Cultuur, multiculturalisme, en identiteit

9 nov.2008

De Nederlandse identiteit is iets dat vanzelfsprekend en weinig besproken was. Tot de komst van allochtone immigranten. Want die waren anders - ze hadden een andere nationale én culturele identiteit. Ook waren ze armer dan Nederlanders (want daarom kwamen ze hierheen), en dus waren ze volgens een groot deel van de intellectuele en culturele elite ook zielig en moesten ze ondersteund en ontzien worden.

Van de verschillen met autochtonen was de eigen culturele identiteit een van de weinige dingen die je met enige "goede" wil kon aanwijzen als anders maar niet meteen negatief, dus werd die andere culturele identiteit een positief iets. En aangezien de Nederlandse identiteit anders was dan die allochtone identiteit, moest de Nederlandse identiteit maar een stapje terug doen om die allochtone identiteit ruimte te verschaffen.

En zo begon het ontkennen van een Nederlandse identiteit. Er zijn protestanten en katholieken, dus is er geen Nederlandse identiteit - en meer van dat soort nepargumenten uitleg of detail . Sinds het verschijnen van het WRR rapport dat deze ontkenning canoniseerde, heeft de redactie artikelen verzameld over culturele identiteit, en inmiddels is die stapel ruim een decimeter dik. Natuurlijk betreft het merendeel ervan de diverse buitenlandse identiteiten - dan liggen de zaken natuurlijk anders ... Italiaanse culturele identiteit is iets om over te schrijven en enthousiast over te worden - de Nederlandse culturele identiteit is iets dat niet bestaat want de verschillen zijn te groot. Dat Italië veel regionaal-diverser is dan Nederland, is iets dat men natuurlijk geheel over het hoofd ziet. En dat die Nederlandse identiteit er net zo goed is als de Italiaanse, de Duitse, de Franse, de Argentijnse en noem maar op, hoef je alleen maar aan die Italianen, Duitsers, Fransen enzovoort te vragen uitleg of detail .

Een van de methoden om de Nederlandse identiteit aan te vallen is via het geschiedenisonderwijs op school. Bij onderwijskundigen en dergelijke is, als deel van alfa-intellectuelen,  het multiculturalisme dominant. Deze mensen zijn in staat geweest een flink deel van het geschiedenisonderwijs door elkaar te gooien, en de Nederlandse inbreng terug te brengen. Omdat het onderwijsveld zelf grote groepen bevat geneigd tot linksig, wollesokkerig en PvdA georiënteerde opvattingen, en dus ook tot multiculturalisme, was er weinig tot geen weerstand hiertegen vanuit het veld

Dit is gebeurd in een tijd dat vrijwel de hele maatschappelijke top hier achter stond, en het is ook geleidelijk gebeurd. Daarom is het tot voor kort niet opgevallen. Dit is nu veranderd, omdat ten eerste een flink deel van de politiek-correcte censuur is verdwenen, en ten tweede omdat er ene tegenstroom voor het behoud van het onderwijs in het geheel is gekomen, waarvan ook het geschiedenisonderwijs profiteert. Breekijzer is het ontstaan van de Historische Canon. Die weer het gevolg is van het groeiende besef dat waar de diversiteit binnen de groepen allochtonen, die door het multiculturalitische onderwijs bediend zou moeten worden, dusdanig groot is, dat meer van de allochtone cultuur juist uiteendrijvend werkt - het enige dat die diverse groepen gemeen hebben is juist het Nederlandse deel van hun achtergrond - dus om de samenhang te bevorderen, moet je juist de Nederlandse cultuur bevorderen.

