Bronnen bij Economen: fouten

In de onderstaande verzameling worden voorbeelden gegeven van fouten die economen maken in hun beweringen over zaken aangaande de economie -voor een deel pure onkunde en gebrek aan denkvermogen, voor een deel veroorzaakt door door het daardoor wijdverspreide misverstand dat de economie gaat over geld, en, misschien voornamelijk, door het simpele en blote eigenbelang - dat laatste is ook apart behandeld hier uitleg of detail . Een aantal individuele en institutionele voorbeelden zijn ook apart behandeld, zie de lijst aan de rechterkant van deze pagina.

De eerste reeks fouten gaat over een heel simpele verwarring: die tussen centen en procenten. Deze is zo simpel, dat het echt ontstellend is hoe vaak hij gemaakt wordt. De tweede reeks fouten gaat over de economie als vak zelf: het blijkt dat economen vrijwel volledig uitgaan van hun theoretische modellen, terwijl het door ervaring volkomen duidelijk is dat die modellen niet werken, dat wil zeggen: geen enkele betrouwbare voorspelling over de werkelijkheid doen.

Eerste bron (De Volkskrant, 30-05-2006, door Wim Groot, hoogleraar economie Universiteit Maastricht, en Henriëtte Maassen van den Brink, hoogleraar economie Universiteit van Amsterdam):
  Opheffen perverse solidariteit, dat is pas pervers

Volgens Bos stroomt in Nederland te vaak geld van arm naar rijk. Wim Groot en Henriëtte Maassen van den Brink leggen uit wat daarvoor de redenen waren.

De PvdA wil een einde maken aan de perverse solidariteit. De PvdA zou hierover nog eens goed moeten nadenken, want afschaffen van perverse solidariteit leidt vooral tot grotere maatschappelijke ongelijkheid. ...
    Als je de argumenten van Bos hoort, dan vraag je je af wat ministers en Kamerleden in het verleden heeft bezield toen de hypotheekrenteaftrek, de studiefinanciering en de financiering van de AOW werd bedacht. Je krijgt het gevoel dat er een groot complot is gesmeed om de lage inkomens de rekening te laten betalen voor de sociale voorzieningen waar vooral de rijkeren van profiteren. Er waren echter goede redenen dit zo te doen.
    Hogere inkomens profiteren meer van de hypotheekrenteaftrek dan lagere inkomens. Uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat door het belastingvoordeel de woonkosten voor lagere inkomens met 10 procent dalen, voor de middeninkomens met 17 procent en voor de hogere inkomens met 25 procent. Heeft Bos dan toch gelijk? Nee, want door het belastingvoordeel neemt het besteedbaar inkomen van de lagere inkomens veel meer toe dan dat van de hogere. Het belastingvoordeel leidt tot een stijging van de koopkracht van de lage inkomens met 12 procent, terwijl de hogere inkomens er 8 procent op vooruit gaan. Afschaffen van de hypotheekrenteaftrek is inderdaad nadelig voor de hogere inkomens maar vooral ook voor de koopkracht van de lagere inkomens. ...

Dit is zo opvallend fout, dat het ook het lezerspubliek het opmerkt - misschien wel omdat dat men in de winkel met centen moet betalen in plaats van procenten ... (de Volkskrant, 01-06-2006, ingezonden brief van Johan Scholte (Sneek)):
  Centen en procenten

Wim Groot en Henriëttte Maassen, beiden hoogleraar economie, durven te beweren dat 12 procent koopkrachtstijging voor de lagere inkomens meer is dan 8 procent voor de hogere (Forum, 30 mei).
    Omdat je als consument niet met procenten, maar met centen moet betalen, is het misschien makkelijker gewoon in centen te rekenen.
    Want 12 procent van 40 duizend euro is 4800 euro, terwijl 8 procent van 150 duizend euro al 12 duizend euro is.
    Wie kan er nu meer geld uitgeven in de winkel?

Er zijn twee mogelijke verklaringen voor dit soort fouten: grote domheid, of het maken van opzettelijke fouten. Dat laatste is fraude - ze hebben ook nog een financieel voordeel bij hun opvattingen, dus het is ook moreel frauduleus. In de natuurwetenschappen zou een dergelijke fraude tot ontslag leiden. In de natuurwetenschappen is het niet mogelijk met zo'n grote domheid een wetenschappelijke positie te krijgen. Beide hoogleraren, betaald met belastinggeld, zouden dus onmiddellijk ontslagen moeten worden.
    Na het noteren van bovenstaande kwam er nog een reactie uit de beroepsgroep (de Volkskrant, 15-06-2006, door Sweder van Wijnbergen, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam):
  Perverse herverdelingseffecten bestaan wel degelijk

Sommige economen moeten hun collegedictaten eerst afstoffen voordat ze over herverdelingseffecten schrijven, concludeert Sweder van Wijnbergen.


Een Amerikaans economentijdschrift heeft een rubriek anomalies, economische verschijnselen waarbij gezond verstand je op het verkeerde spoor zet. Maassen van de Brink en Groot (MBG) bieden er zo ook drie: in hun bijdrage `Terugdraaien perverse herverdeling is pas echt pervers` (Forum, 30 mei) willen ze ons overtuigen dat arme mensen er beter van worden als ze voor subsidies aan de rijken betalen. Drie nieuwe anomalies, of moeten de twee hoogleraren hun oude collegedictaten eens afstoffen?   ...

Het is domheid of eigenbelang, maar vermoedelijk beide.

Het volgende voorbeeld laat zien dat het maken van de centen-procenten-fout niet alleen iets is van prominente economen, maar de hele elite (de Volkskrant, 11-08-2006, van verslaggever Douwe Douwes):
  ‘Hypotheekrenteaftrek vooral in het voordeel van lage inkomens’

Tussentitel: Conclusies zijn in strijd met gedachten van de PvdA

De hypotheekrenteaftrek pakt opmerkelijk genoeg gunstig uit voor huishoudens met een laag inkomen. Een gezin met een eigen huis en een inkomen beneden modaal (ongeveer 30 duizend euro per jaar), heeft door de renteaftrek een voordeel van 13 procent van het besteedbaar inkomen. Gezinnen met een inkomen van drie keer modaal hebben slechts een voordeel van 7 procent.


Dat concluderen drie economen van het pensioenfonds ABP in het economenblad ESB. Zij hebben cijfers van het ministerie van Financiën door de computer gehaald.
    De conclusies zijn in strijd met een cruciale veronderstelling van de PvdA. De sociaal-democraten pleiten al enige tijd voor een ingreep in de hypotheekrenteaftrek en benadrukken daarbij dat de vooral de hogere inkomens nu profiteren van deze regeling. ...

En ook nu kwam er een reactie van dezelfde soort als de redactie al had geformuleerd (let overigens op dat de Volkskrant-verslaggever wel intellectueel in staat is een verbinding te maken met PvdA-opvattingen, die kennelijk ook volgens hem niet kloppen, maar niet de veel meer voor de hand liggende centen-procentenkwestie kan bedenken; ongetwijfeld een vorm van geestelijke blokkade van dezelfde soort als die van de economen: eigenbelang) ( De Volkskrant, 14-08-2006, ingezonden brief van Henk Klaren (Utrecht)):
  Procenten

Volgens ABP-economen is de hypotheekrenteaftrek in het voordeel van lage inkomens (Economie, 11 augustus). Zouden deze economen er bij stil hebben gestaan dat 7 procent van drie maal modaal meer is dan 13 procent van beneden modaal. En zouden zij zich ook realiseren, dat je euro`s nodig hebt om boodschappen te doen en dat je van procenten geen brood kunt kopen?

Het is gewoon ploerterij uitleg of detail .

Nog een voorbeeld (de Volkskrant, 12-06-2005, van een verslaggeefster):
  CBS: koopkracht daalde in 2005

Bijstandsgerechtigden en gepensioneerden hadden in 2005 1 procent minder te besteden, aldus het CBS.


Gepensioneerden en huishoudens die moeten rondkomen van een bijstandsuitkering, hadden in 2005 minder te besteden dan in het jaar ervoor. De koopkracht voor deze groepen daalde met 1 procent. Gemiddeld hadden Nederlanders 21 duizend euro te besteden, 0,3 procent minder dan in 2004.
    Dit maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag bekend. Het CBS wijt de daling van de koopkracht aan de lichte stijging van de cao-lonen in vergelijking met de inflatie. De lonen stegen in 2005 met 0,8 procent, terwijl de inflatie op 1,7 procent uitkwam. Ook het ‘sobere’ beleid van het toenmalige kabinet, Balkenende II, heeft bijgedragen aan de daling van de koopkracht. ‘De uitkeringen zijn wel iets verhoogd, maar onvoldoende om de inflatie te compenseren’, stelt Michiel Vergeer van het CBS.   ...

Wat deze cijfers in de werkelijke praktijk betekenen, dat wil zeggen: in geld, moet natuurlijk niet bij de economen van de Volkskrant zijn, maar weer bij het lezende publiek (de Volkskrant, 31-08-2005, ingezonden brief van Wil Kooper-Stoel (Hei- en Boeicop - volledig artikel hier uitleg of detail ):
  Koopkracht

Met verbijstering heb ik de plannen van het kabinet ten aanzien van de inkomens gelezen (voorpagina, 27 augustus). De hogere inkomens (zestigduizend euro en meer) gaan er volgend jaar 5,2 procent op vooruit, ouderen met een ruim aanvullend pensioen evenveel.
    Hier tegenover staat een groei van 0,9 procent voor een alleenstaande met het minimumloon, gezinnen op het sociaal minimum krijgen er 1 procent bij, en gezinnen met tweeverdieners die samen anderhalf keer modaal verdienen blijven op nul procent staan.
    Wie even berekent waar dat in werkelijkheid op uitkomt, ziet al snel dat 5 procent van zestigduizend euro drieduizend euro per jaar oplevert, terwijl de tweeverdieners met kinderen er in het geheel niet op vooruit gaan, en degenen die het minimumloon verdienen mogen rekenen op zo'n 150 tot 200 euro. ...

Waaruit de conclusie valt te trekken dat het niet een enkele hoogleraar is, maar een groot deel van de beroepsgroep die de meest fundamentele waarheid omtrent de economie niet kent: aan de kassa wordt betaald in centen in plaats van procenten.

