Goed en kwaad bij links en rechts
De meeste van de basisideeën zoals ontwikkeld in Goed en kwaad
lijken voor de hand liggend
- het gaat eigenlijk allemaal om mijn en dijn. Niettemin bestaat er toch
veel misverstanden rond omheen. Veel daarvan zijn hebben hun opsporing in de
traditionele links-rechts verdeling. De meeste echte misverstanden bevinden
zich aan de linkse kant van het spectrum
- de positie van de rechtse kant is simpeler, omdat men daar in veel
gevallen het belang van de ander buiten beschouwing laat of niet belangrijk
vindt
. Het meest pregnant kwam dit tot uitdrukking in de jaren tachtig, toen er
van die kant openlijk beleden werd dat het belang van de rijken het belang
van allen was, dat er geen maatschappij bestond, en dat inhaligheid een
deugd was ("Greed is good"). Volgens onze definities zijn dit
overduidelijke vormen van kwaad. Deze vorm van kwaadwilligheid kan ook
afgekort worden als het materiële egoïsme: het vergaren van zo veel mogelijk
materiële zaken, ten koste van anderen. Afgeleide kwaden, dat wil zeggen
kwaden om dit doel te bereiken, lopen van praktische varianten als het
inslaan van andermans hersenen om zijn portemonnee te stelen, tot de
bovenstaande theoretische varianten die beweren dat de ander minder waard
is, gegoten in de vorm dat ze minder recht hebben op materiële zaken dan de
eigen persoon - al dan niet op vermeende of reële kwaliteiten. Dat dit
vormen van kwaad zijn weten ze zelf meestal ook wel
,
bewust of onbewust
, maar voor deze mensen is de verleiding van het materiële
te groot. Dat is in feite de definitie van "rechts".
De linkse problemen met goed en kwaad zijn het omgekeerde van het rechtse
probleem: het is niet per definitie zo dat het de bestaande materiële
verschillen tussen mensen een maat zijn voor de kwaadwillendheid van die
mensen. Of: het feit dat mensen in de derde wereld armer zijn dan die in
Europa betekent niet dat die mensen beter zijn, en ten koste van mensen uit
Europa geholpen moeten worden. Hierboven is dat probleem vermeden door de
vermeerdering van het belang van het ik af te wegen versus de vermindering
van het belang van de ander. Het kan dus best zo zijn dat de maatschappij
een groter belang heeft bij het vermeerderen van het belang van de een, dan
bij de vermindering van het belang van de ander. Het is bijvoorbeeld een
geldige zaak om goederen verkregen met de arbeid van een arbeider te steken
in het levensonderhoud van de geleerde, omdat die geleerde een
tegenprestatie levert die later aan de arbeiders en de rest van de
maatschappij ten goede kan komen
. Hetgeen dus niet het geval is bij de rechtse variant: het steken van
producten van de arbeider in het levensonderhoud van een bankier of iets
dergelijks, want die gebruikt die goederen alleen voor privédoeleinden: luxe
en decadentie
.
Voor wat betreft het algemeen maatschappelijk denken leveren de bovenstaand
geformuleerde regels van goed en kwaad dus simpele oplossingen. Het rechtse
denken in de meest algemene zin is een vorm van kwaad. Specifiekere
uitwerkingen ervan kunnen elementen van goed bevatten, zoals de
fabrieksdirecteur die huizen voor zijn werknemers bouwt, maar dat zijn
gevallen die ieder apart bekeken moeten worden.
Bij het linkse denken is de verwarring zo groot dat een algemene regel
moeilijk is aan te geven. In feite is een groot deel van het initiatief tot
het ontwikkelen van deze website juist ontstaan vanwege de constatering dat
de praktische uitwerking van veel linkse ideeën, ontworpen met het goede
voor het oog, tot negatieve resultaten leiden, denk bijvoorbeeld aan het
onderwijs. Dat laatste voorbeeld laat ook zien dat de misverstanden vaak
veroorzaakt worden door een manier van denken waarbij men op eenzelfde
theoretische, abstracte, manier blijft doorredeneren. Natuurlijk is ieder
mens, en dus ieder kind, in principe, dat wil zeggen in zijn mens-zijn,
gelijk. Maar dat wil niet zeggen dat de mogelijkheden tot opleiding voor
ieder kind gelijk zijn: de ene is goed in muziek, en de andere in rekenen.
En de ene is veel beter in rekenen dan de andere. Gelijk onderwijs voor
iedereen is waanzin, gelijke kansen voor iedereen betekent ongelijk
onderwijs voor iedereen: voor de slechte rekenaar simpele sommetjes, voor de
briljante rekenaar hogere wiskunde. Als de briljante rekenaar afgescheept
wordt met simpele sommetjes, is men even slecht bezig als wanneer de slechte
rekenaar hogere wiskunde krijgt voorgeschoteld.
Gelijk onderwijs voor iedereen is dus kwaad. Toch was het decennialang het
streven van de overheid in Nederland, onder invloed van linkse ideologie,
oftewel: het linkse denken over goed en kwaad. De tweedeling goed-kwaad valt
dus niet samen met de tweedeling links-rechts - hoewel men wel kan zeggen
dat de kans dat rechts goed is, veel kleiner is dat links goed is.
Een veel betere correlatie met goed-kwaad krijg je als je de linkse
idealen omtrent gelijkheid en individualisme vervangt door degene die veel meer
rekening houden met de evolutionaire begrippen horende bij de samenwerking
binnen groepen, zoals die ook al bij dieren bestaan
. Die begrippen worden
hier gevat in het Rijnlandse model. Er is dan ook een veel betere samenhang
tussen goed-kwaad en Rijnlands-Anglicistisch (Angelsaksisch) dan met
links-rechts
Vele andere maatschappelijke problemen zijn op een even simpele manier te
analyseren, indien men slechts bereid is naar de stem van de ratio te luisteren.
De rest van de website geeft meer recepten om tot dit belangrijke doel te komen.
Naar Goed en kwaad
,
of site home
.
|