Dit besef is echter nog niet doorgedrongen tot het meer fanatieke deel van de multiculturalisten. En zo kunnen we ze nu herkennen waar ze tot voor kort hun vernietigende werk vanuit het duister konden verrichten, zoals de volgende bron laat zien (de Volkskrant, 08-11-2008, column door Hans Wansink):

  Stel de historische canon verplicht

Als het aan het kabinet ligt, wordt met ingang van het volgend schooljaar de canon van Nederland opgenomen in de ‘kerndoelen’ (verplichte leerstof) van het basisonderwijs en de eerste twee jaar van het voortgezet onderwijs. De Tweede Kamer moet daar nog over beslissen.
    De canon bestaat uit vijftig ‘vensters’ die gezamenlijk een overzicht geven van wat elke inwoner van Nederland in elk geval moet weten van de vaderlandse geschiedenis. Zo staat het venster Willibrord (658-739) voor de verbreiding van het christendom in de Vroege Middeleeuwen en Max Havelaar (1860) voor Multatuli’s aanklacht tegen de wantoestanden van het Nederlandse kolonialisme in Indië.   ...
    Het is natuurlijk de bedoeling dat met de verplichte canon de kennis van de geschiedenis van Nederland en het historisch besef van de leerlingen door de canon worden versterkt. Met beide is het droevig gesteld, daar is iedereen het over eens. Maar over het verplicht stellen van de canon lopen de meningen sterk uiteen.
    Het opnemen van de canon in de verplichte lesstof geeft, zoals de staatssecretarissen Dijksma (basisonderwijs) en Van Bijsterveldt (voortgezet onderwijs) schrijven, ‘mede richting aan het onderwijs in geschiedenis’. Aan de vrijblijvendheid van het geschiedenisonderwijs wordt zo een halt toegeroepen. De vrijheid van docenten en scholen wordt ingeperkt.
    Het accent valt door de canon sterker op de geschiedenis van Nederland. Voor de basisschool is dat verdedigbaar, maar helaas komt geschiedenis er in het voortgezet onderwijs bekaaid af. Het vak is alleen verplicht in de onderbouw. Geschiedenis is in twee van de vier profielen van havo en vwo opgenomen. In het vmbo krijgt 85 procent van de leerlingen na hun veertiende geen geschiedenis meer. En juist in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs lag van oudsher het accent op de Europese en de wereldgeschiedenis. De keuze voor versterking van de vaderlandse geschiedenis door middel van de canon, zou dus een follow up moeten krijgen: Versterk het historisch besef en de kennis door meer en beter onderwijs in de Europese en de wereldgeschiedenis aan de leerlingen op de middelbare scholen. Zo sluit het één, meer vaderlandse geschiedenis, het andere, meer algemene geschiedenis, niet uit.
    Niettemin ontmoet het verplicht stellen van de canon onder historici veel verzet. Drijvende kracht achter dit verzet is Maria Grever, hoogleraar maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit. Zij was ook de boze fee achter het omstreden WRR-rapport Identificatie met Nederland, bij de presentatie vorig jaar door prinses Maxima kort samengevat met de oneliner: ‘Dé Nederlander bestaat niet’. Volgens de WRR werkt ‘het beleidsmatig inzetten van nationale identiteit’ contraproductief, omdat het tot conflicten en uitsluiting van bepaalde groepen zou leiden. Grever gebruikte in 2006 precies dezelfde woorden (in de bundel Controverses rond de canon), om de canon af te wijzen. Volgens Grever ‘ontstaat een situatie waarbij in de klas het oude knusse nationale verhaal wordt verteld, terwijl buiten de boze globaliserende wereld regeert’. Zij verwijt pleitbezorgers van de canon te handelen uit angst voor vreemde culturen, en wrijft hen ‘een neonationalistische politieke agenda’ aan. ‘De doos van Pandora is geopend’, klinkt het apodictisch, omdat het geschiedenisonderwijs ‘afhankelijk wordt gemaakt van de grillen van de politieke actualiteit’.
    Zelf is Grever een ernstig geval van multicultureel postmodernisme, dat ‘meerstemmigheid van het verleden’ tot dogma verklaart: ‘Empathie en wederzijds begrip kunnen alleen worden bereikt door geschiedenis te presenteren als een debat tussen verschillende, soms conflicterende representaties.’ Een fijne opgave voor de docenten op de basisschool!
    Eén van de eerste pleitbezorgers voor canons in het geschiedenis- en literatuuronderwijs was collega Michael Zeeman, metterwoon in de gemeente Rome gevestigd, maar – als de enige echte Nederlandse kosmopoliet – in alle uithoeken van de wereld actief als spreker en schrijver. Wel de laatste die je kunt verdenken van een ‘neonationalistische politieke agenda’. Zeeman constateerde zes jaar geleden (in de Volkskrant van 19 april 2002) ‘dat het ontbreken van een leidende gedachte volslagen versplinterd onderwijs heeft opgeleverd. Wij leveren studenten af die her en der ingelicht zijn over uiteenlopende, vaak kleinschalige onderwerpen. Leuke onderwerpen, vooral. In hun kennis ontbreekt iedere samenhangende gedachte, iedere poging tot ordening, ieder spoor van ernstige zinverlening aan die kennis.’
    Dat is de grote crisis van het Nederlandse onderwijs, het gevolg van wat Zeeman aan de kaak stelt als het gebrek aan innerlijke overtuiging onder docenten. Een verplichte historische canon is dan ook beslist geen overbodige luxe.