Dat dit vermoedelijk geen vergissing is, blijkt uit het volgende, weer wat later gevonden bericht. Nu gaat het niet over inkomens en dergelijke, maar over belastingen, de andere kant van de medaille (de Volkskrant, 27-10-2007, van verslaggever Olav Velthuis):
  Belastingdruk verder opgelopen door sterke winstgroei van bedrijven en hogere btw

Belasting drukt zwaarder in rijke landen

Nederland is geen kampioen belastingheffing | Nieuwe cijfers relativeren gevaar van race to the bottom


Uit cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling prikken (OESO) blijkt dat de belastingdruk in de rijke landen vorig jaar op een recordniveau uitkwam. De cijfers prikken een aantal mythen over belastingheffing door. ...

Mythe 2: Rijke landen schuiven op naar een Angelsaksisch model met een magere verzorgingsstaat.
De gemiddelde belastingdruk (de totale belastingopbrengst gedeeld door het nationaal inkomen) is in de meeste OESO-landen – zelfs in de Verenigde Staten – gestegen, gemiddeld van 29,5 procent in 1975 naar 36,2 procent in 2005.
    Volgens Christopher Heady van de OESO zijn de belastingtarieven in de loop der tijd gedaald, maar zijn tegelijkertijd veel aftrekposten voor werknemers en bedrijven afgeschaft. Daardoor nam de opbrengst toe. In landen waar de opbrengst van de inkomstenbelasting terugliep, werd dat bovendien vaak gecompenseerd door een stijging van de opbrengst uit de sociale premies. Roland Brandsma, hoogleraar fiscaal recht en partner bij de belastingadviseur PricewaterhouseCoopers, heeft nog een andere verklaring: ‘Door een stijging van de inkomens zijn steeds meer mensen in hogere belastingschijven terecht gekomen.’ ...

Waar normaal onder belastingdruk de hoogte van de percentages van belasting op inkomen en dergelijk wordt verstaan, neemt men hier de totale belastingopbrengst, dat wil zeggen: het bedrag in euro's of dollars"het bedrag in geld. Dat dit daarna nog gedeeld wordt door het totale nationale inkomen is onvermijdelijk, want anders zijn landen van verschillende grootte niet te vergelijken. Maar wat hier de belastingdruk wordt genoemd, de percentages, is in feite dus de belastingopbrengst, het totaal in geld.
    En de reden blijkt al uit de kreten in de koppen: dat levert gunstigere uitkomsten op voor de hogere inkomens, voor de top van de maatschappij, voor het neoliberale en kapitalistische wereldbeeld.

Tot het tegendeel bewezen is, kunnen economen dus absoluut niet vertrouwd worden met wat voor maatschappelijke beslissing dan ook, of met hun adviezen over die beslissingen. Onder staat nog een enkel voorbeelden van procenten- en aanverwante verwarringen, daarna volgen andere dwaasheden ( Uit: De Volkskrant, 03-10-2005, van correspondent Peter de Waard):

Loon Indiase werknemers gaat volgend jaar het hardst omhoog

Werknemers in India gaan er volgend jaar in de wereld het meest op vooruit. De gemiddelde salarissen zullen in dit land met 11,3 procent stijgen. Bij een verwachte inflatie van 4 procent is dat een reële loonstijging van 7,3 procent.


Dit blijkt uit een onderzoek van Mercer Human Resources Consulting in alle landen van de wereld. Wereldwijd zullen de salarissen in 2006 iets sterker stijgen dan in 2005. De gemiddelde salarisstijging zal uitkomen op 2,4 procent tegen 1,9 procent dit jaar. Maar er zijn wel grote regionale verschillen.
    De stijging in de Europese Unie blijft beperkt tot 2 procent met vooral uitschieters in Oost-Europa en de Baltische landen. 'Hoewel de nieuwe EU-lidstaten in Oost-Europa een hoge looninflatie kennen, zijn hun arbeidskosten nog altijd uitermate concurrerend', aldus consultant Greg Cornish van Mercer. ...
 

Red.:   Dit artikel vermeldt alleen percentages, en leidt dus aan het "30% groter dan wat?"-syndroom uitleg of detail . De werkelijke loonstijging bij een percentage van 10 procent kan veel groter zijn dan bij dat van 20 procent, als de eerstgenoemde bijvoorbeeld 1000 euro verdient, en de tweede 100 euro. Dit artikel bevat dus zinloze gegevens.
    Dit is slechts een schier oneindig vele voorbeelden van het fout gebruik van procenten. Een ander bekend voorbeeld is dat van loonstijgingen die altijd in procenten worden uitgedrukt, terwijl iedereen in de winkel met euro's moet betalen.
    Een aanverwante van de centen-procenten verwarring is de geld-eenheid verwarring. Net als procenten niet vergeleken kunnen worden binnen een economie, kan een specifieke geldeenheid, hier de dollar, niet vergeleken worden tussen economieën. Want de dollar is in de ene economie iets heel anders waard dan in de andere, waarbij waarde staat voor de vertaling in goederen en arbeid. Bijvoorbeeld: als 100 lira overeenkomt met 1 dollar, zegt dat niets als je niet ook vertaalt wat je voor 100 lira kunt kopen. Kan je van 100 lira alle levensonderhoud voor een maand kopen, dan is monetair gezien 100 lira gelijk aan 1 dollar, maar koopkracht-technisch is het gelijk aan zeg 1000 dollar. Natuurlijk is dit een extreem geformuleerd voorbeeld, maar in de praktijk van het wereldeconomisch denken wordt hij dagelijks begaan:


Uit: De Volkskrant, 15-09-2005, van verslaggever Olav Velthuis

Armoedegrens is hard aan herziening toe

Als manicure goedkoper wordt, is de strijd tegen armoede een stap verder. Volgens de Wereldbank althans. Critici protesteren. De grens van een dollar per dag moet overboord.


‘Betekenisloos’ en ‘onbetrouwbaar’, zeggen de critici over de manier waarop armoede wordt gemeten. De veel gehanteerde grens van rondkomen met een dollar per dag is nodig aan herziening toe.
    Volgens de Wereldbank is tussen 1981 en 2001 het aantal mensen dat van een dollar per dag rondkomt gehalveerd, van 40 naar 21 procent van de wereldbevolking. Dat is aanleiding voor borstklopperij op de Millenniumtop van de Verenigde Naties, waar wereldleiders sinds woensdag onder andere spreken over de strijd tegen armoede.
    Volgens steeds meer ontwikkelingsdenkers moeten de wereldleiders de mooie cijfers zo snel mogelijk vergeten, want de strijd tegen armoede staat er helemaal niet zo goed voor als de Wereldbank wil doen geloven.
    Dat over armoedecijfers te twisten valt, is geen nieuws voor de Wereldbank. Tot 2002 dachten de bankeconomen dat het aantal allerarmsten in de laatste twee decennia met tweehonderd miljoen was afgenomen. Maar door op een andere manier te tellen, kwam de Wereldbank van de ene op de andere dag op het dubbele aantal uit: het betrof toen een vermindering met vierhonderd miljoen.
    Sanjay Reddy en Thomas Pogge van Columbia University in New York schreven twee jaar geleden een artikel met de titel Hoe je de armen niet moet tellen. Volgens de auteurs is de grens van een dollar per dag (preciezer: de Wereldbank rekent sinds 2000 met een grens van 1,08 dollar per dag) arbitrair: de Wereldbank vraagt zich niet af wat de basale levensbehoeften zijn van mensen, en wat ervoor nodig is om daarin te voorzien.
    Ook bij de berekeningen gaat volgens de sceptici veel mis. Zo moeten de armoedecijferaars de kosten van levensonderhoud over de hele wereld eerst met elkaar vergelijkbaar zien te maken. Voor een dollar koop je in de Verenigde Staten heel wat minder dan in India. De Wereldbank doet dat door te corrigeren voor het prijsniveau van een groot aantal goederen en diensten. Maar volgens Reddy en Pogge kijken ze daarbij naar de kosten van een consumptiepatroon waarvan armen alleen maar kunnen dromen. Manicure, bijvoorbeeld, is daarbij inbegrepen. Daalt de prijs daarvan in India, dan komt de koopkracht van Indiërs hoger uit, en zijn er opeens minder armen. Terwijl de overlevingsstrijd van een arme Indiër, die tot in lengte der dagen niet bij de manicure in aanmerking zal komen, er niet lichter op geworden is.  ...
    De Brit George Monbiot heeft een minder onschuldige verklaring voor de rekenmethode van de Wereldbank: volgens hem is die vooral bedoeld om te laten zien dat het huidige, neoliberale model van globalisering uitstekend werkt. De wereldleiders op de Millenniumtop zouden schrikken als de methode van Pogge en Reddy wordt opgepakt: op grond van hun eerste berekeningen is de wereldarmoede 30 tot 40 procent hoger dan volgens de Wereldbankcijfers.


Red.:   In dit artikel is ook al het commentaar op de economische opvattingen van de Wereldbank verwerkt.
    Nu over op een andere reeks voorbeelden: de toepassing van theoretische modellen en berekeningen:


Uit: De Volkskrant, 12-08-2005 door Xander van Uffelen

Export en nieuwbouw groeimotors economie

De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal met 1,3 procent gegroeid. Die onverwachte opleving is te danken aan de export en aan de bouw van nieuwe woningen.

...
Tussenstuk:
Voorspellers van krimp economie tastten mis

Twee Rotterdamse economen voorspelden half juli dat de Nederlandse economie in het tweede kwartaal met 1,5 procent zou krimpen. Na zijn eerste telling constateert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat de economie juist met 1,3 procent groeit. 'Het getal klopte ongeveer, alleen het minteken staat verkeerd', zegt onderzoeker Michiel Vergeer van het CBS.
    'Ik denk dat dit rekenmodel nog maar eens tegen het licht moet worden gehouden.' Een van de Rotterdamse voorspellers, Philip Hans Franses, is 'buitengewoon verrast' over de sterke groei. 'Ons model is vrij eenvoudig. Het CBS kijkt naar veel meer indicatoren. Wij willen echter vrij snel na het einde van een kwartaal een eerste indicatie geven. Onze eerste twee voorspellingen klopten aardig. Deze keer tastten we mis.' De econoom wijst erop dat de sombere analyse over het tweede kwartaal door veel deskundigen werd gedeeld. 'Zelfs Herman Wijffels van de SER beaamde dat het beroerd ging.' De twee Rotterdamse economen krijgen binnenkort een nieuwe kans: half oktober voorspellen zij de groei over het derde kwartaal.


