Bronnen bij Economen: het CPB

Onderstaand een eerste aantal bronnen over het CPB, waarin haar incompetentie als wetenschappelijke instelling en haar politiek bevooroordeelde stellingnames naar buiten komen. (vanaf september 2006 begint men ook in meer bekende kringen kritiek op het CPB uit te oefenen uitleg of detail ). Voor dezelfde verschijnselen bij het aanverwante instituut van de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) zie hier uitleg of detail :


Uit: Volkskrant.nl, 19-03-2008, van verslaggeefster Yvonne Doorduyn

CPB wil minder bemoeienis van kabinet

De Nederlandse economie is gebaat bij meer marktwerking en minder overheidsingrijpen. Het Centraal Planbureau roept het kabinet op ‘de grote lijn in het oog te houden’ en zich – hoe begrijpelijk ook – niet te laten leiden door het verlies aan banen, zoals bij de postbodes van TNT.

Dat zei Coen Teulings, directeur van het CPB, woensdag op een persconferentie over het Centraal Economisch Plan voor 2008. ‘Het effect van marktwerking is per saldo positief en verrassend groot.’ Teulings stelt zich daarmee lijnrecht tegenover minister Bos (PvdA) van Financiën, die openlijk een rem op verdere marktwerking propageert. Alleen in de zorg heeft het kabinet plannen om ‘meer markt’ te introduceren.  ...


Red.:   Misschien is het zelfs waar dat er wat meer economische groei is met meer marktwerking. Maar de vruchten van die groei komen uitsluitend terecht bij de rijkeren - en gaat mogelijkerwijs zelfs ten koste van de armeren, zie het baanverlies. Terwijl de vruchten van de mindere economische groei zonder marktwerking weel bij iedereen terecht komen - tezamen met meer banen.
    Maar dat zijn overwegingen die je niet hoort van het CPB - want haar personeelsleden horen natuurlijk ook allemaal tot de rijkeren.
 

Uit: De Volkskrant, 11-09-2004, door Michael Persson
 
U kunt zo'n subsidie ook gewoon weigeren

Universiteiten moeten geregeld geld meebrengen om onderzoek gesubsidieerd te krijgen. Niet erg, vindt het Centraal Planbureau in opdracht van de minister.


Joop Sistermans probeert zich netjes uit te drukken. 'De manier waarop dit rapport tot stand is gekomen, zit zeer dicht tegen het beledigende aan', zegt de voorzitter van de eerbiedwaardige Adviesraad voor Wetenschaps-en Technologiebeleid (AWT), die de regering bijstaat in wetenschapskwesties. 'Ik heb me afgevraagd of ik er boos om moet worden. Toen heb ik maar besloten dat het om de inhoud moet gaan.'
    Het rapport in kwestie is het in augustus verschenen document No. 62 van het Centraal Planbureau. Een contraexpertise, aangevraagd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Contra een in april gepubliceerd advies van Sistermans' AWT.
    Het gaat over matching, het mechanisme waarop veel universitaire subsidies en samenwerkingsprojecten met derden zijn gebaseerd. Voor elke euro steun van onderzoeksfinanciers, zoals NWO en het bedrijfsleven (de zogeheten tweede en derde geldstroom) moet de universiteit volgens dat mechanisme zelf ook een euro bijleggen.
    Een steekproef van accountancybureau Ernst & Young, onder auspiciën van de AWT, wees in april uit dat de subsidies op die manier ongeveer de helft van het 'vrij' te besteden academische onderzoeksbudget wegzuigen. Dat betekent dat universiteiten minder geld overhouden voor niet-gesubsidieerd onderzoek.
    Het CPB onderschrijft die diagnose. Maar onderschrijft níet de daarop gestoelde conclusie van de AWT, namelijk dat 'matching de Nederlandse kennisinfrastructuur ondergraaft'.
    Want, constateert het CPB: universiteiten zijn vrij om subsidies en contractonderzoek te weigeren. Zonder subsidies zijn er ook geen matchingverplichtingen, en zonder matchingverplichtingen kunnen de universiteiten hun eigen geld, de eerste geldstroom, naar eigen goeddunken besteden.
    'Zo simpel is het natuurlijk niet', vindt mr. Ed d'Hondt, voorzitter van de vereniging van Nederlandse universiteiten VSNU. 'Het CPB is in deze materie kennelijk niet zo goed thuis.'
    Volgens universiteitsbestuurders kunnen onderzoekers helemaal geen subsidies weigeren. De tweede en derde geldstroom vormen namelijk rond de veertig procent van het totale academische onderzoeksbudget. 'We zijn op dat geld aangewezen, omdat de eerste geldstroom - het geld dat rechtstreeks van de overheid komt - de afgelopen jaren is afgenomen', zegt bestuursvoorzitter dr. Wim Noomen van de Vrije Universiteit Amsterdam. Maandag waarschuwde hij bij de opening van het academisch jaar al voor de groeiende hang naar nuttig onderzoek. Hij noemt het CPB 'naïef'.
    Dinand Webbink van het CPB, één van de auteurs van het gewraakte rapport, houdt echter voet bij stuk. 'Ik vind de argumenten van de universiteiten nog steeds niet overtuigend. Ze zeggen dat ze door het binnenhalen van subsidies ten onder gaan aan hun eigen succes. Maar niemand kiest toch voor zijn eigen ondergang. De AWT onderbouwt dit in elk geval niet met voorbeelden waaruit blijkt dat het gebeurt.'
 ...  In de plannen van het ministerie van OCW en van het innovatieplatform gaat de mate waarin universiteiten zichzelf bedruipen met extern geld, zelfs mede bepalen hoeveel geld ze van het ministerie krijgen. Subsidies en contractonderzoek vormen in die filosofie het bewijs van kwaliteit, en kwaliteit moet worden beloond. Universiteiten die dan nee zeggen tegen externe financiering, krijgen ook minder geld van de overheid.
    Daar heeft het CPB geen rekening mee gehouden. 'Dat zijn zaken die pas op den duur gaan spelen', zegt Webbink. 'Wij hebben alleen gekeken naar de onderbouwing van het AWT-rapport. En die vonden we niet overtuigend. We hebben geen analyse gemaakt van hoe het anders zou moeten.'
    Dat is precies wat de universiteiten steekt. 'In het CPB-rapport overheerst de theorie', zegt D'Hondt. 'Het is meer gedachtenspinsel dan werkelijkheid.' ...


Red.:   Het maken van gedachtenspinsels is kennelijk een specialiteit van Webbink, zie de volgende bron:


Uit: De Volkskrant, 23-11-2004, van verslaggever Michael Persson

Economen kraken innovatiebeleid

Economen van naam bogen zich over de vraag wat vernieuwing is. Ze trokken tegendraadse conclusies. Een tekort aan bèta's? Waarom verdienen ze dan niet meer?


...   Zo betogen Bas Jacobs (Universiteit van Amsterdam) en Dinand Webbink (CPB) dat er in Nederland, in tegenstelling tot wat doorgaans wordt gedacht, helemaal geen tekort aan bètawetenschappers en ingenieurs is. Het zijn er weliswaar weinig, zeker vergeleken met andere landen, maar het is zeker geen tekort.
    Hun redenering is niet nieuw. Kwestie van vraag en aanbod. Als er daadwerkelijk een tekort zou zijn, dan zou het prijsmechanisme in werking treden en zouden de salarissen van bèta's hoger zijn dan dat van niet-bèta's. Terwijl, zeggen de economen, het al twintig jaar andersom is. Bèta-opgeleiden verdienen 5 tot 10 procent minder dan anderen.
    Jacobs en Webbink verwachten zelfs dat de arbeidsmarktpositie van bèta's steeds verder zal afkalven, omdat ze zullen worden vervangen door nog goedkopere buitenlanders. 'Het beeld dat hieruit naar voren komt, wijkt af van de diagnose die ten grondslag ligt aan het huidige kabinetsbeleid.' Het kabinet wil juist miljoenen uitgeven om scholieren te stimuleren een exacte studie te kiezen.
    De auteurs van de pre-adviezen baseren zich voornamelijk op theoretische modellen. Daarmee gaan ze voorbij aan de realiteit, zegt een woordvoerder van het Innovatieplatform, dat zich juist zorgen maakt om een bètatekort. ...


Red.:   De eerste, verborgen, aanname die onze CPB-economen doen is dat betaling geschiedt naar arbeidsmarkt. Dat is patentonzin. Voor alle gewone productiebanen, dat wil zeggen: alles tot aan het niveau van management, is niet de arbeidsmarkt bepalend, maar de winstmarge op de arbeid. Ook al is er nog zo'n groot te kort aan timmermannen, ze worden niet meer betaald dan ze aan productie opleveren, minus de marge die nodig is om overhead als bazen, financiers en dergelijke te betalen.
    Dit proces geldt niet voor de managementlagen (en hoger) zelf, want die hebben geen productie, dus dat kan niet in de overwegingen worden betrokken. Bij gebrek aan een objectief criterium, worden die betaald naar het gebruikelijke alternatief: vriendjespolitiek: wie het dichtst staat bij degene die beslist, krijgt het meest betaald. Hoe hoger de manager, hoe hoger het salaris. Het is volkomen duidelijk dat dit niets met objectieve, productieve, resultaten te maken heeft.
    Dit verschil in methodiek in vaststelling van betaling is mede bepalend voor een essentiële scheiding tussen soorten werknemers, meestal ook een soort glazen plafond.
    Het is volkomen duidelijk dat de rol van de technicus in een bedrijf, ook al bevindt hij zich temidden van de hoger opgeleiden, die is van onder dit sociale plafond, bijvoorbeeld in tegenstelling tot de manager die zijn activiteiten "aanstuurt". Of er nu een tekort is aan technici of niet, het is ondenkbaar dat de technicus meer zou verdienen dan zijn manager, laat staan de mensen die daar weer boven staan. Die manager is meestal een figuur die rechten, economie, bedrijfskunde of iets dergelijks heeft gestudeerd, een gamma, of gewoon iemand met een vlotte babbel, een alfa - in ieder geval geen bèta. En die alfa of gamma discrimineert de bèta - op alle mogelijke manieren uitleg of detail .
    Daar waar de CPB-economen constateren dat bèta's minder verdienen, en dus er geen tekort is, is dus flagrante onzin. Niet-bèta's worden nu altijd meer betaald, en bèta's worden bovendien ook nog eerder ontslagen, om precies dezelfde reden: ze hebben de lagere functie.
    Ook in dit geval baseren de auteurs, onze CPB-economen, 'zich voornamelijk op theoretische modellen', de nette terminologie voor gedachtenspinsels, als je het niet test aan de praktijk. In dit geval klopte zelfs de theorie niet. De titel van het stuk kan zonder meer veranderd worden in "Natuurkundigen kraken CPB-economen".
    Helaas komt domheid zelden alleen:


Uit: De Volkskrant, 22-10-2005, door Michael Persson

Voor de bèta's zijn er altijd te weinig bèta's

Als er al een tekort is aan bèta's, dan niet op de discussiebijeenkomsten die dat vermeende probleem als onderwerp hebben. Het zaaltje bij de Vrije Universiteit Amsterdam zat vorige week goed vol, en de jammerklacht was weer massaal: we zijn met veel te weinig.
    Het wordt al zeker tien jaar geroepen. ...
    De exacte faculteiten van de universiteiten schaarden zich al snel achter de noodkreet. ...
    Dat was ook te merken in dat zaaltje van de VU, vorige week, waar het debat Bèta's in de mist werd gevoerd. Eindelijk, had de argeloze toehoorder misschien vooraf gehoopt, een discussie over de feiten achter het al dan niet bestaande probleem.
    Maar de enige die met kwantitatieve argumenten kwam, was een econoom, prof. dr. Frank den Butter, die in navolging van het Centraal Planbureau stelde dat áls er een tekort aan bèta's zou zijn, dat volgens de wetten van vraag en aanbod zou moeten leiden tot een hogere prijs. De salarissen van bèta's lopen echter al jaren achter bij die van economen, bedrijfskundigen en marketingtypes. 'Minder instroom van bèta-studenten wil nog niet zeggen dat er een tekort is.' ...
    En dat de helft van de onderzoeksbanen inmiddels door buitenlanders wordt gedaan? Helemaal niet erg, zegt Den Butter. Het is toch onvermijdelijk dat de beste bèta's straks uit China komen: daar hebben ze er gewoon meer, dus ook de beste. 'Zolang wij de regie in handen houden, is er niets aan de hand.'


Red.:   En de weerlegging van zulke domheden is meestal simpel:


De Volkskrant, 27-10-2005, ingezonden brief van M. Ruijgrok, Mathematisch instituut (Utrecht)

Bèta's

In het katern Kennis van zaterdag (23 oktober) heeft de econoom prof. Frank den Butter de oplossing gevonden voor het alom gesignaleerde tekort aan bèta's in Nederland: er is namelijk geen tekort! Het bewijs: als er een tekort zou zijn, dan zouden volgens 'de wetten van vraag en aanbod' hun salarissen relatief hoog moeten zijn, en dat zijn ze niet.
    Deze logica volgend, moeten we dan maar de meeste verpleegkundigen en vuilnisophalers omscholen, want uit hun karige inkomen volgt dat ze overbodig zijn. Er liggen voor hen mooie carrièrekansen als drugsdealers en bankrovers, waar onze samenleving, gezien de riante salarissen in die sectoren, een schrijnend tekort aan heeft. Ik denk dat het onderzoek van Den Butter meer wijst op een alternatieve conclusie: gemiddelde salarissen zijn geen goede indicator van de maatschappelijke behoefte aan bepaalde beroepen.


Red.:   Wat dit ook bewijst dat er groepen zijn die onterecht heel veel verdienen, want het altijd heel hard dringen als er een directieplaats in en bedrijf vrijkomt. Die salarissen zijn volgens vele en veel te hoog.
    En als je het criterium van betalen-naar-geschiktheid gaat hanteren, blijken economen veel te veel te verdienen, want econoom Frank den Butter, net als de top-economen bij het CBP, blijkt door het toepassen een zeer simpele redenatie in zijn werk ernstig te falen. Gezien de invloed van een instituut als het CBP lijkt hier zelfs een ontslag op zijn plaats. Maar we kunnen ook besluiten dat het CBP als geheel niet erg serieus moet worden genomen, waarvoor meer aanwijzingen zijn. De conclusie dat bèta's niet nodig zijn 'zolang we de regie in handen houden' is uiterst naïef: hoelang denkt Den Butter dat de Chinezen zich door ons zullen laten besturen, als ze het nu al doen. Deze opmerking is zo naïef, en de mogelijke schade voor Nederland zo groot, dat het bijna misdadig is te noemen.

Een aanvulling van een paar jaar later bij het voorgaande:


Uit: De Volkskrant, 25-04-2008, van verslaggever Jasper Karman

Technicus wordt beter betaald dan academicus

Salarisstijging van 6,5 procent geen uitzondering | Mbo’ers laten zich massaal omscholen tot technicus


Laaggeschoold technisch personeel dat begint met werken verdient inmiddels een hoger salaris dan starters op de arbeidsmarkt met een universitaire opleiding of een hbo-diploma. Dat blijkt uit salarisgegevens van grote branchepartijen, en een rapport van onderzoeks- en adviesbureau Hay Group over de starterssalarissen van hoogopgeleide werknemers.
    Volgens gegevens van DIT Bouw en Techniek, de grootste detacheerder van technisch personeel in Nederland, verdient een goedgeschoolde 22-jarige loodgieter, timmerman of elektrotechnicus 2.400 euro bruto per maand. Dat is net iets meer dan de 2.350 euro die een academisch geschoolde starter volgens het rapport van Hay Group verdient.
    De salarissen van laaggeschoold technisch personeel zijn volgens Hans Rijpert, directeur van DIT, de afgelopen jaren explosief gestegen. ‘Alleen al dit jaar gaan de salarissen van onze werknemers met 6,5 procent omhoog. Dat lijkt veel als je het vergelijkt met de loonstijging van 3,5 procent bij de politie, maar voor deze branche is dat eigenlijk niets bijzonders.’
    De stijging van de salarissen wordt vooral veroorzaakt door het grote gebrek aan goed geschoold personeel. Volgens schattingen is er tot 2010 een structureel tekort van zeventigduizend arbeidskrachten.   ...


Red.:   En dat geldt ook op hoger niveau:


Uit: De Volkskrant, 30-04-2008, van verslaggever Luuk Esser

Detacheringsbureaus leggen studentenverenigingen in de watten

De jacht op de techniekstudent

Skivakanties, feesten, borrels: studenten worden volop gesponsord door bedrijven | Ongekende luxepositie.’


Studievereniging Virplaca uit Haarlem was vorige week op skivakantie in de Franse Alpen. Tot in de late uurtjes werd er gefeest. Gunstige bijkomstigheid: de reis werd deels gesponsord door detacheringsbureau Continu Engineering.
    Dit soort bureaus, dat geld verdient met het zoeken van personeel voor bedrijven, heeft de jacht op de student geopend. Het nijpende tekort aan hooggeschoold personeel in de bouw en techniek, veroorzaakt door economische groei, dwingt bedrijven in een vroeg stadium op zoek te gaan naar personeel. Welke plek is daarvoor beter geschikt dan de studie- of studentenvereniging?   ...


Red.:   Onze CPB-economen Dinand Webbink en Bas Jacobs gebruiken krachtige taal om hun punt te maken. In even krachtige taal, en gebruik makende van de lingua Americana waar economen zich ook graag in uitdrukken, staan de heren Webbink en Jacobs hier dus grandioos te kijk als assholes.
    Op naar de volgende oprisping van het asshole-instituut, nu weer van een paar jaar terug:


Uit: De Volkskrant, 23-03-2005, van verslaggever Kees van Nieuwamerongen

CPB: 'Staat moet extra bezuinigen'

De staatsschuld is te hoog om de kosten van de vergrijzing op te vangen. Daarom zijn extra bezuinigingen nodig. Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in het dinsdag verschenen Centraal Economisch Plan.


Omdat de bevolking steeds ouder wordt, zullen de kosten van de AOW en de gezondheidszorg over enkele jaren veel hoger zijn dan nu. Het CPB heeft berekend dat nog te weinig is gedaan om deze kosten op te vangen, ondanks de omvangrijke bezuinigingen van de afgelopen jaren.
    ... De meevallers die het kabinet om de oren vliegen, leken extra uitgaven mogelijk te maken. De berekeningen van het CPB maken nu een einde aan deze euforie en ondersteunen het voornemen van Minister Zalm alle wensen van tafel te vegen.   ...


Uit: De Volkskrant, 17-09-2005, door Michael Persson

Topinstituten | Publiek-private samenwerking levert universiteiten geld op, maar de kwaliteit van het onderzoek staat ter discussie

Onderzoek voor miljoenen
...
Lof

Dat vinden buitenstaanders ook. Bij een eerste evaluatie van de TTI's in 2001 vond technologiesubsidie-verdeler STW dat 'het geld van de belastingbetaler goed wordt besteed' en dat 'voortzetting wordt aanbevolen'. En ook de club van industrielanden OESO was in 2003 vol lof - publiek-private samenwerking was het toverwoord rond de eeuwwisseling. De TTI's waren volgens een OESO-rapport gebaseerd op 'een gezonde logica', met een 'betekenis die kwalitatief veel groter is dan het bescheiden aandeel in het totale wetenschaps- en technologiebudget (6 procent) suggereert' .
    Die complimenten zijn vervolgens veelvuldig aangehaald als het bewijs van het succes van de TTI's. Niet helemaal terecht, vindt dr. Maarten Cornet van het Centraal Planbureau. 'Hoe zit het met de economische argumentatie? Wij zetten kanttekeningen bij de onderbouwing van die OESO-conclusies. De effectiviteit van de TTI's is met dat rapport niet bewezen.' Cornet heeft het willen uitzoeken, maar stuitte op een 'data-probleem': er is geen controlegroep te vinden waarmee de TTI-onderzoekers kunnen worden vergeleken. Ook is niet te zien in hoeverre de wetenschappelijke publicaties van TTI-wetenschappers op het conto van de universiteit, de bedrijven of het TTI moeten worden geschreven. 'Dat kan natuurlijk juist aangeven dat de grenzen daartussen vervloeien', zegt Cornet. 'En dat zou natuurlijk, gezien de doelstelling van de TTI's, als succes kunnen worden aangemerkt.'
    Eén mogelijke indicator voor de economische meerwaarde van de instituten is het aantal aangevraagde octrooien. Dat is beduidend lager dan in het bedrijfsleven. Tot en met 2004 heeft het Telematica Instituut zo'n vijf octrooien ingediend, het NIMR 'een tiental', het WCFS 23 en het DPI 38. Omgerekend komt dat op zo'n zes (TI) tot veertig (DPI) octrooien per duizend onderzoekers per jaar. Volgens Eurostat ligt het Nederlands gemiddelde (in het bedrijfsleven) op zo'n vierhonderd.


Red.:
   Als het CPB een onderzoek wil doen naar de meerwaarde van een instituut, moeten ze eerst een pilot draaiden op het instituut dat ze het best kennen: het CPB. Het behoeft weinig betoog dat hier geen echte economische voordelen zijn te meten. Toch zal het CPB menen dat haar eigen instituut wel nut heeft. Dus hoe wil het CPB de meerwaarde van andere instituten meten? Daarop is natuurlijk geen antwoord, en het CPB moet zich daarom verre houden van het onderzoek naar het nut van instituten.


Uit: De Volkskrant, 13-10-2005, van verslaggever Sanne ten Hoove

‘Fouten CPB over windenergie’

Grootschalige windenergie op zee is over vijftien jaar rendabel. De overheid hoeft daarvoor geen streng klimaatbeleid te voeren. Dat concludeert het Utrechtse onderzoeksbureau Ecofys in een woendag verschenen studie.


Ecofys is veel positiever over windenergie dan het Centraal Planbureau (CPB). Dat denkt dat windenergie op zijn vroegst in 2030 rendabel is. De kans dat dit gebeurt, acht het CPB klein.
    Ecofys vindt de aannames van het CPB echter veel te pessimistisch. Daardoor zou een ‘vertekend en eenzijdig’ beeld ontstaan. Zo wordt de toekomstige olieprijs door het CPB tussen de 22 en 28 dollar geschat. ‘Dat is veel te laag’, zegt hoogleraar Kornelis Blok van Ecofys. Hij gaat ervan uit dat de olieprijs tussen de 40 en 65 dollar zal liggen.   ...
    Volgens Blok heeft het CPB ‘zijn werk niet goed gedaan’. Hij ziet geen reden geplande windmolenparken (met een capaciteit van 6000 megawatt) in fasen aan te leggen, zoals het CPB adviseerde. ‘Ik zou niet weten waarom je het langzamer zou doen. Hoe sneller je investeert, hoe sneller je leert en hoe sneller de prijs daalt.’ Minister Brinkhorst van Economische Zaken neemt de kritiek van het CPB ter harte en wil geleidelijk een miljard euro in windenergie steken. Daarmee kan ongeveer 700 megawatt worden opgewekt.
    Voor- en tegenstanders van windenergie bestrijden elkaar al geruime tijd met tegengestelde rapporten. Die ‘rapportenoorlog’ doet Blok denken aan de discussie over de Betuwelijn. ‘Alleen oordeelde het CPB in het begin daar juist positief over.’


Red.:   We kunnen dus zonder meer stellen dat het CPB in veel van haar werk onzorgvuldig en onbekwaam is. De reden daarvan is simpel: veel van wat er in de maatschappij gebeurd is niet in puur economische termen uit te drukken, en pogingen dit te doen leidt tot fouten, en er naar handelen leidt tot matschappelijke problemen. Let ook op het positieve oordeel over de Betuwelijn - dit schrijvende (maart 2006) weten we dat die lijn een grote mislukking is, economisch gezien. Een dergelijke miljardenstrop zou bij een vorm van marktwerking die het CPB elders voortdurend bepleit onmiddellijk tot het faillissement, dat wil zeggen: opheffing, van het CPB leiden.


Uit: De Volkskrant, 16-06-2006, column door Ronald Plasterk

Het CPB denkt met u mee

...  Het CPB kon deze week aan de politiek duidelijke instructies meegeven voor de baten van onderwijs (die apart worden ingeschat): men rekent goed (gebaseerd op empirisch gemeten parameters afkomstig uit de internationale vakliteratuur, vooral uit de VS): verhogen van de kwaliteit van leraren, vroegschoolse educatie gericht op risicoleerlingen, verminderen schooluitval. Men rekent veel minder goed: klassenverkleining en uitbreiding ICT in het onderwijs (wat als ik me goed herinner juist de gekte en de mode in het afgelopen decennium was). Je moet niet onderschatten hoe sturend een dergelijke mededeling van het CPB is; je kunt nu al voorspellen dat weinig politieke partijen zullen inzetten op meer ICT in de klas.
    Een aardig detail is dat over de andere kant van de kenniseconomie, wetenschap en innovatie – het speerpunt van het zittende kabinet, met een Innovatieplatform waar premier Balkenende voorzitter van is en de ministers Brinkhorst en Van der Hoeven lid zijn, het speerpunt dat voor D66 reden was in dit kabinet te blijven – dat voor die innovatie het CPB nog niet weet wat men denken moet. Men belooft een notitie voor de zomer, maar gevreesd wordt dat zeer veel maatregelen beoordeeld zullen worden als ‘effect onbekend’.
    Ik kom er de laatste tijd steeds meer achter dat in het kader van de kenniseconomie er met grote bakken geld wordt gegooid zonder dat er een fatsoenlijke analyse is van het probleem, van de gewenste oplossing, en van de effecten van het gevoerde beleid. Hiermee vergeleken was de besluitvorming over de Betuwelijn het toppunt van rationaliteit.


Red.:   Waarmee nog eens een keer gezegd wordt dat de politiek luistert naar een orgaan dat zelf niet weet wat het doet: 'effect onbekend'.


Uit: De Volkskrant, 29-11-2006, van verslaggever Frank van Alphen

‘Soepeler ontslag goed voor outsiders’

Een soepeler ontslagrecht is goed voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt, zoals jongeren, immigranten en herintredende vrouwen. Voor mannen tussen de 25 en 50 jaar is minder bescherming tegen ontslag ongunstig. Verder zal de doorstroming op de arbeidsmarkt toenemen.

...   Een lager niveau van de ontslagbescherming leidt tot meer leven op de arbeidsmarkt, schrijven de CPB-onderzoekers in hun literatuurstudie. Mensen worden eerder werkloos, maar vinden vervolgens eerder weer werk. Hierdoor daalt de gemiddelde duur dat iemand zonder werk zit. In Nederland is de werkloosheidsduur relatief hoog. Het voordeel van een verkorting van de gemiddelde tijd dat iemand werkloos is, is vermindering van verlies van kennis en vaardigheden.
    Het CPB noemt het beperken van de bescherming van werknemers met een vast contract een interessante beleidsoptie. ‘Dit leidt tot een meer gelijkmatige verdeling van de kans op werk en werkloosheid over groepen’, aldus de onderzoekers. De kans dat werknemers met een vaste baan worden ontslagen, neemt toe, terwijl de kans toeneemt dat outsiders, zoals werkzoekenden en werknemers met een tijdelijk contract, een vast contract krijgen. ...


Red.:   Wel meegenomen in de CPB-studie zijn de mogelijk positieve effecten van het eerste, niet meegenomen in de CPB-studie zijn de hoogstwaarschijnlijk negatieve effecten van het laatste. Die zijn: de afnemende baanzekerheid en darmee de binding tussen werknemer en bedrijf, de verleiding om goede oudere maar dure werknemers te vervangen door jongere en goedkopere maar slechtere (in Angelsaksische landen is de kwaliteit van de werknemers vergelijkenderwijs bedroevend). En ook niet meegenomen: dat je die ontslagen mensen toch ook een uitkering moet geven, dus dat het maatschappelijk-financieel lood om oud ijzer is.
    Dit is gewoon weer ondernemersideologie, promotie van het Angelsaksische model met haar wegwerpwerknemers, te vervangen door Aziaten op de snelst mogelijk termijn.
    Dit was nog niet opgeschreven, of de volgende bron werd gevonden:


Uit: De Volkskrant, 18-11-2006, van verslaggever Nanda Troost

De Denen moeten een beetje lachen om de aandacht

...     Denemarken geldt als een schoolvoorbeeld voor succesvol arbeidsmarktbeleid. De werkloosheid is laag (5,5 procent), zeker in vergelijking met het Europees gemiddelde, en de arbeidsparticipatie is hoog: 76 procent, tegen 73 procent van de Nederlanders, en die zijn kampioen parttime werken.
    Het Deense succes wordt toegeschreven aan het flexicurity-model: een combinatie van flexibele arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Hoe flexibel de Deense arbeidsmarkt is? Jaarlijks wisselt 30 procent van de Denen van baan, al dan niet daartoe gedwongen door ontslag. In Nederland is dat 16 procent.
    In vergelijking met Nederland presteert Denemarken echter niet opvallend veel beter, vindt het Centraal Planbureau. In beide landen ligt de werkloosheid onder het Europees gemiddelde, in Nederland is het nog lager dan in Denemarken.


Red.:   In Denemarken is het door het CBP voorgestelde beleid dus al lang toegepast, met als resultaat een werkloosheid die enigszins hoger is dan in Nederland - volgens een eigen rapport. Dat rapport kwam dus waarschijnlijk gewoon niet goed uit.
 