Hier niet het geonoemde maar een ander artikel van Zeeman dat de redactie vond in een zoektocht destijds naar de auteurs van het WRR-Identiteitsrapport (de Volkskrant, 27-09-2007, column door Michaël Zeeman):
  Opnieuw nadenken over wat ons bindt

Nederland mag dan een land zijn met vele identiteiten, in Italië is die variëteit pas echt serieus. Als ik het rapport over deze materie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid goed lees, vindt die eerbiedwaardige instelling zo’n licht anarchistische potpourri van identiteiten voor een land iets aanbevelenswaardigs en ondergaan haar leden de huidige verwarring erover in Nederland daarom als een bevrijding. In de bevrijdingsroes wordt vervolgens een recept voor een nieuwe heilstaat gevonden, de ‘postnationale’.   ...
    Dat heeft de Italiaanse regeringen vanaf het Risorgimento in het midden van de 19de eeuw nog de grootste problemen gekost. De diagnose van destijds, ‘goed, we hebben nu Italië: nu nog Italianen’, is een klassieker onder de historische bon mots geworden. Toen Italië ontstond, sprak slechts een zeer kleine minderheid van zijn inwoners de taal die als de landstaal werd gepropageerd. Pas de komst van de landelijke televisie heeft daarin wezenlijk verandering gebracht. Maar ook nu nog zullen Calabrezen en Sicilianen iemand die algemeen beschaafd Italiaans spreekt als een vreemdeling bejegenen. Over de ontbrekende consensus in de opvattingen over rechtscultuur en staatsburgerschap kan men in Italië beter beschroomd zwijgen.
    Als wij de redeneringen van de WRR volgen, dan is dat een aantrekkelijk perspectief. Weliswaar gaat het debat in Nederland nu vooral over de mate waarin van overheidswege één beeld van de nationale geschiedenis zou dienen te worden aangemoedigd, het is bij een pleidooi voor variëteit daarin – identiteit en geschiedenis ‘van onderop’ en niet gestimuleerd of van bovenaf opgelegd – onvermijdelijk ook ieders overige culturele eigenaardigheden, zijn taal en zijn rechtsopvatting, te erkennen als reëel bestaand en, in de visie van de WRR, dus onschendbaar. Wie een canon van de nationale geschiedenis verwerpt, verwerpt op den duur ook een gemeenschappelijke taal. ...
    Tijdens het grote debat over het nut en het nadeel van de geschiedenis, dat verleden week in het kader van het theaterfestival ‘De (Internationale) Keuze van de Rotterdamse Schouwburg’ werd gehouden, verdedigde Maria Grever de stelling, dat de aanwezigheid van zo veel Marokkanen en Turken in Nederland ons verplicht het onderwijsprogramma voor geschiedenis te herzien. Wij moeten het voortaan niet alleen over Willem de Zwijger hebben, maar ook over Suleyman de Geweldige. Grever is hoogleraar theorie en methodologie van de geschiedenis, en een van de auteurs van het WRR-rapport.
    In Italië is het geschiedenisonderwijs al verkaveld op basis van het ontbreken van een samenbindende gemeenschappelijke identiteit: Siciliaanse kinderen horen verhalen over andere locale helden, met andere ambities, dan Lombardijse. De Italiaanse president krijgt er de zenuwen van: net als zijn voorganger laat hij geen gelegenheid passeren om op het belang van de nationale eenheid te hameren. ...