Red.:   Meteen nog maar wat voorbeelden van een van de redenen dat economen zulke fouten maken: Ze werken te veel met theorie, die ze bovendien ook nog fout gebruiken:


Uit: De Volkskrant, 04-12-2004, door Martijn van Calmthout

Het is zoals het is

Een logicus schreef een proefschrift over de denkfouten in veel speltheoretische verklaringen, met name in de economie.


Jazeker, ook Boudewijn de Bruin, promovendus aan de universiteit van Amsterdam, heeft A Beautiful Mind gezien, de film met Russell Crowe uit 2001 over de wiskundige John Nash.
Aardig verhaal, zegt hij nog steeds. Maar eigenlijk vooral vanwege het drama van een geniale man die schizofreen wordt en desondanks een Nobelprijs wint, voor economie in 1994. 'Om de speltheorie in de film en de uitleg van het beroemde Nash-evenwicht moesten de meeste mensen hier een beetje lachen', zegt De Bruin. En dat is ook zo'n beetje de boodschap van De Bruins proefschrift, dat hij komende dinsdag in Amsterdam verdedigt. Daarin is hij op logisch-filosofische gronden uiterst kritisch over de manier waarop in de economische theorie wordt omgesprongen met speltheorie.
    Ze gebruiken, zegt hij, basisbegrippen uit de handelingstheorie zo slordig dat de resultaten nooit echt waterdicht kunnen zijn. 'Vooral waar het echt op verklaren aankomt, is het vaak ronduit tautologisch: het is zo omdat het zo is, er ontstaat een situatie, omdat dat dat de natuurlijke gang van zaken is. Dat zijn natuurlijk pseudoverklaringen.' ...
    Een van de problemen, vindt De Bruin, is dat speltheoretici doorgaans extreem wiskundig werken. 'Hun publicaties zijn van het type stellingbewijsstellingbewijs. Om de meetbaarheid van de grootheden waarmee ze werken, bekommeren ze zich minder.'
    Voor het verklaren van historische of sociale gebeurtenissen schiet dat doorgaans te kort, aldus De Bruin. 'Laat staan dat je het als beleidsinstrument gaat gebruiken.'
 

Uit: De Volkskrant, 22-01-2005, rubriek Twijfel van Hans van Maanen

Lusvormige lussen in de (bedrijfs)ecoconomie

Er is werkelijk geen touw vast te knopen aan het proefschrift van Tim Verdoes. Hij promoveerde afgelopen woensdag aan de Leidse universiteit. 'In deze studie', zo steekt hij van wal, 'wordt gezocht naar de fundamenten van de (bedrijfs)economie. Hierbij wordt de achterliggende wereld van schaarste en rationaliteit - of de noodzakelijke en voldoende voorwaarden voor economisch handelen - in beeld gebracht.'
    Dan wordt het snel dieper: 'Daarnaast wordt ingegaan op de oorsprong en vormgeving van economische problemen. Dit metatheoretische thema wordt weergegeven door middel van de data en de metaforen. Schaarste is veel fundamenteler van aard - de metaschaarste - die wordt weerspiegeld in de data; de metaforen vormen de elementen om problemen vorm te geven. Een belangrijk symptoom waarin problemen zich voordoen, is het lusvormige karakter ervan; dit is verbonden met wisselende niveaus waartussen theorieën, concepten en begrippen worden geslingerd. Economen maken afbeeldingen van de werkelijkheid; dit zijn metaforische composities. Door het lusvormige karakter van de economische wetenschap zijn deze onderling verweven en terug te voeren op het metathema.'
    We zien direct al: economische problemen (of de symptomen, dat is uit de onpeilbare zin niet op te maken) zijn lusvormig, maar de economische wetenschap zelf is ook lusvormig. Als dat maar goed gaat. ...
    Verdoes doet, als ik het goed samenvat, een poging om diverse economische theorieën en tegenstrijdigheden te schetsen en te vergelijken. Daar is niets mis mee, maar wat Gödel en Hofstadter ermee te maken hebben, laat staan de snaartheorie, is een raadsel.
    Gödel bewees in 1931 dat in elk niet al te simpel axiomatisch systeem, zoals de meetkunde van Euclides, altijd stellingen zijn te vinden die niet bewezen kunnen worden, en dat er altijd nare paradoxen dreigen.
    Ook de economie zit vol nare paradoxen en onbewezen ideeën, maar is ze een axiomatisch systeem? Dat is toch het eerste wat moet worden aangetoond voor we Gödel kunnen aanroepen.
    Daartoe doet Verdoes geen enkele poging. Hij haspelt slechts 'dat het eigenaardige, bijzondere en daardoor algemene van de economie de basis voor de rechtvaardiging is waarom de inzichten van Hofstadter de economische wetenschap 'op het lijf geschreven zijn'.' Maar wat nu precies die inzichten van Hofstadter zijn, ben ik na vijfhonderd bladzijden niet te weten gekomen.
    Nu ja. De promotiecommissie, onder leiding van prof. dr. J. G. Kuijl, was in ieder geval dik tevreden. 'Het proefschrift zet op een originele en onorthodoxe wijze naast een weergave van overeenkomsten en verschillen ook beperkingen van economische theorieën uiteen. Promovendus opereert op en tussen diverse abstractieniveaus.'
    Tussen abstractieniveaus? 'Promovendus geeft ook geen antwoorden op praktische vragen, maar brengt juist het wetenschappelijke fundament in kaart: de metaforische opbouw van de (bedrijfs)economie.'
    Ik hád ook geen praktische vragen. Ik begrijp alleen niet wat promovendus met een lus bedoelt.


Red.:   Wat er gaat gebeuren als dit soort mensen zich met maatschappelijke kwesties gaat bezighouden is voorspelbaar: er komt ernstige onzin uit. Hier hebben we gekozen voor voorbeelden vanuit het belangrijkste orgaan wat betreft de toepassing van economische theorie: het Centraal Planbureau:


Uit: De Volkskrant, 11-09-2004, door Michael Persson
 
U kunt zo'n subsidie ook gewoon weigeren

Universiteiten moeten geregeld geld meebrengen om onderzoek gesubsidieerd te krijgen. Niet erg, vindt het Centraal Planbureau in opdracht van de minister.


Joop Sistermans probeert zich netjes uit te drukken. 'De manier waarop dit rapport tot stand is gekomen, zit zeer dicht tegen het beledigende aan', zegt de voorzitter van de eerbiedwaardige Adviesraad voor Wetenschaps-en Technologiebeleid (AWT), die de regering bijstaat in wetenschapskwesties. 'Ik heb me afgevraagd of ik er boos om moet worden. Toen heb ik maar besloten dat het om de inhoud moet gaan.'
    Het rapport in kwestie is het in augustus verschenen document No. 62 van het Centraal Planbureau. Een contraexpertise, aangevraagd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Contra een in april gepubliceerd advies van Sistermans' AWT.
    Het gaat over matching, het mechanisme waarop veel universitaire subsidies en samenwerkingsprojecten met derden zijn gebaseerd. Voor elke euro steun van onderzoeksfinanciers, zoals NWO en het bedrijfsleven (de zogeheten tweede en derde geldstroom) moet de universiteit volgens dat mechanisme zelf ook een euro bijleggen.
    Een steekproef van accountancybureau Ernst & Young, onder auspiciën van de AWT, wees in april uit dat de subsidies op die manier ongeveer de helft van het 'vrij' te besteden academische onderzoeksbudget wegzuigen. Dat betekent dat universiteiten minder geld overhouden voor niet-gesubsidieerd onderzoek.
    Het CPB onderschrijft die diagnose. Maar onderschrijft níet de daarop gestoelde conclusie van de AWT, namelijk dat 'matching de Nederlandse kennisinfrastructuur ondergraaft'.
    Want, constateert het CPB: universiteiten zijn vrij om subsidies en contractonderzoek te weigeren. Zonder subsidies zijn er ook geen matchingverplichtingen, en zonder matchingverplichtingen kunnen de universiteiten hun eigen geld, de eerste geldstroom, naar eigen goeddunken besteden.
    'Zo simpel is het natuurlijk niet', vindt mr. Ed d'Hondt, voorzitter van de vereniging van Nederlandse universiteiten VSNU. 'Het CPB is in deze materie kennelijk niet zo goed thuis.'
    Volgens universiteitsbestuurders kunnen onderzoekers helemaal geen subsidies weigeren. De tweede en derde geldstroom vormen namelijk rond de veertig procent van het totale academische onderzoeksbudget. 'We zijn op dat geld aangewezen, omdat de eerste geldstroom - het geld dat rechtstreeks van de overheid komt - de afgelopen jaren is afgenomen', zegt bestuursvoorzitter dr. Wim Noomen van de Vrije Universiteit Amsterdam. Maandag waarschuwde hij bij de opening van het academisch jaar al voor de groeiende hang naar nuttig onderzoek. Hij noemt het CPB 'naïef'.
    Dinand Webbink van het CPB, één van de auteurs van het gewraakte rapport, houdt echter voet bij stuk. 'Ik vind de argumenten van de universiteiten nog steeds niet overtuigend. Ze zeggen dat ze door het binnenhalen van subsidies ten onder gaan aan hun eigen succes. Maar niemand kiest toch voor zijn eigen ondergang. De AWT onderbouwt dit in elk geval niet met voorbeelden waaruit blijkt dat het gebeurt.'
 ...  In de plannen van het ministerie van OCW en van het innovatieplatform gaat de mate waarin universiteiten zichzelf bedruipen met extern geld, zelfs mede bepalen hoeveel geld ze van het ministerie krijgen. Subsidies en contractonderzoek vormen in die filosofie het bewijs van kwaliteit, en kwaliteit moet worden beloond. Universiteiten die dan nee zeggen tegen externe financiering, krijgen ook minder geld van de overheid.
    Daar heeft het CPB geen rekening mee gehouden. 'Dat zijn zaken die pas op den duur gaan spelen', zegt Webbink. 'Wij hebben alleen gekeken naar de onderbouwing van het AWT-rapport. En die vonden we niet overtuigend. We hebben geen analyse gemaakt van hoe het anders zou moeten.'
    Dat is precies wat de universiteiten steekt. 'In het CPB-rapport overheerst de theorie', zegt D'Hondt. 'Het is meer gedachtenspinsel dan werkelijkheid.' ...