Addendum oktober 2006:  Waarschijnlijk mede naar aanleiding van de kritiek van de openbare figuren uitleg of detail, komen nu ook de vakmatige twijfels over het CPB naar buiten:


Uit: De Volkskrant, 30-09-2006, door Michael Persson en Ben van Raaij
 
Econometrie | Critici vinden methodes Centraal Planbureau te beperkt

De makke van het model

Iedereen heeft kritiek op het Centraal Planbureau, maar niemand kan erbuiten. Het kabinet laat er elk jaar zijn Miljoenennota doorrekenen en elke politieke partij de plannen in haar verkiezingsprogramma. ‘Een model is niet de werkelijkheid.’


...     De stilte is eigenlijk geconcentreerde drukte. Prinsjesdag is nog maar net achter de rug, of tout CPB is alweer bezig met het doorrekenen van de verkiezingsprogramma’s. Het oordeel van het Planbureau is het jury-rapport waarmee de politieke partijen elkaar om de oren kunnen slaan. ...
    Op het rekenwerk van het CBP is vanouds veel kritiek. Waar komen die cijfers vandaan? Zijn ze wel zo hard? ‘Alleen in Nederland wordt nog zoveel waarde aan dit soort doorrekeningen gehecht’, zegt Sylvester Eijffinger, hoogleraar monetaire economie in Tilburg en lid van de Raad van Economisch Adviseurs, het eigen ‘mini-CPB’ van de Tweede Kamer.
    ‘Het computermodel van het CPB is een bakbeest’, zegt Sweder van Wijnbergen, hoogleraar macro-economie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Voor kleine veranderingen heb je zo’n monstermodel niet nodig, bij grote veranderingen kun je het niet vertrouwen.’
    Dat monstermodel is het computerprogramma Saffier, het rekenkundige fundament van het CPB, waarmee onder meer partijprogramma’s op consistentie worden bekeken. Het omvat 2600 wiskundige vergelijkingen, die de relaties tussen de macro-economische factoren in Nederland proberen weer te geven. Het programma beslaat vijfduizend regels code, ofwel, in boekvorm, honderd pagina’s.
    Veel? ‘Het past makkelijk op een usb-stick’, zegt CPB’er dr. Free Huizinga, hoofd van de sector Groei, Kennis en Structuur. Volgens hem is het best te overzien. ‘De kern van het model bestaat uit tien cruciale gedragsvergelijkingen. Die beschrijven onder meer de lonen, de consumptie, de investeringen, de export. Daarnaast bevat het model een aantal vuistregels voor bijvoorbeeld belastingen en premies. De andere 2400 vergelijkingen zijn boekhouding, definities. Maar dat grote aantal maakt het model niet ingewikkelder.’
    In de gedragsvergelijkingen zijn nog vagelijk de formules te herkennen uit het economieboek van de middelbare school, zoals C=cY. Ofwel: consumentenbestedingen zijn afhankelijk van het inkomen. Alleen hangt de variabele Y op zijn beurt weer via honderden verbanden en soms met enige vertraging, van andere variabelen af, zoals lonen en werkgelegenheid. ...
    Het model Saffier, in gebruik sinds eind 2004, vormt ook de basis van de Macro Economische Verkenning (MEV), de grondslag van Prinsjesdag. Het model is het voorlopige klapstuk van een traditie die teruggaat tot de jaren dertig, toen natuurkundige Jan Tinbergen bedacht dat het gedrag van een economie net zo goed in formules te vangen moest zijn als dat van botsende biljartballen. De 24 vergelijkingen die hij daarvoor nodig had, vormden het eerste econometrische model ter wereld. Meteen na de oorlog werd onder zijn leiding het Planbureau opgericht.
    Maar kun je economie wel vergelijken met natuurkunde? De kritiek is bijna zo oud als het CPB zelf. Zo bleken in het verleden de CPB-modellen de chronische werkloosheid in de jaren tachtig niet te kunnen verklaren. En ze negeerden de monetaire facetten en de aanbodzijde van de economie.

Lucas-kritiek
De latere Nobelprijswinnaar Robert Lucas brak in 1976 de staf over macro-economische modellen in het algemeen. Bij het doorrekenen van lange-termijnscenario’s blijft het model constant, terwijl de onderliggende structuur van de economie intussen wel verandert. Zeker wanneer het model de effecten van een structurele ingreep tracht te voorspellen, bijvoorbeeld een flexibeler arbeidsmarkt. Dat kun je volgens de ‘Lucas-kritiek’ daarom alleen maar kwalitatief bekijken.
    Eijffinger noemt de modellen van het CPB dan ook ‘schijnwetenschap’. ‘Een rekenmodel kan een economie nooit waarheidsgetrouw weergeven. Het gaat om de strategische interactie tussen economische actoren, en die kun je alleen nabootsen met moderne politiek-economische modellen, toegepaste speltheorie. Vergelijk het met schilderkunst: het CPB wil de werkelijkheid realistisch afbeelden, toegepaste speltheorie werkt meer impressionistisch. Je kunt alleen de essentie van de werkelijkheid proberen te vangen.’
    Rick van der Ploeg, hoogleraar economie aan het Europees Universitair Instituut in Florence en in 2003 lid van een internationale visitatiecommissie die het CPB doorlichtte, vindt de kritiek op de CPB-modellen echter te makkelijk. ‘Modellen zijn altijd een abstractie van de werkelijkheid, anders is het analyserend, voorspellend vermogen nul. Je wilt met 2, 3 procent van de factoren 90 procent van de werkelijkheid verklaren. Ik zie niemand die het beter doet.’
    De econometristen bij het CPB zijn zelf de eersten om toe te geven dat ze het mis kunnen hebben. In een nog te verschijnen rapport heeft Verbruggen de middellange-termijnramingen van de economische groei in de periode 1976-2002 tegen het licht gehouden. De absolute voorspelfout blijkt 1,1 procentpunt. Ofwel: als de groei op 2 procent per jaar wordt geschat, kan het ook 0,9 of 3,1 worden. ...

Godheid op tafel
Bij het CPB wordt dit soort kritiek beleefd aangehoord. Directeur Coen Teulings: ‘Het beeld dat het macromodel hier als een godheid op de tafel staat, spoort op geen enkele manier met de realiteit. ...
    Het CPB ziet zich als een neutrale rekenmeester die immuun is voor politieke druk. Teulings: ‘We corrigeren fouten als men ons daarop wijst, maar van ramingen aanpassen is geen sprake. En wij zeggen altijd wat we vinden. Neem de passage in de laatste Miljoenennota over ‘Werken aan Winst’: het kabinet benadrukt de lastenverlichting op termijn. Maar er is ook lastenverzwaring op korte termijn en dat schrijven wij dus gewoon op.’

Tussenstuk:

Het Planbureau doet niet aan planning

...     Het CPB heeft internationaal een grote reputatie. Directeur Coen Teulings: ‘Het IMF stelde in een studie het CPB, als onafhankelijke denktank binnen de overheid, zelfs ten voorbeeld aan andere landen.’


Red.:   Hier staan zo'n beetje alle fouten en onnozelheden van het CPB bij elkaar. De omschrijving van een computerprogramma van vijfduizend regels als een 'bakbeest' is ridicuul: de huidge versies van Windows hebben er tientallen miljoenen, en de economische wereld is ingewikkelder dan Windows. Gedragsvergelijkingen als C=cY , een lineair verband, zijn pathetisch, omdat iedereen weet dat consumentengedrag in aanzienlijke mate irrationeel is => , en als het al beschreven kan worden, dan door evenwichtsvergelijkingen, en niet door lineaire verbanden.
    Maar het essentiële probleem van al dit soort modellen is dat het gebruikt maakt van slechts een maatstaf: geld. En zeer veel aangaande de maatschappij is niet in geld uit te drukken. Zolang die modellen die niet-monetaire factoren niet kunnen bevatten, zijn ze erger dan zinloos, omdat bij de evaluatie van uitkomsten waarin zowel monetaire als niet-monetaire factoren een rol spelen, de niet-monetaire factoren altijd ondergewaardeerd, want genegeerd, worden.
    De laatste conclusie wordt, ongewild, bevestigd door de CPB-directeur zelf, want het IMF staat algemeen bekend als een zeer eenzijdig op het geld gerichte, Angelsaksische, organisatie, die in haar meeste projecten, zoals de privatisering van de Sovjet-economie, meer kwaad dan goed heeft gedaan.


Uit: De Volkskrant, 20-12-2007, column door Marcel van Dam

Erfenis

Het ABP en andere grote pensioenfondsen kunnen per 1 januari de pensioenen weer zodanig verhogen, dat de indexatiekortingen die de afgelopen jaren noodzakelijk waren (vanwege de beurskrach in het begin van de eeuw) ongedaan worden gemaakt. Dat is goed nieuws voor de gepensioneerden, maar ook voor de staatskas. Want over die hogere pensioenen moet meer belasting worden betaald.
    Toen het Centraal Planbureau in 2006 het rapport publiceerde over de gevolgen van de vergrijzing voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in de komende honderd jaar, was de veronderstelling van het CPB dat de pensioenfondsen pas in 2024 in staat zouden zijn weer tot volledige indexatie over te gaan. Van het inhalen van gemiste indexaties zou al helemaal geen sprake kunnen zijn.
    Het ABP had in een ‘Position Paper’ in augustus vorig jaar met de veronderstellingen van het CPB al de vloer aangeveegd. Nu heeft het zijn gelijk gehaald.
    Het effect van de verkeerde inschatting van het CPB is enorm. In het rapport schreef het bureau vorig jaar: ‘De verwachte terugval in rendement op pensioenbesparingen is verreweg de belangrijkste factor bij de verslechtering van de houdbaarheid van het overheidsbudget.’ Wat heet: het totale tekort dat het CPB becijferde als ‘het vergrijzingstekort’ was even groot als ‘het pensioentekort’, te weten 3 procent van het bruto nationaal product. Nu het pensioentekort weg is, is ook het vergrijzingstekort weg. Tot het CPB natuurlijk nieuwe tekorten veronderstelt.
    Een suggesties van het CPB om het vergrijzingtekort weg te werken, was het aflossen van de staatsschuld. De voorstanders van dat beleid argumenteren dat toekomstige generaties daarmee worden behoed voor rentebetalingen op de staatsschuld. Behoed?
    Stel dat het verboden zou worden voor het kopen van een huis geld te lenen. Je zou dus eerst moeten sparen om het huis van je dromen cash te kunnen afrekenen. Hoeveel koophuizen zouden er nog worden gekocht?
    Of, bedrijven zouden nieuwe investeringen moeten betalen uit lopende inkomsten of reserveringen, niet met geld van de bank. Hoeveel investeringen zouden er nog worden gedaan? Onze economie zou volledig instorten.
    Toch is dit het beleid dat de BV Nederland voert. Daar zou misschien iets voor zijn te zeggen als Nederland af was. Maar dat is in de verste verte niet het geval.   ...


Red.:   Het CPB zegt onzinnige dingen, ten einde een politieke doelstelling te steunen: de veranglicering van Nederland. Het APB heeft geen politieke doelstelling, en hoeft die onzinnige dingen dus niet te zeggen.
    Weer een tijdje later valt het definitieve demasqué van het CPB als ideologisch neutrale instelling te noteren:


Van: www.cpb.nl, 13-03-2008, door Lans Bovenberg en Coen Teulings (volledig artikel hier  in pdf uitleg of detail )

CPB Discussion Paper 101

Rhineland exit


Wij pleiten voor het hanteren van aandeelhouderswaarde als de doelstelling van een onderneming, vanwege drie redenen. Ten eerste leidt het hanteren van een meervoudige doelstelling met vele belanghebbenden tot slecht gedefinieerde eigendomsrechten. Ten tweede worden de kapitaalkosten van de onderneming verhoogd door werknemers een deel van het ondernemingssurplus toe te kennen. Dit gaat ten koste van de creatie van nieuwe banen, en daarmee van de positie van outsiders die naar een baan zoeken. Ten derde, wordt de best mogelijke sociale verzekering gerealiseerd door het volledige ondernemingssurplus toe te kennen aan kapitaalverschaffers, omdat zij dat risico op de kapitaalmarkt kunnen diversificeren. Waar globalisering van productmarkten heeft geleid tot een verhoging van bedrijfsspecifieke risico's door een intensivering van competitie, daar heeft de globalisering van kapitaalmarkten geleid tot een verbetering van de risicodiversificatie van kapitaalverschaffers. Dit is een efficiënte vorm van sociale zekerheid.
    Coördinatie in loononderhandelingen en collectieve normen spelen een belangrijke rol in het beperken van de claim van werknemers op het ondernemingssurplus. Zo dragen werknemers in Denemarken een veel kleiner deel van het bedrijfsspecifieke risico dan werknemers in de Verenigde Staten. Collectieve actie bij loononderhandelingen is dus van belang. Politici worden echter geconfronteerd met de verleiding om kiezers te plezieren door werknemers achteraf toch een claim op het ondernemingssurplus toe te kennen, ten koste van hun inkomenszekerheid op lange termijn en ten koste van de baancreatie voor toekomstige generaties.


Red.:   Ja, u leest het goed: '... de best mogelijke sociale verzekering gerealiseerd door het volledige ondernemingssurplus toe te kennen aan kapitaalverschaffers, omdat zij dat risico op de kapitaalmarkt kunnen diversifiëren'. Oftewel: hoe harder de ondernemingen hun arbeiders uituiten, des te beter kunnen ze voor de sociale noden van die arbeiders zorgen. Een moderne versie van het adagium van Margaret Thatcher: "Maak de rijken rijker, en iedereen is beter af". Inmiddels weten we wat dat betekent: de rijken zijn superrijk geworden, de middengroepen zijn ongeveer gelijk gebleven, en de lagere groepen zijn er op achteruit gegaan.
    Ach, maar daar zitten onze CPB'ers niet zo mee. Zorgen voor mensen die minder goed af zijn, is een idee uit de oude Rijnlandse maatschappij - en die is 'exit'. Lang leve het Amerikaanse roofridderkapitalisme - lang leve het Anglicisme.
    Wie na dit stuk het CPB nog ziet als een instituut dat neutraal economisch advies kan geven, is volstrekt waanzinnig. Het CPB is gebleken een Anglicistische pressiegroep te zijn. De bron van een flink deel van de Verelendiserung van onze maatschappij.
    Dit volgende stuk is geschreven na de kredietcrisis van 2008. Een hoogst belangrijk maatschappelijke gebeuren, dat zich volledig op het economische terrein heeft afgespeeld en afspeelt. Dus behorende tot de kerntaken van het CPB. Het CPB had er geen flauw benul van tot het gebeurde. Nu het gebeurd is, heeft het CPB nog steeds geen flauw benul, of als ze het wel hebben, houden ze het in ieder geval zorgvuldig verborgen. De reden daarvan hebben we al gezien: die kredietcrisis is een bom onder de Angelsaksische economie, en de mensen van het CPB zijn Angelsaksische fundamentalisten.
    Met deze kennis in de tas is het extra leuk om het volgende stuk te reproduceren, dat uit het knipselarchief komt:


Uit: De Volkskrant, 04-10-2007, door  Coen Teulings en Dinand Webbink, directeur respectievelijk programmaleider Onderwijs verbonden aan het Centraal Planbureau.

Je mag eisen dat investeringen in onderwijs zich terugverdienen

Coen Teulings en Dinand Webbink vinden dat uitgaven voor beter onderwijs niet per se rendabel hoeven te zijn. Alleen: ze moeten wel betaald worden.

Tussentitel: CPB is al bezig aan model dat effect onderwijs op groei doorberekent

Minister Bos schreef dinsdag dat politici de beperkingen van modelberekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) regelmatig uit het oog verliezen (Forum, 2 oktober). Het CPB is zelf de eerste om de beperkingen van onze analyses onder de aandacht te brengen. De toekomst is nu eenmaal vol onzekerheid. Modelberekeningen, hoe goed onderbouwd en nuttig ook, kunnen die onzekerheid niet wegnemen.
    Het CPB besteedt in zijn analyses echter niet alleen aandacht aan kortetermijneffecten op het nationaal inkomen. Het heeft ook oog voor effecten op langere termijn, bijvoorbeeld de baten van goed onderwijs.
    Het rendement op onderwijs is de afgelopen dertig jaar een favoriet onderzoeksterrein van de economische wetenschap geweest, in binnen- en buitenland. Die grote belangstelling was niet toevallig. De enorme groei die OESO-landen (de club van westerse, geïndustrialiseerde landen, red.) sinds de Tweede Wereldoorlog hebben gekend, is voor een belangrijk deel gedreven door de stijging van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Een vergelijking tussen Zuid-Korea en Sri Lanka is illustratief. Rond 1945 hadden beide landen een vergelijkbaar welvaartsniveau. Zuid-Korea is er echter veel beter dan Sri Lanka in geslaagd zijn onderwijs te verbeteren. Dat verklaart het enorme economische succes van Zuid-Korea.
    In een kenniseconomie zoals de Nederlandse is onderwijs van cruciaal belang. Mensen met meer opleiding verdienen meer, hebben minder kans om werkloos te worden, hebben een betere gezondheid en komen minder vaak in de criminaliteit terecht. Een stijging van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking leidt tot een hogere productie in een land en daarmee tot grotere welvaart. Een hoog kennisniveau van de echte toppers leidt bovendien tot meer innovatie en verhoogt zo ook de productiviteit van anderen. Kortom, onderwijs heeft vele baten.
    De laatste decennia is veel onderzoek gedaan naar de baten én kosten van verschillende soorten investeringen in onderwijs, zoals klassenverkleining, voor- en vroegschoolse educatie, programma’s gericht op het verminderen van voortijdig schoolverlaten en training en beloning van leraren. Een belangrijke conclusie uit dit onderzoek is dat niet elke investering in onderwijs succesvol is: meer middelen zijn geen garantie voor beter onderwijs.
    Zo wegen de verwachte baten van het verkleinen van klassen niet op tegen de kosten hiervan. Investeringen in voor- en vroegschoolse educatie lijken daarentegen hoge rendementen te hebben, ook al slaan de baten van deze investeringen pas over enkele decennia neer.   ...


Red.:   Ze zijn volkomen blind voor de kernprocessen uit de economie (zelf nemen ze hier ook al slagen om de arm, maar nu weten wij dus nog veel beter hoe weinig ze weten), maar denken wel iets te kunnen zeggen over de economische effecten van onderwijs. En komen tot een stellige conclusie: klassenverkleining heeft geen nut.
    Hoe kan dat nu?
    Dat wordt duidelijk als je terugredeneert.
    Onderwijs is duur - heel duur. De reden dat het onderwijs duur is, is omdat het een puur menselijk proces is: onderwijzer en leraar geven les aan leerlingen. Er zijn ontzettend veel leerlingen, dus er zijn ook heel veel onderwijzers en leraren nodig. En goedopgeleide mensen zijn duur. Dus onderwijs is heel duur, en maakt een flink deel uit van de overheidskosten.
    Dan denkt de econoom: Wat maakt veruit het meest uit op de kosten van het onderwijs: het aantal onderwijsgevenden. Dus hoe meer leerlingen in de klas, hoe goedkoper het onderwijs,en hoe lager de overheidsuitgaven. En hoe minder leerlingen in de klas, hoe duurder het onderwijs, dus hoe hoger de overheidsuitgaven. Dus hoe hoger de belastingen.
   En hoe denkt de Angelsaksische fundamentalist: alle belasting is teveel, en lager is dis altijd beter.
   Nou, soms is zelfs voor economen één plus één gelijk aan twee, dus als je minder belasting wil, moet je vooral de klassen niet verkleinen.
   Snapt u nu waarom klassenverkleining het onderwijs niet effectiever maakt, hoewel alle praktisch ervaring op het tegendeel wijst?
   De auteurs van dit geschrijf: de directeur van het CP, en zijn onderwijsspecialist. Van die laatste, een citaatje van hierboven:

  Zo betogen Bas Jacobs (Universiteit van Amsterdam) en Dinand Webbink (CPB) dat er in Nederland, in tegenstelling tot wat doorgaans wordt gedacht, helemaal geen tekort aan bètawetenschappers en ingenieurs is. Het zijn er weliswaar weinig, zeker vergeleken met andere landen, maar het is zeker geen tekort.

Maar ja, dat was in 2004. En dat er in 2006 en later steeds grotere tekorten zouden zijn, was natuurlijk niet te voorzien voor Neêrlands topeconomen.
   En oh ja: wat is de overeenkomst tussen onderwijs en bèta's? Allebei groepen die echt werk verzetten. Die mogen dus niet te veel verdienen. Anders blijft er niets over voor de orgeldraaiers en flierefluiters die zich econoom noemen.
    Nog eentje uit het knipselarchief:


Uit: De Volkskrant, 13-06-2006, van verslaggever Ferry Haan

CPB: kabinet moet meer in zorg snijden

De zorguitgaven zullen de komende jaren met jaarlijks 2,75 procent groeien. Volgens het Centraal Planbureau is elke toename van de zorguitgaven sterker dan die van het bruto binnenlands product, niet vol te houden. ...
    In de studie ‘Een scenario voor de zorguitgaven 2008-2011’ berekent het CPB dat de zorguitgaven de komende kabinetsperiode zullen doorstijgen. De jaarlijkse groeipercentages van soms meer dan 10 procent die de zorgsector de afgelopen jaren doormaakte, worden niet meer gehaald. Toch is ook die lagere stijging een probleem.
   Tegelijk met de zorgstudie berekende het CPB namelijk dat de economie tot 2011 structureel jaarlijks met 2 procent zal groeien. De belangrijkste beperking voor de economie is het arbeidsaanbod dat de komende periode minder hard zal groeien dan in het verleden.
  Voor het CPB is het duidelijk dat toekomstige kabinetten verder zullen moeten ingrijpen in de zorg. Wanneer de zorg elk jaar sneller groeit dan de rest van de economie, bestaat de hele economie straks immers uit zorg.
   De rekenmeesters wijzen in dit verband op de ‘ziekte van Baumol’. De Nobelprijswinnaar William Baumol was de eerste die constateerde dat de productiviteit in de arbeidsintensieve zorgsector per definitie achterblijft bij de marktsector. Hierdoor zal de zorgsector relatief steeds duurder worden. Om deze ziekte te bestrijden moeten er maatregelen worden genomen als de recente herziening van de zorgsector.


Red.:   Grappig hoe het CPB wel constateerde dat de zorg ieder jaar groeide, maar dat ze dat wat betreft de financiële sector en de topsalarissen over het hoofd zag. Daarover kon je namelijk precies dezelfde redenatie ophangen: als die voortdurend harder zouden blijven groeien dan de echte economie, dan zouden ze ook groter worden dan die echte economie.
    En wat is er nu gebeurd? De topsalarissen zijn zowat groter geworden dan de echte economie (een beetje overdreven) en de financiële sector, die nog veel minder oplevert dan de zorg, is inderdaad veel groter geworden dan de echte economie - en wel zo veel dat het tot een totale ineenstorting heeft geleid.
    Oh ja, over de inhoud: dat de zorg harder groeit komt onder andere door de toegenomen technische mogelijkheden, die nieuwe investeringen vergen, maar ook meer levenswaarde en levensgeluk opleveren - dit soort investeringen zijn de bedoeling van de vooruitgaande maatschappij. En die Wet van Baumol is daar een exponent van: in een totale robotmaatschappij waarin mensen niet meer in productie hoeven te werken is het percentage besteed aan zaken als zorg oneindig - een totale robotmaatschappij is weliswaar fictief, maar het is wel de bestaande trend, en geeft de natuurlijke richting aan.
    De inhoudelijke argumenten van het CPB zijn dus de bekende neoliberale kletspraat, uitsluitend bedoeld om bezuinigingen ten gunste van de rijken af te dwingen.
    De volgende twee artikelen verschenen bijna gelijktijdig, en het was een vraag in welke volgorde ze hier gezet moesten worden voor maximaal effect. Dit is het geworden:


Uit: Dagblad De Pers, 20-01-2009, door Jan-Hein Strop

Kredietcrisis

Macro-economen weten het nu ook niet meer

Macro-economen maken er een potje van. Ze zijn het massaal oneens en hun voorspellingen worden voortdurend bijgesteld.

Tussentitel: ‘Wetenschap schiet tekort’

Eerst zou de economie stagneren, toen licht krimpen en nu kijkt Nederland aan tegen een zware recessie. De Europese Commissie voorspelde voor dit gewest gisteren een krimp van min twee procent, het zwartste scenario tot nu toe. Een contrast met twee maanden geleden toen Brussel bescheiden groei voorspelde, en wat een verschil met de visie van topeconomen alhier.
    Het voor de regering leidende Centraal Plan Bureau (CPB) becijferde in december nog een krimp van ‘slechts’ -3/4 procent, begeleid door een waarschuwing van directeur Coen Teulings, die benadrukte dat de ramingen dit keer met ‘veel onzekerheid’ zijn omgeven. De Nederlandsche Bank liet vlak na de bekendmaking van het CPB weten dat de raming ‘te voorzichtig’ was.   ...


Red.:   Populair samengevat: wat het CPB doet is prutswerk. Tijd om je mond te houden, zou je zeggen. Maar niet heus:


Uit: De Volkskrant, 22-01-2009, van verslaggever Evert Nieuwenhuis

Grootschalige overheidsinvesteringen in klimaat bieden nauwelijks tegenwicht tegen de recessie

Duurzaamheid redt economie niet

Green New Deal is geen antwoord op kredietcrisis | Planbureau:  effect van investeren in groen economiepas na jaren merkbaar

Grootschalige overheidsinvesteringen die zowel het milieu als de economie ten goede moeten komen, zullen een recessie niet kunnen voorkomen. Dit concluderen het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een woensdag verschenen rapport.
    De conclusie is een tegenslag voor het groeiend leger pleitbezorgers van een zogeheten Green New Deal. Door te investeren in grootschalige, infrastructurele en groene projecten zoals windmolenparken in zee, worden volgens voorstanders twee crises tegelijkertijd bestreden: de kredietcrisis en de klimaatcrisis. Wereldwijd staan steeds meer voorstanders van de Green New Deal op, waaronder de Amerikaanse president Barack Obama, de Britse premier Gordon Brown en Ban Ki-moon, secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Ook in Nederland gaan steeds meer stemmen op voor overheidsinvesteringen in duurzaamheid om het economisch tij te keren.
   Maar volgens het CPB en PBL zullen dergelijke milieumaatregelen wellicht het milieu redden, maar niet de economie. CPB-onderzoeker Paul Koutstaal: ‘Om werkgelegenheid en economische groei te creëren, moeten de maatregelen aan drie voorwaarden voldoen: ze moeten snel effect hebben, tijdelijk zijn en doelgericht zijn. Maar veel stimuleringsmaatregelen voor investeringen in energie en klimaat hebben pas over enkele jaren effect en helpen dus niet om de huidige recessie te verminderen. Met andere woorden: een Green New Deal is niet het antwoord op de kredietcrisis.’    ...


Red.:   Maar een Green New Deal is dan ook iets dat regelrecht ingaat tegen het neoliberalisme, dus in feite hoeft het CPB geen onderzoek te doen (misschien hebben ze het ook wel niet gedaan ...), ze wisten het al: dit kan niet deugen.
    Even tussendoor een ondersteuning van de stelling dat deze afwijzing van een New Green Deal te maken heeft met neoliberalisme, het oordeel van Frank Kalshoven


Uit: De Volkskrant, 24-01-2009, column door Frank Kalshoven

De New Green Deal: sympathiek maar onpraktisch

Tussentitel: De economie vraagt om een korte klap, milieubeleid vereist een lange
                  adem

We hadden al een klimaatprobleem. We kregen er een kredietcrisis met economische krimp bij cadeau. Al Gore, de man die geen president van de VS werd maar wel het klimaatprobleem stevig agendeerde met zijn film An Inconvenient Truth, heeft gezegd dat ‘elke crisis een kans is’. De Grote Depressie in de jaren dertig werd in de VS te lijf gegaan met de New Deal. En dus is het niet zo gek dat een en een bij elkaar werden opgeteld en iemand op het idee kwam dat de wereld behoefte heeft aan een New Green Deal – de gelijktijdige oplossing voor klimaatvraagstukken en economische problemen.
    De deze week geïnstalleerde Amerikaanse president Barack Obama is voorstander van een New Green Deal. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, heeft er warme woorden over gezegd. Voorzitter Barrosso van de Europese Commissie heeft er oren naar. En dichter bij huis publiceerde GroenLinks er eind vorig jaar een klein boekje over. De vraag is: wat stelt het voor? Is het haalbaar?
    De New Green Deal is in de kern een idee over een mes dat aan twee kanten snijdt. Green Dealers zeggen: als een land maatregelen neemt om de economische crisis te bezweren, kies dan maatregelen die tegelijkertijd goed zijn voor het milieu.
    GroenLinks gebruikt het voorbeeld van het verhogen van overheidsinvesteringen in infrastructuur. Bij zo’n stimuleringsmaatregel die de bouwsector ten goede komt, kan gekozen worden voor de aanleg van snelwegen of voor spoorcapaciteit. Kies dan voor het openbaar vervoer, zeggen Green Dealers.
    Deze sympathieke gedachte, echter, is in de praktijk van de economische politiek lastig uitvoerbaar. Het is een extra stap in een toch al lastig stappenplan.
    Stap 1 is de fundamentele vraag of het überhaupt verstandig is de economie via de overheid (extra) te stimuleren. ...


