Bronnen bij Vrijheid van meningsuiting: commercialisering

Een fundamentele bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting is iedere binding tussen de media en commerciële activiteiten. Commerciële activiteiten in de vorm van sponsoring of eigenaarschap betekenen namelijk per definitie bindingen met mensen met heel specifieke persoonlijke belangen: de eigenaars van de bedrijven of de media. Zodra er geld van die mensen naar de media stroomt, zal er ook invloed meekomen. En dan zijn die media per definitie niet onafhankelijk en vrij meer. Met voorspelbare gevolgen (de Volkskrant, 12-10-2005, van onze correspondent Bart Dirks):
  Europese tv-zenders: meer aanbod, minder kwaliteit

Europa heeft bijna vierduizend tv-kanalen, maar de kwaliteit is er alleen maar op achteruit gegaan. De tv-markt is in handen van enkele bedrijven en de kijkcijfers gaan ook naar een beperkt aantal zenders. Het tv-nieuws is vaak onder de maat, zeker bij commerciële zenders. En met onderzoeksjournalistiek is het droevig gestemd op tv, zowel bij de publieke als de commerciële zenders.


Dat is kwalijk, concludeert de mediawaakhond Open Society Institute in Boedapest, want televisie is nog altijd de belangrijkste bron van informatie voor Europeanen, ‘ondanks het dynamische proces van nieuwe informatietechnologie.’
    Dinsdag presenteerde het Open Society Institute in Brussel een studie van 1662 pagina’s over regulering, beleid en onafhankelijkheid van de televisie in twintig Europese landen. Nederland werd niet onder de loep genomen.
    ‘Publieke omroepen sluiten steeds meer compromissen over kwaliteit om te kunnen concurreren met commerciële kanalen, en velen zijn afhankelijk van de regering of politieke partijen’, concluderen de onderzoekers. ‘Tegelijk komen er steeds groter concentraties in de commerciële sector, vaak met duidelijke politieke banden. Deze ontwikkelingen brengen het pluralisme en de diversiteit in gevaar. Vooral in de jonge democratieën in Midden- en Oost-Europa.’
    In vrijwel elk land domineren een stuk of drie zenders de markt – zo hebben in Bulgarije, Kroatië en Tsjechië de drie populairste kanalen samen een marktaandeel van 80 procent. In Frankrijk trekt het commerciële TF1 bijna eenderde van de kijkers en de helft van de reclame-inkomsten. Alleen in Turkije en Duitsland is het aanbod versnipperd: daar hebben de drie grootste zenders slechts de helft van de kijkers.
    De Hongaarse hoogleraar Miklos Haraszti oordeelt dat de opmars van de commerciële tv heeft geleid tot kijkcijferoorlogen met de publieke zenders. ‘Het onvermijdelijke resultaat is de debilisering van de programmering van de publieke zenders in veel landen.’  ...

Ook in Nederland heeft dit proces inmiddels keihard toegeslagen daar waar het kan: bij de kranten die denken dat ze ook bedrijven kunnen zijn (de Volkskrant, 19-02-2009, door Wilco Dekker en Bart Dirks
  'Stel dat de koper Berlusconi was, dan was het land te klein'

Peiling | Uitgever PCM lijkt af te stevenen op een overname door het Belgische mediabedrijf De Persgroep van Christian Van Thillo. Een verstandige keuze?


Michaël Zeeman, columnist de Volkskrant:
‘Het is dezelfde redeloze paniek als bij Apax. Ik schreef toen twee stukken die de krant niet in mochten, want een beursgang met de Britten was de zaligmakende optie. Van Thillo wil saneren, al is een lenige redactie niet per se slecht. Natuurlijk kun je winstgevende kranten maken, zoals in Italië. Maar in Nederland met zijn Angelsaksische tunnelvisie ziet men dat niet.’    ...

Die 'Angelsaksische tunnelvisie' is dus hetzelfde als waar wij het over hebben. De kwade wil die erachter steekt blijkt uit het feit dat men de publicatie van het redelijke tegengeluid, de waarheid, censureert.  Hetzelfde artikel bevestigt ook nog eens het samenspannen met de rechtse graaiers:
  Ben Knapen, oud-hoofdredacteur van NRC en oud-bestuurder van PCM, waar hij 1,5 miljoen meekreeg:
‘Ik vind niet dat iemands paspoort een rol mag spelen. ...