Red.:   Het maken van gedachtenspinsels is kennelijk een specialiteit van Webbink:


Uit: De Volkskrant, 23-11-2004, van verslaggever Michael Persson (volledig artikel hier )

Economen kraken innovatiebeleid

Economen van naam bogen zich over de vraag wat vernieuwing is. Ze trokken tegendraadse conclusies. Een tekort aan bèta's? Waarom verdienen ze dan niet meer?


...   Zo betogen Bas Jacobs (Universiteit van Amsterdam) en Dinand Webbink (CPB) dat er in Nederland, in tegenstelling tot wat doorgaans wordt gedacht, helemaal geen tekort aan bètawetenschappers en ingenieurs is. Het zijn er weliswaar weinig, zeker vergeleken met andere landen, maar het is zeker geen tekort.
    Hun redenering is niet nieuw. Kwestie van vraag en aanbod. Als er daadwerkelijk een tekort zou zijn, dan zou het prijsmechanisme in werking treden en zouden de salarissen van bèta's hoger zijn dan dat van niet-bèta's. Terwijl, zeggen de economen, het al twintig jaar andersom is. Bèta-opgeleiden verdienen 5 tot 10 procent minder dan anderen.
    Jacobs en Webbink verwachten zelfs dat de arbeidsmarktpositie van bèta's steeds verder zal afkalven, omdat ze zullen worden vervangen door nog goedkopere buitenlanders. 'Het beeld dat hieruit naar voren komt, wijkt af van de diagnose die ten grondslag ligt aan het huidige kabinetsbeleid.' Het kabinet wil juist miljoenen uitgeven om scholieren te stimuleren een exacte studie te kiezen.
    De auteurs van de pre-adviezen baseren zich voornamelijk op theoretische modellen. Daarmee gaan ze voorbij aan de realiteit, zegt een woordvoerder van het Innovatieplatform, dat zich juist zorgen maakt om een bètatekort. ...


Red.:   De eerste, verborgen, aanname die onze CPB-economen doen is dat betaling geschiedt naar arbeidsmarkt. Dat is patentonzin. Voor alle gewone productiebanen, dat wil zeggen: alles tot aan het niveau van management, is niet de arbeidsmarkt bepalend, maar de winstmarge op de arbeid. Ook al is er nog zo'n groot te kort aan timmermannen, ze worden niet meer betaald dan ze aan productie opleveren, minus de marge die nodig is om overhead als bazen, financiers en dergelijke te betalen.
    Dit proces geldt niet voor de managementlagen (en hoger) zelf, want die hebben geen productie, dus dat kan niet in de overwegingen worden betrokken. Bij gebrek aan een objectief criterium, worden die betaald naar het gebruikelijke alternatief: vriendjespolitiek: wie het dichtst staat bij degene die beslist, krijgt het meest betaald. Hoe hoger de manager, hoe hoger het salaris. Het is volkomen duidelijk dat dit niets met objectieve, productieve, resultaten te maken heeft.
    Dit verschil in methodiek in vaststelling van betaling is mede bepalend voor een essentiële scheiding tussen soorten werknemers, meestal ook een soort glazen plafond.
    Het is volkomen duidelijk dat de rol van de technicus in een bedrijf, ook al bevindt hij zich temidden van de hoger opgeleiden, die is van onder dit sociale plafond, bijvoorbeeld in tegenstelling tot de manager die zijn activiteiten "aanstuurt". Of er nu een tekort is aan technici of niet, het is ondenkbaar dat de technicus meer zou verdienen dan zijn manager, laat staan de mensen die daar weer boven staan. Die manager is meestal een figuur die rechten, economie, bedrijfskunde, of iets dergelijks heeft gestudeerd, of gewoon een iemand met een vlotte babbel is -  een alfa, of in ieder geval geen bèta.
    Daar waar de CPB-economen constateren dat bèta's minder verdienen, en dus er geen tekort is, is dus flagrante onzin. Niet-bèta's worden nu altijd meer betaald, en bèta's worden bovendien ook nog eerder ontslagen, om precies dezelfde reden: ze hebben de lagere functie.
    Ook in dit geval baseren de auteurs, onze CPB-economen, 'zich voornamelijk op theoretische modellen.', de nette terminologie voor gedachtenspinsels, als je het niet test aan de praktijk. In dit geval klopte zelfs de theorie niet.
    De definitieve ontmanteling van dit stuk wordt door één van de auteurs zelf gestart, een paar jaar later, zie hier uitleg of detail .
  Ook het eerste deel van dit artikel is interessant:

  ...  Eindelijk 'een verstandig economenadvies' over innovatie. Althans, zo noemt de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde het boekwerk dat zij dit weekend naar haar leden heeft gestuurd en dat in december op het ministerie van Economische Zaken wordt gepresenteerd. 'Een bundel waar niemand die over innovatie wil meepraten omheen kan. Want dat gebeurt te vaak, met verstandig economenadvies.'
    Het zijn auteurs van naam, die zich over de kwestie hebben gebogen. Van de Tilburgse hoogleraar en Spinoza-prijswinnaar Lans Bovenberg tot voormalig staatssecretaris Rick van der Ploeg. ...

Combineer dit met het volgende artikel:


Uit: De Volkskrant, 16-11-2005, van verslaggever Ferry Haan

Achtergrond | 'Eenvoudig werk onmisbaar'

Nederland heeft oude industrie niet echt nodig

Nederland kan zonder de rokende schoorstenen van de oude industrie. De dienstensector kan zich richten op de im- en export. Maar waar moeten de laaggeschoolden dan werken?

De Nederlandse economie trekt aan, maar de industrie blijft achter, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze situatie doet zich al decennialang voor. Voor de Nederlandse economie maakt de teloorgang van de 'maak'-industrie kennelijk niet uit. 'Nederland kan zonder industrie', beaamt de Utrechtse hoogleraar en industrie-expert Hans Schenk. ...


Red.:   Gebruik vervolgens je gezonde verstand:


De Volkskrant, 04-01-2006, ingezonden brief van A. Straathof  (Purmerend)

Gas

De situatie in de Oekraïne is een voorbeeld van wat er kan gebeuren als een conflict ontstaat met de leverancier van goederen (Voorpagina, 3 januari).
    Als wij de suikerfabrieken gaan sluiten, gebeurt dat bij ons ook. We worden te afhankelijk, er ontstaat een conflict en dan kan men zo de leverantie stop zetten.
    Dus laten wij zelf ook nog wat produceren.


Red.:   En trek dan maar de conclusie dat hoogleraren Bovenberg en Schenk dus voorstellen om Rusland als betaling voor het gas maar hypotheken te leveren. En trek daarna wat haren uit je hoofd van verbijstering.
    Nog wat werk van Bovenberg hier uitleg of detail .
    En tot slot, en voor de volledigheid alhier, een herhaling van de belangrijkste reden voor dit soort fouten: het eigenbelang:


Uit: De Volkskrant, 13-07-2005, door Ferry Haan
 
Economen verzwegen hun commerciële belangen

Tussentitel: 'Ik wil weten welke pet men draagt als ik wat lees'

Enkele toonaangevende Nederlandse economen hebben hun commerciële belangen verzwegen in een recente publicatie van ESB, het vakblad voor economen.
    De economen Eric van Damme, Maarten Janssen, Hugo Keuzenkamp en Arnout Boot schreven artikelen in een aparte uitgave van ESB ter ere van tien jaar mededingingsbeleid in Nederland.
    Alleen Hugo Keuzenkamp meldt hierbij dat hij directeur is van zorgverzekeraar Delta Lloyd. De andere economen melden niets over hun contacten met energiebedrijf Essent (Van Damme), telecomreus KPN (Janssen) en de financiële sector (Boot).
    Marcel Canoy, economisch adviseur van de Europese Commissie, zegt zich zorgen te maken over deze vercommercialisering van de marktwerkingsdiscussie.
    Eric van Damme, hoogleraar in Tilburg, ziet zichzelf niet als bijklussende hoogleraar. Hij erkent wel dat zijn instituut Tilec in Tilburg een contract heeft met Essent. Essent zou geen invloed hebben op het onderzoek. ...


Red.:   Een paar jaar later ...:


Uit: De Volkskrant, 26-09-2008, van verslaggever Michiel Haighton

Miljarden steun voor automakers VS

Huis van Afgevaardigden akkoord met miljardenkrediet | Autofabrikanten financieel aan de grond | Investeren in zuinige auto's


De remmen bij de Amerikaanse overheid lijken los als het aankomt op het ondersteunen van noodlijdende sectoren. Na de financiële instellingen wordt nu ook de geldkraan opengedraaid voor de gemankeerde Amerikaanse auto-industrie, zo werd donderdag bekend. ...
    Marcel Canoy, hoofdeconoom bij het economische onderzoeksbureau Ecorys en gespecialiseerd in marktwerking, ...


Red.:   ... en Marcel Canoy verdient nu zelf aan de marktwerking.
    De kredietcrisis van 2008 laat natuurlijk zien dat het economische onbenul van economen bijna universeel is - de enkelingen die de juiste voorspellingen hebben gedaan en waarschuwingen hebben afgegeven werden universeel niet geloofd en werden belachelijk gemaakt. Het leidde zelfs tot enige bekentenissen:


Uit: De Volkskrant, 15-11-2008, door Martijn van Calmthout

Kenniscafé | Hoofdeconoom ABN-Amro Han de Jong

'Je theewater is cruciaal'


Hij gaat natuurlijk geen namen noemen, maar de casus staat chief economist Han de Jong van ABN-Amro nog helder voor de geest. Toen dit voorjaar de wat toen nog huizencrisis in de VS heette, losbarstte, waren er hooggeleerde economen van vooraanstaande universiteiten, die zeker wisten dat het na maart wel weer goed zou komen. 'Dan moesten immers de banken met hun kwartaalcijfers komen, was de redenering, en dus zullen ze tot een herwaardering van de kredietpapieren moeten komen. Dan is alles weer op een reële waarde en is de rust dus terug.'
    Een dik half jaar pure crisis in de financiële sector verder illustreert de soms wel erg ivoren toren waarin de academische economen zich hebben verschanst. Want ga maar na: op zich was die redenering over de herwaardering logisch, alleen klapte de huizenmarkt daarna verder in en waren de nieuwe waarden net zo waardeloos als de oude. 'Over dat soort dingen vecht ik weleens een robbertje met de collega's.'    ...