Red.:   Elders is uitvoerig aangetoond dat Frank Kalshoven een perfecte neoliberale marktideoloog is - hij wijkt hiervan nooit af. Dus waar Kalshoven voor iets kiest, weten we zeker dat het de neoliberale keuze is. Let in bovenstaande citaat maar op de laatste zin. En vergeet de term 'sympathiek' in de kop - dat is één van Frank's retorische trucs, net zoals hij schrijft over belasting-betalen dat hij graag doet uitleg of detail .
    Dan de aangemeten van het CPB en Kalshoven: "Een New Green Deal werkt alleen op de lange termijn." Wat dit een juiste opmerking,dan werd er dus nooit aan iets voor op de lange termijn begonnen - want op ieder moment, ook morgen of over een jaar, geldt dat het werk op de lange termijn. Kortom: "Een New Green Deal werkt alleen op de lange termijn." is een truc van de "Morgen is alles gratis" soort.
   Zowel Frank Kalshoven als het CPB zijn dus niets meer dan retorische ladelichters, die hun verschuilen achter termen als "economie" en "wetenschap", en die intellectuele oplichterspraktijken verhullen.
    Het CPB is erg stil geweest rond en over de kredietcrisis. Hier is het waarom:


Uit: De Volkskrant, 02-09-2009, van verslaggevers Douwe Douwes en Gijs Herderscheê

Recessie | Ook het zag de 'zwarte zwaan' van de kredietcrisis niet aankomen

‘Tien magere jaren voor de overheid’

Volgend jaar zijn we terug op het welvaartsniveau van 2006, verwacht de CPB-directeur.

De economen van het Centraal Planbureau (CPB) hebben een lastige periode achter de rug. Precies een jaar geleden dachten ze nog dat Nederland de kredietcrisis vrij ongemerkt kon doorstaan. De werkloosheid was laag, de huizenprijzen stabiel, en de overheidsfinanciën stonden er gunstig voor.
    Maar binnen een half jaar moest het bureau zijn raming voor de economische groei met 6 procentpunt verlagen: een absoluut unicum voor het instituut.
   ‘Economische ramingen zijn geen makkelijke bedrijfstak’, zegt directeur Coen Teulings. ‘En het omvallen van Lehman Brothers zat niet in de ramingen.’ Samen met onderdirecteur Casper van Ewijk en andere CPB-medewerkers stelde Teulings een boek samen over de crisis en de recessie die daarop volgde.
    Ook het CPB zag de ‘zwarte zwaan’ van de kredietcrisis niet aankomen, zegt Teulings. ‘Er was de laatste decennia minder aandacht voor de financiële sector bij ons. Dat blijkt op zo’n moment dan een verkeerde afweging geweest te zijn. Maar ook wij hebben te maken met schaarse middelen. Zoiets is in tachtig jaar niet gebeurd.’

Is het belang van de financiële sector niet onderschat?
Van Ewijk: ‘Daar zijn we misschien een beetje blind voor geweest. Maar dat is niet specifiek voor Nederland. Een klap van deze omvang had geen econoom verwacht. Maar ik heb niet de illusie dat drie man bij het CPB deze crisis wel goed hadden kunnen voorspellen.’   ...


Red.:   Geen enkel echt benul van economie, is de korte samenvatting.
    En ondertussen nog steeds allerlei parmantige meninkjes, vooral bestaande uit afkeuringen van alles dat naar een sociale maatschappij riekt, zoals deeltijd-WW:


Uit: De Volkskrant, 02-09-2009, door Frank van Alphen

Deeltijd-WW is een gewild noodverband in crisistijd

Vakbonden en werkgevers hebben de deeltijd-WW omarmd. De regeling is bedoeld om de scherpe kanten van de crisis af te vijlen.


De kritiek op de begin dit jaar ingevoerde deeltijd-WW zwelt aan. Coen Teulings, directeur van het Centraal Planbureau, vindt het een verkapte vorm van loonkostensubsidie. ...


Red.:   Coen Teulings ziet de berg over het hoofd vanwege een gebrek aan zijn ogen, maar over de molshoop meent hij alles tot in het kleinste detail te kunnen waarnemen - met precies diezelfde ogen.
    Over zo'n detail:


Uit: Volkskrant.nl, 05-09-2009, van verslaggever Xander van Uffelen

DAF boos op ‘onzorgvuldig’ CPB

Vrachtwagenfabrikant DAF is verbolgen over de ongefundeerde kritiek die directeur Coen Teulings en onderdirecteur Casper van Ewijk van het Centraal Planbureau (CPB) hebben geuit over de toepassing van de deeltijd-WW. Het concern is boos dat op basis van onjuiste aannames de onderneming in diskrediet wordt gebracht.
    In het boek De grote recessie schrijven de auteurs dat DAF door de regeling slechts 450 ontslagen heeft weet te voorkomen. DAF stelt dat er juist 1.300 tot 1.500 vaste krachten behouden konden blijven.
    Dit schrijft president-directeur Aad Goudriaan van DAF Trucks in een ingezonden brief aan de Volkskrant. ‘Het is bijzonder teleurstellend dat een gerenommeerde instelling als het CBP nooit contact met ons heeft opgenomen om hun aannames te verifiëren. (...) Dan waren de naam van onze onderneming en het nut van de deeltijd-WW-regeling niet ten onrechte in twijfel getrokken.’
    Het CPB laat weten dat het getal van 450 banen op meerdere plekken op internet circuleert. Tegen deze informatie wordt nergens bezwaar gemaakt, zegt een woordvoerster. Het CPB is verbaasd dat DAF nu wel bezwaar maakt tegen deze gegevens en hoort graag de details. Mogelijk zal de rekensom dan onderzocht worden.
    DAF stelt dat het bedrijf nooit getallen heeft genoemd en dat op internet alleen schattingen van vakbonden circuleren. Het ‘bevreemdt’ DAF dat het CBP op deze wijze zijn informatie vergaart.
    Teulings en van Ewijk stelden deze week dat de deeltijd-WW te ruimhartig is. ...

 

Red.:   Geweldig, ook die excuses van de heren - leerlingensmoesjes van het niveau "Mijn band was lek", "De brug was open" ...
    Wat later een  recensie van het boek:


Uit: De Volkskrant, 18-09-2009, boekenrecensies door Pieter Klok

Onbetaalbare huizen, dierlijke instincten

Alan Greenspan van het Amerikaanse stelsel van Centrale Banken, het Nederlandse Centraal Planbureau en vele andere ingewijden en experts– allemaal hadden ze in een stevig geloof in de rationaliteit, efficiëntie en veiligheid van de vrije markt. Een arsenaal aan typische menselijke neigingen zagen ze voor het gemak over het hoofd.

...    In Nederland heeft het Centraal Planbureau (CPB) ook een poging gedaan de kredietcrisis te doorgronden. Het resultaat is een gedegen en toegankelijk werkstuk. Het boek lijkt ook bedoeld om te laten zien dat het planbureau nog wel degelijk grip heeft op de economie. Vorig najaar maakte het planbureau zich onsterfelijk belachelijk door tot diep in november vol te houden dat de Nederlandse economie door de crisis niet zou worden geraakt.
    Dat het planbureau er naast zat, is misschien niet zo vreemd. Wat wel vreemd is, is dat het CPB in de jaren daarvoor nooit, maar dan ook nooit heeft gewaarschuwd dat er onevenwichtigheden in de economie aan het ontstaan waren. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat het CPB net als Greenspan al die tijd een groot vertrouwen heeft gehad in de rationaliteit van de financiële markten. Terwijl voor iemand met een beetje historisch besef toch duidelijk is dat markten de natuurlijke neiging hebben om te ontsporen en daarbij grote schade kunnen aanrichten.
    Je zou verwachten dat het CPB deze crisis aangrijpt om aan zelfreflectie te doen. Waarom hebben we dit niet gezien? Moeten die modellen niet overboord en moet het gezond verstand niet in ere hersteld? Zit er een fundamentele zwakte in onze beleidsanalyses? Dat zijn zeer relevante vragen gezien de status die het CPB heeft bij het analyseren van verkiezingsprogramma's en beleidsmaatregelen, zoals ook nu weer het verhogen van de AOW-leeftijd.
    Het boek biedt echter niet eens een eerste aanzet tot het beantwoorden ervan. CPB-directeur Coen Teulings zou al zijn medewerkers om te beginnen opdracht moeten geven het werk van Shiller en Akerlof tot zich te nemen ... en zich dan de vraag te stellen wat de zin is van de schijnexacte voorspellingen waarmee het planbureau elke drie maanden komt.


Red.:   Dit is de het citaat uit hetzelfde artikel over het boek van Shiller en Akerlof:

      George Akerlof en Robert Shiller laten in Animal Spirits zien waar het wereldbeeld van Greenspan tekort schiet. ‘Het publiek, de overheid en de meeste economen waren gerustgesteld door een economische theorie die zei dat we veilig waren. Het was allemaal in orde. Maar die theorie deugde niet’, schrijven ze in de inleiding. ‘Ze negeerde rol van animal spirits.’
    Shiller was een van de weinige die zowel de internetcrisis voorspelde als de crisis op de Amerikaanse huizenmarkt. Akerlof, die in 2001 de Nobelprijs won, hekelt al jaren de gangbare theorieën over de ‘efficiënte vrije markt', die volgens veel economen het best in staat zou zijn om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen en de economie stabiel te houden.
    John Maynard Keynes was de eerste econoom die de animal spirits heeft beschreven. Mensen worden niet gedreven door rationele motieven, schreef hij in de jaren dertig. Hun daden komen niet voort uit kosten-en-baten-analyses. Ze zijn eerder het resultaat van een ‘spontane drang om actie te ondernemen’. En hoe ‘deze spontane drang’ ontstaat is niet te verklaren uit de klassieke economische theorie.

Kortom: als je al niet in staat bent om te leren van je fouten, is je instituut niets anders dan een club waarzeggers of astrologen.
     Elders staat een verzameling critici, maar deze hieronder is zodanig specifiek, dat hij hier een plaatst krijgt, min of meer ter afsluiting van het argument:


Uit: NRC.nl, 29-04-2009, door Henk-Jan van Alphen, adviseur bij Futureconsult, dat toekomstscenario's uitwerkt voor o.a. ministeries, gemeentes en hogescholen.

Centraal Planbureau zit er bijna altijd naast

Beleidsmakers klampen zich vast aan de cijfers van het CPB. Maar deze komen zelden uit. Meer nadruk op de onzekerheid zou het planbureau sieren.

De rekenmeesters van het Centraal Planbureau bevinden zich in zwaar weer. Opperrekenmeester Coen Teulings moest in een interview in Vrij Nederland (4 april) toegeven: „Wij zijn slecht in voorspellen.” Dat is onthutsend eerlijk. Eerlijk, omdat de cijfers bevestigen dat het CPB er vrijwel altijd naast zit. Onthutsend, omdat ons economisch beleid grotendeels is gebaseerd op deze cijfers.
    Onlangs moest het CPB de cijfers voor 2009 bijstellen van 0,75 procent krimp (voorspeld in december), naar een krimp van 3,5 procent (voorspeld in februari). „Een gigantische voorspelfout”, aldus Teulings. De voorspelling van 3,5 procent is overigens weer weersproken door het IMF, dat vorige week op zijn beurt bekendmaakte een krimp van de Nederlandse economie van 4,8 procent over 2009 te voorzien.
    Het is niet de eerste keer dat het Centraal Planbureau ernaast zit. Het CPB zat er de afgelopen dertig jaar vrijwel altijd naast. Van de 37 voorspellingen waren er slechts 3 correct. 22 keer voorspelde het CPB de groei te laag en 14 keer te hoog. Vooral bij omslagen in de conjunctuur laat het CPB het afweten.
    Zo voorspelde het CPB 7 keer een toename van de groei, terwijl deze in werkelijkheid afnam. Omgekeerd voorspelde het CPB 4 keer een afname van de groei, terwijl deze juist toenam. Juist wanneer voorspellingen het hardst nodig zijn, zit het CPB ernaast. Bijvoorbeeld in tijden van crisis.
    De recente foute voorspellingen hebben tot beroering aan de Van Stolkweg geleid. Het CPB heeft met een eigen onderzoek – gepubliceerd op cpb.nl in februari – geprobeerd zijn onkunde te duiden. „Het voorspellen van een versnelling of vertraging van de economische groei blijkt lastig”, aldus de auteurs van het rapport als ze constateren dat minder dan 50 procent goed is voorspeld. Minder dan 50 – je kunt dus beter een euro opgooien dan het CPB raadplegen!
    Het CPB-onderzoek concludeert dat de voorspelfouten veroorzaakt worden door onzekerheid in aannames en onvoorziene gebeurtenissen. Kortom: het is niet de schuld van het CPB, maar van de economie dat de voorspellingen niet uitkomen.
    Politici (en media) klampen zich echter massaal vast aan het CPB. Dat is natuurlijk niet de schuld van het CPB. Het CPB laat zich die onfeilbaarheid maar al te gemakkelijk aanleunen. Het CPB doet dat bijvoorbeeld door te voorspellen zonder betrouwbaarheidsinterval. Daarmee suggereert het een nauwkeurigheid die het niet kan waarmaken. Terwijl iedere eerstejaarsstudent economie de betrouwbaarheid van cijfers duidelijk moet rapporteren, is dat voor het CPB blijkbaar niet nodig.   ...


Red.:   Het definitieve inhoudelijke einde van dit instituut. Wat daar ook gebeurt ...het slaat absoluut helemaal nergens op.
    Voor de gein nog wat gevallen:


Uit: DePers.nl, 15-12-2009, door Jan-Hein Strop

Gelukkig, het CPB heeft ’t weer eens mis

Het CPB zit er alweer naast en niet zo’n beetje ook, blijkt uit de jongste ramingen. Niet leuk voor het Planbureau, maar goed nieuws voor Nederland.
    SAFFIER had het weer eens mis. Volgens het voorspellingsmodel van het Centraal Planbureau (CPB) zou het een ware slachting worden op de arbeidsmarkt: in 2010 een werkloosheid van 8 procent.
    Dinsdag bleek het opeens mee te vallen met de ellende. De werkloosheid loopt tot ‘verrassing’ van het CPB volgend jaar op tot ‘slechts’ 6,5 procent: dat zijn 105.000 werklozen minder.
    SAFFIER was niet de enige. Ook MORKMON bakte er niets van. Het model van De Nederlandsche Bank (DNB) was in juni veel te negatief over de werkgelegenheid.
    Nu de wereldeconomie veel sneller uit het slop komt dan de doemdenkers hadden voorspeld, komt het onvermogen van de modellen pijnlijk uit de verf. Commerciële banken als Fortis en ING gebruiken soortgelijke modellen, maar zijn steevast minder pessimistisch dan het CPB, waarvan directeur Coen Teulings onlangs een boekje schreef met als titel De Grote Recessie.
    Teulings moest gisteren ook uitleggen dat de economie met ‘maar’ 4 procent krimpt, terwijl het CPB in september nog sprak over 4,75 procent. ...
    Weet het CPB zelf al waarom het voorspellen zo slecht gaat? Nog niet, zegt de woordvoerder. ‘Maar we zijn niet de enigen die ernaast zaten. ...’ ...
    Toegegeven: dit is voor een groot deel gepraat achteraf. Er waren tenslotte maar een paar economen die de crisis aan zagen komen. Wat dat betreft is ook voor het CPB wel de moeite waard eens terug te denken aan oud-directeur Gerrit Zalm. ‘Die zei dat je één ding met zekerheid kunt zeggen’, herinnerde GroenLinks-Kamerlid Kees Vendrik zich in de Volkskrant. ‘Dat je er altijd naast zit.’


Red.:   De conclusie hadden we al getrokken.
    Natuurlijk trekt met zich niets aan deze deconfitures, en "voorspelt" rustig verder. In 2010 komt men met de voorspelling dat 29 miljard bezuinigd moet worden. Natuurlijk niets over eventuele andere manieren om het begrotingstekort terug te dringen, zoals belastingverhoging. Maar door de eerdere blunders is er nu ook wat tegengas uit eigen kring:


Uit: De Volkskrant, 22-03-2010, door Harrie Verbon, hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg.

Neem CPB-cijfers met korreltje zout

Niemand moet willen geloven dat we precies 29 euro miljard moeten bezuinigen, zoals het CPB beweert. Harrie Verbon komt ook dit keer op een heel ander bedrag uit.

Tussentitel: Die rapporten hebben nogal eens het karakter van heilige schriften

Vorige week publiceerde het CPB de vooruitzichten voor de Nederlandse economie tot 2015 en gaf in een moeite door het nieuwe heilige getal aan waar de politiek mee moet zien klaar te komen. Publiceerde vorig jaar het CPB het getal 4, nu komt het instituut met het heilige getal 29. Het getal 4 was het aantal miljarden waarmee de overheidsfinanciën zouden verbeteren als de AOW-leeftijd met twee jaar zou worden verhoogd. Het getal 29 is het aantal miljarden euro's waarmee het financieringstekort zal moeten dalen om de overheidsfinanciën 'houdbaar' te maken. Een beleid is houdbaar, volgens het CPB, als het kan worden voortgezet zonder Griekse toestanden, dat wil zeggen zonder een exploderende overheidsschuld.
    Wie zoals ik probeert deze getallen zelf na te rekenen, komt nogal bedrogen uit. De rapporten van het CPB hebben nogal eens het karakter van heilige schriften. Een gewoon mens begrijpt er niets van. Toen ik het getal van 4 miljard probeerde na te rekenen, kwam ik er achter dat er net zo goed 0 uit had kunnen komen, ja zelfs dat de verhoging van de AOW-leeftijd geld zou kunnen gaan kosten in plaats van geld opleveren.
    Bij deze berekening is het niet veel anders. Het CPB is de vergrijzingsautoriteit geworden sinds het in 2000 voor de eerste keer het 'houdbaarheidstekort' uitrekende. Toen kwam er uit dat de vergrijzing een budgettaire inspanning van ongeveer 4 miljard euro per jaar zou vergen. Een schijntje, vergeleken met de huidige 29 miljard euro, maar toch kwam die boodschap toen niet goed uit, want Zalm was net bezig de schatkist over de Nederlandse belastingbetaler leeg te strooien.
    In 2006 kwam de volgende berekening en toen kwam er een houdbaarheidstekort van bijna 16 miljard uit de CPB-hoed te voorschijn. Dat is een stuk lager dan het nu is, maar toch is er iets vreemds aan de hand. In 2006 werd aangenomen dat dit jaar (2010) het financieringstekort op nul uit zou komen. Het is, zoals bekend, veel hoger, namelijk ruim 36  miljard. Een jaar geleden nog zei het CPB dat driekwart daarvan, dus 27 miljard euro, niet zou verdwijnen, ofte wel 'structureel' zou zijn. Inmiddels blijkt dat het tekort in 2015 zo'n 18 miljard euro zal bedragen, dus 9 miljard structureel tekort is opeens verdwenen. ...
    Wil ik nu zeggen dat het CPB veel te optimistisch is over de overheidsfinanciën? Nou nee, eigenlijk ook niet. Wat ik wit zeggen is dat die berekeningen met heel veel korrels zout genomen moeten worden. Wil de lezer het niet geloven? Nog een voorbeeldje dan. Het CPB zegt altijd 'beleidsarme' berekeningen te maken. Op basis daarvan wordt verondersteld dat de AOW-uitkering in de toekomst welvaartsvast zal zijn. Erg beleidsarm is dat echter niet, want in de afgelopen 30 jaar is de AOW-uitkering voortdurend op achterstand gezet. Daardoor is de AOW juist goedkoper geworden ondanks een toename van het aantal bejaarden. Als ook in de komende 30 jaar de AOW niet de welvaart volgt, komt men voor de berekeningen uit 2006 uit op een houdbaarheidstekort van precies nul. Als dan, bovendien, het 'structurele' tekort de komende jaren na afloop van de crisis verder zal dalen naar nul, dan komt men ook voor de huidige berekening van het houdbaarheidstekort op nul uit! Kortom, het houdbaarheidstekort zal ergens tussen de 0 en 35 miljard euro liggen, maar dat het precies 29 miljard euro zal zijn, moet niemand willen geloven.


Red.:   Ook Marcel van Dam heeft weer wat uitzoekwerk gedaan:


Uit: De Volkskrant, 25-03-2010, column door Marcel van Dam

Moderne waarzeggers

Tussentitel: We hoeven de verzorgingsstaat niet verder uit te kleden

Harrie Verbon, hoogleraar openbare financiën en sociale zekerheid aan de universiteit van Tilburg, hekelde (Forum, 22 maart) het ontzag waarmee toekomstberekeningen van het Centraal Plan Bureau (CPB) voor zoete koek worden geslikt. Die voorspellingen springen als een jojo heen en weer. Voor mij heeft de 29 miljard aan bezuinigingen ...
   Het CPB heeft berekend hoeveel er nu moet worden omgebogen als we in de komende honderd jaar alle huidige overheidsvoorzieningen welvaartsvast betaalbaar willen houden. Hetzelfde instituut voorspelde in september 2008 voor het jaar 2009 nog een economische groei van 1,25 procent. In vier stappen met tussenpozen van enkele maanden veranderde dat in een krimp van 5,5 à 6 procent. In minder dan een jaar een verschil in ramingen van zo’n 7 procent van het bruto binnenlands product, in geld ongeveer 40 miljard euro.
    De directeur van het CPB verklaarde toen dat zijn mensen slecht waren in het voorspellen. Hij vergeleek zijn voorspellingen met die van de weerman. Als na drie dagen blijkt dat diens voorspellingen niet uitkwamen, zal hij ook niet zeggen dat hij heeft gefaald. Inderdaad: maar de voorspellingen van de weerman worden niet gebruikt om de verzorgingsstaat uit te kleden.
    Los van de wispelturigheid is er van alles aan te merken op de veronderstellingen die het CPB hanteert voor zijn berekeningen. Zo wordt er in het model van uitgegaan dat de tarieven voor de inkomstenbelasting worden aangepast aan de welvaartsstijging, wat zeer discutabel is. De redenering daarachter is dat anders op de lange duur, bijvoorbeeld over honderd jaar, iedereen in het 52-procents tarief zal vallen. Ja, misschien wel, maar over honderd jaar zijn we misschien wel met zijn allen verhuisd naar Mars en eten we iedere dag manna.
    De stijging van de koopkracht die het CPB in de komende honderd jaar verwacht, wordt volledig aangewend voor particuliere consumptie omdat hogere belastingen of premies in het neoliberale wereldbeeld taboe zijn. ...
    Als het taboe op lastendrukstijging wordt verlaten, valt het probleem wel mee. De meeruitgaven aan AOW als gevolg van de langere levensverwachting wordt meer dan gecompenseerd door extra belastinginkomsten. Wie langer leeft, betaalt langer belasting. Als je alle veronderstellingen van het CPB over zou nemen en alle plussen en minnen van elkaar aftrekt, is het hele tekort toe te rekenen aan een stijging van de zorgkosten tot 2060.
    In de komende vijftig jaar zullen die kosten ongeveer evenveel stijgen als in de afgelopen 50 jaar. Dat is net zo normaal als de stijging van de uitgaven aan vakanties in de komende vijftig jaar. Als gevolg van de welvaartsstijging zullen we vaker en langer op vakantie gaan en zullen we langer en langer gezond leven. Waarom zouden we het wel normaal vinden meer aan vakanties uit te geven en niet aan langer en langer gezond leven?
    Als we zouden besluiten de stijgende zorgkosten te betalen door middel van hogere premies, dus ten laste van de koopkrachtstijging, is het hele probleem weg en hoeven we de verzorgingsstaat niet verder uit te kleden. Er blijft dan nog voldoende koopkrachtstijging over. Dan hoeven we ook niet het eigen risico in de zorg te verhogen van 165 euro tot 775 euro per persoon per jaar. Deze ‘technische’ veronderstelling van het CPB dat een veel groter deel van de zorgkosten particulier moet worden betaald, is net zo apolitiek als ik ben.
    Als die veronderstelling werkelijkheid wordt, betekent het dat de toegankelijkheid van de zorg voor mensen met de laagste opleiding en het laagste inkomen afneemt, waardoor ze gemiddeld nog ongezonder zullen worden dan ze al zijn en het verschil in levensverwachting met mensen met een hogere opleiding nog groter wordt dan die al is. ...


Red.:   Wat hieruit nogmaals blijkt, is dat het CPB geen neutrale berekeningen maakt en voorspellingen doet, maar alles bekijkt vanuit de positie en belangen van de bovenste derde van de maatschappij - de groep waar ze zelf toe behoren.
    Overigens schijnt er vanuit het instituut ook een rapport te zijn verschenen dat deze veel breder gepubliceerde aanbevelingen onderuit haalt - Van Dam hierover:

  Hoewel in een ander CPB rapport uit december 2009 onder de titel Hoe beschaafd is Nederland de conclusie werd getrokken dat ‘de gedachte dat een hoge belastingdruk de welvaart en het welzijn van een land nadelig beïnvloedt naar het rijk der fabelen moet worden verwezen’.

Het commentaar van Van Dam: 'De ene technocraat is wat minder apolitiek dan de andere.' is behoorlijk neutraal geformuleerd. Natuurlijk is vanuit het oogpunt van belangen dit laatstgenoemde rapport veel betrouwbaarder dan het eerste , en kan je dat eerste rapport, dat de waarheid verdraait op grond van eigenbelang, afdoen als functionele corruptie - iets waarvoor de Amerikanen ook de fraaie terminologie "deriliction of duty" hebben..
    Een weekje of wat later komt er nog een criticus - maar merk op dat dit de uitzonderingen zijn in een stroom navolgers, zoals onder ook geconstateerd wordt:


Uit: De Volkskrant, 09-04-2010, door Pieter Klok

Interview | Taco van Hoek, directeur economisch instituut voor de bouw

'Zo veel bezuinigen is riskant'

Na een zware crisis herstelt de economie zich normaal gesproken voorspoedig.

Taco van Hoek (50) heeft zich de afgelopen weken verbaasd.
    Heel Nederland lijkt er plots van overtuigd te zijn dat er fors moet worden bezuinigd. Elke politieke partij, van links tot rechts, heeft het in haar verkiezingsprogramma vooral over bezuinigen. Maar bij de noodzaak daarvan kun je op zijn minst vraagtekens zetten, vindt de directeur van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) en voormalig onderdirecteur van het Centraal Planbureau (CPB).
    Zijn oud-collega’s bij het CPB hebben aanbevolen 18 miljard euro te snijden in de overheidsbegroting en heel Nederland lijkt dat te accepteren. ‘Het is uitzonderlijk veel’, zegt Van Hoek. ‘Overmatig veel. Je zou daar op zijn minst een stevige discussie over verwachten.’

U vindt het CPB erg somber?
‘We hebben een jaar achter de rug dat historisch gezien dramatisch was met een productieverlies van 4 procent. Als de economie zo hard naar beneden is gegaan, verwacht je normaal gesproken een vrij sterk herstel. Het herstel dat het CPB nu voorspelt is niet stevig, maar juist mager.
    ‘Voor het eerst wordt ervan uitgegaan dat er structureel een stuk groei verloren is gegaan. Volgens het CPB is na een financiële crisis altijd sprake van blijvend negatieve gevolgen.’

Waarom gelooft het CPB niet in sterk herstel?
‘Het ziet nauwelijks ruimte voor groei van het arbeidsaanbod. Dat is opvallend, want je zou verwachten dat er door de crisis de nodige onbenutte arbeidscapaciteit is. Als die straks weer wordt benut, zal het arbeidsaanbod, en daarmee de economie, groeien.  ...

Is dat een denkfout?
‘Je kunt je afvragen of het consistent is. ...
    ‘Ik wil niet zeggen dat het CPB ongelijk heeft. Het kan best dat het geschetste scenario uitkomt, maar het beeld is wel erg behoedzaam.’

Zijn de bezuinigingen van 18 miljard euro die het CPB, De Nederlandsche Bank en ambtenaren van het ministerie van Financiën adviseren, daarom ook onnodig?
‘Het heeft me wel verbaasd dat de discussie alleen maar draait om bezuinigen en ombuigen. Je zou veronderstellen dat het herstel van de economie ook een belangrijke rol zou spelen in het debat. Nu wordt geadviseerd de economie een klap te geven van 18 miljard, terwijl de economie net aan het herstellen is van een zeer zware recessie.’

Maar moet Nederland zich dan niet voorbereiden op de vergrijzing?
‘Natuurlijk, maar waarom kiezen we daar uitgerekend de komende kabinetsperiode voor uit? Waarom is het niet genoeg dat het tekort de komende kabinetsperiode terugloopt van 6 naar 2,5 à 3 procent? ...
    ‘Men vindt dat je de problemen niet moet doorschuiven naar de toekomst. Maar het gaat om problemen die zich heel geleidelijk in de toekomst aandienen.... Over een jaar of vier hebben we meer zicht en weten we dus veel preciezer wat ons te doen staat.’

