Blauwe en witte-boorden

Een van de fundamentele onderscheiden in de Westerse maatschappij is die tussen blauwe- en witte-boorden werk. De oorspronkelijke uitdrukking is afkomstig uit Amerika, blue- and white collar workers, slaande op de kleur van de overhemden van betrokkenen, zichtbaar aan hun collar of kraag. Zonder dat de uitdrukking hier in algemeen gebruik is geraakt, is ze toch zo overduidelijk dat uitleg overbodig is. Het feit dat er hier toch op wordt ingegaan, is juist vanwege die vanzelfsprekendheid. Die vanzelfsprekendheid bewijst dat het onderscheid inderdaad fundamenteel is  .

In Europa is het onderscheid bekend als dat tussen kantoor- en productiewerk. Maar het is niet alleen een onderscheid in het soort werk, maar ook een klassenonderscheid. De kantoorbaan werd en wordt nog steeds gezien als hoger dan de productiebaan. Mensen in de productie hebben vieze handen, soms letterlijk, maar altijd figuurlijk. Mensen op kantoor hebben altijd schone handen, en worden gezien als fundamenteel nettere en dus betere mensen.

Het onderscheid is gegroeid tezamen met de ontwikkeling van de kapitalistische maatschappij. In prekapitalistische tijden waren de onderscheiden in de maatschappij simpel: je had bazen en onderdanen, volk en adel, koning en onderdanen. Het verschil tussen de twee is simpel: de onderdanen werkten, de bazen niet. Die leefden van de producten van de onderdanen, hen vrijwillig of gewelddadig afhandig gemaakt; voor dat laatste had je een tussenklasse: diefjesmaten of soldaten, de edelen in dienst van de koning enzovoort.

In de vroegere fasen van ontwikkeling van de kapitalistische maatschappij ontstond de klasse van industriƫle ondernemers, die vanwege natuurlijk sociale processen grotendeels samensmolt met de aloude bazenklasse, in ieder geval in de zin dat ze hetzelfde gedrag overnam. In het productieproces kreeg je dus dezelfde driedeling tussen bazen, hulpjes, en onderdanen.

Het huidige onderscheid tussen witte- en blauwe boorden werk is voor een groot deel terug te voeren op dit aloude klassenonderscheid. De witte-boorden werker is de uitvoerder van de opdrachten van de baas, hij staat dicht bij de baas, werkt in hetzelfde gebouw: het kantoor, de blauwe-boorden werker zit in een ander gebouw: de fabriek.

Maar het huidige onderscheid valt deels ook samen met een klassenonderscheid naar intellectuele en culturele begaafdheden. Dit alles tezamen maakt dat het blauwe en witte boorden onderscheid onbewust en soms ook bewust wordt gezien als dat tussen meerdere en mindere mensen. Praktisch blijkt dat bijvoorbeeld bij de schoolkeuze. Ouders streven over het algemeen naar het beste voor hun kinderen, en bij schoolkeuze betekent dat zo intellectueel mogelijk onderwijs. Van oudsher is het praktische onderwijs, voor jongens de ambachtschool voor meisjes de huishoudschool, gezien als de laagste schoolvorm. Vanwege die slechte reputatie heeft de overheid bij de laatste herstructurering van het middelbaar onderwijs er zelfs voor gekozen het hele praktische of technische aspect te schrappen, door mavo en ambachtschool op te laten gaan in het vmbo. De bedoeling was onder ander het verhogen va de reputatie van het ambachtsonderwijs. Maar de voorspelbare uitwerking was dat de reputatie van mavo-achtige onderwijs sterk daalde. En omdat een groot deel van het speciaal onderwijs hier ook terecht kwam, daalde de reputatie van het vmbo ook onder die van de oude ambachtschool.

In de moderne maatschappij zijn een aantal van de oude tussenberoepen, zoals onderwijzer, schrijver (secretaris), dokter, uitgegroeid tot een nieuwe sociale klasse: de professionals. Vroeger waren ze min of meer zelfstandig, met een positie tussen de bazen, kasteelheer, fabrieksdirecteur, en de onderdanen in. Nu zijn ze meestal verzeild in grotere organisaties waarin ze wel een eigen machtspositie hebben door het bezit van professionele kennis, maar zijn ze binnen die organisaties geen eigen baas. Voor dat laatste dient een nieuwe klasse genaamd de "managers", wat op zijn beurt weer een afstammeling is van een oud beroep: de huurling - de huurling verzorgt het spierballenwerk in de praktische machtsuitoefening namens de baas: koning enzovoort - de ridder of soldaat in de afbeelding uit Das Narrenschiff  . Voor de volledigheid: de managers doen dat in dienst van de nieuwe vorm van de koning: de aandeelhouder of de financier - ook de directeur heeft tegenwoordig veelal de functie van manager in dienst van de financiers, waarbij de directeur medeplichtig wordt gemaakt door hem mede-aandeelhouder te maken.