Meneer De Jong, wat is dat eigenlijk: een hoofdeconoom?
'Dat is de baas van een team economen die de bank van economische analyses voorzien; wat doet de rente, de inflatie, de werkloosheid.'

Een soort privaat Centraal Planbureau dus?
'Nou, ik denk dat ze ons daar maar een onwetenschappelijk stelletje vinden. En terecht. Het is vaak wat meer quick 'n dirty.'

Bent u een van de economen die de huidige crisis allang zagen aankomen?
'Ja en nee. Niet in de heftigheid. Maar we hebben wel gewaarschuwd voor de excessieve kredietgroei, zoals in de VS. Het probleem is dat je waarschuwt terwijl het geweldig goed gaat. Maar het kon niet voortduren.'   ...

Wat voor methoden heb u ter beschikking bij dergelijke analyses?
'Economische modellen, gegevens uit de markt. Maar ook een aanzienlijk deel intuïtie, ervaring en signalen van klanten. Je theewater is cruciaal, juist omdat de wereld zo complex is.'

Intuïtie is de bottom line?
'Zo gek is dat nou ook weer niet. De wereld is grillig en onvoorspelbaar. Ik vroeg een kwarteeuw geleden een meisje ten huwelijk zonder goed te weten wat de gevolgen zouden zijn. Zij is nog steeds mijn vrouw.'

Mooi. Maar de economie?
'Wel een wetenschap, maar geen exacte. Academische economen neigen wat mij betreft te vaak naar een soort hogere wiskunde. Heel knap, maar in de praktijk niet erg interessant.'

Zijn de overwegingen van minister Bos om met miljarden in te grijpen ook zo intuïtief, denkt u?
'Nee, dat valt nou wel weer mee, schat ik. Zoiets is haast bedrijfseconomie: wat kost het en wat zijn de geschatte opbrengsten? Dat kun je binnen redelijke marges wel rondrekenen.'


Red.:   Kortom: waar het eigenlijk omdraait: voorzien wat er gaat gebeuren, is de waarde van de econoom dezelfde als die van een waarzegger- alle verzachtingen ervan door De Jong zijn natuurlijk uitsluitend en alleen preken voor eigen parochie: hij had de crisis niet voorzien, want anders had hij het gezegd; hij heeft geen methodiek, behalve intuïtie = natte-vingerwerk; er is geen enkele vorm van voorspelling mogelijk; en dus nee: economie is dus geen wetenschap. En wat Wouter Bos heeft gedaan met de aankoop van de banken is gewoon huishoudboekjeswerk.
    Nog een bron:


Uit: Dagblad De Pers, 20-01-2009, door Jan-Hein Strop

Kredietcrisis

Macro-economen weten het nu ook niet meer

Macro-economen maken er een potje van. Ze zijn het massaal oneens en hun voorspellingen worden voortdurend bijgesteld.

Eerst zou de economie stagneren, toen licht krimpen en nu kijkt Nederland aan tegen een zware recessie. De Europese Commissie voorspelde voor dit gewest gisteren een krimp van min twee procent, het zwartste scenario tot nu toe. Een contrast met twee maanden geleden toen Brussel bescheiden groei voorspelde, en wat een verschil met de visie van topeconomen alhier.
    Het voor de regering leidende Centraal Plan Bureau (CPB) becijferde in december nog een krimp van ‘slechts’ -3/4 procent, begeleid door een waarschuwing van directeur Coen Teulings, die benadrukte dat de ramingen dit keer met ‘veel onzekerheid’ zijn omgeven. De Nederlandsche Bank liet vlak na de bekendmaking van het CPB weten dat de raming ‘te voorzichtig’ was.
    Daar hebben ondernemers en minister van financiën Wouter Bos weinig aan. Zonder accurate ramingen is het lastig begrotingen en investeringsplannen maken. Maar de voorspellende macro-economen, of ze nu uit Brussel, Amsterdam of Washington komen – bij het Internationaal Monetair Fonds is ook bijstelling na bijstelling gedaan – zijn in deze crisis het spoor bijster. Om over de vooruitziende kwaliteiten van commerciële banken maar te zwijgen. Goeie kans daarom dat de verwachting van licht herstel in 2010 binnenkort ook naar de prullenbak wordt verwezen.   ...


Red.:   In populairdere taal: ze klojen maar wat raak.
    Nu naar het hoogste niveau qua economen:


Uit: De Volkskrant, 18-09-2009, boekenrecensie door Pieter Klok

Non-fictie | De (ir)rationaliteit van de vrije markt

Onbetaalbare huizen, dierlijke instincten

Alan Greenspan van het Amerikaanse stelsel van Centrale Banken, het Nederlandse Centraal Planbureau en vele andere ingewijden en experts – allemaal hadden ze in een stevig geloof in de rationaliteit, efficiëntie en veiligheid van de vrije markt. Een arsenaal aan typische menselijke neigingen zagen ze voor het gemak over het hoofd.

Edmund L. Andrews was al lang journalist bij de The New York Times, ...
    Waarom heb ik dit gedaan, vraagt Andrews zich in Busted af. ...
    De scherp geschreven analyse van de gekte op de Amerikaanse huizenmarkt en de beschrijvingen van Alan Greenspan, die man die tussen 1987 en 2005 aan het hoofd stond van de Fed, het Amerikaanse stelsel van Centrale Banken, maken echter veel goed. Andrews laat prachtig zien hoe Greenspan zichzelf keer op keer overtuigde dat het het beste was om vooral niets te doen en de vrije markt alle ruimte te geven. De hoge schuldenlast van de Amerikanen, was volgens hem juist een teken van welvaart. Inderdaad, zei dan Ben Bernanke (die de laatste jaren zijn trouwe kompaan was en Greenspan begin 2006 opvolgde): niet wij hebben een probleem, maar de Chinezen, die niet weten wat ze met hun geld moeten beginnen en het ons dus maar al te graag lenen.
    Greenspan had een heilig geloof in de rationaliteit van de vrije markt. Hij geloofde dat bankiers en huizenkopers voortdurend rationele afwegingen maakten tussen rendement en risico. ‘De meesten van ons, en ik in het bijzonder, zijn geschokt en we kunnen het nog steeds niet geloven’, zei hij eind 2008 over het gedrag van de banken.
    George Akerlof en Robert Shiller laten in Animal Spirits zien waar het wereldbeeld van Greenspan tekort schiet. ‘Het publiek, de overheid en de meeste economen waren gerustgesteld door een economische theorie die zei dat we veilig waren. Het was allemaal in orde. Maar die theorie deugde niet’, schrijven ze in de inleiding. ‘Ze negeerde rol van animal spirits.’
    Shiller was een van de weinige die zowel de internetcrisis voorspelde als de crisis op de Amerikaanse huizenmarkt. Akerlof, die in 2001 de Nobelprijs won, hekelt al jaren de gangbare theorieën over de ‘efficiënte vrije markt', die volgens veel economen het best in staat zou zijn om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen en de economie stabiel te houden.
    John Maynard Keynes was de eerste econoom die de animal spirits heeft beschreven. Mensen worden niet gedreven door rationele motieven, schreef hij in de jaren dertig. Hun daden komen niet voort uit kosten-en-baten-analyses. Ze zijn eerder het resultaat van een ‘spontane drang om actie te ondernemen’. En hoe ‘deze spontane drang’ ontstaat is niet te verklaren uit de klassieke economische theorie.
    In de loop der jaren zijn deze inzichten langzaamaan op de achtergrond geraakt. Dat kwam omdat de economen na de oorlog een sterke behoefte hadden om bij de exacte wetenschappen aan te sluiten. Ze wilden een economische theorie die net zo onwrikbaar was als de wet van de zwaartekracht en waren lange tijd doof voor inzichten uit de (massa) psychologie en de sociologie. Met deze crisis lopen de economen op tegen hun grenzen.
    Shiller en Akerlof zetten uiteen op welke punten de wetenschap aanpassing behoeft. Ze wijzen onder meer op de belangrijke rol die verhalen spelen in de economie: ‘verhalen zijn als virussen. Hun verspreiding van mond tot mond is een soort besmetting.’   ...


Red.:    Greenspan en Bernanke zijn dus gewoon ideologen of waarzeggers. Wat ze doen heeft niets met deskundigheid te maken.

Een grappige:


Uit: De Volkskrant, 18-05-2010, van onze verslaggever Pieter Klok

PvdA'ers: VVD-program op termijn beste

Het verkiezingsprogramma van de VVD is op lange termijn het beste voor het Bruto Binnenlands Product, een belangrijke maat voor de economische groei. Dat volgt uit een rekenprogramma dat PvdA-prominenten Willem Vermeend en Rick van der Ploeg hebben geschreven.   ...
    Het rekenprogramma, dat te vinden is op de website debaasvannederland.nl, is gebaseerd op de voorspellingen van het CPB aangevuld met de economische theorie die Van der Ploeg en Vermeend in 2008 hebben ontwikkeld in hun studie Taxes and the Economy.
    Het model van Vermeend en Van der Ploeg richt zich sterk op de aanbodkant van de economie. Een lagere belasting maakt de productie in Nederland goedkoper waardoor de concurrentiekracht stijgt. Het model heeft minder oog voor de vraagkant: een lagere belasting en lagere uitkeringen leiden er ook toe dat de bestedingen afnemen. ‘Op dat punt had ons model wel wat beter gekund’, zegt Van der Ploeg zelf.   ...