Heeft u een verklaring voor deze spaarzaamheid. Komt ze soms voort uit onze calvinistische volksaard?
‘Voor de gemiddelde burger is het simpel: door de crisis is het overheidstekort opgelopen, nu moet er hard worden ingegrepen. Dat is met de logica van het eigen huishoudboekje goed te begrijpen.
    ‘Maar het huishoudboekje van de staat heeft een andere logica. Bij de overheidsfinanciën is het niet erg dat de tekorten in tijden van laagconjunctuur oplopen. Dat kan in tijden van hoogconjunctuur weer worden goedgemaakt. We hebben veel tijd om de tekorten terug te brengen, dat wordt te weinig voor het voetlicht gebracht.
    ‘Ik maak me een beetje zorgen. Je kunt zeggen: laten we hard ingrijpen, dan hebben we het gehad. Maar het moment daarvoor is verre van ideaal, nu we net uit een crisis komen. Een bezuiniging van deze omvang is een groot risico voor het herstel.’


Red.:    Allemaal uitstekende argumenten. Met als clou dat er geen discussie is over deze argumenten.
    Harrie Verbon geeft nog wat extra argumenten tegen de CPV pretenties:


Uit: De Volkskrant, 23-04-2010, door Harrie Verbon, hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg.

CPB moet ‘nee’ verkopen aan politieke partijen

Het CPB kan alleen het verleden ‘voorspellen’ en zelfs dat niet goed. Het moet zich daarom beperken tot het nakijken van de sommetjes.

Tussentitel: Planbureau weet niet veel meer dan een sterrenwichelaar

Sinds jaar en dag bestaat in Nederland de traditie om de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen door het Centraal Planbureau (CPB) te laten doorrekenen. Binnenkort is het weer zover. Die partijen willen dat zelf. Niemand zegt dat dat moet, zelfs het CPB niet, maar het CPB zou toch gewoon beter nee kunnen verkopen aan politieke partijen die graag mooie economische cijfers voor hun programma’s willen hebben.
    Het probleem met het gebruik van CPB-modellen is, helaas, dat ze in feite niet geschikt zijn voor het doorrekenen van verkiezingsprogramma’s. De politieke programma’s schilderen politieke vergezichten over hoe de maatschappij er in de toekomst uit zou moeten zien. Het CPB laat een paar wiskundige vergelijkingen op die vergezichten los, met als resultaat de te verwachten economische effecten van de voorgestelde maatregelen. Het gaat dan om economische grootheden als werkgelegenheid, inflatie, overheidstekort, enzovoorts. Over vergezichten hoor je dan niets meer.
    Noodzakelijkerwijs maakt het CPB bij de doorrekening gebruik van gegevens uit het verleden. Over de toekomst weet het CPB niet veel meer dan een willekeurige sterrenwichelaar, zoals de ervaring met de financiële crisis liet zien. Het CPB zag die crisis niet aankomen, zoals heel veel economen overigens. De effecten die het CPB berekent, zijn dan ook in feite ‘voorspellingen’ van het verleden. ...
    Maar dat het verleden goed ‘voorspeld’ wordt, is zelfs nog een beetje te optimistisch. Die ‘effecten uit het verleden’ zijn namelijk ook nog eens afhankelijk van het model dat het CPB gebruikt. Ik heb me er niet in verdiept welk model het CPB dit keer precies gaat gebruiken Maar een beetje slimme politicus heeft dat natuurlijk wel gedaan en al stiekem uitgerekend welke maatregelen het ‘goed’ gaan doen in de doorrekeningen van het CPB.
    Sommige politici zijn daar heel bedreven in. Kees Vendrik, scheidend Kamerlid voor GroenLinks, stond er om bekend een groot kenner van de CPB-modellen te zijn. Het zal er zeker toe hebben bijgedragen dat GroenLinks vaak mooie rapportcijfers kreeg van het CPB voor zijn verkiezingsprogramma’s. ...
    De CPB-modellen geven soms een heel scheef beeld van de werkelijkheid. Zo leidde in modellen, die het CPB in de jaren ’90 gebruikte, lastenverlichting altijd tot loonmatiging die dan weer leidde tot meer economische groei en daarmee tot een toename van de belastingopbrengsten en een afname van het financieringstekort van de overheid. De politieke partijen buitelden daarom eind jaren ’90 over elkaar heen om belastingverlagingen voor te stellen in hun verkiezingsprogramma’s.
    Toen in het begin van deze eeuw ook inderdaad een megalastenverlichting aan de burgers werd gegeven, raakte prompt de al oververhitte arbeidsmarkt nog verder oververhit door de kunstmatige opwaartse druk op de bestedingen, met een stevige depressie enige jaren later als gevolg.   ...


Red.:    Maar persoonlijk hebben ze natuurlijk niet slecht geboerd van die lastenverlichtingen.
  Nieuws. Dar Marcel van Dam kritiek heeft op het CPV is niets nieuws. Dat echte econoom als Harrie Veron zich daarbij voegt, is al heel opvallend. Maar bijna sensationeel is de inbreng van de volgenden - zodanig sensationeel, dat de Volkskrant een synopsis van hun artikel op de voorpagina zette. Hier een deel van die synopsis:


Uit: De Volkskrant, 27-04-2010, van verslaggever Robert Giebels

Topeconomen kraken Planbureau

De 29 miljard euro die komende kabinetten volgens het Centraal Planbureau (CPB) moeten bezuinigen is een boterzacht bedrag. Dat betogen Sylvester Eijffinger en Theo van de Klundert in de Volkskrant.

De hoogleraar financiële economie en emeritus hoogleraar algemene economie aan de Universiteit van Tilburg noemen de berekeningen van het CPB ‘misleidend’ en ‘bagatelliserend’. Dat Van de Klundert zich zo kritisch uitlaat over de rekenmeesters van het kabinet is opmerkelijk. Deze door vakgenoten zeer gerespecteerde econoom was bijna twintig jaar lang de belangrijkste adviseur van het CPB. De 74-jarige Van de Klundert geldt als de leermeester van een groot aantal economen die nu de top vormen van het instituut.
    De ‘CPB-leerlingen’ van Van de Klundert hebben volgens hem flinke steken laten vallen, zo blijkt uit het ingezonden stuk. ...
    ‘Het bedrag van 29 miljard euro is niet hard te maken’, schrijven Eijffinger en Van de Klundert. De reden daarvoor is volgens de economen dat het CPB van starre vooronderstellingen uitgaat. Zo vinden ze dat het CPB de vergrijzing dramatiseert door louter op de kosten ervan te wijzen. ‘Paniekvoetbal’ is het gevolg. ‘Het CPB bagatelliseert de baten van de vergrijzing.’
    Ook hebben ze kritiek op de structurele groeiverwachting van het Planbureau. Wat er ook gebeurt, zo stelt het CPB, de economie groei 1,75 procent per jaar. Overheidsinvesteringen in onderzoek, onderwijs en de zorg verhogen de productiviteit, zo stellen Eijffinger en Van de Klundert, maar dat effect neemt het CPB niet mee.
    De Tilburgse economen nemen het hun collega’s in Den Haag ook kwalijk dat ze bij de berekening van de 29 miljard ervan uitgingen dat de zorg permanent een kostenpost voor de overheid is. Terwijl de kosten voor producten of diensten, zoals de rollator, van publieke middelen overgeheveld zouden kunnen worden naar private financiering. ...


Red.:    Voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 heeft het CP ook iets gezegd over de gevolgen van diverse partijplannen voor de woningmarkt:


Uit: De Volkskrant, 04-06-2010, van verslaggever Tjerk Gualthérie van Weezel

'CPB bedot kiezers met foute cijfers woningmarkt'

Kenners van de woningmarkt hebben felle kritiek op de doorrekening die het Centraal Planbureau (CPB) heeft gemaakt van de woonparagrafen uit de diverse verkiezingsprogramma’s.

De Delftse hoogleraren Peter Boelhouwer en Hugo Priemus en de econoom Rob Mulder, directeur strategie van de Vereniging Eigen Huis, plaatsen stevige kanttekeningen bij het CPB-model en het aplomb waarmee de Haagse rekenmeesters hun bevindingen aan het grote publiek presenteren.
    De cijfers over huur- en koopprijzen, waarmee lijsttrekkers elkaar in debatten om de oren slaan, zijn volgens de drie woningbouwexperts gebaseerd op een model dat nog in de kinderschoenen staat. Het planbureau heeft zelf in eerdere publicaties ook geschreven dat het model enkele onzekerheden en discutabele aannames kent. Het stoort de critici dan ook dat de rapporten over de partijprogramma’s, vaak inclusief decimalen achter de komma, een grote zekerheid suggereren. Boelhouwer: ‘Het CPB zet kiezers zo op het verkeerde been.’
    Een van de belangrijkste bezwaren tegen het CPB-model is volgens Rob Mulder dat het is gebaseerd op de situatie van de woningmarkt in 2005. Het is daarmee niet goed berekend op de bijzondere economische periode waarin Nederland nu verkeert.
    ‘In 2005 kon je verwachten dat de huizenprijs zou stijgen, nu is iedereen daar onzeker over. Het CPB-model gaat volledig voorbij aan die vertrouwenscrisis, terwijl die het gedrag van potentiële kopers natuurlijk sterk beïnvloedt’, stelt Mulder.
    Daarbij zijn de cijfers en formules waarin de CPB-economen de werkelijkheid proberen te vatten volgens Mulder blind voor regionale verschillen. ‘De huizenmarkt op het ontvolkende Groningse platteland verschilt daarin bijvoorbeeld niet van die in steden als Utrecht en Amsterdam’, aldus de directeur strategie van Vereniging Eigen Huis.   ...


Red.:   En nog een paar van dat soort cruciale zaken. Maar het doel is wel duidelijk: het bevorderen van de liberalisering van de woningmarkt uitleg of detail .
    Nog meer gezond verstand dat het CPB kennelijk niet heeft;


De Volkskrant
, 04-06-2010, ingezonden brief van Arjen en Heleen Ronner (Haarlem)

Op weg naar iets

Bij de verkiezingsstrijd was er veel aandacht voor de gevolgen voor de koopkracht. Politici schermden flink met cijfers over banengroei. Er zijn in Nederland volgens het CBS ongeveer acht miljoen banen. Stel dat je een model zou hebben om het aantal banen voor volgend jaar te voorspellen. Zelfs dan zou een statisticus een onzekerheidsmarge aanhouden, zeg twee procent. Dan kun je ook met grote zekerheid zeggen dat er een voorspelonzekerheid is van plus of min 160 duizend banen, totaal 320 duizend in 2011. Die onzekerheid in de voorspelling tot 2040 neemt toe. Laten we zeggen met factor vijf voor een tijdverschil van 25 jaar. Dat is de wortel die statistici ook hanteren bij modellen voor aandelenkoersen. Dat betekent dat we eigenlijk niet zeker zijn over verschillen in voorspellingen tot 1,6 miljoen banen in 2040.
    De verschillen in de voorspellingen op basis van de partijprogramma’s vallen in het niet bij die onzekerheidsfactor van 1,6 miljoen. Wat is dan eigenlijk het verschil tussen de uitkomsten van VVD en SP? We zijn gewoon op weg naar ‘iets’ in 2040. De discussie zou moeten gaan over de vraag of we ervoor kiezen bijstandsmoeders vandaag aan het huilen te brengen: of we in 2011 het sociale minimum met 5 procent verhogen of iets daartussen.


Red.:   Het staat gewoon in de krant - maar het CPB is er niet toe in staat om het te bedenken. ...
    En het was nog niet over - ook wetenschapper/filosoof Bas Haring doet een duit in het zakje:


Uit: De Volkskrant, 05-06-2010, column door Bas Haring

Is er ooit een economisch model dubbelblind getoetst?

Tussentitel: Wie weet bestaan er in 2040 we helemaal geen banen

Als de VVD het voor het zeggen krijgt, komen er 400.000 nieuwe banen bij, volgens het Centraal Planbureau. Vierhonderdduizend! Ik zou haast gaan twijfelen aan mijn stem. Als de.
VVD het voor het zeggen krijgt komen er 400.000 nieuwe banen bij...
    ... in 2040.
    Tweeduizendveertig? Dat is over dertig jaar! Misschien bestaan er tegen die tijd niet eens banen meer. Doen robots al ons werk. Of werkt de helft van de mensen in een branche die op dit moment nog niet ontdekt is. Zoals dertig jaar geleden nog niemand in de 'internetbranche' werkte. Hoe is het in hemelsnaam mogelijk om een voorspelling te do en voor over dertig jaar? In nota bene een grillig vakgebied als de economie! En hoe is het mogelijk dat wij durven te varen op dit soort voorspellingen?
    Aan voorspellingen over het klimaat wordt getwijfeld: zou de temperatuur echt een graadje stijgen? Maar de voorspellingen van het CPB worden eenvoudig geslikt en gebruikt als onbetwijfelbare argumenten voor de een dan wel voor de ander te gaan kiezen. Dit is zeer vreemd en zelfs verontrustend. Want een ding is zeker: de voorspelling van het CPB komt hoe dan ook niet uit. En mocht hij toch uitkomen dan ligt dat niet aan de voorspellende gaven van het CPB maar aan toeval. Maar niemand die zich over dertig jaar de voorspelling nog herinnert en gaat bestuderen of hij uitgekomen is. ...
    Medicijnen worden pas vertrouwd wanneer in dubbelblinde experimenten aangetoond is dat deze werken (dat zijn experimenten waarin een deel van de proefpersonen een placebo krijgt terwijl proefpersoon noch arts weet wie). Is er ooit een dubbelblind experiment uitgevoerd in de economie over een periode van dertig jaar, om de kwaliteit van economische modellen te toetsen? Ik geloof er niks van.
    Het is ook niet gemakkelijk om zulke experimenten uit te voeren. Je kunt moeilijk Nederland in tweeën hakken, in de ene helft 10 miljard per jaar bezuinigen en in de andere helft 9 miljard, om over dertig jaar de verschillen te bestuderen. Maar het feit dat we dit type experimenten moeilijk kunnen uitvoeren, betekent precies dat we voorspellingen van het CPB met heel grote korrels zout moeten nemen. Zeker als ze een periode van dertig jaar beslaan. ...


Red.:   En wat laat de praktijk zien:


Uit: De Volkskrant, 18-06-2010, van verslaggeefster Elsbeth Stoker

Massawerkloosheid afgewend

Vorig jaar voorspelde het nog een werkloosheid van 9,5 procent. Maar dat doemscenario wordt steeds onrealistischer.

De kans dat het sombere scenario van massawerkloosheid werkelijkheid wordt, neemt steeds verder af. Voor de tweede maand op rij bericht het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat het aantal werklozen daalt. Eerder deze week werd al bekend dat de vraag naar uitzendkrachten weer aantrekt en dat het aantal werkloze jongeren afneemt. Vooral in de industrie groeit de vraag naar personeel.
    In juni 2009 presenteerde het Centraal Planbureau nog een inktzwart scenario voor de Nederlandse arbeidsmarkt: in 2009 zou de werkloosheid oplopen tot gemiddeld 430 duizend, in 2010 zou dit aantal op 730 duizend uitkomen. Oftewel 9,5 procent van de beroepsbevolking. Zulke percentages zijn sinds de jaren tachtig niet meer zijn voorgekomen.
    Dit voorjaar stelden de Haagse rekenmeesters de verwachtingen al naar beneden bij. Maar de kans dat de recentste voorspelling van een half miljoen werklozen in 2010 en 2011 uitkomt, wordt door deskundigen ‘onwaarschijnlijk’ genoemd. Ze kunnen alleen nog gehaald worden als er komende maanden vele tienduizenden werklozen bij komen. Nu telt Nederland ruim 430 duizend werklozen.   ...


Red.:   Kortom: het zoveelste bewijs dat dit goede van het CPV en de handlangers-economen ordinaire waarzeggerij is - met een sterke component van eigenbelang, natuurlijk. Wat de Volkskrant nog eens probeert te een serieus toontje te geven door die vaste handlangers van de graaiers aan het woord te laten:

  ‘Als over een maand blijkt dat de Europese economie toch nog een dubbele dip krijgt, wordt het natuurlijk een ander verhaal’, zegt Lans Bovenberg, econoom van de Universiteit van Tilburg. ...
    Wat Jules Theeuwes van de Universiteit van Amsterdam betreft ...
    ... ‘Reken jezelf nog maar niet rijk’, waarschuwt Theeuwes. ‘We moeten braaf wachten. Pas op Prinsjesdag weten we hoeveel het scheelt.’

    Natuurlijk gaat het CPB onverdroten voort met de promotie van het neoliberale programma:


Uit: De Volkskrant, 23-06-2010, van verslaggever Douwe Douwes

CPB arbeidsmarkt moet flexibeler

Hoe de economische toekomst van Nederland er ook uitziet, de arbeids- en woningmarkt moeten een stuk flexibeler. Het Centraal Planbureau (CPB), dat vier scenario's voor 2040 heeft uitgewerkt, noemt flexibilisering een 'no-regretbeleid' - Nederland kan zich er geen buil aan vallen.

Nederland doet er volgens het CPB goed aan om vooral in te zetten op goede opleidingen: 'Een hoger opgeleide beroepsbevolking is flexibeler, en vaardigheden leiden tot meer vaardigheden'.
   Het CPB heeft zich de vraag gesteld wie over dertig jaar het geld zal verdienen in Nederland, en waar dat zal gebeuren. Het planbureau trekt drie hoofdconclusies. Om te beginnen 'is en blijft kennis de sleutel tot succes'. Verder zullen banen steeds vaker bestaan uit een verzameling van taken. De derde rode draad is dat steden als economische centra de komende decennia nog belangrijker worden.   ...


Red.:   Tja, tegen die tijd is iedereen even intelligent en laaggeschooldheid een zaak van het verleden ... De islam zal dan ook wel verdwenen zijn uitleg of detail ...
    Nog iemand die 1 ijna 1 heeft opgeteld:


Uit: De Volkskrant, 25-06-2010, ingezonden brief van Michaël Vork (Malden)

CPB kan wel weg

Het Centraal Planbureau was weer eens in het nieuws (Economie, 18 juni). Wat bleek: de voorspellingen over de werkloosheid die vorig jaar door dit instituut zijn gedaan, zullen met grote waarschijnlijkheid niet bewaarheid worden.
    Voor de zoveelste keer komt het CPB in het nieuws, omdat een verwachting niet overeenkomt met de werkelijkheid. Directeur Teulings heeft het ooit zelf gezegd: ‘Wij zijn buitengewoon slecht in het voorspellen van de toekomst.’ Merkwaardig, want dat is zo ongeveer het enige dat dit instituut zou moeten doen.
    Het CPB kan eigenlijk wel weg. Dan krijg je geen foute voorspellingen meer, en bovendien levert het een forse bezuiniging op. Er werken daar ongeveer 200 hoog tot zeer hoog geschoolde mensen die vast niet voor een minimumloon hun verkeerde voorspellingen uit de kristallen bol toveren. Opheffen van het CPB zal vermoedelijk alleen aan salariskosten al 20 miljoen euro per jaar opleveren. Een prachtig bedrag waarmee veel nuttige dingen kunnen worden gedaan.
    Het CPB is een instituut dat uniek is in de wereld. Geen ander land maakt gebruik van een organisatie die tegen een hoog bedrag vertelt wat de toekomst niet zal brengen. Ik begin langzaam te begrijpen waarom dat zo is.


Red.:   De nood is zo hoog dat men aan het liegen slaat. Eerst het artikel dat aanleiding was, een analyse van Marcel van Dam over de gerapporteerde noodzaak om 29 miljard te bezuinigen:
 

Uit: De Volkskrant, 03-06-2010, door Marcel van Dam, socioloog en columnist

CPB heeft het tekort van 29 miljard zelf gecreëerd

We komen 29 miljard tekort doordat het CPB de belastingschijven voor de koopkracht corrigeerde. Maar dat is nooit een politiek besluit geweest.

Tussentitel: Een tekort van 29miljard dat de verkiezingen domineert, de wereld uit? Dat
                  kon niet waar zijn

Hoe één zin in dat vreselijke jargon van economen zoveel opwinding kan veroorzaken! Het gebeurde mij bij het lezen van een artikel van de Groningse hoogleraar openbare financiën, Flip de Kam in Economisch Statistische Berichten van 28 mei. Het was de volgende regel die het deed: ‘...maar het houdbaarheidsprobleem is bij consistente toepassing van de uitgangspunten die voor de middellange termijn zijn gehanteerd wel in één keer de wereld uit’.
    Het houdbaarheidsprobleem de wereld uit? Een tekort van 29 miljard dat de verkiezingen domineert, de wereld uit? Dat kon niet waar zijn. Gemaild met Flip de Kam: ‘Begrijp ik uit je ESB-artikel goed dat als gevolg van het handhaven van het huidige beleid om de tariefschijven en de heffingskortingen van de inkomstenbelasting alleen te corrigeren voor de inflatie en niet voor de welvaartstijging, het hele houdbaarheidstekort van tafel is?’ Antwoord: ‘Ja, dat is het geval (volgens mijn inschatting).’
    ... De verkiezingscampagne gaat over enorme bezuinigingen die meer kapot maken dan ons lief is, vooral als ze armoede, achterstand en uitsluiting vergroten. De negatieve gevolgen daarvan voor opvoeding, schooluitval, verslaving, overlast en criminaliteit, gezondheid en werkloosheid zijn groot. Die problemen zullen op lange termijn de samenleving misschien wel meer geld kosten dan de bezuinigingen opbrengen.
    Bij de berekening van het houdbaarheidstekort van 29 miljard is het CPB uitgegaan van ongewijzigd beleid. Met een paar uitzonderingen. Een van die uitzonderingen lijkt subtiel, maar heeft, zo is mij door Flip de Kam duidelijk geworden, op lange termijn zo’n geweldige impact dat de hele verkiezingscampagne in de lucht komt te hangen.
    Het zit zo: jaarlijks worden de belastingschijven en het bedrag van de heffingskortingen in de inkomstenbelasting aangepast, om te voorkomen dat we louter door de geldontwaarding in een hoger tarief terechtkomen en daardoor extra belasting gaan betalen. Omdat de lonen meestal sneller stijgen dan de prijzen, neemt de koopkracht toe. Ook daardoor schuiven mensen naar een hoger belastingtarief. Er zijn nu vier tariefschijven. Over het inkomen in de hoogste schijf is nu 52 procent verschuldigd. De meeste mensen vinden die progressiviteit in de belasting rechtvaardig.
   Maar het CPB redeneert als volgt: bij een koopkrachtstijging van gemiddeld 1,5 procent per jaar is de koopkracht van iemand die nu 30.000 euro verdient over 50 jaar verdubbeld. Als hij dan nog leeft, valt hij waarschijnlijk in het hoogste tarief van 52 procent. Dat vinden de rekenmeesters van het CPB ongewenst en dus hanteren ze twee rekenmodellen naast elkaar. In het ene model, gepubliceerd op 16 maart als Economische Verkenningen 2011-2015, worden de belastingschijven, zoals de wet voorschrijft, jaarlijks alleen aangepast aan de inflatie. Omdat de inkomens sneller groeien dan de inflatie, schuift een deel van de inkomenstrekkers geruisloos door naar een zwaarder belaste schijf en stijgt de opbrengst van de inkomstenbelasting ‘vanzelf’ met 4 miljard extra.
    Al 20, 30 jaar incasseert ieder kabinet die extra opbrengst als vanzelfsprekend. Bij ongewijzigd beleid zal die extra opbrengst blijven groeien, ook omdat het aantal mensen met hogere inkomens naar verwachting sneller toeneemt. Vooral met het oog op de vergrijzing hanteert het CPB ook een ander model waarmee ontwikkelingen op heel lange termijn worden berekend. In dat model worden de belastingschijven niet alleen opgerekt voor de inflatie, maar ook voor de koopkrachtstijging. De grens waarboven meer belasting moet worden betaald, stijgt dan met de koopkracht. Daardoor betalen mensen ondanks hun gestegen koopkracht toch dezelfde belasting.
    Ten opzichte van het huidige beleid is er in dit CPB-model dus sprake van lastenverlaging en de meeropbrengst aan belastingen valt daardoor weg. Dat scheelt in 2040 een bedrag van ongeveer dezelfde omvang als het houdbaarheidstekort van 29 miljard. Dit tekort ontstaat dus doordat de rekenmeesters van het CPB ervan uitgaan dat het belastingregime zal worden herzien, hoewel daar in de politiek nooit toe is besloten. Ik heb zo’n voorstel ook in geen enkel verkiezingsprogramma aangetroffen.   ...
    Daarom zouden alle lijsttrekkers opheldering moeten geven over het volgende: nergens in uw verkiezingsprogramma’s ben ik het voorstel tegengekomen om de belastingschijven voor jaarlijkse koopkrachtstijging te corrigeren. Omdat het CPB dat wel heeft gedaan, ontstond een tekort van 29 miljard en hebt u maatregelen aangekondigd om in 2040 dat bedrag jaarlijks op te hoesten om mensen die naar hogere belastingschijven migreren minder belasting te laten betalen. Was dat uw bedoeling? Zo ja, had u dat dan niet in uw verkiezingsprogramma moeten opnemen? Zo nee, waarom wilt u een tekort van 29 miljard dekken dat is ontstaan door een maatregel die nooit genomen is en waar u het niet mee eens bent?   ...


Red.:   De reactie van het CPB:


Uit: De Volkskrant, 23-06-2010, door Albert van der Horst en Ruud de Mooij, auteurs van de CPB studie Vergrijzing verdeeld

Bij Marcel van Dam betalen laagste inkomens de vergrijzing

Volgens onze studie Vergrijzing Verdeeld van het CPB komt de overheid jaarlijks 29 miljard euro tekort om haar financiën op lange termijn gezond te maken. In twee columns (Opinie & Debat, 3 en 10 juni) stelt Marcel van Dam deze berekening ter discussie. Hij beweert zelfs dat het CPB deze 29 miljard zelf heeft gecreëerd.  ...
     Marcel van Dam verwijt het CPB dat het tekort van 29 miljard ontstaat door af te wijken van de bestaande wetgeving. In de wet staat dat de belastingschijven in de inkomstenbelasting jaarlijks automatisch worden geïndexeerd met de prijzen en niet met de lonen. Als de overheid hier tot in lengte van dagen aan vasthoudt en de lonen harder blijven groeien dan de prijzen, dan wordt een steeds groter deel van het inkomen van mensen die nu in de lagere tariefschijven vallen, belast tegen een hoger tarief. Uiteindelijk betaalt zelfs iedereen het toptarief van 52 procent. De belasting gaat dus voor iedereen omhoog, het meest voor mensen met de lage inkomens.
    Met deze belastingverhoging kan de overheid de tekorten, die ontstaan door de vergrijzing, betalen. De verdwijntruck van Van Dam tovert in een keer een gat weg van 29 miljard euro.
    De analyse van Marcel van Dam bevat twee problemen: hij is niet realistisch en hij is niet neutraal. Zijn uitgangspunt dat de belastingdruk automatisch zal gaan stijgen, is voor de lange termijn niet realistisch, omdat politici regelmatig de schijven en vrije voeten aanpassen om de koopkracht op peil te houden.   ...
    Wettelijke indexatie van de belastingschijven aan de prijzen zou er bijvoorbeeld voor hebben gezorgd dat de minima er sinds 1970 18 procent op achteruit zouden zijn gegaan. Tegelijk zou driemaal modaal 9 procent koopkracht hebben verloren. Door de systematische discretionaire aanpassing van de belastingschijven is deze toename van de ongelijkheid niet in lijn met de historische ontwikkeling.   ...


Red.:    Leugen nummer één heeft een overbekende vorm: het liegen met percentages uitleg of detail . Neem wat getallen en vul maar in - we nemen voor het gemak ronde getallen, zeg voor de minima 500 euro (netto). Die zouden er 18 porenctn op achteruitgaan, is 90 euro. Modaal is ongeveer twee keer minimum, en drie keer modaal dus ongeveer zes keer minimum: 3000 euro. Negen procent ervan is: 270 euro. Dus wie gaan er het hardst op achteruit: drie keer modaal.

  De analyse van Van Dam is evenmin neutraal. Politici moeten aan het publiek laten weten hoe zij de onbetaalde rekening gaan verdelen over generaties. Dan moet je niet het financiële probleem wegpoetsen met een sluipende belastingverhoging voor lage inkomens.

Nog een oude truc: herhaling van leugens:
  Juist om de effecten van beleid zo neutraal mogelijk te presenteren gaat het CPB, net als de Europese Commissie en het IMF, uit van constante arrangementen.

Derde leugen: de 'constante arrangementen' zijn afwijkingen van de geldende regels. Dan mag je in de wetenschap die afwijkingen slechts gebruiken, als je er expliciet melding van maakt. Doe je die vermelding niet, dan pleeg je fraude. Fraude is de ergste vorm van "niet neutraal presenteren".
  Dat Marcel van Dam de rekening neerlegt bij de laagste inkomens van de toekomst is natuurlijk zijn goed recht. Maar het CPB is er om beleidskeuzes te verhelderen, niet om ze te maken.