Michael Zeeman had overigens al een uitgebreider artikel geschreven, waarin de verantwoordelijkheden en overwegingen nog eens duidelijk neergezet werden (de Volkskrant, 18-12-2008, column door Michaël Zeeman):
  Hoofdredacteuren en struikrovers

Rome,
Er zit een ondraaglijke spanning tussen de brief van de hoofdredacteuren der Nederlandse kranten aan Ronald Plasterk (Forum, 15 december) en de uitkomst van het eerste onderzoek naar het geklungel en geknoei van de belangrijkste Nederlandse dagbladuitgever, PCM (Economie, 16 december).
    De hoofdredacteuren slaan, in hun appèl aan de minister die ook verantwoordelijk is voor het mediabeleid, een hoge toon aan. En de onderzoekers trokken na hoe een vrije onderneming, die ook een instituut is met maatschappelijke verantwoordelijkheid, zo frivool kon omgaan met haar vermogen en haar feitelijke en morele verplichtingen.   ...
    Met de principiële opvatting over de rol van de pers in een democratie kan men het zonder moeite eens zijn. Maar waarom speelt dat nu pas op? En hoe goed en hoe onafhankelijk zijn de kwaliteitskranten in Nederland eigenlijk? Als de hoofdredacteuren werkelijk zo principieel in de leer zijn, hadden zij dan niet wat eerder op hun strepen kunnen gaan staan?
    Bijvoorbeeld toen hun uitgever PCM zichzelf uitleverde aan een ploegje Britse struikrovers?
    Daar krijgt nu de Stichting Democratie en Media, indertijd de grootste aandeelhouder van PCM en inmiddels opnieuw, de schuld van. Maar het bestuur van een stichting die een gecompliceerde miljoenenonderneming bezit, heeft de kennis noch het inzicht om transacties als de verkoop van een compleet aandelenpakket aan een buitenlandse investeerder adequaat en evenwichtig te beoordelen. Dat wordt daarin gestuurd door de directie van het concern: managers, die voltijds in de weer zijn met het leiden van het bedrijf en met beoordelen van economische prognoses.
    Die lui waren indertijd unaniem voorstander van beursgang van wat toen nog een ideële organisatie was. PCM gaf dagbladen uit op gezag van de grootste aandeelhouder, de Stichting Democratie en Media. Die stichting wilde precies wat de naam zegt: de democratie bewaken door het garanderen van een onafhankelijke, pluriforme en solide Nederlandse dagbladpers.
    De managers hadden daar geen zin in. Het is geen geheim dat dat gezelschap indertijd bestond uit luchtfietsers en feestvierders. Geen van hen is slechter geworden van de verkoop van de aandelen. Integendeel: tegenwoordig rentenieren zij allemaal.
    Die managers hadden hun zin nooit kunnen doordrijven zonder de instemming van de verschillende kranten die zij uitgaven. Dat waren – en zijn – de melkkoeien van de onderneming. Degenen die er leiding aan gaven en soms nog geven, hadden de verkoop gemakkelijk kunnen blokkeren. Ook de ondernemingsraden hadden daar korte metten mee kunnen maken.
    Maar ook zij lieten zich bepraten met de lariekoek over de enorme voordelen van beursgang. De enkeling die zich, louter door zijn gezonde verstand te gebruiken, tegen die propaganda verzette, kreeg een publicatieverbod opgelegd en werd op een zijspoor gemanoeuvreerd.   ...