Red.:   Dat is grappig: de heren economen hebben een model dat maar een stukje van de economische werkelijkheid beschrijft en fundamenteel onvolledig is: ze nemen wel het effect van lagere inkomsten van de overheid mee, maar vergeten dat de overheid daardoor minder geld uitgeeft in de economie - want geld van de overheid gaat naar mensen die het besteden in de economie. En op grond van dat halfbakken model doen ze uitspraken en voorspellingen. Wetenschappelijk gezien volstrekt onzinnig.
    Maar misschien is het toch niet zo grappig. Want de heren beseffen het deels zelf ook wel:  ‘Op dat punt had ons model wel wat beter gekund’. Net zoals ze beseft moeten hebben hoe het in de pers zou komen, namelijk met de kop die we hierboven zien - of als in:

  ... de vergaande conclusies die De Telegraaf gisterochtend trok onder de kop ‘VVD beste programma’. ...

Hetgeen totaal niet meer gecorrigeerd wordt door praatjes achteraf:
  Van der Ploeg haast zich echter om de conclusies te relativeren. ‘Het zijn maar rekensommetjes, je moet ze niet te serieus nemen. Net als de rekensommen van het CPB dienen ze slechts als opmaat voor een gesprek.’

De heren mogen dan wel PvdA-prominenten zijn:
  Vermeend was sinds 1984 Kamerlid voor de PvdA en vanaf 1994 eerst staatssecretaris van Financiën en vanaf 2000 tot 2002 minister van Sociale Zaken . Rick van der Ploeg was Kamerlid vanaf 1994 en tussen 1998 en 2002 staatssecretaris van Cultuur.

Maar het zijn natuurlijk klasse-verraders van het zuiverste soort.
    Er zijn problemen met de dekkingsgraad van diverse pensioenfondsen. Lans Bovenberg (Knevel & Van den Brink, 19-08-2010) heeft de oplossing: "We moeten aanvaarden dat onze pensioenen niet meer zeker zijn, en die pensioenen gewoon verminderen". Een bewijs van de volstrekt eenzijdige, myope, geest van de econoom. Want er is nog een tweede kant aan deze zaak, te formuleren als het antwoord aan de "heer" Bovenberg die geld wil ontnemen aan de pensioneerden (namelijk: het geld dat ze verplicht hebben afgedragen tijdens hun werkzame leven voor dat pensioen) met de volgende respons op zijn opmerking: "Degenen die meer dan een halve ton verdienen moeten gewoon aanvaarden dat hun inkomen niet meer zeker is, en hun inkomen moet verminderd worden" (en dat kan heel simpel: via de  bestaande inkomensbelasting). En dat geven we dan aan de gepensioneerden.
    De eerste grote crisis na de kredietcrisis van 2008-2011 is de Griekse en andere zuidelijke landen crisis in Europa. Net als de kredietcrisis veroorzaakt door het geven van frauduleuze leningen aan instellingen ging die niet kredietwaardig zijn. Wat net als de kredietcrisis voordelig was voor de financiële markten en de rijken. En waarvoor net als na de kredietcrisis de gewone burgers moeten opdraaien. En net als voor, tijdens en na de kredietcrisis kiezen de economen kant van de financiële markten en de rijken:


Uit: De Volkskrant, 25-07-2011, van verslaggever Tjerk Gualthérie van Weezel

Interview | Hoogleraar economie Alfred Kleinknecht

Eurolanden moeten naar één begrotingsbeleid

Eindelijk doen de Europese leiders wat de Delftse hoogleraar Kleinknecht al jaren bepleit. Maar de integratie gaat nog niet ver genoeg, zegt hij.

Alfred Kleinknecht (60) was sinds het begin tegenstander van de euro omdat de integratie van de muntunie volgens de Delftse hoogleraar economie niet ver genoeg ging. De muntunie zou een gezamenlijk begrotingsbeleid moeten voeren, zei hij al in 1997. ...


Red.:   Meneer Kleinknecht vergeet een belangrijk ding, waardoor ook de uitkomst heel anders uitvalt dan waar hij voorpleit. Naast een voorwaarde voor gezamenlijke munt in een gezamenlijk begrotingsbeleid, zijn er ook een voorwaardes voor dat gezamenlijke begrotingsbeleid. Een voorwarde voor een gezamenlijk begrotingsbeleid is een gelijksoortige economie. Een maak-economie vraagt een heel ander begrotingsbeleid dan een handelseconomie, of een toeristeneconomie. Of: een solidaire maatschappij met een eerlijke betrouwbare belastinginning vraagt een heel ander begrotingsbeleid dan een zwarte en corrupte gauw-dieveneconomie waar belastingontduiking de norm en nationale sport is.
    Het is volkomen duidelijk dat de zuidelijke landen in alleen al de twee genoemde opzichten dramatisch verschillen van de noordelijke uitleg of detail . Dat er dus nooit sprake zal kunnen zijn van een gemeenschappelijke begrotingsbeleid. Dus dat er ook nooit sprake had moeten zijn van een gezamenlijke munt. En het is net zo duidelijk dat dit door de praktijk bewezen is. En dat deze omstandigheden de komende decennia niet zullen veranderen. En dat die gezamenlijk munt dus onmiddellijk weer opgedoekt moet worden. En dat als je dat niet doet, de Noord-Europese burgers het verlies moeten gaan dragen. En even duidelijk is dat meneer Kleinknecht vindt dat de burgers dat maar moeten doen:

  Hoe moet dat probleem worden op gelost?
'...Er zou ook meer steun voor de losers moeten zijn. Binnen Nederland vinden we het heel normaal dat we in de Randstad geld betalen voor Zeeland en Limburg. West-Duitsland doet dat ook nog steeds voor Oost-Duitsland. Maar binnen de euro is de steun van de winnaars voor de verliezers minimaal.'

En ook duidelijk is dat meneer Kleinknecht hiermee een revolutie tegen de elite riskeert.
    De volgende is niet als econoom aangesteld, maar als economisch journalist, die we gemakshalve maar in dezelfde groep indelen - vaak zijn ze zelfs opgeleid als econooom. En ze zijn ook even grote onbenullen (zouden ze iets in het water doen bij die faculteiten?). Hier is zijn zoveelste stukje vol onzin:


Uit: De Volkskrant, 08-08-2011, hoofdredactioneel commentaar, door Fokke Obbema

Crisis naar hoogtepunt

Verlies van de AAA-status voor de VS en de noodzaak van opkopen van Italiaanse staatsobligaties - de crisis culmineert.

De historische stap van Standard&Poor's om de VS de hoogste kredietstatus te ontnemen, is terecht. Wel is de timing ervan ongelukkig, nu de eurocrisis naar een nieuw hoogtepunt toegaat en de Europese Centrale Bank zich genoodzaakt zag tot een spoedbijeenkomst op zondag. Extra onzekerheid op de financiële markten als gevolg van de stap van de Amerikaanse kredietbeoordelaar komt dan slecht uit.
    De beslissing van S&P is geen verrassing. Als hij niet was genomen, was de kredietbeoordelaar geen knip voor de neus waard geweest. ...


Red.:  Natuurlijk is het precies andersom:  S&P was al geen knip voor zijn neus waard, gezien het feit dat de met hun AAA-beoordelingen voor totaal waardeloze hypotheekpakketten en speculerende baken als de IJslandse in hoge mate verantwoordelijk zijn voor de kredietcrisis. Obbema, in zijn neoliberale en totaal versteende denkwereld, is het al weer vergeten - feiten niet in overeenstemming met de ideologie kunnen niet opgeslagen worden in zo'n brein.

  Gelukkig heeft S&P het aangedurfd onafhankelijk te opereren.

Een nog veel grotere blunder. S&P is een bedrijf en wordt betaald voor zijn adviezen. Een betaald advies, dat wil zeggen: een advies met belangen eraan verbonden, is nooit en te nimmer een onafhankelijk advies. Op grond waarvan iedereen allang had kunnen concluderen dat ze niet deugen uitleg of detail .
    Maar Obbema is totaal over de rooie:
  De druk die op deze organisatie en zijn branchegenoten in deze crisis wordt uitgeoefend, valt niet te onderschatten. Zie de schandalige inval van de Italiaanse justitie bij hen, midden vorige week.

Hier lijkt een plaats in een gesticht meer op zijn plaats dan een plaats in de krant.
    Hetgeen kort daarop nog eens bevestigd wordt:


Uit: De Volkskrant, 22-08-2011, van verslaggever Peter de Waard

Oud-vicepresident van kredietbeoordelaar klapt uit de school

'Moody's dwingt analisten hoge waardering te geven'

Kredietbeoordelaar Moody's zou zijn eigen analisten onder druk zetten om aan bepaalde producten en instellingen een hogere kredietwaardering te geven.
    Dit beweert een voormalig medewerker van het Amerikaanse ratingbureau. Moody's en de concurrenten Standard & Poor's en Fitch liggen sinds de kredietcrisis onder vuur. Soms zouden ze te hoge en soms te lage waarderingen geven over de kredietwaardigheid van bedrijven, landen en producten. Daardoor zouden ze medeverantwoordelijk zijn voor de kredietcrisis en de eurocrisis.   ...


Red.:   Wat voor een belangrijk deel het gevolg van het in de inleiding genoemde basale: er bestaat geen betaald onafhankelijk advies. Met als achterliggender nog fundamentelere probleem: er bestaat geen onafhankelijk advies als er eigenbelangen in het spel zijn. En dat geldt per definitie voor een bedrijf dat afhankelijk is van het bestaan van een financiële markt:

  William J. Harrington, een voormalig vicepresident en analist van Moody's, is in een brief van tachtig kantjes aan de Amerikaanse toezichthouder SEC uit de school geklapt over de interne gang van zaken bij het kredietbureau.   ...
    Harrington bekritiseert in de brief de belangentegenstellingen binnen het bedrijf. 'Moody's wordt betaald door de instellingen over wier kredietwaardigheid een objectief oordeel moet worden geveld', aldus Harrington, die van 1999 tot vorig jaar voor Moody's werkte op de afdeling derivaten.