En tot slot worden leugens en fraude nog een keer herhaald.
    Marcel van Dam kwam natuurlijk tot soortgelijke conclusies:


Uit: De Volkskrant, 01-07-2010, column door Marcel van Dam, socioloog

Door niemand gekozen politici

Tussentitel: Een vorm van liegen die de meeste politici niet voor hun rekening durven nemen

Inkomstenbelasting is progressief. In alle beschaafde landen betalen mensen die meer verdienen meer belasting omdat ze makkelijker kunnen bijdragen aan gemeenschapsvoorzieningen. Daarom kennen we vier belastingschijven. In de onderste schijf betalen we 34 procent belasting (en premie), in de hoogste schijf 52 procent.
    Gedurende hun loopbaan gaan mensen door loonsverhogingen en promoties netto meer verdienen en klimmen dan naar hogere belastingschijven. Daardoor stijgen de inkomsten van de overheid. In het jargon heet dat een ‘endogene belastingdrukstijging’. Deze stijging is niet het gevolg van een belastingverhoging maar van ongewijzigd beleid.
    Maar de economen van het Centraal Planbureau willen geen stijging van de belastingdruk, ook niet als die het gevolg is van welvaartsstijging. Daarom hebben ze voor het zogenaamde houdbaarheidstekort – het tekort dat zou ontstaan als de overheid in de komende honderd jaar welvaartsvast blijft doen wat ze nu doet – een handigheidje bedacht.
    In de belastingwet staat dat de schijven in de inkomstenbelasting jaarlijks moeten worden aangepast aan de inflatie. Anders zouden we als gevolg van de geldontwaarding steeds meer belasting betalen. Maar in het model waarmee het tekort wordt berekend, heeft het CPB de belastingschijven niet alleen aangepast voor inflatie ook voor stijging van de koopkracht. Mensen die netto meer gaan verdienen, vallen daardoor minder snel in een hogere belastingschijf. Door die ‘technische’ ingreep komt er veel minder belasting binnen en ontstaat er een tekort.
    Wonderlijk genoeg is de omvang van dat gecreëerde tekort ongeveer even groot als de 29 miljard euro die er volgens het CPB bezuinigd moet worden. Geen van de politieke partijen heeft geweten dat het te bezuinigen bedrag van 29 miljard nodig was om de belastingverlichting mogelijk te maken die het CPB wenst. ....
    ... Vorige week reageerden wel twee medewerkers van het CPB. Hun reactie is onthullend. De feiten zoals hier weergegeven, worden niet weersproken. Maar de betekenis die eraan wordt gegeven, laat zien hoe het CPB bereid is de hele politieke trukendoos open te trekken om zijn maatschappijvisie aan de man te brengen.
    ... Ze schrijven: ‘De belasting gaat dus voor iedereen omhoog, het meest voor mensen met de lage inkomens. Met deze belastingverhoging kan de overheid de tekorten die ontstaan door vergrijzing, betalen.’
    Het is een vorm van liegen die de meeste politici niet voor hun rekening zouden durven nemen. Immers, de ‘belastingverhoging’ waarover ze het hebben is geen verhoging van de belastingtarieven, maar een verhoging van de belastinginkomsten van de staat, omdat mensen die netto meer gaan verdienen in een hoger belastingtarief vallen.
    Als je de logica van de auteurs volgt, worden alle overheidsuitgaven betaald uit een belastingverhoging van mensen met een laag inkomen. Bijna iedereen begint zijn loopbaan immers met een laag inkomen. Als zijn netto-inkomen stijgt, meer belasting betalen. Dat is geen ‘sluipende belastingverhoging voor lage inkomens’, zoals de auteurs beweren, maar de essentie van een progressief belastingstelsel.
    De vrees dat ‘in de verre toekomst’ ook de minima in het 52 procentstarief terechtkomen, is ridicuul. Hun koopkracht is nu minder dan in 1980 en de bezuinigingen van 29 miljard zullen de minima ook nu niet ongemoeid laten. Als de auteurs de ware CPB-bedoelingen willen verhelderen, hadden ze moeten schrijven dat ze 29 miljard willen bezuinigen om de komende decennia de belasting te verlagen voor mensen die meer gaan verdienen. Maar die beslissing is niet aan het CPB. Het zogenaamde ‘framen’, het verdraaien van de waarheid met een mooie of lelijke strik, rukt helaas op in de politiek. Wetenschappers die daaraan meedoen, moeten zich diep schamen.


Red.:   Er is wat tijd verstreken, en Teulings krijgt weer een grote mond. Hij wordt gecorrigeerd uit zeer welingelichte hoek:


De Volkskrant, 14-10-2010, ingezonden brief van H. Ruding, oud-minister van Financiën (Brussel)

Somber

CPB-directeur Coen Teulings prijst de somberheid van zijn CPB in december 2008 over de financiële crisis en haar effecten op de Nederlandse economie in het interview met de Volkskrant op 25 september. Ik citeer: ‘In 2009 kromp de economie met 4 procent in plaats van te groeien met 2 procent. Dat gat van 6 procent maken we niet meer goed.’ En: ‘Een bankencrisis heeft persistente effecten. Dat vermoedden we twee jaar geleden en het blijkt echt zo te zijn.’
    Teulings heeft gelijk wat betreft die negatieve persistente effecten en het huidige lagere welvaartsniveau vergeleken met voor 2008. Hij wekt echter ten onrechte de indruk dat het CPB eind 2008 de ernst van de crisis tijdig en juist heeft gezien. Integendeel: het CPB sloeg toen de plank mis met zijn te optimistische raming van de groei in 2009. In september 2008 voorspelden CPB en minister van Financiën Bos (in de Miljoenennota 2009) een groei van ruim 1 procent in 2009. Zelfs in december 2008 verwachtten zij geen krimp.
    De dissidenten zoals De Nederlandsche Bank en ik, die het effect van de crisis toen realistischer taxeerden met een zware krimp van 3 tot 4 procent in 2009, werden als te somber bekritiseerd, onder meer door het CPB. Maar later bleek die krimp inderdaad 4 procent te zijn.


Red.:   Maar dat weerhoudt de ware oligarch natuurlijk van het verdedigen van zijn belangen:


Uit: De Volkskrant, 31-03-2011, column door Marcel van Dam, socioloog

De dubbele agenda van deskundigen

Louise Fresco, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, hield vorige week vrijdag de Kohnstammlezing over de teloorgang van de wetenschap als bron van onafhankelijke, empirisch toetsbare kennis. Haar betoog is een aanval op het feitenloze debat dat drijft op emotie en vooringenomenheid. 'Zo ontstaan besluiten', zei ze, 'niet op basis van redelijkheid, dat wil zeggen gebaseerd op de beste, zij het per definitie altijd onvolledige kennis. Daarmee wordt onwetendheid als legitieme attitude alleen maar bevestigd.'   ...
    Een ander belangrijk aspect van de teloorgang van de wetenschap als bron van onafhankelijke, empirisch toetsbare kennis, blijft in de lezing van Fresco onderbelicht. Naast haar verhaal in de Volkskrant van 28 maart staat een artikel van Ron Ritzen onder de kop 'Bij elk politiek standpunt een econoom cadeau', waarin hij een aantal voorbeelden geeft van economen die tegenstrijdige meningen verkondigen over politiek relevante economische onderwerpen.
    Het verschijnsel dat deskundigen met het aura van de wetenschap politiek bedrijven, is normaal geworden. Het is kortzichtig om de adviezen van wetenschappelijke adviseurs voor zoete koek te slikken.
    Zondag werd Coen Teulings, directeur van het Centraal Planbureau, geïnterviewd in Buitenhof over de vraag wat de politiek moet doen met de almaar stijgende zorgkosten. Teulings wilde zich als onafhankelijk adviseur niet uitspreken voor een politieke keuze, maar hij wilde wel duidelijk maken welke keuzen er waren. Volgens hem zijn dat er drie. In de eerste plaats kun je niets doen, de kostenstijging gewoon zijn gang laten gaan en financieren uit hogere premies. Dan zal de wal het schip keren, want dan wordt de arbeidsmarkt verstoord omdat de belasting- en premiedruk zo hoog wordt dat steeds minder mensen willen werken. In de tweede plaats kun je de deksel op de pot doen en de zorg maximeren. Dat willen kiezers niet en politieke partijen doen er verstandig aan naar de kiezers te luisteren. In de derde plaats kun je meer zorg uit particuliere bijdragen laten betalen, bijvoorbeeld door meer marktwerking.
    Als objectief, onafhankelijk adviseur zegt Teulings dus tegen de politiek: je kan kiezen uit niets doen, de arbeidsmarkt verstoren en de wal het schip laten keren, de zorg afknijpen en de kiezers schofferen, of meer particulier financieren. Geheel objectief en onafhankelijk zegt hij tussen de regels: als je goed bij je hoofd bent, kun je alleen maar kiezen voor meer particuliere financiering.   ...


Red.:    Het CPB trekt zich nergens wat van aan, en liegt rustig door:


Uit: De Volkskrant, 15-09-2011, van een verslaggever

CPB voorspelt noodzaak nog eens 5 miljard korten

Als de economische groei van Nederland achterblijft bij de voorspellingen, dan moet het kabinet 5 miljard euro extra bezuinigen. Dat komt bovenop de 18 miljard euro die het tot 2015 van plan is te bezuinigen.
    Het crisisscenario van de 5 miljard euro extra bezuinigingen volgt uit de zogenoemde onzekerheidsvariant die het Centraal Planbureau (CPB) in zijn Prinsjesdagstukken heeft opgenomen.   ...


Red.:    Wat het CPB denkt te constateren is een extra gat tussen inkomsten en uitgaven. Het CPB liegt vervolgens dat dat via de uitgaven moet worden opgelost. Het kan net zo makkelijk via de inkomsten, zo niet makkelijker. Hoe het gebeurt is geen zaak van het CPB.
   En ook in de campagne rond het Europese Imperium staat het CPB natuurlijk volledig aan de kant van de graaiende oligarchen - de zaak waar het over gaat is de Griekse financiële crisis:


Uit: De Volkskrant, 16-09-2011, column door Sheila Sitalsing

Frits Wester

...    En zo viel Prinsjesdag onverwachts op de derde verjaardag van de sluiting van Lehman Brothers. ...
    Over de Grieken handelt een opvallende passage in de bijbehorende Macro Economische Verkenningen, die het Centraal Planbureau ook maar meteen op internet gooide. Normaal staan in de MEV dit soort zinnen: 'Het geraamde kwartaalpatroon spoort met wat de CPB-conjunctuurindicator op basis van een groot aantal voorlopende indicatoren aangeeft (zie figuur 3.1, rechts).'
    Maar in het stukje over een eventuele exit uit de eurozone van Griekenland doet het CPB iets wat het nooit doet: op de hurken zittend omstandig aan de lezertjes uitleggen waarom dat een heel erg slecht idee zou zijn. 'Stel dat u als Nederlandse stoelenfabrikant stoelen heeft verkocht aan een restauranthouder op het Griekse eiland Samos. U heeft een vordering in euro's. Stel dat Griekenland uit de euro wordt gezet, in welke valuta luidt uw vordering dan, in euro's of in drachmen? Door de te verwachten devaluatie van de drachme maakt dat nogal wat uit.' En: 'Of de invoering van de euro indertijd nu wel of niet een goede zaak was, is nu niet relevant. Wat telt is dat de kosten van de afschaffing van de euro op korte termijn groot zullen zijn.'
    Het CPB dat gaat uitleggen volgens de 'kijk, je hebt dus een appel en dan nog een appel'-methode. Dat kan maar één ding betekenen: ze zijn wanhopig nu de ratio en de cijfers het onderspit dreigen te delven.


Red.:   Onder die "ratio" verstaat Sheila Sitalsing ook dat we we Griekenald tot aan het einde dert ijden fiancieel moeten ondersteunen, net als het CPB. Die in haae uitleg natuurlijk keihard liegt, door weg te laten wat het gaat kosten als je naast de al geleverde stoelen, ook nog eens gratis alle toekomstige stoelen, voorraden, personeelsalarissen en alle andere zaken nodig om het niet-renderende restaurant in de lucht te houden gaat leveren.
    Teulings geeft weer eens een keer een brevet van onvermogen af. aanleidng is het toekennen van de Nobelprijs in 2011:


Uit: De Volkskrant, 11-10-2011, van verslaggever Jonathan Witteman

Amerikanen delen Nobelprijs

Thomas Sargent en Christopher Sims winnen de Nobelprijs voor de economie voor hun methoden die ‘dagelijks gebruikt worden door alle centrale banken in ontwikkelde landen’.

De Nobelprijs voor de economie is maandag in Stockholm toegekend aan de 68-jarige Amerikanen Thomas Sargent en Christopher Sims. Sargent (New York University) en Sims (Princeton) krijgen de prijs 'voor hun empirisch onderzoek naar oorzaak en gevolg in de macro-economie'.
    Het levenswerk van Sargent en Sims bestaat uit het vorsen van de wisselwerking tussen de economie en beleidsinstrumenten als rentetarieven en overheidsuitgaven. Hoe beïnvloeden belastingverlagingen of renteverhogingen de welvaart en inflatie van een land? Wat gebeurt er als een centrale bank haar inflatiedoel oprekt of een regering minder bezuinigt dan gepland?   ...


Red.:   Het bericht. En hier het commentaar op deze prijs van een ervaringsdeskundige:

  Niet alle economen delen de geestdrift voor de laureaten. Esther-Mirjam Sent, hoogleraar economie aan de Nijmeegse Radboud Universiteit, promoveerde op een dissertatie over Thomas Sargent. Ook volgde ze college bij Sargent aan Stanford. Sargents werk is als 'een mooie schroevendraaier, die uiteindelijk helemaal niet op de schroef blijkt te passen', zegt Sent. 'Het probleem met Sargent is dat zijn modellen niets met de complexe realiteit te maken hebben. Daarom vind ik het misplaatst en verrassend dat daar nu de Nobelprijs naartoe gaat. Ik had gehoopt dat economen iets van de crisis hadden geleerd.'    ...
    Sent herinnert zich haar eerste college van Sargent op Stanford. 'Hij zette drie vergelijkingen op het bord en zei: dit is de economie. Als je daar vragen over hebt, wil ik je niet helpen. Maar heb je vragen over de wiskunde in deze vergelijkingen, dan ben ik bereid je vragen te beantwoorden. Waar haalt hij de arrogantie vandaan, dacht ik.'
    De denkfout in het werk van Sargent, zegt Sent, is dat hij ervan uitgaat dat alle mensen koele, rationele actoren zijn. 'Stel dat de overheid de belastingen verlaagt. De rationele actor weet dat de overheid de belastingen in een later stadium weer zal verhogen, omdat ze de begroting sluitend moet maken. Een rationele burger gaat dus sparen, om te anticiperen op belastingverhogingen in de toekomst. In werkelijkheid gaat maar een klein deel op zo'n rationele manier met de eigen financiën om.'    ...

Vernietigende kritiek.
    Maar wie is er dus hartstikke voor:
  Coen Teulings, directeur van het Centraal Planbureau, beaamt dat. De modellen van Sims en Sargent over de gevolgen van bezuinigingen of belastingmaatregelen op economische groei, inflatie of werkloosheid hebben 'een diepgaande invloed' op het planbureau, zegt Teulings.

Aha, vandaar dat ze er altijd zo consequent naast zitten.
   Natuurlijk is het CPB ook hartstikke voor het oligarchische en uiteindelijk fascistische Europese Imperium - dat Imperium betekent namelijk neoliberalisme en de rest van het fascistische Angelsaksische model:


Uit: De Volkskrant, 21-11-2011, door Gerard Schouw is vice-fractievoorzitter D66 in de Tweede Kamer.

Wees nu eerlijk over soevereiniteitsoverdracht

Het kabinet moet er niet meer omheen draaien, maar bij monde van premier Rutte, eerlijk zeggen dat het tijd is om meer bevoegdheden over te dragen naar Brussel.

Meer bevoegdheden overdragen aan Europa is nodig om de Economische en Monetaire Unie overeind te houden, concludeert het Centraal Planbureau in het deze week gepubliceerde boek Europa in Crisis. ...


Red.:   Natuurlijk hoort het tot de kern van de oligarchie behorende D66 deze keuze van de CPB-oligachen met genoegen aan.
    Rutger Bregman is een van de nieuwe sterren aan het firmament der Grote Monden, met veel bijpassende opvattingen. Maar Bregman springt er een beetje uit door af en toe ook juiste observaties:


Uit: De Volkskrant, 31-03-2012, door Rutger Bregman, historicus en publicist.

Ook CPB heeft geen idee hoe het zit

Economische waarzeggers gijzelen het debat. Hun dikbetaalde 'expertise' zit tjokvol politieke keuzen.

'Wij zijn slecht in voorspellen.' Coen Teulings, de opperrekenmeester van het Centraal Planbureau (CPB), geeft het tenminste gewoon toe. Dat kan van de meeste economen niet worden gezegd. Ventileer een willekeurige mening, bel even met de universiteit en ze leveren zo twee topeconomen die het roerend met je eens zijn. De benodigde cijfers, tabellen en grafieken worden in een zucht tevoorschijn getoverd.
    Economen zijn het altijd over hetzelfde oneens. Bezuinigen en de begroting op orde brengen? Of investeren en de economie stimuleren? Eigenlijk hebben ze geen idee. De marktideologen dichten de markt een superieur economisch inzicht toe terwijl de planners er zelf prat op gaan. Maar keer op keer blijkt dat zowel de wetten van de markt als de plannen met de markt weinig met de werkelijkheid van doen hebben.
    In een wetenschap waar onzekerheid troef is, speelt de discussie zich het liefst af in ideologische sferen. De marktideologen roepen iets over het zalvende effect van marktwerking waarna de plannenmakers oreren over het gevaar van 'kapot bezuinigen'. Maar beiden doen hun uiterste best om de ideologische dimensie van hun discussie te verhullen voor de leek. Daarom wordt het debat in technische termen gevoerd, die een schijn van deskundigheid opwerpen. 'Het gaat mij de pet te boven', denkt jan modaal als hem wordt uitgelegd waarom een 'conjunctureel fluctuerende curve' een 'versoepeling van het ontslagrecht' nodig maakt, wat helaas voor een 'groot arbeidsreserve' zal zorgen. Het enige wat Jan zeker weet is dat hij zijn baan kwijt raakt.
 

Red.:   Wat Jan zeker weet omdat bijna al die economen voor slechts één ding opkomen: het eigenbelang. Een observatie die Bregman weer net even mist.

  Het economisch Latijn wordt gebruikt om politieke keuzen te depolitiseren. Vergelijk het met de priesters in de Middeleeuwen. De leek, die geen barst begreep van de ingewikkelde Latijnse liturgie, werd geacht zich buiten de discussies van de godgeleerden te houden. Hij moest zijn waffel houden en geloven.
    Dus als die ene van De Wereld Draait Door roept dat alles naar de knoppen gaat terwijl de ander beweert dat het allemaal wel meevalt, zien we een zwartgallige protestant en een jolige katholiek die kissebissen over de juiste weg naar het hiernamaals. ...

Waarbij de verhoudingen overigen iets als 10 staat tot 1 zijn, of nog eenzijdiger voor bezuinigingen, dat wil zeggen: bezuinigingen ten koste van vriwele uitsluitend de lagerbetaalden en overige zwakkeren.
  Als de hogepriester van werkgelegenheid Bernard Wientjes ons verzekerd dat het 'één voor twaalf is' en het ontslagrecht de prullenbak in moet, dan mogen wij simpele zielen slechts amen roepen. En als de financiële halfgod Jan Kees zegt dat we zoveel miljard moeten bezuinigen, rest ons de verzuchting dat zijn alwetende wegen ondoorgrondelijk zijn.
    Het politieke debat wordt gegijzeld door economische waarzeggers. Economie gaat niet langer over hoe we samen de taart verdelen, maar is een technische zaak voor zelfbenoemde deskundigen geworden. Hun dikbetaalde 'expertise' zit tjokvol politieke keuzen die weinig met de wetenschap van doen hebben. De experts gaan prat op wat de grootste econoom van de 20ste eeuw, John Maynard Keynes, 'onechte nauwkeurigheid' noemde. Onze kampioenen in 'onechte nauwkeurigheid' zijn de plannenmakers van Coen Teulings. De beste man geeft ruimhartig toe dat zij ook maar wat aanrommelen, maar toch publiceert hij jaar in jaar uit cijfers die tot achter de komma gaan. Het CPB deed 37 voorspellingen in de afgelopen dertig jaar, waarvan drie correct. Een dobbelsteen heeft nog meer profetische gaven, al is het wel weer koddig dat de marktideologen van dit kabinet een centraal planbureau op de blauwe ogen geloven.
    Daar hebben ze een uitgekookte reden voor: het kabinet gebruikt de cijfers van het CPB om ideologische keuzen door te drukken. 'We moeten zoveel miljard bezuinigen, want dat zegt het CPB', is het riedeltje waarmee de onderliggende agenda (een kleinere overheid en verminkte verzorgingsstaat) zo snel mogelijk moet worden gerealiseerd.

Een neoliberale agenda.
    Het is verkiezingstijd, en de neoliberalen van de media zijn weer helemaal dol op het CPB. Wat dat waard is, blijkt hier


Uit: De Volkskrant, 28-08-2012, door Robert Giebels en Gijs Herderscheê

Elke partij weet zichzelf tot kampioen te kronen


Het CPB heeft de verkiezingsprogramma's doorgelicht. Zelfs als de belangrijkste belofte onderuit gaat, noemen de partijen zich nog winnaar.

...    De PvdA belooft meer werkgelegenheid, maar die daalt tot 2040 indien Diederik Samsom aan het roer staat. 'Dat komt', legde PvdA-woordvoerder Ronald Plasterk uit, 'doordat je in de modellen van het CPB beter scoort als je de ontslagbescherming opheft. En dat willen wij niet.'    ...


Red.:   Sowieso een volstrekt willekeurige aanname, maar het is nog erger: er zijn redelijk wat aanwijzingen dat het precies andersom is: minder ontslagbescherming leidt tot meer werkloosheid, zoals blijkt in Amerika, waar de werkloosheid tot weerzinwekkende hpoeveelheden is opgelopen. En als tweede factor dat het leidt tot minder inzet door degenen die wel een baan hebben - je kan tenslotte op ieder willekeurig moment op straat worden gegooid, dus waarom zou je je extra inzetten voor zo'n baas ...?
    De modellen van het CPB staan vol met dit soort willekeurige aanames, de reden dat ze, allang bewezen, zo slecht wereken. Maaar de meeste van die aannames volgen het neoliberalisme, dus de media lusten er wel papa van. Voorgaande stuk was het kopartiklel van de Volkskrant, en die besteedde er nog twee volle binnenpagina's aan.
    Hoe veel erger kan het worde voor het CPB. Nog erger, want één van de ergste onderbuik-neoliberalen van Nederland, voormalig chef-economie van de Volkskrant Frank Kalshoven, is lovend over de leugenmodelletjes:


Uit: De Volkskrant, 01-09-2012, column door Frank Kalshoven, directeur van De Argumentenfabriek

Dankzij keuzes in kaart is onze politiek zo keurig

Met Keuzes in Kaart heeft het Centraal Planbureau (CPB) deze week andermaal een huzarenstukje geleverd. ...
    Dat de KiK knap werk is, staat, voor mij buiten kijf. ...
    KiK is uniek. In geen ander land laten partijen hun voorstellen door een onafhankelijk bureau langs dezelfde meetlat leggen en scoren. Dit werkt, zoals dat zo mooi heet, disciplinerend. Vage plannen, loze beloften, inconsistente voorstellen - het KiK-proces draait er gehakt van.    ...


Red.:    Wel een speciaal soort gehaktmolen die KiK: alles wat niet neoliberaal is, wordt vermalen - de rest komt er onbeschadigd door. En daarom is neoliberaal Kalshoven er als een kind zo blij mee ...
    Een opmerkelijk punt aan een cynicus is dat hij regelmatig ook gelijk heeft - geen wonder, want de wereld zit vol egoïsme en bedrog, met name veroorzaakt door de cynici, en de narigheid die daar uit volgt. Dus hier kan de cynicus Max Pam gaan uitleggen wat er niet klopt  aan de praatjes van de cynici Coen Teulings, neoliberaal directeur van het CPB, en Frank Kalshoven, neoliberaal stukjesschrijver en econoom:


Uit: De Volkskrant, 05-09-2012, column door Max Pam

Echo van de maakbare samenleving


...    Mij is het al een heel ding waard als politici zouden stoppen met te verwijzen naar cijfers van het Centraal Planbureau. Dat zijn geen reële cijfers, maar spookcijfers. Ten eerste berekent het CPB de gevolgen in het geval het programma van één partij helemaal wordt uitgevoerd, wat nooit zal gebeuren. Ten tweede becijfert het CPB de effecten voor een toekomst die vrijwel zeker nooit zal bestaan. Er is een oneindig aantal toekomsten denkbaar, waarvan de CPB er slechts één doorrekent.
    Logisch dat de voorspellingen nooit uitkomen. De kans dat het CPB een juiste voorspelling doet, is daarom oneindig klein. De beste illustratie van de onzinnigheid van de CPB-cijfers was de voorspelling dat de economie in 2070 met 3 procent zal zijn gegroeid als wij vandaag in het onderwijs investeren. Het CPB had dat naar aanleiding van het D66- programma uitgerekend.
    Zoiets is pseudowetenschap. Vrijwel niets van de gepresenteerde CPB-cijfers zal in de toekomst tot werkelijkheid worden verheven. Eén politicus had het zelfs over 'de pijn die de CPB-cijfers zullen veroorzaken'. Dat is geen fantoompijn in een lichaamsdeel dat is afgezet, maar in een lichaamsdeel dat je nooit hebt bezeten.
    Ik wil niet beweren dat het CPB nutteloos werk verricht, maar het is vreemd dat het planbureau zich het onzinnig gebruik van zijn cijfers laat aanleunen. Het Centraal Planbureau is opgericht in 1945 door Jan Tinbergen. Economen dachten toen in tien- en vijfjarenplannen, en de grote tijd van de maakbare samenleving moest nog komen.
    Intussen is de maakbare samenleving, die ook Joop den Uyl voor ogen stond, verder weg dan ooit. De werkelijkheid is weerbarstiger en het gedrag van grote groepen mensen blijkt toch niet zo maakbaar. En dan hebben wij het nog niet eens over plotselinge uitvindingen, zoals internet, die de wereld ingrijpend veranderen. Dat alles maakt het CPB toch tot een overblijfsel uit een verleden tijd. Ik geloof ook niet dat er in andere landen soortgelijke bureaus bestaan. Misschien nog in Noord-Korea, daar wil ik vanaf wezen.   ...


Red.:   Aardig verwoord, hè ... Dat is ook een kenmerk van cynici: ze zijn vaak goed in taal. Maar consistentie hoort weer niet tot hun sterktes. Want neem het volgende over de neoliberaal en cynicus (hij liegt als de raven, ook zo'n kenmerk van cynici uitleg of detail ) Mark Rutte:

  Met dit in mijn achterhoofd vond ik hilarisch dat uitgerekend de liberaal Mark Rutte uitgerekend de socialist Emile Roemer te lijf ging met de CPB-cijfers. Het ging over de werkgelegenheid. Roemer keek veel meer naar de korte termijn - meer banen, nu! - terwijl de VVD-plannen juist op de lange termijn meer banen zouden genereren. Het leek warempel of het Rutte was die, zonder het te beseffen, in de maakbare samenleving geloofde. Een mooier geval van Umwertung aller Werte is niet denkbaar.

Wat Rutte dus kan doen, omdat de modellen van het CPB hartstikke neoliberaal zijn.
    En op dezelfde dag:


Uit: De Volkskrant, 05-09-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard
 

Waar is het orakel van Nyfer?

Tussentitel: Het zou goed zijn als iemand de cijfers van het CPB relativeerde

Ooit was Eduard Bomhoff de luis in de pels van het Centraal Planbureau (CPB). Hij was toen hoogleraar economie aan de Business University in Breukelen en de bekendste econoom van Nederland.
    In 1995 richtte hij zijn eigen glazen bol op - het Nyenrode Forum for Economic Research (Nyfer) - waarmee hij wilde aantonen met eentiende van de mensen net zo goed te kunnen voorspellen als het staatsplanbureau. Hij gooide de complexe modellen overboord en baseerde zich op simpele marktinformatie zoals obligatiekoersen.
    Na vijf jaar was de stand 7-7, tenminste zeven keer had het CPB de groei beter voorspeld en zeven keer Nyfer. ...


Red.:   Precies de uitslag die je zou verwachten als beide modellen ten opzichte van de werklijkheid volkomen willekeurige uitspraken doen.
    Maar er is nog wat interessants te vernemen:

  Uit puur opportunisme stapte hij in 2002 over van de PvdA naar de LPF, zodat hij minister en vicepremier kon worden in Balkenende I. ... Na 87 dagen was het kabinet al gevallen.
    Eduard Bomhoff nam wraak door uit de school te klappen over de vergaderingen van de ministerraad en vereffende ook nog een oude rekening met het CPB door te onthullen dat toenmalig directeur Henk Don op verzoek van minister Hans Hoogervorst bereid zou zijn geweest het begrotingstekort voor 2003 wat gunstiger uit te laten vallen. 'Het CPB is niet ongevoelig voor politieke druk', laakte hij de zogenoemde onafhankelijkheid van de overheidsinstantie.

En dat is alleen maar erger geworden, want nu dient men niet een regring, maar een dielogie: het neoliberalisme. (Tussen twee haakjes: Don zit nu bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit, en die NMa was de redactie al opgevallen als een corrupt orgaan).
    En een definitief bewijs dat hetr CPB manipuleert en liegt met cijfers:


Uit: De Volkskrant, 11-09-2012, door Arnold Heertje, emeritus-hoogleraar economie en Jasper van Dijk is lid van de Tweede Kamer voor de SP.