Hier staat het dus letterlijk: 'de aanwezigheid van zo veel Marokkanen en Turken in Nederland ons verplicht het onderwijsprogramma voor geschiedenis te herzien. Wij moeten het voortaan niet alleen over Willem de Zwijger hebben, maar ook over Suleyman de Geweldige.' Oftewel: de aanwezigheid van allochtonen verplicht ons tot het aanpassen van onze Nederlandse onderwijs om de allochtonen culturele beleving te integreren in de Nederlandse. En dat op voorhand, want die allochtone kinderen hebben op het moment dat ze het onderwijs binnenkomen nog geen geschiedenis gehad - weten zij veel van Suleyman de Geweldige ... (tussen twee haakjes: en mochten  ze het wel weten, hoeven wij ze het niet meer te leren). En als je eenmaal zo ver bent, waarom dan ook niet de rest: religie, eerwraak de hele bliksemse bende - het enige dat telt is dat zij anders zijn, en daar moeten wij voor wijken.
    Het volkomen ondoordachte hieraan is dat niet alleen dat als de Turkse en/of Marokkaanse  klasgenoten geen boodschap hebben aan Willem de Zwijger, de autochtone klasgenoten die niet hebben aan Suleyman de Grote. En daar bovenop komt dan nog de Surinaamse en Kaap-Verdische kinderen, die geen boodschap hebben aan beide.
    Kortom: het idee van Maria Grever is volkomen geschift. Maar niet alleen dat. Want laten we haar ideeën eens tot uitvoering laten komen. Niet in Nederland, want daarvoor zouden we te lang moeten wachten. Nee, we nemen Italië, dat het al van origine het multiculturalisme heeft ingevoerd, zoals Michael Zeeman in zijn artikel uitvoerig heeft toegelicht. Wat betekent die grote diversiteit voor de mentaliteit binnen de betreffende staat? Dat is op deze website al uitgebreid toegelicht in Westerse organisatie , en de bijbehorende bronnen uitleg of detail , en deels afgekort hier weergegeven met betrekking tot ons Italiaanse geval - vijf artikelen die laten zien in welke richting je staat gaat bij invoering van het multiculturalisme:
  Uit: De Volkskrant, 07-03-2008, door Eric Arends

In Italië zijn regels er om niet te worden nageleefd

Opnieuw verkeert Italië even in staat van nationale rouw. Na arbeidsongelukken in Turijn, Genua, Castiglione in Teverina en tientallen andere plaatsen, is het nu mis in Molfetta, in de hak van de Italiaanse laars. Vijf werknemers van een bedrijf dat tankauto’s schoonmaakt zijn overleden nadat zij tijdens het reinigen van een opslagtank voor zwavel, uiterst giftige dampen inademden.   ...
    Morti bianche, de witte dood, wordt het fenomeen in Italië genoemd. ... Dagelijks bevat het nieuws berichten over dodelijke ongelukken op het werk. ...
    In 2007 lieten 1.125 werknemers in Italië tijdens hun werk het leven.  ...
    Direct na het ‘zwaveldrama’ in Molfetta kondigde de demissionaire regering-Prodi aan dat ze een decreet over de veiligheid op het werk nog deze week zou ondertekenen. Ferme maatregelen staan erin. ...
    Of het helpt is de vraag. Regels werken alleen als ze worden nageleefd, en dat gebeurt in Italië weinig. ...