En een bedrijf heeft een aantal aanvullende eigenschappen die het geven van onafhankelijk advies aal helemaal onmogelijk maken:
  Volgens Harrington zijn medewerkers van hogerhand gelast hogere waarderingen te geven aan sommige kredieten of kredietinstellingen. Systematisch werden naar zijn zeggen twijfels van analisten met de mantel der liefde bedekt, zodat de klanten niet af zouden haken en de winsten in tact bleven.   ...
    Hij spreekt van een cultuur van intimidatie en vernedering binnen Moody's. Analisten worden gedwongen in te stemmen met de eisen van de klant die betaalt en moeten ook volgens het schema van die klant werken. 'Het doel van het management is van analisten plichtsgetrouwe jaknikkers te maken die in de kredietcomités het bedrijfsdoel voorop zetten: het maximaliseren van de winst. Herhaaldelijk heeft Moody's interne waarschuwingen genegeerd dat werknemers die verantwoordelijk waren voor de waardering van hypotheekobligaties waardeloze meningen naar buiten brachten.'    ...
    Harrington beweert dat Moody's de objectiviteit van de comités ondergraaft door mensen met een tegengesteld geluid te kleineren. 'Leden van het comité die hun persoonlijke bezwaren houden over een besluit kunnen tot de orde worden geroepen. Hierdoor zijn de waarderingen van Moody's die naar buiten worden gebracht vaak in strijd met de meningen die er binnen het bedrijf zijn.'    ...
    Harrington beweert dat Moody's in 2009 en 2010 disciplinaire maatregelen tegen hem wilde nemen om te voorkomen dat hij een transactie tussen de zakenbank Merrill Lynch en de verzekeraar AIG in gevaar zou brengen. Tot die tijd had hij tijdens functioneringsgesprekken juist complimenten gekregen voor zijn vakkundigheid op het gebied van ingewikkelde transacties en zijn analytische kwaliteiten.
    Wel werd hem steeds te kennen gegeven dat hij het werk voor bankiers en bedrijven die schuldpapier plaatsen, beter wat gemakkelijker zou kunnen maken.

Met natuurlijk de bekende bijkomende verschijnselen:
  Harrington beschuldigt ook met name genoemde topmensen bij Moody's van het plegen van meineed tijdens hoorzittingen over het functioneren van de ratingbureaus.

Zoals die van het glasharde liegen.
    De zo door Obbema geëerde instelling blijkt niets anders dan een ordinaire boevenclub. Een witte-boordenmaffia.
    Collega Peter de Waard beoefent een andere hobby: open deuren intrappen:


Uit: De Volkskrant, 31-08-2010, rubriek De kwestie, door Peter de Waard

Hebben economen eigenlijk nog enig nut?

Economen zijn even ongeschikt om prognoses te doen als Johan Derksen. Helaas schrikken ze er niet voor terug.

'Het enige nut van economische voorspellingen is dat ze astrologie respectabel maken', zei John Kenneth Galbraith, de vermaarde econoom.
    Behalve zakenbankiers, hedgefondsbeheerders, toezichthouders en kredietanalisten liggen ook economen sinds het begin van de crisis in 2007 onder vuur. Ze hebben sinds die tijd - een jaar na Galbraiths dood - zo vaak de plank misgeslagen dat het al geringe vertrouwen in deze beroepsgroep nog verder is ondermijnd. 'Doen economen er überhaupt nog toe?', vroeg de econoom John Kay - hoogleraar aan de London School of Economics - zich vorige week af in een lijvig artikel in de Financial Times. De kritiek op macro-economen is niet dat zij de kredietcrisis van 2007 en de gevolgen van de val van de bank Lehman niet voorzagen, maar dat ze ook geen modellen hebben die laten zien hoe het zover heeft kunnen komen.   ...


Red.:   Dat nauwelijks iets anders kan zijn dan opzet, aangezien het natuurlijk wel degelijk mogelijk is zinnige dingen te zeggen over de economie . Maar die leiden onvermijdelijk naar de conclusie dat economen leugenaars zijn, zie boven, en de financiële wereld oplichters . En dat is niet de uitkomst die ze wensen.

  De kritiek op macro-economen is ... dat ze ook geen modellen hebben die laten zien hoe het zover heeft kunnen komen.  De economen moeten dus in de glazen bol kijken. Dat kunnen ze niet. Het kenmerk van economische systemen is dat ze dynamisch en non-lineair zijn. Behalve dat de uitkomsten door de kleinste verandering van parameters totaal anders kunnen uitvallen zijn ze ook afhankelijk van massapsychologie of massahysterie.

Dat laatste geldt ook voor het weer-systeem, maar toch kunnen daar tegenwoordig steeds betere voorspellingen over gedaan worden. Dit is dus weer onzin van Peter de Waard.
  Dat schrikt de meeste economen niet af. Ze laten zich overhalen toch in de toekomst te kijken. Economen die op televisie alleen analyses maken, wikken en wegen, laat staan modellen tevoorschijn toveren, worden de volgende keer niet meer in de uitzending gevraagd. En wie niet vaak genoeg in de media is, doet er als econoom niet toe.
    In wezen hebben hun voorspellingen echter alleen maar entertainmentwaarde. Ze gaan er even vaak mee de mist in als Johan Derksen bij het invullen van de voetbaltoto, zij het dat die laatste zich tegenover Wilfred Genee in de week daarop nog wel voor zijn miskleunen moet rechtvaardigen.

Het is maar te hopen dat Peter de Waard voorzichtig bij het open-trappen van deuren, want net als bij voetballen kan je daar een lelijke blessure aan overhouden. Maar gelijk over de onzin van de huidige economen heeft hij natuurlijk wel.
    De kanker is kennelijk verspreid tot in de hoogste kringen:


Uit: De Volkskrant, 11-10-2011, van verslaggever Jonathan Witteman

Amerikanen delen Nobelprijs

Thomas Sargent en Christopher Sims winnen de Nobelprijs voor de economie voor hun methoden die ‘dagelijks gebruikt worden door alle centrale banken in ontwikkelde landen’.

De Nobelprijs voor de economie is maandag in Stockholm toegekend aan de 68-jarige Amerikanen Thomas Sargent en Christopher Sims. Sargent (New York University) en Sims (Princeton) krijgen de prijs 'voor hun empirisch onderzoek naar oorzaak en gevolg in de macro-economie'.
    Het levenswerk van Sargent en Sims bestaat uit het vorsen van de wisselwerking tussen de economie en beleidsinstrumenten als rentetarieven en overheidsuitgaven. Hoe beïnvloeden belastingverlagingen of renteverhogingen de welvaart en inflatie van een land? Wat gebeurt er als een centrale bank haar inflatiedoel oprekt of een regering minder bezuinigt dan gepland?   ...
    Niet alle economen delen de geestdrift voor de laureaten. Esther-Mirjam Sent, hoogleraar economie aan de Nijmeegse Radboud Universiteit, promoveerde op een dissertatie over Thomas Sargent. Ook volgde ze college bij Sargent aan Stanford. Sargents werk is als 'een mooie schroevendraaier, die uiteindelijk helemaal niet op de schroef blijkt te passen', zegt Sent. 'Het probleem met Sargent is dat zijn modellen niets met de complexe realiteit te maken hebben. Daarom vind ik het misplaatst en verrassend dat daar nu de Nobelprijs naartoe gaat. Ik had gehoopt dat economen iets van de crisis hadden geleerd.'    ...
    Sent herinnert zich haar eerste college van Sargent op Stanford. 'Hij zette drie vergelijkingen op het bord en zei: dit is de economie. Als je daar vragen over hebt, wil ik je niet helpen. Maar heb je vragen over de wiskunde in deze vergelijkingen, dan ben ik bereid je vragen te beantwoorden. Waar haalt hij de arrogantie vandaan, dacht ik.'
    De denkfout in het werk van Sargent, zegt Sent, is dat hij ervan uitgaat dat alle mensen koele, rationele actoren zijn. 'Stel dat de overheid de belastingen verlaagt. De rationele actor weet dat de overheid de belastingen in een later stadium weer zal verhogen, omdat ze de begroting sluitend moet maken. Een rationele burger gaat dus sparen, om te anticiperen op belastingverhogingen in de toekomst. In werkelijkheid gaat maar een klein deel op zo'n rationele manier met de eigen financiën om.'    ...


Red.:   Vernietigende kritiek.
    Maar wie is er dus hartstikke voor? Nee, niet Nout Wellink uitleg of detail , en nee ook niet Frank Kalshoven uitleg of detail . Althans, die zijn er waarschijnlijk wel voor, maar zijn er niet naar gevraagd. Nee, het gaat om de grote adviseur van de regering:

  Coen Teulings, directeur van het Centraal Planbureau, beaamt dat. De modellen van Sims en Sargent over de gevolgen van bezuinigingen of belastingmaatregelen op economische groei, inflatie of werkloosheid hebben 'een diepgaande invloed' op het planbureau, zegt Teulings.

Aha, vandaar dat ze er altijd zo consequent naast zitten.
    De financiële crisis in Europa die eind 2011 tot zijn hoogtepunt is gekomen heeft vele economen prominente gezichten in de media gegeven. En meest prominent onder de prominenten is Arnoud Boot. Waarbij het deze redactie al snel opviel dat hij bijzonder weinig origineels zei, hetgeen ongetwijfeld een reden van zijn populariteit is, want originele dingen zeggen in dit soort kwesties betekent dat je de ware oorzaken van de financiële crisis aanroert, wat automatisch kritiek op het kapitalisme, het neoliberalisme, de vrije financiële markt, en het rechtse politieke denken inhoudt. En als je kritische opmerking in dit richting gaat leveren, wordt je niet meer gevraagd in de media, die zelf ook vrijwel volkomen kapitalistisch, neoliberaal, voor vrije financiële markten en en economische rechtse denken zijn - ook die takken die zichzelf "links" noemen.
    En alsof om dit te bewijzen, komt de Volkskrant met een hagiografie van Arnoud Boot. dit overigens nadat de vorige hagiografie in deze reeks de persoon van Nout Wellink tot onderwerp had, waarna je op grond van de gezond-verstandredenatie dat je niet in China geweest hoeft te zijn om te weten dat de lucht daar ook blauw is, je meteen al een goede inschatting kan maken van de capaciteiten van Arnoud Boot. Gelukkig legt de auteur van het artikel het ook omstandig uit:


Uit: De Volkskrant, 29-11-2011, door Bert Wagendorp

Wervelwind met een geweldige hekel aan laksheid

Financieel econoom Arnoud Boot staat met zijn grote kennis van de financiële markten in het oog van de storm van de eurocrisis. 'Als ooit een Nederlandse econoom de Nobelprijs wint, is hij het.'