SP kan onderwijsbeleid PvdA stevig hervormen

Het onderwijs gaat ons beiden ter harte. Daarom betreuren wij de geringe aandacht voor het onderwijs in het verkiezingsgeweld. De politieke beslissingen over het onderwijsbeleid zijn op termijn van groot gewicht voor toekomstige generaties. ...
    Aan de linkerkant van het politieke spectrum bestaat een groot verschil tussen PvdA en SP wat betreft de verantwoordelijkheid voor de ontstane zorgelijke situatie en de uitgangspunten voor het herstellen van de aangerichte schade. ...
    Wanneer het gaat om het corrigeren van de fouten uit het verleden heeft de SP het psychologische voordeel niet gebonden te zijn aan patronen die nu het onderwijsveld beheersen. Onbelemmerd kan worden ingezet op het aanpakken van de bureaucratie, bijvoorbeeld door het afschaffen van de HBO-raad en de MBO Raad, het terugdringen van managementlagen, het dirigeren van geldstromen naar de werkvloer, het zorgdragen voor een vakinhoudelijk hoogwaardige lerarenopleiding en het terugdraaien van schaalvergroting.
    De PvdA heeft er moeite mee de noodzaak van deze maatregelen breed uit te meten, niet alleen omdat nog wordt vastgehouden aan verouderde denkbeelden, maar ook omdat veel geestverwanten op basis van de achterhaalde structuren werkzaam zijn. ...
    ... De SP wil een trendbreuk forceren door een ander bestuursmodel in te voeren. De overtollige lagen tussen minister en leraar verdwijnen. De huidige lumpsumfinanciering, waarbij scholen één budget krijgen, wordt opgeknipt in een deel voor leraren en een deel voor overige zaken. Daarmee wordt voorkomen dat onderwijsgeld weglekt naar management of dure nieuwbouwprojecten. Grote onderwijsinstellingen worden opgesplitst in overzichtelijke scholen. Managers kunnen niet meer vrijelijk beschikken over miljoenenbudgetten zonder verantwoording af te leggen.
    Er komt een eind aan het georganiseerd wantrouwen in de vorm van prestatie-indicatoren waarmee leraren om de oren worden geslagen. Door het CPB zijn de grootscheepse bezuinigingen van de SP op de bureaucratie in het onderwijs ten onrechte geboekt als bezuinigingen op de werkvloer van het onderwijs. Van het vergroten van klassen, zoals het CPB en Ferry Haan (O&D, 7 september) menen, is aldus geen sprake.    ...


Red.:    Het neoliberalisme van het CPB betekent dat het aan de kant staat van '... bureaucratie, ... het dirigeren van geldstromen [weg van] de werkvloer, het [verdwijnen] voor een vakinhoudelijk hoogwaardige lerarenopleiding en ... schaalvergroting. ... overtollige lagen tussen minister en leraar ... De huidige lumpsumfinanciering, waarbij scholen één budget krijgen... onderwijsgeld weglekt naar management of dure nieuwbouwprojecten. Grote onderwijsinstellingen ... Managers kunnen ... vrijelijk beschikken over miljoenenbudgetten zonder verantwoording af te leggen.'
    En dus is tegen de plannen van de SP die al deze zaken - zaken die ook in het belang zijn van henzelf en hun sociale groep. Dus je liegt dat bezuiningnen daarop bezuinigingen op het onderwijs zijn.
    Eigenlijk best een reden voor strafrechtelijke vervolging. Als een brandweer-team willens en wetens een huis laat afbranden, komen ze er in ieder geval wel voor in aanmerking. Waarom niet het CPB, dat willens en wetens bezig is ons sociale huis af te branden, met bewijsbare leugens ...?
    Weer een paar mensen die naar de brandstichters wijzen:


Uit: De Volkskrant, 05-10-2012, van verslaggever Tjerk Gualthérie van Weezel

'CPB zit verkeerd met huizenmarkt'

Het model waarmee het Centraal Planbureau (CBP) de woningmarkt nabootst is 'onbruikbaar' en kan politici ten onrechte afschrikken om de woningmarkt aan te pakken. Dat stellen twee hoogleraren woningmarkt.


In het model worden volgens Peter Boelhouwer (TU Delft) en Johan Conijn (Universiteit van Amsterdam) aannamen gedaan die dubieus zijn. 'Daardoor zou het model eigenlijk niet gebruikt moeten worden', zegt Conijn. ...
    De manier waarop het planbureau de gemiddelde huizenprijs berekent, vindt hij het grootste manco. De rekenmeesters gaan ervan uit dat iedere toekomstige beperking van de hypotheekrenteaftrek direct wordt verrekend in de huizenprijs. 'Dat is totaal niet reëel', volgens Boelhouwer.
    Hij verwijst naar Groot-Brittannië , waar de geleidelijke afschaffing van de renteaftrek geen grote schok in de prijzen heeft veroorzaakt, maar ook naar recente beperkingen van de hypotheekrenteaftrek in Nederland. Zo zijn hypotheken sinds 2001 maximaal dertig jaar aftrekbaar en mag sinds de zomer van 2011 nog maximaal de helft van een nieuwe hypotheek aflossingsvrij zijn. Boelhouwer: 'Dat heeft niet tot een grote schok in de prijzen geleid, zoals je op basis van het CPB-model wel zou verwachten.'
    Prijzen worden veel sterker bepaald door de vraag hoeveel mensen maximaal aan een huis mogen uitgeven. Iedere keer dat in het recente verleden de leenregels strenger werden en kopers minder hypotheek konden krijgen, daalden de prijzen. Boelhouwer: 'Dat zie je ook om je heen, iedereen die een huis gaat kopen kijkt hoeveel hij mag lenen en zoekt op basis daarvan het beste huis dat hij kan betalen.' Aangezien alle hervormingen die tot nu toe zijn geopperd geleidelijk worden ingevoerd, zal er aan het maximaal te lenen bedrag niet ineens veel veranderen.    ...
    Er zijn meer punten waar het model van het CPB de toekomstige ontwikkelingen niet goed benadert, zegt Johan Conijn. 'In de markt wordt vermoedelijk al sterk rekening gehouden met vermindering van de hypotheekrenteaftrek waardoor de prijsdaling al heeft plaatsgevonden, terwijl het model van het CPB dat buiten beschouwing laat.'
    Verder houdt het CPB geen rekening met de problemen op de kapitaalmarkt. 'Het is bijvoorbeeld onmogelijk om mee te rekenen dat banken veel terughoudender zijn om huizen te financieren. Terwijl dat zeer bepalend is voor de hoogte van de huizenprijs.' ...


Red.:   De vraag: Wat zit er dan wel in dat model? Wat de waarde van zo'n gemankeerd model is, blijkt uit deze:

  Ook voor de huurmarkt ziet hij vreemde dingen in het model. Zo zou de vraag naar huurwoningen stijgen als de huren stijgen.

Totaal absurd. Maar wel gewenst als je een neoliberaal bent en een huizenkoper. Dan wil je dit uit je model zien komen, want dan neemt de politiek de beslissing om de huren te verhogen, zodat de subsidie voor de koper, de hypotheekrenteaftrek, in stand kan blijven.
    Nog geen maand later komt de definitieve bevestiging, natuurlijk tussen neus en lippen door, want de Volkskrant staat vierkant achter stelen van de armeren:


Uit: De Volkskrant, 07-02-2013, van verslaggever Tjerk Gualthérie van Weezel

CDA heeft sleutels woonmarkt in handen
...
Sleutel 4 marktconforme huren
In het regeerakkoord is een plan gelanceerd de huren voor sociale huurwoningen voortaan meer 'marktconform' te maken. Dat wilde het kabinet doen door het woningpuntensysteem waarmee de hoogte van sociale huren nu wordt berekend, volledig te vervangen. Het kabinet wilde de maximaal redelijke huur voortaan vaststellen op 4,5 procent van de WOZ-waarde van de huurwoning.
    Dat plan is terug naar de tekentafel, omdat het in de praktijk heel anders uitpakt dan het Centraal Planbureau had berekend. Woningcorporaties in Limburg gaan failliet, terwijl de huren in Amsterdam met vele honderden euro's zouden stijgen. Dat was niet de bedoeling. Op het ministerie werken ze aan een nieuw plan.    ...


Red.:    Het eigenbelang slaat ze zo blind, dat ze meest stupide fouten begaan.
    Het CPB is dus, maatschappelijk gezien, inderdaad misdadig: stelen van de armeren ten behoeve van de rijkeren.
    En hebben weer een nieuwe vorm van ploertigheid ontdekt:


Uit: De Volkskrant, 09-01-2013, van verslaggever Raoul du Pré

Plan bureau bepleit verkleining basispakket

Politiek hevig oneens over solidariteit zorg


De suggestie van het Centraal Planbureau (CPB) om de stijgende kosten van de gezondheidszorg in hogere mate af te wentelen op de lagere inkomens, ...


Red.:    Goor, hè ...?Maar men had weer uitsluitend oog voor de eigen portemonnee:

  de CPB-brief De prijs van gelijke zorg, die begin deze week verscheen. Daarbij rekent het Planbureau uit hoe de zorgkosten verdeeld worden. Conclusie: hoe lager de opleiding, hoe 'duurder' een Nederlander in de zorg is. Lager opgeleiden sterven weliswaar jonger maar dat 'compenseert' hun grotere beroep op de zorg tijdens hun leven niet. Opgeteld over de hele levensloop is het zorggebruik door mensen met alleen basisonderwijs gemiddeld ongeveer 3.000 euro per jaar. Voor hoogopgeleiden is dit 2.000 euro.

Wat ruim ruimschoots gecompenseerd wordt, en vrijwel zeker sterk overgecompenseerd, door het verschil in kwaliteit van leven. Alleen al het hebben van ondergeschikte functies waarin je veel minder vrijheid hebt je eigen leven in te richten, is sterk bepalend voor de kwaliteit van het leven. En dus ook sterk bepalend voor je lichamelijke welbevinden, en ook gezondheid.
    Maar wat de lieden bij het CPB het gezinde verstand weer volledig ded verliezen, dawas natuurlijk dit:
  Daar komt bij dat laagopgeleiden jaarlijks zelf ongeveer 2.000 euro bijdragen aan de zorg. Hoogopgeleiden betalen gemiddeld 4.000 euro.

Maar zelfs de Volkskrant is zich bewust van de waarheid:
  Die vergelijking gaat overigens alleen op in absolute bedragen. Relatief besteden lageropgeleiden juist een groter deel van hun inkomen aan de zorg dan hogeropgeleiden (22,8 tegen 20,5 procent).

Het bekende "centen en procenten"-verhaal dat economen gebruiken om de lagerbetaalden op te lichten te eigen voordele. Waarmee ze ook in de politiek voortdurend bezig zijn:
  Dat verschil wordt de komende jaren groter, onder meer doordat het kabinet het eigen risico voor veel behandelingen verhoogt. Dat tikt relatief zwaarder aan bij de lagere inkomens.

Gore oligarchen, allemaal.
    Nog zo eentje:


Uit: De Volkskrant, 10-01-2013, column door Wouter Bos, econoom en politicoloog

De dansende econoom en de zorgkosten

Tussentitel: Stiekeme solidariteit wordt eerder geslikt dan transparante solidariteit

...  toen ik de reacties las op het rapport dat het Centraal Plan Bureau deze week publiceerde over de kosten van de zorg. Op dat rapport valt veel aan te merken maar de centrale stelling klopt: uit de hand lopende kosten van de zorg vormen de grootste bedreiging voor een solidaire financiering van de zorg.    ...


Red.:   Voor welke uit de hand lopende kosten als eerst oorzaak de betaling van de hogeropgeleiden, de managers en specialsiten, is. Bos weet er niets van. Het waarom blijkt nu:

  De analyse van het Centraal Plan Bureau is niettemin intrigerend, bijvoorbeeld omdat de problemen die mogelijk in het verschiet liggen als financiering van de zorg tot nog meer herverdeling noopt, heel concreet gemaakt worden.
    Het CPB doet dit door in te zoomen op de verschillen tussen laag opgeleiden en hoog opgeleiden. De economen laten zien dat laag opgeleiden gedurende hun hele levensloop relatief meer van de zorg gebruiken en er relatief minder voor betalen dan hoog opgeleiden.

Een gore leugen. Ze betalen er absoluut, in euro's, minder voor, maar, zoals boven gezien,, in percentage van hun inkomen, meer. En ga je uit van vrij-besteedbaarinkomen in plaats het totale, dat wil zeggen: minus de kosten van levensonderhoud, ligt die verhouding nog veel en veel schever.
    Die Bos heeft ooit iets gedaan bij de PvdA, net als Wim Kok, maar is zodra het erop aankomt, net als Wim Kok en vele van de "sociaal-democraten", een bijna even gore graaiers als het rechtse contingent. Wat hij ook nog eens toegeeft:
  Welbegrepen eigenbelang is een degelijker ondergrond voor solidariteit dan altruïsme.

Het punt hierin is, dat lieden die dit argument gebruiken, er meestal een totaal verwrongen beeld van de werkelijkheid op na houden - dat ze niets "welbegrijpen".
    Hoe verwrongen dat beeld is, blijkt uit de reacties:


Uit: De Volkskrant, 10-01-2013, ingezonden brief van P. Molendijk, Dongen

Solidariteit en veelverdieners

Het CPB maakt zich zorgen over de 'Solidariteit Zorg' en vindt dat deze onder druk is komen te staan. Men wil de kosten afwentelen op de lagere inkomens, laag opgeleiden kosten meer. Dat dit door economen geconstateerd wordt, geeft vooral aan dat zij alleen maar naar cijfers kijken, niet naar mensen.
    Boven dit artikel staat vermeld wat grootverdieners jaarlijks innen, dat gaat dus over de hogere inkomens. Even tellen en kijk: er staan zeker 16 mensen vanuit de zorg(verlening) in dat rijtje. Is het dan niet zo dat deze grootverdieners duurder zijn voor de zorg dan de mensen met een lager inkomen?


Red.:   Oftewel: dit al genoemde  argument is door iedereen zonder verwrongen vorm van 'welbegrepen eigenbelang' in te zien. En de volgende reageerder legt een nog wat hoger patroon daarvan bloot. Dit was deze redactie even vergeten:


Uit: De Volkskrant, 10-01-2013, ingezonden brief van Kees Bogaard, Den Haag

Solidariteit

In de discussie over de solidariteit van de hoger opgeleiden met de lager opgeleiden bij de zorgkosten wordt weleens vergeten dat het bij de pensioenen precies omgekeerd is. Door de 6 à 7 jaar hogere levensverwachting van de hoger opgeleiden worden die pensioenjaren in hoge mate betaald door de lager opgeleiden. De jaarlijkse pensioenopbouw is immers een bedrag dat afhangt van de betaalde premie en de gemiddelde levensverwachting. Wellicht kan het CPB dat ook eens berekenen.


Red.:   Hetgeen het CPB onverkort neerzet als de gore oplichters die het zijn.
    En nog een mooie versie


De Volkskrant, 10-01-2013, ingezonden brief van Jan Stellenpoot, Heerhugowaard

Profiteren

Onlangs heeft het CPB de politieke stelling ingenomen dat de huidige wijze van premieheffing voor de zorgverzekering de solidariteit tussen hoge en lage inkomens, hoog- en laagopgeleiden ondermijnt. Ze stelt dat laagopgeleiden een zwaarder beroep doen op de zorgkosten dan hoogopgeleiden. Me dunkt dat het CPB zelf de solidariteit tussen hoog- en laag- opgeleiden en hoge en lage inkomens ondermijnt.
    Het CPB suggereert dat het beroep op de gezondheidszorg correleert met het opleidingsniveau. Hoger opgeleiden zouden gezonder leven dan lager opgeleiden. Wat het CPB niet vermeldt, is dat lageropgeleiden meestal werk doen dat fysiek zwaarder belastend is, meer gezondheidsrisico's met zich meebrengt en meer gezondheidsschade veroorzaakt. Neem bouwvakkers, stratenmakers, schoonmakers, lopendebandwerkers.
    Zo beschouwd is hoogopgeleid zijn een garantie voor fysiek minder zwaar belastend werk. Hogeropgeleiden starten vanwege de langere duur van hun opleiding hun arbeidzame leven veelal op latere leeftijd dan lageropgeleiden. De fysieke slijtageslag begint voor hen dus op latere leeftijd, zo'n 4 à 5 jaar later. Ze beginnen dan ook zo'n 4 à 5 jaar later met betaling van inkomstenbelasting en sociale lasten.
    Bovendien profiteren hogeropgeleiden meer van allerlei subsidies dan lageropgeleiden (kijk naar studiefinanciering, hogere hypotheekrenteaftrek omdat ze zich duurdere woningen kunnen permitteren, meer profijt van allerlei subsidies op culturele voorzieningen enzovoorts).
    De hoogopgeleiden hebben het dus goed geregeld voor zichzelf. Ze kunnen fysiek zwaarder belastend werk, dat toch gedaan moet worden, laten doen door de lageropgeleiden die er ook nog lager voor betaald worden. Een mooie manier van afschuiven van gezondheidsrisico's.


Red.:    Hetgeen het CPB nog eens goed laat zien als de grote klassenuitbuiteres die het zijn.
    Zelfs de Volkskrant keert zich hier van af:


Uit: De Volkskrant, 11-01-2013, hoofdredactioneel commentaar, door Raoul du Pré

Solidaire zorg

Volgens het CPB staat de solidariteit in de zorg onder druk. Als dat al zo is, is het zeker niet terecht.


Tussentitel: Toegankelijkheid zorg moet worden gekoesterd

Prima dat het CPB er op wijst hoezeer de kosten van de zorg ons boven het hoofd groeien. ...
    Het beeld is helder: de zorg wordt te duur, vooral voor de lager opgeleiden. Vervolgens schetst het CPB twee opties. Eén: meer geld vragen van de veelverdieners. Twee: de lager opgeleiden laten bloeden voor hun relatief ongezonde leefstijl door hun rechten op verzekerde zorg in te perken. In de waarschuwing van de economen schemert hun voorkeur door: pas op met meer geld vragen van de welgestelden, want dat is slecht voor de economie. Bovendien 'komt de solidariteit onder druk te staan'.    ...
    ...De CPB-sommen tonen vooral aan dat hoger opgeleiden in euro's weliswaar veel bijdragen, maar procentueel juist een stuk minder. En dat verschil groeit. Het stelsel wórdt al minder solidair.
    Dat zou de echte zorg van het CPB moeten zijn. Er is al genoeg dat welgestelden zich kunnen permitteren en de armeren niet. Zorg mag daar niet bij gaan horen. ...


Red.:   Nou, de afkeuring van de Volkskrant met betrekking tot een neoliberaal plannetje wil wat zeggen ... Voor de zoveelste keer heeft het bestaan van een sterke SP zijn nut en belang bewezen.
    Ze hebben er meteen weer spijt van. Want in hun oneindige arrogantie en domheid dachten ze de resultaten van hun werk voorafgaande aan de verkiezingen van 2012 en de onderhandelingen erna in het openbaar te kunnen vieren:


Uit: De Volkskrant, 17-01-2013, verslaggever Robert Giebels

Hoogleraar Bas Jacobs: onverstandig van Planbureau partijstandpunten in Rutte II toe te delen

'CPB moet buiten het politieke debat blijven'


Tussentitel: Regeerakkoord laat duidelijk zien dat onze doorrekening nuttig is gebruikt - Woordvoerder Planbureau

Het Centraal Planbureau (CPB) had beter niet kunnen meten hoeveel VVD- en PvdA-standpunten in het regeerakkoord van Rutte II zijn terechtgekomen. 'Het CPB doet er niet goed aan scheidsrechter te zijn in het politieke debat met een meetlat die zo krom is als een hoepel.'.
    Dat zegt de Rotterdamse hoogleraar overheidsfinanciën Bas Jacobs, van 1999 tot 2005 werkzaam bij het CPB en nu hieraan verbonden als 'academic partner', een klankbordfunctie.
    Gisteren publiceerde het planbureau een studie die het regeerakkoord vergelijkt met de door het CPB doorgerekende verkiezingsprogramma's van coalitiepartijen VVD en PvdA. Gekeken naar het aantal in geld uit te drukken maatregelen is 59 procent van het VVD-programma in het akkoord opgenomen, en 42 procent van de PvdA. Als daarbij rekening wordt gehouden met de omvang van de plannen worden die percentages 77 (VVD) en 41 (PvdA).    ...


Red.:   De Volkskrant heeft onmiddellijk een neoliberale goede vrind gebeld om de zaak weer proberen recht te zetten. Natuurlijk zijn de opmerkingen zelf zulke gotspe's dat ze in aanmerking komen voor bij de uitverkiezing van de top-gotspe aan het eind van het jaar: het CPB doet niets anders dan neoliberale praatjes verkopen, verhuld in een wolk van zorgvuldig geselecteerde cijfers.
    Het CPB is bijzonder diep gezonken - zelfs de Volkskrant, "Waar geen journalist te vinden is die het kapitalisme niet ondersteunt" (woorden van hoofdredacteur Philippe Remarque uitleg of detail ) zet kanttekeningen bij haar functioneren:


Uit: De Volkskrant, 28-02-2013, van verslaggever Robert Giebels

CPB is al lang niet meer die onaantastbare rekenmeester

Vandaag staan opnieuw de economische prognoses van het CPB centraal. Maar voor hoelang nog?


Het Centraal Planbureau heeft last van twee clichés. Dat ene over vertrouwen dat te voet komt en te paard gaat en het andere over hoge bomen en de wind die ze vangen. De rekenmeester van het kabinet is sinds de kredietcrisis een steeds hogere boom geworden en krijgt navenant stevige kritiek. Daardoor erodeert het vertrouwen in de stellige cijfers, voorspellingen en beweringen van het economische onderzoeksinstituut. Want gezag en onafhankelijkheid gedijen niet bij weerstand.
    Het Centraal Planbureau (CPB) wil meer dan het kan, is de conclusie van een commissie die de organisatie vorig jaar tegen het licht hield. 'Het CPB laat zich ertoe verleiden op dun ijs te schaatsen, waardoor de kans op fouten toeneemt.' ...


Red.:   En wat is de kracht die het CPB verleidt op dun ijs te schaatsen: de zucht naar het neoliberalisme. Ideologie. Religie. Ook bij het CPB zit geen mens die niet in het kapitalisme gelooft. Wat ze gevangen hebben in een model:

  ... de gerenommeerde Duitse hoogleraar economie Martin Hellwig, die in 2010 het CPB doorlichtte, was nog duidelijker over de modelafhankelijkheid van het CPB. De meeste tijd en geld gaan op aan het voeden van voorspellende cijfermodellen, stelde Hellwig, beleefd maar vernietigend. En dat gaat ten koste van het denken over wat er werkelijk gebeurt in een economie. ...

Maar de Volkskrant is nog steeds hoopvol (de eigen portemonnee is tenslotte het liefste wat er is op aarde, en het CPB weet zo lekker het geld uit de zakken van de lagereinkomensgropeen te kloppen):
  Want eerst is een minister, die zijn of haar verregaande voorstellen baseert op een rammelend CPB-cijfer, voer voor de oppositie. Dan besluit het hele kabinet om maar niet meer blind te varen op de onafhankelijke rekenmeester. Zeker als die meer doet dan hij feitelijk aankan. Daarmee is het lot van het CPB bezegeld, maar staat ook de politiek met lege handen, want het Planbureau is een monopolist.
    Zo ver is het nog lang niet. Maar als het CPB de aanzwellende kritiek niet weet te keren, is de kans groot dat het te voet gekomen vertrouwen, te paard vertrekt.

Stel je voor ... Dan staan de barbaren (is: "gewone mensen") aan de poort.
    Nog een stukje reclame - uit het katern Wetenschap:


Uit: De Volkskrant, 09-03-2013

In onderzoek | Week 10
...
Tussenstuk:
'Investeren in wetenschap lijkt bij CPB weggegooid geld'

Aldus president Hans Clevers van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, deze week bij BNR-radio. Clevers wil dat er een commissie komt die de waarde van onderwijs en wetenschapbeter in de economische modellen onderbrengt. Nu zien economen alleen de kostenpost


Red.:    Natuurlijk betrekken ze dat kostenpost-zijn niet op zichzelf ...
    De campagne op het nieuwe terrein gaat door, maar daar dreigt er toch iets mis te gaan, in de manier van argumenteren:


Uit:  De Volkskrant, 28-03-2013, column door Marcel van Dam
   

De waarde van mensenlevens

Tussentitel: Waarom niet per persoon berekenen wat de kosten opbrengsten zijn?

...    Een agressieoorlog betekent het ondergeschikt maken van mensenlevens aan politieke doeleinden. De aandrang om dat ook in vredestijd te doen, wordt steeds sterker. Met name in de gezondheidszorg. Het jongste CPB-rapport Toekomst voor de Zorg maakt de geesten verder rijp op die weg voort te gaan.
    Ik weet natuurlijk ook wel dat er een groot verschil is met het voeren van oorlog, maar ten diepste, ik kan het echt niet anders zien, is het onnodig en tegen de eigen wens in laten sterven van een mens uit financieel-economische motieven even monsterlijk. Volgens het CPB moeten de kosten van een medische ingreep worden afgewogen tegen de levensduur die ermee wordt gewonnen. Als die kosten te hoog zijn, moet worden afgezien van behandeling, ook als de patiënt sterft. Solidariteit heeft nu eenmaal grenzen. De opsteller van het rapport, Casper van Ewijk, verwierp in de Volkskrant de suggestie dat dit een kille economische benadering is. Het gaat slechts om kosteneffectiviteit.    ...


Red.:   Zoals hier al meerdere malen gesteld: het onderhouden van economen, in wat voor vorm of gedaante dan ook, is het tegengestelde van effectief. Dus onmiddellijk afmaken die lui, want verder kunnen ze niets. Marcel van Dam trekt de conclusie op een wat gematigder toon, maar maakt er toch gezellig gehakt van:

  Er is natuurlijk geen enkele logische reden om het bij het berekenen van het rendement van een medische behandeling te laten. In de economie kent men het begrip net present value of net present worth (NPW) om te berekenen of een investering op langere termijn lonend is. Waarom niet per persoon of bevolkingsgroep berekenen wat de kosten en opbrengsten zijn? Zoals voor investeringen de NPW berekend kan worden, kan het CPB ook voor mensen een NPW, een Netto Persoonlijke Waarde berekenen. We kunnen dan op een wetenschappelijke manier de kosten van mensen en bevolkingsgroepen afzetten tegen de opbrengsten voor de economie.
    We calculeren, tegen een disconteringsvoet gelijk aan de rente op staatsobligaties, de toekomstige productie van mensen en zetten die af tegen de kosten voor de samenleving. De gemiddelde uitkomst noemen we de 'neutro'. Wie daarboven valt, zit goed. Wie minder oplevert, kan maar het beste verdwijnen of niet verschijnen. De helderheid van het systeem is meteen duidelijk bij mongooltjes: geen enkele opbrengst - ongeacht de disconteringsvoet - en alleen maar kosten, vanaf de geboorte tot het graf.
    We moeten wel consequent zijn. Wat te doen met mensen die aanvankelijk productief lijken maar het later niet blijken te zijn? Wat doen we bij voorbeeld met al die economen die met hun foute voorspellingen de politiek op het verkeerde been zetten, maar nooit afgerekend worden op de destructieve gevolgen ervan? Daarom voeren we bij het berekenen van hun NPW een negatief bedrag in dat door de betreffende econoom moet worden betaald om de gevolgen van zijn fouten te compenseren.
    En als hij dat niet kan betalen? Tja... Solidariteit heeft nu eenmaal grenzen.

Net als Shylock snijden we wat ze ons nog te goed zijn als vlees van hun lichaam. En dan is gewoon in één keer koudmaken nog mensvriendelijker.
    Het is volstrekt overbodig geworden, maar nog een voorbeeldje:


Uit: Leids universiteitsblad Mare, 14-03-2013, door Vincent Bongers

'Dit kost de wetenschap geld'

Planbureau zou niet genoeg rekening houden met onderwijs

Een grote meerderheid in de Tweede Kamer wil dat het Centraal Planbureau (CPB), het adviesorgaan van het ministerie van Economische Zaken, in haar modellen meer rekening gaat houden met de effecten van investeringen in het onderwijs. Het bureau is het niet eens met de kritiek.


D66, CDA en regeringspartijen PvdA en VVD stellen in een motie aan het kabinet dat in de modellen van het bureau ‘positieve effecten’ van investeringen in het onderwijs ‘niet altijd voldoende’ tot uiting komen. En dat terwijl geld uitgeven aan onderwijs ‘evident’ gunstig is voor economische groei.
    De partijen baseren hun motie deels op kritiek van Hans Clevers, de president van wetenschapskoepel Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Die zei in een gesprek met Business News Radio vorige week dat het ‘CPB-regime de wetenschap geld kost.’ Het bureau rekent voor een kabinetsperiode van vier jaar. En dat is te kort. Elke investering moet in die tijdsspanne rendement opleveren. In het geval van onderwijs en wetenschap is dat niet haalbaar, vindt Clevers.    ...