 
De Volkskrant, 02-08-2007, Reuters

‘Gij zult niet stelen, van de staat’

Premier Romano Prodi van Italië wil dat de katholieke priesters de gelovigen vanaf de kansel gaan voorhouden dat ze niet mogen stelen van de staat. Prodi wil zo de belastingontduiking beter bestrijden.
    ‘Een derde van de Italianen maakt zich schuldig aan belastingontduiking’, aldus de premier in het katholieke blad Famiglia Cristiana. ‘Waarom wordt dit nooit besproken als ik naar de mis ga?’ Italië heeft de grootste schuld in Europa. De regering schat dat de Italianen jaarlijks voor zo’n 137 miljard dollar de belastingen ontduiken. Dit is vier keer groter dan in Nederland.
    Aartsbisschop Bruno Forte zei in een reactie dat de overheid beter zijn best moet doen om de bevolking te tonen dat hun belastinggeld goed wordt besteed.


Uit: Dagblad De Pers, 11-10-2007, door Andrea Vreede

Corruptie | Eerst zichzelf verijken, daarna pas het land

Italianen zijn hun politici beu

Donkere wolken van woede en onvrede pakken zich samen boven de Italiaanse politiek. De overgrote meerderheid van de kiezers is de arrogantie en inefficiëntie van hun politieke leiders zat. Alles moet anders. Maar hoe?


Regering of parlement, rechts, katholiek-midden of links, het is allemaal een pot nat. Van post-fascisten en ex-christen-democraten tot post-communisten en echte communisten, in Italië denkt iedereen alleen maar aan zichzelf en niet aan het landsbelang. Het is één grote, graaiende, geld verspillende kaste. Uiteen opiniepeiling eind september blijkt dat bijna vier op de vijf Italianen geen enkel vertrouwen meer hebben in de politiek.
    De golf van walging en ontevredenheid die het land overspoelt is in mei ontstaan. Toen verscheen het boek van twee journalisten, Sergio Rizzo en Gian Antonio Stella, waarin tot in detail te lezen valt hoe de Italiaanse politieke klasse sinds eind jaren zeventig privilege op privilege stapelt en wat dat de burgers allemaal wel niet kost. Vier miljard euro per jaar, schrijven de beide journalisten in het boek dat niet toevallig de titel La Casta (De kaste) draagt. Inmiddels zijn er een miljoen exemplaren van verkocht. ...
    Dan de salarissen. Die van de parlementariërs zijn sinds 1948 (inflatie niet meegeteld) bijna verzesvoudigd. Die van de Italiaanse Europarlementariërs zijn de hoogste van de EU: bijna 150.000 euro bruto tegenover de nog geen 67.000 euro voor een Nederlands Europarlementslid. ...
    La Casta windt er geen doekjes om. Italië is en blijft in de greep van corruptie en cliëntelisme. De zogeheten Tweede Republiek, ontstaan na de ineenstorting van de Eerste als gevolg van het grote smeergeldschandaal begin jaren negentig. is geen haar beter dan zijn voorganger. Het systeem van politieke gunsten in ruil voor geld of stemmen is sterker dan ooit. De burger wordt voortdurend bij de neus genomen.
...     De politiek reageert bedremmeld.  Er komen voorzichtige voorstellen om het aantal parlementariërs te verlagen en de salarissen te bevriezen. Maar om de diepgewortelde corruptie en het cliëntelisme uit te roeien is een radicale mentaliteitsverandering nodig. Nieuwe, jongere politici die Italië grondig willen saneren. Maar ook nieuwe burgers die niet langer hun best doen om als hovelingen rond de troon te zoemen, op jacht naar een stukje van de taart.


Uit: De Volkskrant, 30-10-2008, van correspondent Eric Arends

Italiaanse hersens vluchten weg

Slim zijn is niet genoeg in Italië. ‘Je hoopt dat een bevriende parlementariër een wet maakt die je vooruit helpt.’