In de moderne maatschappij hebben we dus twee vormen van blauwe- en witteboorden strijd: die tussen producerenden en de rest, en die tussen managers en professionals. Ook voor die laatste strijd geldt: degenen die het werk doen zijn de onderlingen, en degenen die niets kunnen of doen hebben de macht, zie Managen en vakkennis  en Chefs en management  . Deze strijd wordt op dit eigenste moment (we schrijven maart 2008) uitgevochten op terreinen als onderwijs en gezondheidszorg (link volgt) .

Die, andere, oudere, strijd gaat ondertussen ook nog steeds door. Ook een moderne maatschappij heeft vele soorten van de aloude beroepen nodig: bakker, timmerman, schilder, enzovoort, de lijst is bijna eindeloos. Er is zeer onwaarschijnlijk dat verdere vooruitgang zal leiden tot het verdwijnen van dit soort beroepen, en de maatschappij zal dus altijd een groot aantal mensen nodig hebben die dat soort beroepen willen doen, dat wil zeggen: plezier hebben in dat soort werk. Dat plezier in het werk wordt in belangrijke bepaald door het gewaardeerd worden, door de klant en door de maatschappij in het algemeen. Ook in economisch opzicht is dit essentieel: Nederland is door zijn relatief hoge lonen niet geschikt voor ruw massawerk; dat is in andere landen veel goedkoper. Nederland moet het hebben van hoge kwaliteit, ook in handwerk, en hoge kwaliteit gaat hand in hand met plezier in werk  .

Het zijn de witte-boorden werkers, de managers, personeelschefs, en soms zelfs de directeuren en bazen van bedrijven zelf die de blauwe-boordenwerker en het blauwe-boordenwerk frustreren. Dat begint al bij het sollicitatieproces - dat begint vrijwel altijd met brieven, en als deze brieven als norm worden gebruikt, selecteert het dus op brievenschrijven -een witte-boordenvaardigheid. Die niets van doen heeft met alle productie- en blauwe- boordenwerk - en ook heel weinig van doen heeft met het leiding-geven aan dit soort activiteiten  .

Diezelfde kringen die het blauwe-boordenwerk frustreren, klagen dat Nederlanders te weinig bereid zijn de gewone ambachtelijke beroepen willen doen  . Om die reden pleiten ze voor arbeidsimport en voor immigratie. Aan de hand van deze analyse is duidelijk dat dit een proces van dweilen met de kraan open is: zolang de neerbuigende houding ten opzichte van gewoon werk blijft bestaan, zal ook de nieuwe import neigen naar het witte-boorden werk, en het blauwe-boorden tekort blijven bestaan. Nog afgezien van het feit dat bij bijvoorbeeld veel allochtone import de neiging tot witte-boorden-, bureau- en vooral chef-werk nog groter is dan bij de autochtone Nederlandse en Europese bevolking  .

Deze spiraal heeft mede geleid tot de import van enkele miljoenen mensen - die miljoenen die ervoor zorgen dat Nederland van overbevolkt naar sterk overbevolkt is gegaan   . Voor een gezonde Nederlandse samenleving is het levensbelang dat de bevolkingsgroei wordt gestopt, en gestreefd wordt naar een stabiele samenstelling van de bevolking, waarin alle lagen van de bevolking, hoger- en lageropgeleiden, een zinvolle bijdrage kunnen leveren. Hiervoor zijn een paar veranderingen noodzakelijk: lager-opgeleide arbeid moet betaald worden naar de noodzakelijke functie die het vervult, los van de daarvoor beschikbare hoeveelheid arbeid. De dumping van laaggeschoolde arbeid door de import van immigranten moet gestopt worden. De rol en betaling van  managers en professionals moet omgekeerd worden naar de werkelijke situatie: de managers zijn ondersteunend voor de professionals, en niet andersom. En de dominante cultuur van de overwaardering van alle witte-boorden arbeid, die de hele maatschappij doordrenkt, moet veranderd worden  . Al was het maar omdat de waardering voor blauwe-boordenwerk aan de wieg heeft gestaan van onze moderne westerse beschaving   .

Het veranderen van de witte-boorden mentaliteit kan waarschijnlijk alleen door de groep die nu in de algemene cultuur en de media de dienst uitmaakt, de links georiƫnteerde alfa/gamma-intellectuelen, uit hun machtspositie te zetten, en op zijn minst de helft ervan te vervangen door mensen die de inhoudelijke kant van de wereld waarderen.

De uitslag van die strijd bepaalt of onze beschaving een stap verder maakt, of niet.


Naar Economische sectoren  , of site home  .

19 feb. 2005; 24 mrt.2008