Red.:   Niet alleen 'niet haalbaar', het is totaal onmogelijk. Onderwijsinvesteringen verdienen pas terug op termijn van decennia.  Maar het CPB heeft tegenargumenten:

  Het CPB is het niet eens met de kritiek en verweert zich op haar website. De waarde van wetenschap, onderwijs en innovatie zit volop in de berekeningen: ‘Het CPB behandelt in haar analyses alle bestedingen op dezelfde wijze. Immers, zij zijn een afspiegeling van de waarde die de samenleving aan die bestedingen toekent. Uitgaven door de overheid aan onderwijs, innovatie en wetenschap worden daarom op dezelfde manier behandeld als uitgaven aan cultuur, zorg of politie, als investeringen van bedrijven, of uitgaven voor consumptie.’

Ach jee ... "Uitgaven aan wetenschap worden op zelfde wijze beoordeeld als die aan cultuur". Een zelfafgegeven verklaring van volkomen stompzinnigheid. En ze zeggen ook nog hoe ze aan die stompzinnigheid zijn gekomen: "De waarde van bestedingen is wat de samenleving eraan toekent". Dus als de samenleving een hoge waarde toekent aan André Hazes, zijn investeringen in André Hazes van dezelfde economische waarde als die in, zeg, André Geim (ja, die naam is niet bekend, maar die heeft met Nederlands geld het nieuwe materiaal "grafeen" uitleg of detail ontdekt, wat zeer veel economische waarde lijkt te gaan opleveren - iets in de buurt van de waarde van elektriciteit).
 
Inmiddels is het duidelijk dat er bij het CPB twee dingen aan de hand zijn: men onderhoudt economische ideologieën, en men maakt enorme fouten. Wat verder versimpeld kan worden tot "Men onderhoudt economische ideologieën", want dat leidt automatisch tot fouten. Een eerste conclusie daaruit is dat niest van de output van het CPB te vertrouwen is. En naarmate het de aangehangen ideologie verder van de werkelijkheid staat, wordt het zelfs zo dat je uitspraken van het CPB beter kan omkeren om dichter bij de werkelijkheid te komen. Het CPB is nu op zijn minst deels in dit tweede stadium (de Volkskrant, 30-05-2013, van verslaggeefster Yvonne Hofs):

CPB: verhogen toptarief inkomstenbelasting heeft geen enkele zin

Een verhoging van het toptarief van de inkomstenbelasting levert de schatkist niets op. Sterker nog: de belastingopbrengsten zullen dalen als het kabinet de hoogste inkomens met meer dan 52 procent belast. Dat blijkt uit berekeningen van het Centraal Planbureau (CPB).    ...


Red.:   Een leugen van een bekend soort: deze conclusie blijkt niet uit berekeningen van het CPB, maar uit de combinatie van teerste aannames van het CPB, gevolgd door berekeningen op grond van die aannames.
    Hier is de belangrijkste aanname in dit geval:
  Naarmate de belastingdruk hoger is, zullen namelijk meer mensen de belasting gaan ontwijken.

Maar in deze aanname zit nog een andere aanname: namelijk dat een aanzienlijk deel van de mensen die belasting kan ontwijken, dat nu nog niet doen. Dat is uiterst onwaarschijnlijk. Mensen die overwegen om de belasting te ontwijken, hebben vrijwel universeel een mentaliteit die ze ertoe brengt om dat ook te doen. Mensen voor het het overwegen waard is om de belasting te ontwijken, zijn namelijk de rijken en rijkeren, en om dusdanig rijk te zijn, heb je een egoïstische tot zeer egoïstische mentaliteit nodig. En mensen met die mentaliteit, hebben de belasting allang ontweken voor zo ver ze kunnen.
    Vrijwel iedereen die de belasting kan ontwijken, heeft dat dus allang gedaan. De aanname dat hogere belasting leidt tot meer ontwijken, is dus onjuist, tot deze bewezen is. De bekering van het CPB, zoals deze ...:
  Vanuit het perspectief van de schatkist bekeken is een toptarief van 49 procent in Nederland optimaal, schrijft het CPB. Dat zou de maximale opbrengst voor de overheid genereren. Het Planbureau concludeert dan ook voorzichtig dat het huidige toptarief van 52 procent eigenlijk iets te hoog is, puur financieel bekeken.
    Als het voorstel van PvdA en GroenLinks wordt uitgevoerd, zouden de belastinginkomsten met 120 miljoen euro per jaar dalen. Het SP-voorstel zou de schatkist 300 miljoen euro op jaarbasis kosten.

... zijn dus van de soort: "Als de maan van groene kaas is, en we bouwen een reusachtige ladder tot aan de maan, kunnen we iedere jaar 100 miljoen ton kaas exporteren vanaf de maan, en met aftrek van transportkosten, een winst boeken van 10 miljard".
    Overigens is dit onderzoek van het CPB een vorm van contradictie. Want de ideologie die heerst bij het CPB is die van het neoliberalisme: "Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikke", "Het recht van de sterkste", en "Winner takes all". Waarvan in dit geval het eerste van toepassing is, want degenen die bij het CPB die dit soort rapporten maken, vallen natuurlijk zelf onder het hogere belastingtarief. Dat wil zeggen: ze zijn rijkeren, die van de mogelijkheid gebruik maken om zichzelf als rijkere te bevoordelen - ze hadden die mogelijkheid eerder al, en ze hebben het nu dus al gedaan. Net als de rijkere die de belasting kan ontwijken, dat dus al gedaan zal hebben.

Op alle regels zijn uitzonderingen. Hier re reactie vanéén van de weinige economen die ooit betrapt zijn op enig gezond verstand (de Volkskrant, 05-06-2013, column door Rens van Tilburg, econoom):

Gevaarlijk precies

Tussentitel: CPB miskent dat je niet blind kunt varen op modellen
.
'Hoger toptarief in de inkomstenbelasting levert geen hogere belastingopbrengst op', meldde het Centraal Planbureau (CPB) vorige week. Een conclusie waar de economische commentatoren wel raad mee wisten. Levert een lager tarief dan ook meer op?, vroeg RTL's Mathijs Bouman zich af. Jazeker, twitterde Financieele Dagblad-redacteur Leon Willems. Het CPB had het 'opbrengstmaximaliserende toptarief' voor Nederland namelijk vastgesteld op 49 procent, terwijl het toptarief nu 52 procent is. Ze waren het snel met elkaar eens: dat toptarief moet naar beneden. In de Volkskrant prees Sheila Sitalsing het 'keurige' rekenwerk van het CPB: 'Het becijferde de elasticiteit en de Pareto-parameter, en liet die los op een formule (...) de uitkomst: 49 procent.'    ...


Red.:   Hier dus een paar van de usual uspects: te veel graai-dollartekens voor de ogen of doodgewoon veel te stom - of een combinatie van beide.
  Ook het CPB zelf was direct overtuigd en heeft het model waarmee kabinetsplannen worden doorgerekend aangepast.

Maar natuurlijk. Dat "te veel graai-dollartekens voor de ogen of doodgewoon veel te stom" geldt ook voor het CPB, hadden we al aangetoond. het waarom legt Van Tilburg ook nog even uit:
  Hiermee zet het CPB een belangrijke wissel om. De miljarden die nodig zijn om Brussel tevreden te stellen zal het kabinet niet meer bij de topinkomens vinden.

Dat wil zeggen: niet meer bij het inkomen van de CPB'ers (dat wil zeggen: degene die dit soort werk doen - de koffiejuffrouw mag wel inleveren).
    Van Tilburg vult even wat technische details in:
  Cruciaal in de berekening van het Centraal Planbureau is de schatting van de elasticiteit van het belastbaar inkomen; de mate waarin de belastinggrondslag verandert (afneemt) als het belastingtarief verandert (stijgt). Een hoger tarief kan de belastinggrondslag doen slinken doordat de topinkomens minder gaan werken, de belasting ontduiken of emigreren.
    Die elasticiteit blijkt internationaal spectaculair uiteen te lopen. Van 0,04 (bijna geen effect) voor Deense werknemers met een inkomen van boven de 100 duizend kronen, tot 1 voor Canadezen met een inkomen hoger dan 60 duizend Canadese dollars. In 2001 bleek deze elasticiteit voor Nederlandse werknemers met een inkomen van tussen de 50- en de 100 duizend euro 0,26 te bedragen. Dit getal neemt het CPB als basis voor zijn berekeningen.
    De aanname is dus dat de huidige topinkomens op dezelfde manier zullen reageren op veranderingen in het toptarief als in 2001. Maar maakt het dan geen verschil of je leeft te midden van een uitzichtloze eurocrisis of in de rustige nadagen van Paars? De tijd dat Jan Pronk nog eendrachtig samenwerkte met zijn VVD-collega's. Voorwaar toch een heel andere tijd.
    Topinkomens die naar België willen verkassen, zullen nu eerst hun huis moeten verkopen. En hoe moet dat met die restschuld? Ook belastingontduiking is tegenwoordig andere koek. Menig bankgeheim is gesneuveld in de Amerikaanse strijd tegen de financiering van terrorisme. Er gaat geen EU- of G20-top voorbij zonder nieuwe maatregelen tegen belastingontduiking.
    Minder uren werken dan? Ja, wie zich de luxe kan veroorloven. Ook de hogere inkomens hebben hun koopkracht, vermogen en pensioenbesparingen zien slinken. Om de levensstijl waar het gezin zo aan hecht in stand te houden, zijn bij een hoger toptarief juist meer werkuren vereist.
    Kortom: het CPB heeft berekend wat in 2001 het optimale toptarief was (49 procent). Niemand weet wat het nu is.

Of zoals het argument van deze redactie luidde: tussen 2001 en 2013 zijn er weer zoveel vandoor gegaan met hun gegraaide buit, dat er nu nog nauwelijks meer over zullen zijn.

Nog iemand die het rapport heeft gelezen - geen econoom natuurlijk want met één exemplaar is de voorraad "met gezond verstand" wel redelijk uitgeput (de Volkskrant, 06-06-2013, column door Marcel van Dam, socioloog):

Waarheden naar keuze

... De waarheid heeft vele gezichten en bij het zoeken ervan is het zaak opvattingen, feiten en omstandigheden zo goed mogelijk in onderlinge verwevenheid te waarderen. Wetenschappers hanteren uitgangspunten of veronderstellingen als fundament voor hun werk. Sommige wetenschappen hebben er niet veel nodig. De wis- en natuurkunde gebruikt maar enkele axioma's. In de economie worden zoveel veronderstellingen op zoveel niveaus gehanteerd dat een keuze daaruit iedere gewenste uitkomst kan produceren.
    Zo publiceerde het CPB vorige week het rapport Over de Top, waarin werd 'berekend' dat een hoger belastingtarief dan 49 procent slecht is voor economie en schatkist. Een van de veronderstellingen daarbij was dat mensen hun gedrag afstemmen op hun besteedbaar inkomen en dat bijvoorbeeld status geen rol speelt. Ik ken mensen die er alles voor over hebben. Een topman uit het bedrijfsleven die uit statusoverwegingen minister wordt en er tonnen op achteruit gaat om nog harder te moeten werken, kan bij die veronderstelling dus eigenlijk niet bestaan.
    Maar geen nood. In een eerder rapport dat verscheen onder de titel Hoe beschaafd is Nederland, waarin kosten en baten van belastingheffing in meerdere landen werden onderzocht, concludeerde het CPB: 'Allereerst moet de gedachte dat een hoge belastingdruk de welvaart en het welzijn van een land nadelig beïnvloedt naar het rijk der fabelen worden verwezen.' Het CPB kan ze bruin bakken.    ...


Red.:   Gelukkig is daar de meute media- en andere conomen om het juiste rapport van het CPB eruit te lichten, en toe te juichen. Het rapport dat voor hen het meeste voordeel oplevert.
 
Hoe is het mogelijk ...? Nieuw onderwerp, nieuwe blunder (de Volkskrant, 18-06-2013, van verslaggever Michael Persson):

CPB: zet rem op bouw windmolens

Windmolens leveren te weinig op vanwege de lage stroomprijs. Daarom moet de bouw van duizenden molens worden uitgesteld. Milieuorganisaties reagerend afwijzend.


Nederland moet nog vijf jaar wachten met de bouw van duizenden nieuwe windmolens, zegt het Centraal Planbureau. Voorlopig leveren ze te weinig op, vindt het CPB.
    Die opmerkelijke conclusie wordt getrokken in een maandag gepubliceerde kosten-batenanalyse, opgesteld in opdracht van de ministeries van Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu. Milieuorganisaties reageren afwijzend, en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) wijst op de beperkingen van de studie.
    Volgens de redenering van het CPB verdienen de molens zich nu niet snel genoeg terug. De reden is de lage stroomprijs: door de economische crisis is de vraag naar elektriciteit klein, terwijl het aanbod van elektriciteit door de bouw van nieuwe fossiele centrales (en groene stroom uit Duitsland) groot is. De auteurs verwachten dat de stroomprijs over een paar jaar wel weer gaat stijgen, en dat de molens dan rendabel worden.    ...


Red.:   Even vergeten de kosten van de uitstoot, het milieu, mee te rekenen. Of, ook een manier om erop te komen, de reden dat stroom nu zo 'goedkoop" is:
  Volgens directeur Maarten Hajer van het PBL is de beschouwing van het CPB te statisch. 'Het CPB zegt: er zijn nu eenmaal veel kolencentrales, dus de stroomprijs is laag ...

Juist: smerige kolencentrales ...
    Iemand probeert het nog:
  Andere critici vinden de aanpak van het CPB te smal. Het is een gewone kosten-batenanalyse, geen maatschappelijke. Daardoor zijn alleen bedrijfseconomische effecten doorgerekend. ...
    De Nederlandse koepel van windmolenuitbaters NWEA wijst op het feit dat het CPB-argument van de goedkope stroom betekent dat er in geen enkele vorm van energieopwekking meer moet worden geïnvesteerd. 'De studie raakt feitelijk álle vormen van duurzame energie. Door wind op land geïsoleerd te beschrijven ontstaat een scheef beeld.'

Blijkt dat ze ook nog welbewust stompzinnig zijn:
  Andere critici vinden de aanpak van het CPB te smal. Het is een gewone kosten-batenanalyse, geen maatschappelijke. Daardoor zijn alleen bedrijfseconomische effecten doorgerekend. De auteurs erkennen dat. 'Er wordt geen rekening gehouden met eventuele baten van luchtkwaliteit en voorzieningszekerheid', schrijven ze.

Klap van de molen, dus.

Er zijn weer wat de nodige zaken langsgekomen in verband met de plannen van het rabiaat neoliberale kabinet Rutte-2, maar daar was even geen tijd voor. Hier eentje die opviel in verband met gebruik in andere context (de Volkskrant, 30-10-2013, van verslaggever Robert Giebels):
  Kamer wil op termijn alsnog lagere belasting

Tussentitel: 49 procent zou de belasting in het toptarief in 2040 moeten zijn

De belastingtarieven gaan op de lange termijn alsnog omlaag als het aan een meerderheid in de Tweede Kamer ligt. De Kamer wil het hoogste tarief rond 2040 hebben stapsgewijs verlaagd van 52 naar 49 procent en het middelste tarief van 42 naar 38 procent.    ...
    De belastingverlaging kost de schatkist geld, maar is volgens de gangbare veronderstellingen een impuls voor de economie. ...

Een glasharde leugen: alle geld dat je aan de rijken geeft, gaat regelrecht richting belastingparadijzen in Dubai en de Kaaiman Eilanden. Als je de economie wil stimuleren, in Nederland, met je geld geven aan mensen die hun geld in Nederland uitgeven: de lagerbetaalden.
    Maar er is nog een tweede argument, volgens het CPB
  Economen becijferden in samenwerking met het Centraal Planbureau dat het ideale toptarief in Nederland op 49 procent zou moeten liggen. Dan is de belastingopbrengst voor de staat maximaal.

En hoe komt die berekening tot stand: het CPB stelt dat ieder procent meer belasting op de topmensen zal leiden tot extra belastingontwijking door het verplaatsen van geld vanuit Nederland naar belastingparadijzen. Oftewel: het CPB spreekt zichzelf keihard tegen.
    Belastingontwijking is inderdaad een probleem en maar op één manier op te lossen: ontneming van het Nederlanderschap en het recht van toeging tot het land. De meesten zullen nog wel zoveel banden hebben, bijvoorbeeld via familie, dat ze het dan wel uit hun hoofd zullen laten. En van de rest moet je ontzettend blij zijn dat ze verdwijnen.

En hier zijn hoogst betrouwbare gegevens omtrent de onbetrouwbaarheid van de cijfers en berekeningen van het CPB. Het bericht gaat weliswaar over het CBS, maar het CPB gebruikt veel zo niet al van haar cijfers, en als het CPB al zelf gegevens verzameld, geldt daarvoor op zijn minst dezelfde overwegingen als voor het CBS. Waarover dus het volgende (de Volkskrant, 07-03-2014, van verslaggeefster Yvonne Hofs):

  Dankzij nieuwe rekenmethode stijgt bbp plotseling met 7,6 procent

Nederlandse economie groter


De Nederlandse economie is in een klap een stuk groter geworden. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft zijn rekenmethode gewijzigd. Daardoor tellen nu ook uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling en de omzetten in de drugshandel mee in het bruto binnenlands product (bbp). .
    Het CBS heeft voor het 'testjaar' 2010 alle belangrijke economische kengetallen herberekend volgens de nieuwe methodiek. De omvang van de economie blijkt dat jaar niet 587 miljard euro te zijn geweest, zoals het CBS eerder had gerapporteerd, maar 632 miljard euro. Dat is een verschil van 44,7 miljard euro oftewel 7,6 procent.    ...

Natuurlijk is dus de economie niet veranderd, maar de gegevens erover. Voorafgaand aan deze correctie waren ze, er vanuit gaande dat de huidige cijfers juist zijn, dus minstens 7,6 procent onjuist. Maar dat betekent volautomatisch dat je van de huidige cijfers ook voor op zijn minst 7,6 precent niet op aan kan, want er is geen enkele objectieve reden om aan te nemen dat de huidige berekeningen beter zijn. Als je die methode had, had je namelijk ook de eerste fout niet gemaakt.
    Alleen al uit wat hier dus staat, moet je, als je de zaak wetenschappelijk bekijkt, een onzekerheid van ongeveer 15 procent aannemen in alle cijfers. Als absoluut minimum. Dit volgens de normen die iedere eerstejaars natuurkundige op het practicum, daar waar je leert proefjes te met de werkelijkheid, worden geleerd.

Bij het zien van het volgende bericht heeft de redactie smakelijk gelachen (de Volkskrant, 19-03-2014, van verslaggever Robert Giebels):
  Interview | Laura van Gent

'Wij filteren zin en onzin uit het debat'

De nieuwe CPB-baas Laura van Geest, presenteerde gisteren voor het eerst voorspellingen. 'Ze vonden mij altijd al eerder lastig dan meebuigend.'

En vervolgens vrolijk geroepen: "Daar horen we dus nooit meer van, van dat CPB!"

En daar komt de verlossing uit het lijden - het bericht stond al in de wacht, maar hier is het tezamen het met commentaar - eerst het nieuws (de Volkskrant, 20-05-2014, rubriek De kwestie, door Peter de Waard):
  Was Teulings lakei van het kabinet?

Tussentitel: Het CPB is verworden tot een bastion van leugen en bedrog

...    Coen Teulings - vorig jaar teruggetreden als directeur van het Centraal Planbureau (CPB) ...
    Tweeënhalf jaar geleden rekende Teulings voor dat de invoering van de euro elke Nederlander een weeksalaris extra had opgeleverd. Hij verdedigde dat nog eens op tv. Maar nu roept hij dat de sommetjes van toen niet deugen. De voordelen van de euro zijn niet te kwantificeren. 'Het meeste onderzoek suggereert dat je de voordelen ook zonder één munt wel kunt halen. De euro had vooral een politieke symboolbetekenis', zei hij zaterdag in De Telegraaf.    ...

Een bom. Natuurlijk niet in de media. Het CPB is altijd een braaf hulpje in de ondersteuning van het neoliberale beleid, dus de huidige neoliberale media houden zich gedeisd. Peter de Waard als enige niet:
  Als directeur van het Centraal Planbureau was Coen Teulings tussen 2006 en 2013 blijkbaar een gedienstig lakei van het kabinet. Nu hij lesgeeft aan de eurosceptische horden in Cambridge en nog wat extra centjes bij elkaar schnabbelt als schrijver van provocerende columns, is hij lid van de populistische meute.
    Eigenlijk zegt Teulings dat hij eind 2011 het hele land zat voor te liegen. ... Tussen 2006 en 2013 zat zogezegd bij het CPB een totaal ongeschikt iemand, waarvan alle prognoses en onderzoeken onmiddellijk in de vuilnisbak moeten worden gegooid en door Google uit het world wide web moeten worden gewist.
    De uitspraken stellen ook alle andere eerdere conclusies van Teulings in een ander daglicht. Vorig jaar werkte hij mee aan een onderzoek over de opbrengsten van het verbouwde Rijksmuseum voor de economie. Het nieuwe Rijksmuseum zou 235 miljoen euro bijdragen aan de Nederlandse economie, 90 miljoen meer dan voor de renovatie. Maar als de voordelen van de euro niet te kwantificeren zijn, geldt dat ook voor de verbouwing van het Rijksmuseum. Alle CPB-sommetjes over hypothetische 'als dit, dan dat'-situaties (als de euro niet was ingevoerd, als het kabinet niet had bezuinigd, als het Rijksmuseum niet was verbouwd) zijn pure verzinsels.
    Teulings heeft zich bij het CPB zeven jaar lang beziggehouden met sprookjes. Bizar is het dat hij na zijn vertrek op 1 mei 2013 bij het CPB zomaar een halfjaar kreeg doorbetaald als aardige geste en nu zijn opvolger en het kabinet een mes in de rug steekt.
    Bijna 70 jaar nadat het CPB er op aandringen van Tinbergen is gekomen, is het een bastion geworden van leugen en bedrog.

Amen.

Met de nieuwe leiding van het CPB zijn de leugens en het neoliberalisme tot nieuwe hoogte aan het stijgen - zo erg dat de Volkskrant ze prominent op de voorpagina zet (de Volkskrant, 04-07-2014, door Gijs Herderscheê en Yvonne Hofs):
  CPB positief over toekomst   Crisis gaf aanzet tot verandering   Staatsschuld in 2080 afgelost

Vergrijzing is geen probleem meer

Jarenlang gold de vergrijzing als een aanstormende ramp. Tot donderdag. Toen liet het CPB weten dat het huishoudboekje straks op orde is. Hoe is dit wonder tot stand gebracht?

Kasten vol sombere economische rapporten zijn er de afgelopen vijftien jaar volgepend over de vergrijzingsproblematiek. De portee daarvan kwam steeds op hetzelfde neer: als gevolg van de aanstaande grijze bevolkingsexplosie zullen de kosten van de AOW en van de gezondheidszorg uit de hand lopen. De begrotingstekorten van de overheid leken daardoor hetzelfde lot beschoren. Jaar na jaar hamerden het Centraal Planbureau, De Nederlandsche Bank, het Sociaal en Cultureel Planbureau en tal van economen op ingrijpende overheidsmaatregelen om de aanstormende ramp af te wenden.    ...

De Volkskrant geeft een mooi draai aan de neoliberale drol ... Maar in werkelijkheid staat hier dus: we hebben jullie een decennium of zo voorgelogen met een bepaalde leugen, en op dit moment schakelen we over op een andere leugen. De leugen van de vergrijzingsproblematiek was dat er eerst 30 miljard en later 50 miljard bezuinigd moest worden om de overheidsfinanciën op orde te krijgen. Volgens het CPB. Hier zijn die maatregelen:
  Tussenstukken
Lastenverzwaring
Ook aan de inkomstenkant is er vanuit het oogpunt van de overheid vooruitgang geboekt. Indirecte belastingen als milieuheffingen en accijnzen zijn verhoogd. Ook stijgen de inkomsten uit belastingen, omdat zowel werknemers als gepensioneerden meer inkomstenbelasting gaan betalen.

Een lastenverzwaring die in geld voor iedereen ongeveer dezelfde hoogte heeft. En dus veel zwaarder vallen voor de lagere inkomens dan de hogere. De eerste ploertenmaatregel.
  Hervorming zorg
Ook de aanstaande hervorming van de ouderenzorg levert een belangrijke bijdrage aan het oplossen van de vergrijzingsproblematiek. Met ingang van volgend jaar wordt de ouderenzorg drastisch versoberd. Ouderen maken vanwege hun slechtere gezondheid veel meer gebruik van zorgvoorzieningen dan jongeren.

De ouderenzorg slaat op ouderen die niet goed voor zichzelf kunnen zorgen, en de ouderen die niet goed voor zichzelf kunnen zorgen, zijn ouderen die vroeger lagerbetaalden waren. Lagerbetaalden die lager betaald zijn omdat ze minder krijgen dan het  arbeid waard is. Dat heet "winst". Dat geld dat als winst naar de rijkeren is gegaan, is eigenlijk hun oudedagsvoorziening. Dus de rijkeren krijgen de oudedagsvoorziening van de lagerbetaalden. Het verlagen van de ouderenzorg is het versterken van het parasiteren van de rijken op de armeren.
    En tenslotte:
  Tussenstuk
AOW-leeftijd omhoog
De belangrijkste van de ingrepen die de overheid heeft genomen, is de verhoging van de AOW-leeftijd, concludeert het CPB.

Iets dat overmatig veel zwaarder weegt voor de lagere inkomensgroepen, want die leven zes tot acht jaar korter dan de hogeropgeleiden. Dit is een maatregel van het niveau Shylock: een pond vleesafsnijden om schulden te voldoen. met dit verschil dat de lagerbtaalden wier vlees afgesneden wordt niet de schuldenaars zijn, maar de rijken die de Shylocks op de lageropgeleiden afsturen.

Oké, waarom is het zinvol voor het Centraal Planbureau, De Nederlandsche Bank, het Sociaal en Cultureel Planbureau, tal van economen, en de hele reguliere media om over te gaan op een ander verhaal? Een clou daarvan staat al in het rijtje van de drie maatregelen, en wel degene die het minst schrijnend is: lastenverzwaring. Want wat willen deze ploerten, nu het ietwat beter lijkt te gaan? Niet het verminderen van de "hervormingen", dat wil zeggen: het ploertige stelen van de armeren. Nee, wat Centraal Planbureau, De Nederlandsche Bank, het Sociaal en Cultureel Planbureau, tal van economen, en de hele reguliere media willen is dit (Volkskrant.nl, 05-07-2014, ANP):
  Zijlstra wil eerder dan 2017 lastenverlichting

VVD-fractieleider Halbe Zijlstra vindt dat er al na 2015 meer lastenverlichting moet komen voor burgers als het economisch herstel doorzet. Onlangs nog zei hij dat hiervan pas op zijn vroegst in 2017 sprake kon zijn, aan het einde van de kabinetsperiode.
    Maar in een interview in De Telegraaf van vandaag stelt hij dat dit mogelijk eerder kan. ...
    'Qua portemonnee breekt het zonnetje volgend jaar nog niet echt door.' Maar in de loop van 2015 en 2016 kan dat keerpunt volgens hem komen. ...

Daar is het dus allemaal om te doen; lastenverlichting. Extra graaien. na de bezuinigingen op de lagere klassen je reinste sociopathie . Je gaat volkomen begrijpen hoe Pol Pot tot zijn oordeel over de leidende en bestuurlijke klasse kwam. En het lijkt echt de enige manier om ze weer in het gareel te krijgen: een flink aantal ervan ophangen.
    Ook lezers zien het bericht voor wat het is (de Volkskrant, 08-07-2014, ingezonden brief van M. Schuurmans, Velp):
  Vergrijzing

Vergrijzing is geen probleem meer door onder andere korting op de zorg (Ten Eerste, 4juli). Het zou de Tweede Kamer en het kabinet sieren als de leden aangeven hoeveel tijd zij besteden aan mantelzorg om deze korting mede mogelijk te maken.

En (de Volkskrant, 08-07-2014, ingezonden brief van Nomdo Jansonius, Groningen):
  Vergrijzing 2

'Vergrijzing is geen probleem meer' jubelt de Volkskrant. De krant vraagt zich af: 'hoe is dit wonder tot stand gebracht?' Het antwoord was reeds de dag ervoor in een regionale krant te lezen: 'De Voedselbank stad Groningen is wederom nagenoeg door alle voorraden heen'.

Inzichten die niet opkomen in de door het neoliberalisme verkankerde brein van de Volkskrant-journalistiek.
    Marcel van Dam heeft ook nog wat aanvullingen (de Volkskrant, 17-07-2014, column door Marcel van Dam, socioloog):
  Alle problemen opgelost

Dat was nog eens een scoop waarmee de Volkskrant op vrijdag 4 juli de krant opende: 'Vergrijzing geen probleem meer'. Even flitste het door mijn hoofd dat staatssecretaris Teeven misschien begonnen was grote groepen 65-plussers het land uit te zetten omdat ze ons te veel kosten, maar al gauw begreep ik dat bedoeld werd dat de financiële problemen veroorzaakt door de vergrijzing zijn opgelost. Bezuinigingen op de AOW en de zorg voor ouderen en hogere inkomsten uit belastingen van ouderen zorgen ervoor dat het wegvallen van de aardgasinkomsten ruimschoots wordt gecompenseerd.    ...