‘Italië is een land waar de klunzen het beste af zijn’, zegt de Italiaanse jurist Jacopo Panizza. ‘In Italië heeft een universitaire opleiding nauwelijks waarde. Belangrijker is dat je de juiste contacten hebt. Als dat niet verandert, zal het land vanzelf door de grond zakken. En eerlijk gezegd hoop ik dat het gebeurt.’
    Ja, hij velt een hard oordeel over zijn land, erkent Panizza (33) telefonisch vanuit Brussel, waar hij eigenaar is van een boekwinkel annex eettent. Maar er is volgens hem alle reden voor kritiek. Italië keert haar academici al jaren de rug toe, en dat zal bepaald niet veranderen met de onderwijshervormingen van de regering-Berlusconi, die ook woensdag weer felle protesten uitlokten.
    Voortdurende bezuinigingen op het universitair onderwijs en magere kansen op de arbeidsmarkt, zegt Panizza, leiden tot grote frustratie onder hoogopgeleiden. Talloze jonge Italianen doen daarom na hun studie wat hij zelf een paar jaar geleden deed: zij verlaten Italië, om hun kennis te gelde te maken in het buitenland. ...
    ‘Italië is verstikkend’, zegt architect Fabrizio Cellini (36) vanuit Londen. ‘Ik ga geregeld terug, maar het kost me steeds meer moeite. Het gaat er allemaal zo moeizaam. En je hebt telkens de hulp nodig van kennissen.
    ‘In Londen kende ik niemand, hier ben ik bij nul begonnen. En toch werk ik bij een architectenbureau. Dat was me in Italië niet zomaar gelukt.’   ...


Uit: De Volkskrant, 25-10-2007, van verslaggever Olav Velthuis

Italiaanse maffia zet twee keer zo veel om als Fiat

Italiaanse maffia heeft omzet van 90 miljard euro | In zuiden wordt 80 procent van ondernemers afgeperst | Verzet tegen pizzo groeit


Fotobijschrift: Maffia: vooral in zuiden touwtjes in handen

De Italiaanse maffia zet jaarlijks 90 miljard euro om. Dat blijkt uit een nieuw rapport, getiteld SOS Business van de Italiaanse ondernemersorganisatie, Confesercenti. Volgens Confesercenti is de maffia daarmee het grootste bedrijf van Italië (naar omzet bijvoorbeeld twee keer zo groot als de automaker Fiat). Als haar activiteiten in de officiële statistieken werden meegenomen, zou de maffia 7 procent van het bruto binnenlands product in Italië voor haar rekening nemen. De schatting is veel hoger dan in het vorige maffiarapport van Confesercenti, toen de onderzoekers nog op 75 miljard uitkwamen.
    Het beeld van de maffia dat uit het rapport opdoemt is een strak georganiseerde bedrijfstak, die even makkelijk regionaal als internationaal opereert, vooral in Zuid-Italië diep in de traditionele cultuur is verankerd, en sterke banden heeft met officiële beursgenoteerde bedrijven. ... 


Bij invoering van multiculturalisme gaat je staat dus richting rotzooi en anarchie

Kortom: culturele diversiteit is een ramp voor de goed geleide staat - alles wat slecht is aan de mens komt erin boven. Omdat de onderlinge samenhang, het onderlinge vertrouwen, aan stukken wordt gerukt door de diverse deelbelangen van de diverse deelculturen.

De ideetjes van hoogleraar Maria Grever zijn dus niet alleen geschift. Het is, om in populaire termen te blijven, van de pot gerukt. In objectievere termen, de Italiaanse vergelijking in aanmerking nemende: het ronduit misdadig - misdadig van het type Hugo Brandt Corstius en zijn heksenjacht op de wetenschap uitleg of detail - maar dan erger gezien de potentiële gevolgen. En de aanzetter tot deze misdaad in de sociologie zou met stokken uit de Academia moeten worden gejaagd.


Naar Cultuur, eenheid , Sociologie lijst  , Sociologie overzicht  , of site home