten die de doctrine van de zelfredzaamheid heeft geslagen. ...
    Het kabinet-Balkenende erkent met deze politieke ommezwaai dat voor zijn saneringswerk geen draagvlak meer bestaat. ‘De eerste resultaten van het beleid worden langzaam merkbaar. Solide oplossingen vragen tijd’, verzuchtte koningin Beatrix gisteren. En die tijd heeft Balkenende niet meer.


Naar Rijnlandmodel, algemeen  , Rijnlands beleid, lijst , Rijnlands beleid, overzicht , of naar site home .