Zo, daar staat het nog eens allemaal: het is de leiding van de krant die op zijn minst medeverantwoordelijk is voor de uitverkoop aan het private ondernemen. En dat allemaal vanuit de ideologie van de markt. Ongetwijfeld beïnvloed door de langdurige aanwezigheid als economie-hoofdredacteur van Frank Kalshoven, de hoofd-propagator in Nederland van het neoliberalisme , is de Volkskrant op economisch terrein een veel meer kapitalistische en neoliberale krant is geworden, waar marktwerking het panacee voor alle problemen is. Hierin is het verschil met de rechtse pers alleen nog maar gradueel.
    De meer "linkse" standpunten van de Volkskrant zijn haar steun aan de Europeanisering en globalisering uitleg of detail , die als "onvermijdelijk"aan de lezer worden versleten, multiculturalisme en kosmopolitisme . De links naar de Rijnlandmodel-artikelen laten zien dat dit slechts linkse ideeën zijn in de ogen van de intellectuele middenklasse - voor de lagere klassen lijkt het als twee druppels water op het proces waarmee in de oude tijden van het kapitalisme de waarde van de arbeid werd uitgebuit en gedumpt door middel van goedkope arbeidskracht.
    In de meeste grote maatschappelijke onderwerpen lijken de grote kranten dus sterk op elkaar. En elders zijn we al de opmerking tegengekomen dat de elektronische media hier ook weer sterk op lijken. Wat dus in eerste instantie op pluriformiteit lijkt, is dat het grotendeels niet. De Nederlandse media zijn voor een groot deel gelijkgeschakeld, zij het niet zo erg als in landen als Verenigde Staten en de overige Angelsaksische landen, waar de commercialisering verder is, en de gelijkschakeling ook. Om over de landen buiten het Westen maar niet te spreken, maar dat is hier niet het onderwerp.
    De conclusie is dus dat waar de vrijheid van meningsuiting voor wat betreft de belangrijke maatschappelijke processen in hoge mate via de media loopt,deze vrijheid van meningsuiting zeer beperkt is - er bestaat een sterk filter voor de rechtse opvattingen van kapitalisme, vrije markt, en haar extreme vorm: het neoliberalisme.

Het grootste gevaar voor dit soort processen ligt natuurlijk bij de televisie, wat in Nederland veel minder is omdat Nederland een door de staat gereguleerde publieke omroep heeft. Maar waar dat laatste niet zo is, slaat het verval dan ook razendsnel en keihard toe (VARA TV Magazine, nr. 13-2006, door Clementine van Wijngaarden):
  Kritische clown

Comédienne Sabina Cuzzanti maakte met Viva Zapatero! een documentaire over de almaar grotere greep van Silvio Berlusconi op de nationale tv. Clementine van Wijngaarden sprak haar in Rotterdam.


In de documentaire Viva Zapatero! zit een moment dat de maakster, Sabina Guzzanti, een van Italië's populairste comédiennes, een striptease doet. Ze zit naast Tony Blair. Of nee, ze zit, in haar Berlusconi-outfit - te groot glimmend blauw pak, hoog voorhoofd, geforceerde glimlach - naast Rory Bremner (Engelands bekendste Blair-imitator). Terwijl ze met elkaar praten, ontdoen ze zich om de beurt van hun vermomming. In Guzzanti's geval betekent het dat ze haar opgeplakte wangen, wallen en voorhoofd afpeutert en haar toupet en haarnet aftrekt. Als ze vervolgens haar zwarte lokken los schudt, zit er een ravissante schoonheid op de bank.
    In Rotterdam, waar Guzzanti tijdens het afgelopen Filmfestival een paar dagen vertoefde om haar film te vergezellen, is ze zich zeer bewust van haar charme. Ze weet iedereen om haar vingers te winden: van het"publiek in de zaal waar ze na afloop van de film een praatje houdt tot aan Wilfried de Jong, presentator van de dagelijkse talkshow, bij wie ze op de bank aanschuift. Een beauty, mét brains.
    Dat is een opvallende combinatie in Italië, waar een vrouw op tv doorgaans niet meer is dan een bh met slip, die ergens achter op het podium bevallige posities aanneemt. 'Afschuwelijk,' zegt Guzzanti daarover uit de grond van haar hart. De vraag was hoe tv er idealiter uit zou moeten zien. Minder commercials had ze als eerste gezegd. Geen geweld in kinderprogram-ma's als tweede. En toen barstte ze, Italiaans geëmotioneerd los: 'en met respect voor vrouwen'. 'De manier waarop vrouwen op de Italiaanse tv behandeld worden is ongelofelijk. Het zijn niet meer dan heel mooie, bijna naakte meisjes die lachend de presentator, man natuurlijk, flankeren. Een zichzelf respecterend land zou dat toch niet mogen toestaan?'