Maar Marcel ... Alsof je dat niet weet: de kosten van de financiële crisis wentel eje af naar onderen, en de kosten van de vergrijzing wentel je ook af naar onderen. Want zo gaat het uiteindelijk met alle kosten...: die wentel ja af naar onderen => ( en de baten naar boven, maar dat snapte u al ...).
    Maar Marcel wist dat al:
  Die kop van de Volkskrant is overigens wel tekenend voor de tijdgeest. Op het kerkhof van de idealen wordt ieder probleem pragmatisch gedefinieerd in financiële termen. Als de WW zou worden afgeschaft kan de Volkskrant koppen: 'Werkloosheid geen probleem meer' en als de hele gezondheidszorg is geliberaliseerd en Wouter Bos zijn zin krijgt om mensen van wie de behandeling te duur wordt te laten sterven, kan de kop worden: 'Problemen gezondheidszorg definitief opgelost'.

Ja ja, ook Marcel kent de ploerten uitleg of detail . Alleen kan hij het niet met zo veel woorden zeggen.
    Waarna het verder gaat over de prestaties van het CPB:
  Jubelend over de cijfers in de nieuwe vergrijzingstudie van het CPB schrijft de Volkskrant: 'Als het kabinet het voorgenomen beleid uitvoert, is de staatsschuld in 2080 volledig afgelost en heeft de overheid vanaf circa 2050 een structureel overschot op de begroting. Hoe is dat wonder volgens het CPB tot stand gebracht?'
    Een heel goede vraag. Het wonder bestaat eruit dat het CPB nu een houdbaarheidsoverschot berekent van 0,4 procent van het bbp. Per CPB-studie jojoot het houdbaarheidssaldo met procenten. In de CPB-notitie 'Actualisatie analyse economische effecten financieel kader regeerakkoord' van 12 november 2012 was het berekende overschot nog 1 procent van het bbp. In die korte tijd is het overschot dus weer gekrompen tot 0,4 procent, een verschil van 60 procent. De kop had dus ook kunnen zijn: 'Verslechtering houdbaarheid overheidsfinanciën'. Als berekeningen van het CPB van het houdbaarheidssaldo in korte tijd zo drastisch kunnen veranderen hoe is het dan in godsnaam mogelijk dat een voorspelling over de staatsschuld in 2080 serieus wordt genomen? Kleine verschillen in de beginvoorwaarden betekenen immers immense verschillen op lange termijn.
    Is dat eigenlijk niet het grootste mirakel: dat mensen die hebben doorgeleerd met droge ogen een voorspelling durven te doen voor 2080 en dat er serieuze kranten zijn die de uitkomst van die waarzeggerij als een wonder betitelen?

Maar ja ... Dat is dan ook omdat ze in die onzin willen geloven.
    Dan weer terug naar het Grote Doel van dit alles:
  Veel belangrijker dan het meegluren in de pseudowetenschappelijke glazen bol van het CPB is het maken van een inschatting van de effecten in de toekomst van het Grote Afbraak Project van Samsom (Het Samsom GAP). De kredietcrisis was een gevolg van de verregaande liberalisering van de financiële sector. Een reeks van liberaliseringen in andere sectoren leverde ook grote mislukkingen op. Niettemin is ervoor gekozen de 50 miljard aan bezuinigingen waarmee men de kredietcrisis te boven wilde komen bij elkaar te sprokkelen door de overheid kleiner te maken, dat wil zeggen: de samenleving verder te liberaliseren en over te laten aan de onzichtbare hand van de vrije markt. Ook in het intermenselijke verkeer.

Bezuinigingen en haar uitvoering waar het CPB volhartig achter staat, en zelfs gestimuleerd heeft.
    Een ploertenclub.

En weer graaft er iemand mee aan het graf van het CPB (de Volkskrant, 17-02-2015, ingezonden brief van Drs. R. Hoek, Rotterdam, econoom):
  Banen? Welke banen?

Het CPB stelt dat een belastingverlaging nauwelijks banen oplevert (Economie, 16 februari). Wat wél zou werken, is het verlagen van het kindgebonden budget en het verlagen van de bijstandsuitkeringen. Want dan gaan moeders met jonge kinderen en bijstandstrekkers actief op zoek naar een baan. Sorry, ik begrijp dit even niet. Want waar zijn dan die banen, die jonge moeders en bijstandstrekkers kunnen vervullen? Moeten die niet eerst gecreëerd worden door de bedrijven ?
    Het probleem is niet, dat er een schreeuwend tekort is aan personeel, maar dat er een nijpend tekort is aan banen. Het model van het CPB gaat uit van de vooronderstelling dat een dergelijk tekort aan personeel op middellange termijn wél optreedt. Dat lijkt mij echter onwaarschijnlijk. Immers, de werkloosheid is op dit moment met 8 procent voor Nederlandse begrippen zeer hoog. Het herstel, dat ingezet zou zijn, is nogal mager. Dus het moment dat de 750 duizend werklozen aan de slag zijn en er een tekort zou ontstaan aan personeel is heel ver weg. Wellicht zal een dergelijke situatie zich zelfs nooit voordoen.
    En hebben wij van de zich nog steeds voortslepende kredietcrisis niet geleerd, dat modellen slechts een beperkt voorspellende waarde hebben, zeker op de middellange en lange termijn ? Ook het CPB heeft met al zijn modellen de kredietcrisis niet aan zien komen! Nadeel van het gebruik van dit soort modellen is, dat zij - immers overgoten met een economensausje van het CPB - geloofwaardig overkomen.
    Sommige politieke partijen gaan er graag met de resultaten vandoor. Arme bijstandsmoeders en bijstandstrekkers die nog steeds geen baan kunnen vinden, maar intussen financieel afgeknepen worden, dankzij de economen van het CPB.
    Normaal teken ik nooit met mijn titel, maar net als het CPB gooi ik nu ook een economensausje over mijn kritiek.

Je zal daar maar een baantje hebben ...
    Overigens: er is niet zozeer een nijpend banentekort, maar een mensenteveel. En immigranten- dus gekleurde-mensenteveel.

Nog een  reactie (de Volkskrant, 21-02-2015, ingezonden brief van Peter W. Voogt, Rotterdam):
  Banen schep je zo

'De effecten zijn gering', schrijft het Centraal Planbureau in zijn rapport over De effectiviteit van fiscaal participatiebeleid. Prompt kopt de Volkskrant 'Het verlagen van belastingen levert nauwelijks meer banen op' (Economie, 16 februari). Maar als het CPB de verkeerde vraag stelt, krijg je ook het verkeerde antwoord.
    Al in 2010 beval de EU haar lidstaten aan om arbeid minder te belasten ter wille van de werkgelegenheid. Maar onze regering heeft dat op kortzichtige wijze vertaald in verlaging van inkomstenbelasting. Ook de commissie belast met herziening van het belastingstelsel (Van Dijkhuizen) zat op die toer. Het CPB bevestigt nu het ongelijk van deze commissie!
   Maar de essentie is niet de CPB-vraag hoe inkomenseffecten Nederlanders prikkelen om te gaan werken. Alsof in een tijd van crisis, grote werkloosheid en een nakende robotisering de bereidheid van mensen om te gaan werken bepalend is voor de hoeveelheid betaald werk. Dáár schort het juist aan. De vraag moet zijn: hoe prikkel je werkgevers tot het scheppen van banen als de loonkosten worden verlaagd? Loonkosten die voor een belangrijk deel bestaan uit loonheffingen van de overheid. Die loonheffingen omlaag brengen. Dát bedoelde de EU.
    Bij het verlagen van loonheffingen gaat de overheid nu nog uit van een lastenverlichting van 15 miljard. Maar dat is niet eens nodig om extra banen te scheppen. Als je een werkgelegenheidsaftrek voor werkgevers bekostigt uit een btw-verhoging, levert dat op zich al extra banen op. Je verlegt dan loonheffingen naar btw. Uit een eerdere CPB-berekening valt op te maken, dat als je op deze manier 4 miljard verlegt, er een kleine 100.000 extra banen ontstaan.

Geen commentaar.

En men gaat door met dit soort verhalen (Joop.nl, 11-05-2015, uitleg of detail ):
  CPB: ouderen komen moeilijk aan baan, daarom uitkering verlagen

'WW verlagen levert sollicitanten meer kansen op'


Het CPB neemt de afbraak van de verzorgingsstaat en rechtszekerheid gretig ter hand. Ouderen zijn relatief vaker en langer werkloos, constateert de overheidsinstantie. Volgens het CPB moeten daarom de uitkeringen omlaag: "een genereus sociaal zekerheidsstelsel leidt tot meer langdurige werkloosheid"    ...

Een genereus inkomen voor het soort lieden dat bij CPB's en dergelijke werkt en niets bijdraagt, leidt tot meer ploertigheid.
    Wat argumenten:
  Meer dan 40% van de langdurig werklozen is ouder dan vijftig jaar. Oudere werknemers verliezen niet vaker hun baan, maar áls zij werkloos raken, is de kans op langdurige werkloosheid bijna dubbel zo groot als gemiddeld. Werkgevers zijn terughoudend met het in dienst te nemen van oudere werklozen, ook omdat zij vaak een loon verlangen dat werkgevers niet willen bieden.

Een gore leugen natuurlijk. Die mensen willen dolgraag werken. En gaan er nu al zo ruimschoots op achteruit dat het leidt tot gedwongen huizenverkopen. Het CPB wil doodgewoon van alle sociale zekerheid af.

Even nog op terugkomen (de Volkskrant, 17-06-2015, door Harrie Verbon, hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg):
  Werkloosheid ouderen is niet hun eigen schuld

De hogere AOW-leeftijd zal de bereidheid vn werkgevers om ouderen in dienst te nemen geen goed doen

Een paar weken geleden besloot de Eerste Kamer (onze 'Chambre de réflexion'), zonder enige reflectie naar het schijnt, in te stemmen met een versnelde verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar. Werknemers van 61 jaar en jonger moeten nu tot hun 67ste jaar blijven doorwerken.
    Nog geen week daarna bracht het CPB een rapport uit met als belangrijkste boodschap dat de langdurige werkloosheid van ouderen aan het toenemen is. Als je als oudere (45+) werkloos wordt, weet je vrijwel zeker dat je heel lang werkloos zult blijven, misschien zelfs nooit meer een baan zult kunnen vinden. Als ouderen werkloos blijven, gaat hun financiële positie snel achteruit en kunnen ze financieel in de knel komen. In ieder geval is hun toekomst in financiële zin niet zo rooskleurig als ze zelf verwacht hadden. Om dat te voorkomen, solliciteren veel oudere werklozen zich suf, maar vaak krijgen ze niet eens een reactie op hun brieven.
    Werkgevers willen geen ouderen in dienst nemen. Het is te triviaal voor woorden om te beweren dat de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd de bereidheid van werkgevers om ouderen in dienst te nemen geen goed zal doen. Maar het CPB ziet desondanks dat verband niet. Integendeel, dat ouderen zo lang werkloos blijven, komt, aldus het CPB, doordat ouderen niet genoeg solliciteren.
    Bij monde van de directeur, Laura van der Geest, verklaarde het CPB dat als de werkloosheidsuitkering voor ouderen omlaag gaat, ouderen meer zullen gaan solliciteren. De werkloosheid onder ouderen daalt dan vanzelf. Verontwaardiging alom om deze uitspraak en inderdaad, ik kan mij geen andere CPB-directeur herinneren die zo'n ondoordachte en onmiskenbaar onjuiste uitspraak op zijn naam heeft staan. ...
    Laura van der Geest af, maar daar kwam een paar dagen later Anne Mulder van de VVD op, met het pleidooi de seniorendagen voor ouderen af te schaffen. ...

De ene ploert en Dickensiaan af, en de volgende op.

De briefschrijvers maken ook nog even gehakt van de topeconomen (motto van de rubriek: Zo help je oudere werkloze echt niet aan werk) (de Volkskrant, 20-06-2015, ingezonden brief van Hans den Haan, Nijkerk):
  Nul komma nul

Laura van Geest en Bas ter Weel van het CPB beweren dat ouderen bij een lagere WW eerder een lager salaris accepteren. Ze leven klaarblijkelijk in een fictieve wereld. Ze doen net alsof wij, werkloze ouderen, het maar voor het kiezen hebben wat banen betreft. Als we maar salaris willen inleveren. Onzin natuurlijk. Als werkloze 60-plusser solliciteer ik me inmiddels alweer anderhalf jaar suf, ook op banen beneden mijn niveau, en met een lagere beloning. Het resultaat is altijd: nul komma nul.
    De reden is dat 99 procent van de werkgevers geen ouderen in dienst neemt. Zo simpel is het. Ze doen het niet. Ze willen het niet. Als oudere werkloze ben ik zeker bereid om alles aan te nemen, ook banen met een lagere beloning. Het probleem is echter: er valt niets aan te nemen!
    Leg de bal nou eens bij de werkgevers. Verplicht hen via wetgeving om meer ouderen in dienst te nemen, in plaats van steeds maar weer voor jongeren te kiezen. En leg de schuld niet bij de ouderen, want die hebben geen schuld.

En (de Volkskrant, 20-06-2015, ingezonden brief van Annemarieke Koelewijn, Krommenie (55 jaar, sinds 1-1-2014 werkzoekend)):
  Op gesprek? Never nooit...

Situatie: vrouw 54 jaar, communicatiespecialist, hoogopgeleid, meer dan 10 jaar ervaring, wordt boventallig bij dé Nederlandse Bank: salaris 4.500 euro bruto. Vrouw beseft dat het heel moeilijk zal zijn weer op dat niveau en met dat salaris aan de slag te gaan, dus vult bij sollicitaties op communicatiefuncties bij gewenst salaris tussen de 3.000 en 3.500 in. Resultaat: geen uitnodiging voor sollicitatiegesprek.
    Spreekt na de zoveelste sollicitatie een openhartige recruiter die letterlijk zegt: 'Ik krijg van mijn opdrachtgevers uitdrukkelijk het verzoek geen 50-plussers te selecteren want: niet flexibel, minder gemotiveerd, te duur, sneller ziek . Ik probeer wel bij elke selectie een 50-plusser toe te voegen maar dat accepteert de opdrachtgever vaak niet.' Conclusie: al accepteert een 'oudere' een lager salaris, dan nog krijgt hij of zij niet de kans om hierover te onderhandelen want daarvoor moet je eerst op gesprek! Die stap heeft het CPB voor het gemak overgeslagen.

En (de Volkskrant, 20-06-2015, ingezonden brief van G. Driessen, Malden):
  Feiten graag

In de wetenschap is het verplicht je uitspraken empirisch te onderbouwen. Het CPB stelt dat oudere werklozen het financieel eigenlijk te goed hebben en daarom niet genegen zijn te solliciteren. Een lagere WW-uitkering zou hen moeten dwingen eerder te solliciteren en een lager salaris te accepteren. Ik heb het CPB enkele malen om hard bewijs voor hun uitspraken verzocht. Tevergeefs. Maar stel dat het klopt en je bent een werkloze onderwijzer van 60 en je solliciteert samen met een 40-jarige op een baan. Aangezien leraren (en veel andere beroepen) in dezelfde functie rond hun 40ste in de top van hun schaal zitten, zullen de loonkosten niet veel verschillen. Stel, de 60-jarige geeft aan voor 15 procent minder salaris te willen werken. De 40-jarige, met jonge kinderen en hogere lasten, biedt aan voor 20 procent minder te willen werken. De sollicitatiecommissie vraagt hen tegen elkaar op te bieden. Het CPB-marktwerkingsdenken ten top. Er breken leuke tijden aan voor werkenden en niet-werkenden.

En (de Volkskrant, 20-06-2015, ingezonden brief van Arno Bakker, Amsterdam):
  Plan CPB onnodig

De directie van het CPB pleit voor de invoering van een gestaffelde uitkering - stapsgewijze verlaging gekoppeld aan de duur van de WW - om zo ouderen te bewegen eerder een baan te accepteren tegen een lager salaris Van de langdurig werklozen is 42 procent ouder dan 50 jaar. Veel ouderen vallen dus ook onder de regeling Passend Werk, die de CPB-directie in haar betoog vergeet mee te nemen.
    Een regeling waarin de WW-uitkeringsgerechtigde al na een half jaar WW-uitkering verplicht is banen tegen een lager salaris - na een jaar onder het niveau van die uitkering - te accepteren. Van verlaging is dus al sprake. Met het pleidooi voor een gestaffelde uitkering gaat het CPB voorbij aan de dagelijkse praktijk: een structureel tekort aan banen voor werkloze ouderen.

Deze twee lieden van het CPB kunnen ook op de lijst van ploerten uitleg of detail , en richting tribunaal en mogelijk schavot na de revolutie.

Grappig, in de volgende bijdrage licht de ene ploert nog even toe wat ze nu precies bedrijft (de Volkskrant, 16-04-2016, van verslaggever Robert Giebels):
  'Niet doorrekenen program leidt tot luchtfietserij'

Tussentitel: Onze doorrekening laat zien of plannen betaalbaar zijn - Laura van Geest - CPB-directeur

Een politieke partij die haar komende verkiezingsprogramma niet door het Centraal Planbureau laat doorrekenen, kan 'moeiteloos worden beticht van luchtfietserij', zegt CPB-directeur Laura van Geest. Het berekenen van de financieel-economische effecten van verkiezingsbeloftes, zoals het CPB sinds 1986 doet, is volgens Van Geest 'goed voor de feitelijkheid van het verkiezingsdebat en uiteindelijk voor de kiezer'.    ...

Wat een goorlapperij ... Ten eerste: dat het CPB niet doorrekent, betekent niet dat er niet doorgerekend wordt - de retorische truc van "zwart-witmaken" . Ten tweede: dat doorrekenen kan op twee niveaus: op korte termijn wat hetzelfde is als de berekening à la huishoudboekje wat iedereen kan, en het doorrekenen op langere termijn wat niemand kan. Oftewel: het doorrekenen van het CPB met haar modellen is luchtfietserij. Zoals hierboven uitvoerig bewezen.
 
Peter de Waard heeft een goed argument om voor het CPB te zijn (de Volkskrant, 05-07-2016, rubriek De kwestie, door Peter de Waard):
  Wat heeft het CPB toch misdaan?

In de de laatste decennia van de vorige eeuw waren sommetjes van het Centraal Planbureau (CPB) even heilig als de profetieën van Jesaja.    ...
    Inmiddels krijgen media op hun kop als ze nog een voorspelling van het CPB durven publiceren, zelfs als het op pagina 26 gebeurt. ...
    Toen het CPB vlak voor het referendum in Groot-Brittannië riep dat een Brexit de Nederlandse economie in 2030 10 miljard zou kosten, waren de rapen gaar. 'Mathswash' (vage schattingen presenteren als gedegen voorspellingen) luidde de beschuldiging. 'Ach, weer een politiek gedreven pseudowetenschappelijk onderzoek', reageerde een columnist in deze krant. Thierry Baudet en zijn paladijnen Jort Kelder en Arno Wellens mochten er in NRC gehakt van maken. ...

Natuurlijk volkomen terecht. De voorspelling van het CPB voor het jaar 2008 waren minstens zo fout. Het CPB kan maar één ding: de toekomst voorspellen op basis van een stabiel verleden en heden. En dat kan iedereen.
  Het twee weken later verschenen CPB-rapport Kansrijk onderwijsbeleid werd ook met de grond gelijk gemaakt. 'Wetenschappelijk drijfzand', aldus Trouw. 'Economische tunnelvisie', volgens de Volkskrant.

En alweer terecht. Het onderzoek blkeek gebaseerd op te weinig gevallen die te onrepresentatief waren: "scholen in Kenia".
  Sinds toenmalig directeur Coen Teulings in 2010 erkende dat zijn 'CPB slecht is in het voorspellen'  ...

Klopt. De enige mensen die goed zijn in voorspellen, dat wil zeggen: boven de 50 procent socren in goed/fout, zijn lezers van (goede) sciencefiction.
  Teulings' opvolger Laura van Geest is nu de kop van Jut. De koppen liegen niet er niet om. FTM: 'Het CPB is geen neutrale arbiter, maar een neoliberale thuisfluiter.

Midden in de roos.
  Natuurlijk, het klopt dat voorspellingen voortdurend worden doorkruist door unknown unknowns (onvoorziene gebeurtenissen), denk aan 9/11, de kredietcrisis of een Brexit. ...
    Maar dat betekent niet dat instanties die daar bij uitstek op zijn toegerust (CPB, IMF en OESO) de consequenties van beleidsmaatregelen niet zouden moeten doorrekenen. Want als zij het niet meer doen, gaan andere het doen. En dat geeft volksmenners en populisten, samen met commerciële partijen als banken en goeroes, vrij spel.

Oftewel: we moeten het CPB geloven omdat anderen het nog veel slechter doen.
    Riposte: dat anderen het slecher doen is te bewijzen. Werken ze economisch op redelijk dezelfde manier, kunnen ze hetzelfde aangaande de toekomst: niets. Betrekken ze een eigen oordeel erin, doen ze hetzelfde als het CPB want dat, geconstateerd, is blind neoliberaal. De enige mogelijke variatie: ze betrekken er een eigen niet-neoliberaal oordeel in. Dat wil zeggen, iets dat niet helemaal voor de elite is.
    En dan ben je een volksvertegenwoordiger. Vertaald door Peter de Waard als 'volksmeneer'.

Een standaardvoorbeeld van de rol van het CPB bij het presenteren van regeringsbeleid, oftewel neoliberaal beleid. De huidge regering bestaande uit VVD (neoliberaal), CDA (neoliberaal), D66 (neoliberaal), en CU (collaborerend-neoliberaal) (de Volkskrant, 14-03-2019, door Gijs Herderscheê):
  Kosten voor de burger vallen mee, schat CPB

Op het eerste gezicht vallen de gevolgen van het klimaatbeleid voor de inkomens de komende jaren mee. Die vallen daardoor in 2030 waarschijnlijk 1,5 procent lager uit. Per jaar dus zo'n 0,125 procent. De laagste inkomens wat meer, de hoogste inkomens wat minder. Maar dat kan in de loop der jaren door compenserende maatregelen door het kabinet worden verzacht of weggemasseerd.
    Dat is de boodschap van het Centraal Planbureau, dat de gevolgen van het klimaatbeleid heeft doorgerekend. ...
    ... Alleen op basis van het nieuwe beleid gaan de middeninkomens er 0,5 procent op achteruit in 2030; voor de laagste en de hoogste inkomens is dat slechts 0,3 procent. Gepensioneerden worden relatief hard geraakt. De voorgestelde nieuwe maatregelen kosten hun in 2030 volgens de berekeningen 0,5 procent aan inkomen. Voor werkenden en uitkeringsgerechtigden is dat 0,4 procent.
    Het CPB levert bij al die getallen wel een enorm voorbehoud: 'De doorrekening is vooral bedoeld om een algemeen beeld te schetsen van de inkomenseffecten van het klimaat- en energiebeleid. Wat specifieke huishoudens hier uiteindelijk van gaan merken, hangt sterk af van individueel keuzegedrag en de mogelijkheden tot gedragsveranderingen.' Het gaat dus om ramingen met veel slagen om de arm.    ...

Dat laatste is dus een keiharde leugen bovenop een eerdere leugen. De eerdere leugen zijnde de representatie in procenten van totaal inkomen, de tweede leugen zijnde dat de voornaamste variatie die van persoonlijke omstandigheden is.
    Hier is de weerlegging (de Volkskrant, 14-03-2019, door Alman Metten is onderzoeker en oud-lid van het Europees Parlement):
  Kloof tussen huurder en huiseigenaar is gigantisch

Koopkracht is besteedbaar inkomen, gecorrigeerd voor inflatie. In die inflatie zit hem de crux. Hiervoor wordt één cijfer gebruikt, alsof de inflatie voor iedereen hetzelfde is. Dat is niet zo. Armere huishoudens besteden hun complete inkomen aan eerste levensbehoeften. Hoe rijker de huishoudens, des te minder besteden zij daar aan. Daardoor komen verhoging van btw en energiebelasting ook zo hard aan bij armere huishoudens.    ...

Precies. Je moet de kosten van levensonderhoud ervan aftrekken. En dan worden de verschillen dramatisch anders. Hier voor het voorbeeld van woonkosten, maar voor klimaatkosten geldt natuurlijk precies hetzelfde. Hier het voorbeeld voor de woonkosten:
  ...    Een dramatisch voorbeeld van verschillen in ondergane inflatie biedt de vergelijking tussen huurders en huiseigenaren. Voor beide zijn de woonkosten de belangrijkste bestedingspost. Bij huurders, 43 procent van alle huishoudens, is dat vooral de huur, gemiddeld een kwart van hun bestedingen, bij huiseigenaren de hypotheekrente, gemiddeld een achtste.
    De laatste zes jaar stegen de huren gemiddeld 18,4 procent, terwijl de hypotheekrente daalde met gemiddeld 32,6 procent, bijna eenderde. De inflatie was volgens CBS en CPB voor beide groepen samen echter 8,5 procent. Om die gezamenlijkheid te bereiken, is een kunstgreep uitgehaald: voor huiseigenaren telde niet hun 32,6 procent lagere hypotheekrente, maar de 18,4 procent stijging van de huren.

Enzovoort.
    Het CPB liegt systematich de burgers voor.

Op alle mogelijke terreinen (elsevier.nl, 24-11-2019, door Philip van Tijn uitleg of detail ):
  Waarom zwijgt het CPB het effect van migratie dood?

Het is natuurlijk ongehoord dat het hele begrip ‘migratie’ niet in de middellangetermijnverkenning over de zorg van het Centraal Planbureau (CPB) voorkomt, meent Philip van Tijn. Het is een bloody shame dat zo een belangrijk gewaande instelling als het CPB, waarvan de rapporten bouwstenen voor het kabinetsbeleid heten, zó selectief is in het presenteren en analyseren van feiten.

Soms lijkt het of Nederland wordt bestuurd door onderzoekscommissies en planbureaus. ...

Het CPB ‘verkent’ onze toekomst …
Recent heeft de moeder van alle planbureaus, het CPB, een rapport uitgebracht dat voluit heet CPB-notitie – middellange termijnverkenning zorg 2022-2025. Alsjeblieft! De kranten vatten de inhoud kordaat samen: ‘In komende jaren geen ruimte voor welvaartsverhoging, want de vergrijzing slokt alles op.’
    Daar heb je weer die vermaledijde babyboomers ...
    Ik heb het rapport helemaal gelezen, wat geen pretje is, want de medewerkers van het CPB worden in de allerlaatste plaats geselecteerd op het criterium leesbaar te kunnen schrijven. Maar voor waarheidsvinding moet je wat over hebben. ...

… maar het blijkt een lacuneuze verkenning
De ‘verkenning’ staat natuurlijk barstensvol tabellen, grafieken, cijferreeksen en geheimtaal. Er is enige malen sprake van ‘decompositie’, er wordt stilgestaan bij de invloed van nieuwe technologie, er worden ‘sociaal-culturele antwoorden’ gegeven en een belangrijke rol op verschillende plaatsen van de verkenning wordt gespeeld door ‘de demografische component’.
    Ah, daar zul je het hebben. Want in het lopende jaar, tot en met het derde kwartaal, is ons migratieoverschot al hoger dan in heel 2018, namelijk 87.000. Dat is het saldo van 208.000 immigranten en 121.000 emigranten en EW heeft er onlangs op gewezen dat het niveau van immigranten zeker niet hoger ligt dan dat van emigranten.
    Als vanaf vandaag dat migratieoverschot zo blijft, hebben we eind 2025 alleen al door migratie, dus zonder geboorteoverschot, bijna driekwart miljoen mensen meer in ons land. Het geboorteoverschot bedraagt overigens zo’n 15.000 per jaar. (Voor de goede orde: deze cijfers ontleen ik niet aan het CPB!) Als landen van herkomst staan Polen, India en de voormalige Sovjet-Unie bovenaan en dan volgen andere Oost-Europese landen en natuurlijk Syrië en andere landen in het Midden-Oosten. We hebben het hier keurig over officiële cijfers en niet één inzittende van de touringcars met Moldaviërs of de ‘veiligelanders’ zoals de Marokkanen, die Marokko niet wil terugnemen als Ankie Broekers-Knol het vraagt maar wel als Sigrid Kaag dat doet.
    Het is natuurlijk ongehoord dat het hele begrip ‘migratie’ niet in de verkenning voorkomt. En dat het relevant is, heeft datzelfde CPB eerder dit jaar aangetoond. In juni kwam een rapport uit over ‘inkomensongelijkheid naar migratie-achtergrond’, waaruit bleek (om een voorbeeld te noemen) dat Marokkanen gemiddeld 31 procent minder verdienen dan autochtone Nederlanders en dat de verkleining van dit verschil sinds 2003 een luttele 2 procent bedraagt.
    Het gaat me niet om het bashen van migranten. Maar het is een bloody shame dat zo een belangrijk gewaande instelling als het CPB, waarvan de rapporten bouwstenen voor het kabinetsbeleid heten, zó selectief is in het presenteren en analyseren van feiten. Wat mij betreft had het CPB mogen aantonen dat migratie geen enkele invloed heeft op onze welvaart. Maar niets is wel heel erg niets!

Aanklacht: (mede-) Schuldigheid aan omvolking met parasitaire barbaren. Vonnis: Schuldig. Ophangen, die lui. Wat helaas moet wachten tot na een revolutie.


Naar Economen , Economie lijst , Economie overzicht , of site home .