Als Italië een hoenderhok zou zijn, dan is Sabina Guzzanti de knuppel. Guzzanti, geboren in 1963 in een Romeinse patriciërsfamilie en dochter van senator Paolo Guzzanti, is inmiddels zo'n twintig jaar actief als comédienne. De rode draad in haar werk is het ironiseren van de Italiaanse maatschappij en dan vooral de manier waarop de Italiaanse machthebbers te werk gaan in de politiek, de economie en de media. Geliefd waren haar karikaturen van Massimo D'Alema (de centrumlinkse leider die premier werd in 1998) en de vertolkingen van huidig premier Berlusconi, door Guzzanti betiteld ais l'ottavo nano ('de achtste dwerg').
    Toen ze eind 2003 onder meer deze Berlusconi-vertolking liet zien in haar nieuwe satirische programma RAIot gebeurde er iets onvoorstelbaars: al na één aflevering werd het programma verboden. De perplexe Guzzanti besloot à la Michael Moore verhaal te halen door een documentaire te maken waarin ze 1. onderzoekt waarom haar serie van de buis is gehaald; 2. Wat politieke satire precies is en 3. Hoe het komt dat sinds Berlusconi in 2001 opnieuw aan de macht kwam, en er steeds minder dissonanten stemmen zijn, zowel in de journalistiek als in de satirische hoek. Haar film noemde ze Viva Zapatero! Naar de Spaanse minister-president Zapatero die, in tegenstelling tot de machthebbers in haar eigen land, wél liberale hervormingen doorvoert.

In de documentaire trekje parallellen met de opkomst van het fascisme in de jaren 30 en wat er nu gebeurt in Italië. Ben je bang dat de geschiedenis zich zal herhalen?
'Ik ben niet zozeer bang. Wel ongerust. Ik denk dat alle democratieën een gevaarlijke kant op gaan. Italië lijkt wat dat betreft extremer, maar tijdens het maken van de documentaire sprak ik Franse collega's die aangaven dat de persvrijheid in hun land onder Chirac ook niet meer is wat het was. Italië beeft van origine een zwakke re democratie dan de meeste West-Europese landen. Het heeft altijd de bemoeienis van het Vaticaan gehad; er is altijd al gedonder met censuur geweest en kijk naar de manier waarop Berlusconi en Bush met elkaar omgaan, dat is niet gezond. Daarbij is het een land waar de beginselen niet zo belangrijk zijn. Toen Berlusconi aan de macht kwam, riep hij gewoon keihard: 'Fuck de grondbeginselen, dit land is een "nepocratie"'. Alles werkt hier op een andere manier. Er is geen oppositie. Of er is wel een oppositie, maar als ze hier debatteren dan blijkt op het einde dat ze eigenlijk allemaal hetzelfde willen. Links wil het wat netter misschien.'

'Links' steunde je programma evenmin?
'In het programma zat een scène waarin ik Lucia Annunziata persifleer, destijds presidente van RAl. Zij is degene geweest die het document tekende om het programma stop te zetten. Zij is van links. Of beweert links te zijn.'

Ze kon er niet om lachen datje haar wegzette als schele, boers pratende vrouw?
'Niet echt.'

Maar dat kan toch niet de reden zijn dat ze zo bang zijn voor jou en je programma?
'Je moet je bedenken dat, sinds Berlusconi in 2001 opnieuw aan de macht kwam, de media aan banden is gelegd. De journalistiek staat onder controle. De berichtgeving is enorm eenzijdig. Heel veel mensen snappen het nieuws niet meer. Wat ik met mijn satire probeer is om duidelijkheid te scheppen: ik doe research, verzamel informatie en probeer een kritisch gezichtspunt te formuleren, waardoor mensen op een komische manier toch de informatie krijgen die ze wordt onthouden. Het publiek ziet daarin niet alleen wat er aan de hand is; maar ontdekt ook dat al het andere dat ze wordt voorgeschoteld een grote leugen is.'

Blijkbaar zijn veel mensen het met je eens, gezien de reacties. Er moeten toch mensen zijn die de politiek willen hervormen?
'Die zijn er wel, maar die hebben geen macht. Het is ook zeker niet zo dat we lijdzaam wachten tot het land verrot is. Er zijn heel veel demonstraties. Kijk naar de oorlog in Irak. We hadden hier de grootste demonstratie ter wereld: ruim drie miljoen mensen gingen de straat op. Negentig procent van de bevolkingwas tegen die oorlog. We hebben een constitutie die zegt dat Italië aan geen een oorlog mee mag doen. En toch gebeurt het.'

In Viva Zapatero! onderzoekt Guzzanti tevens hoe het met de satire in andere landen is gesteld. Ze discussieert met collega's in Frankrijk en Groot-Brittannië over de vraag wat toegestaan is in politieke satire. De eerder aangehaalde Britse komiek Rory Bremner zegt dat 'als politici grappen beginnen te maken, komieken over politiek mogen praten'. In dat geval - gezien de vele halfzachte grappen van Berlusconi zelf, heeft Guzzanti een vrijbrief. Toch is haar satire - veel verkleedpartijen, persiflages - mild in vergelijking wat er in Engeland of Frankrijk ge beun. In de documentaire laat ze een voorbeeld zien van een (Franse) spoof op Pulp Fiction waarin twee gangsters zonder blikken of blozen Chirac overhoop schieten, of het Brits/Amerikaanse poppen koor dat gezamenlijk 'We are the world' zingt, waarbij het werkwoord is vervangen door fuck. Maar op de vraag waar je het beste satire kunt maken in Europa, antwoordt Guzzanti resoluut: 'Italië'. 'Het is het perfecte land voor satire. Het feit dat het min of meer verboden is, maakt het zelfs belangrijker. Daarbij hebben we een mooie traditie. In Engeland is de satire zeker van. hoog niveau, maar daar is de democratie toch in een betere conditie dan bij ons. Hier loont het echt. Maar ik zag wel dat er in Frankrijk ook van alles gaande is. Dat was lange tijd een monument op gebied van satire, maar daar is nu niks meer op tv. Hun mogelijk volgende premier Nicolas Sarkozy, lijkt op Berlusconi. Die man is niet gewoon conservatief, maar ultrarechts plus xenofoob.'

In je documentaire word je op een gegeven moment toegebeten dat je maar met je vader moet gaan praten omdat hij ook heeft ingestemd met de censuur. Vind je het moeilijk dat hij senator is?
'Ja. Hij is sinds 2001 senator. Daarvoor was hij een linkse journalist. Zelf maak ik sinds 1994 satire. Hij is degene die is veranderd, niet ik.'

Je voorland?
'Nooit'

Tussenstuk:
Ondertussen, ergens in Rome

De lichten zijn nog niet aan, maar tijdens de laatste minuten van Vivo Zopotero! wordt al luid geklapt en gejoeld in de uitverkochte bioscoop ergens in Rome. De film van Sabina Guzzanti maakt, sinds hij vorig jaar werd uitgebracht, veel los in Italië. De film appelleert aan de kritiek en frustratie van het linkse kamp over de nationale machtsverhoudingen. Daartegenover roept hij verontwaardiging op van anders politiekgeoriënteerde Italianen. Toch komt het relaas van Guzzanti voor velen niet als een schok. 'La Guzzanti' is bij de meesten al jarenlang bekend als politiek kritische comédienne in televisieprogramma's en theatershows.
    Ze slaagt er in om voor de rode broeders en zusters de in hun ogen al jarenlange verachtelijke, onrechtvaardige handelingen van de huidige machthebbers op een rij te zetten, door middel van slim gemonteerde televisie-interviews en sketches. Zij pookt het vuur van de protesterenden op en haakt met haarverhaal in op de vlammende haat tegen premier Berlusconi en zijn medewerkers. De vertoning van de film tijdens het Film Festival van Venetië 2005 werd overtuigend toegejuicht meteen u minuten langdurende ovatie. Vervolgens kon Guzzanti de internationale filmpers uitleggen hoe het er voorstaat met de persvrijheid in Italië.
Maar in het Berlusconi-kamp werd de film niet hartelijk ontvangen. In de krant Il Giornole werd haar verweten dat ze een zielig slachtoffer speelt, ten bate van haar eigen wens om carrière te maken in de mediasector. Ook de op links stemmende Lucia Annunziata liet weten dat Guzzanti's visie maar weinig begrip laat zien van het complexe fenomeen dat Berlusconi is. En daarmee de plank goed mis slaat. Guzzanti zelf pareert dat haar productie geen anti-Berlusconi-film is, maar de kritische blik van een clown op een verrot systeem.
    Met haar film slaagt Guzzanti in het oppeppen van reële frustraties en woede van het linkse kamp, maar zij drukt zo hard door dat de mensen die nu juist snakken naar een niet gepolariseerde, niet karikaturale debatstijl (bijtende satire vanuit linkse hoek, populistische representaties door rechts) de film laten voor wat zij is: een strijdlustig manifest voor persvrijheid gemaakt voor en door links. Bovendien is de film voor de Italianen een van de vele pamfletten van de door links ingezette aanval tegen Berlusconi: in april mogen de Italianen stemmen.


Naar Vrijheid van meningsuiting , of site home .

5 jun.2006