    Na de lagere school luidde het dringende advies hem naar de mavo te sturen. Meer zat er echt niet in, schreef de school aan zijn ouders. Die stuurden hem desondanks naar het vwo, waar hij zich met hangen, wurgen en een herexamen doorheen sloeg. Hij behoorde er zeker niet tot de uitblinkers. Hij wilde niet onderdoen voor zijn twee slimme zussen, dat was zijn belangrijkste motivatie.
    Toen hij in 4 vwo zat, luidde het advies nog steeds dat hij elke gedachte aan een wetenschappelijke loopbaan meteen uit zijn hoofd moest zetten. ...


Red.:    Middelmatige intellectuele capaciteiten, dus. Want echte capaciteiten op dit vlak komen, ook al wil je niet, toch naar buiten, bijvoorbeeld door hoge cijfers in de exacte vakken zonder er voor te hoeven werken.
    Maar waarom kan Arnoud dan toch zo hoog stijgen. Nou, hierom:

  In Eersel, een van de acht Kempische zaligheden ten zuidwesten van Eindhoven, was in die tijd, zo rond 1975, een speelveld. ...
    Hij was competitief en provoceerde - maar nooit onsportief. Hij praatte op het sportveld en op school overtuigend en snel - heel snel, vonden de andere jongens. Hij struikelde soms over zijn woorden, zo snel. Alsof z'n tong zijn gedachten niet kan bijhouden, dacht Bas Spaapen, die ook altijd meehockeyde en bij Arnoud Boot op het Rythovius College zat.
    Boot bleef een snelle prater. ...

Waarna je het beeld volkomen rond is. De huidige economie is tenslotte een praatvak dat het niveau van de astrologie nauwelijks of niet is overstegen, en waar ook overtuiginggskracht de doorslaggevende factor is.
    Nog wat details voor het vermaak:
   In 1978 ging Boot economie studeren aan wat toen nog de Katholieke Hogeschool Tilburg heette. Niet dat hij zo geïnteresseerd was in economie, maar je moest toch wat. En toen was het alsof hij naar een hogere versnelling schakelde en het gaspedaal diep indrukte. De modellenbouw van professor Schouten sprak hem aan: hij begon economie leuk te vinden. Hij stapte later over naar de researchgroep van hoogleraar Piet Verheyen - de groep die zich bezighield met besluitvormingskwesties en wiskundige optimaliseringsproblemen.

Weet je ook meteen waarom dát vak zo weinig opschiet.
  Piet Verheyen zag een 'wilde jongen' die heel slim was, dat wil zeggen: wild van ideeën. Hij spoot er 25 per uur uit. Verheyen moest hem leren focussen. Boot, zag Verheyen, bezat het talent de werkelijkheid terug te brengen tot eenvoudige modellen en zo de kern van het probleem te benaderen - en meteen ook dicht bij de oplossing te komen.
    En Verheyen zag ook wat iedereen die met Boot in aanraking kwam ook opmerkte: een geweldige energie, gepaard aan een enorme creativiteit. Het heette destijds nog niet 'out of the box'-denken, maar dat was wel precies wat Boot deed. Hij kantelde het probleem, veranderde het perspectief en opeens keek je er anders tegenaan.

Dat kan niet, want als je out of the box denkt in de omgeving van de huidige benepen economische wetenschap, zou je onmiddellijk als "communist", "Marxist" of "Keynesiaan" de laan uit worden gestuurd. Een voorbeeld van het in the box denken:
  Toen Ronald Plasterk financieel woordvoerder werd van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer, was Arnoud Boot de eerste aan wie hij dacht voor een bijspijkercursus haute finance. Als hij belde nam Boot altijd meteen de telefoon op, of hij belde binnen tien minuten terug, altijd bereid zijn inzichten over de financiële crisis met Plasterk te delen. Zoals hij dat overigens met andere politici ook deed.

Waarna Plasterk als financieel woordvoerder van de PvdA meteen voorstelde om eindeloos geld te storten in de Griekse financiële zwarte gat te storten - volkomen volgens de univereel verkochte eurofiele praatjes. Zonder een woord te reppen van de bestemming aan het einde van dat zwarte gat: de Griekse rijken. Zo origineel zijn de ideeën van Arnoud Boot.
    En nog een voorbeeld:
  In Tilburg had de jonge Boot nog iets anders geleerd dan modellen bouwen. ... Iets wat je ook terugzag bij Tilburgse economen als Harald Benink en Lans Bovenberg: een sterk maatschappelijk engagement.

En wat het maatschappelijke engagement is van Lans Bovenberg zijn we hier ook al tegengekomen; hij is een keiharde aanhanger van het Angelsaksische model, wat synoniem is met het neoliberalisme uitleg of detail . De volgende praatjes zijn dus botte leugens:
   Gebaseerd op wat Benink het 'katholiek humanisme' noemde en Wijffels 'de katholieke sociale leer'. Ze onderwezen economie, maar ook filosofie. Altijd was er de waarom-vraag. Altijd: wat zit er áchter de verschijnselen? Dat Tilburgs dna, zei Wijffels, zag je ook bij Boot. Dieper graven en invloed uitoefenen; niet voor jezelf, maar voor een betere samenleving.

En tenslotte:
  Boot werd kroonlid van de SER, lid van de Bankraad van De Nederlandsche Bank (DNB)

En als er één groot financieel instituut is dat wanhopig gedisfunctioneerd heeft over de laatste twintig jaar, dan is het De Nederlandsche Bank, met name onder de leiding van de wraakzuchtige prutser Nout Wellink uitleg of detail . Een wanbeleid waar Arnoud Boot volledige medeverantwoordelijk voor is, en wat genoeg reden is om hem, tezamen met die hele Bankraad natuurlijk, te ontslaan. Sociaal-psycholoog Diederik Stapel is ontslagen voor vergrijpen met minder ernstige gevolgen.
    Een econoom heeft beweerd dat economen het wel goed doen - hier is de riposte:


De Volkskrant
, 06-12-2011, ingezonden brief van Wim Velthorst, Hauwert, voormalig economieleraar

Crisis

Dat de toenmalige hoofdeconoom van het IMF al in 2005 voor de kredietcrisis waarschuwde, duidt er volgens hoogleraar Eelke de Jong (O&D, 5 december) weer eens op, dat de economie wel degelijk een echte wetenschap is, Nobelprijs-waardig.
    Politici echter sloegen deze waarschuwingen in de wind: 'Men gaf liever anderen de schuld dan zelf de verantwoordelijkheid te nemen. Bovendien werden de medewerkers van het IMF als lastige onheilsprofeten beschouwd. Zij gingen daarom hun mening in bedekte termen opschrijven'.
    Twee kanttekeningen:
1. Als de huidige zogenoemde crisis werkelijk uit de theorie te voorspellen was, waarom hebben alle gezaghebbende professorale economen dan al niet in 2005 in een gezamenlijke petitie de publieke opinie bewerkt? Als je de 'ondergang van de Titanic' ziet aankomen, schreeuw je toch moord en brand?
2. Economie, geachte professor, is gerust wel een wetenschap. Alleen hebben economen de exogene variabelen niet in de hand. Die zijn, naast uw politici, inderdaad (wellicht grotendeels) voer voor psychologen.


Red.:   Stop dat dat maar in uw zak, heren economen.
    Nog een leerstelling van vrijwel alle economen: flexwerken is goed voor de economie - eerst even het artikel zonder de titel:


Uit: De Volkskrant, 23-12-2011, van verslaggeefster Nanda Troost

...

...   Onder economen is de gangbare opvatting dat flexwerk wel grotere ongelijkheid creëert, maar dat iedereen profiteert door de economische groei die daardoor ontstaat. Dat is volgens de onderzoekers niet zo. Er zijn aanwijzingen dat de groei van flexwerk vooral ten koste gaat van het aantal vaste banen en niet leidt tot meer banen. Bijna drie miljoen Nederlanders hebben geen vast werk.   ...


Red.:   Iedereen met gezond verstand weet dat het niet zo is - op een relatief klein aantal uitzonderingen na:

  Arbeid | Flexibilisering loont niet

'Flexwerk op lange termijn niet gunstig'

Het gebruik van flexibele krachten kan de productiviteit en de innovatie van bedrijven schaden.

Flexwerk levert op langere termijn geen economisch voordeel op. Hoewel werkgevers in eerste instantie profiteren van de lagere personeelslasten, worden op langere termijn de productiviteitsgroei en het innovatievermogen geschaad. Werkers zonder vaste aanstelling worden vooral geconfronteerd met de nadelen: onzekerheid en doorgaans lager loon. Vooral lager opgeleiden lopen de kans langdurig in flexbanen te belanden.
    Die conclusies trekt Paul de Beer, directeur van het Wetenschappelijk Bureau voor de Vakbeweging in Amsterdam uit onderzoeken naar de flexibilisering van de arbeidsmarkt door Ronald Dekker van de Universiteit van Tilburg en Martin Olsthoorn van de Universiteit van Amsterdam. Het onderzoek is gedaan mede in opdracht van FNV Bondgenoten en de Stichting Instituut Gak. Voor de economie als geheel valt de balans negatief uit, stelt De Beer, al levert het onderzoek - een literatuurstudie - geen kosten-batenanalyse in euro's op. 'De positieve werkgelegenheidseffecten ontbreken en onzeker werk zorgt voor meer ongevallen en grotere gezondheidsrisico's.'    ...

Precies die factoren die je met je gezonde verstand al kon benoemen. Maar, zoals algemeen bekend, economen hebben geen verstand maar een schizofrene rekenmachine in hun kop. Laat staan dat er daar sprake zou zijn van gezond verstand.
    Grappig. een redelijk vooraanstaand econoom bevestigt deze laatste conclusies:


Uit: De Volkskrant, 06-12-2012, door Henk Folmer, hoogleraar methoden en technieken van ruimtelijk economisch onderzoek.

De economen weten het echt niet

De economische wetenschap heeft aan gezag ingeboet omdat veel beoefenaren niet te rade gaan bij de sociologie, de psychologie en de geschiedenis.

Aangewakkerd door de banken- en eurocrisis, is de economische wetenschap zwaar onder vuur komen te liggen. Zo stelde in de Volkskrant van 30 november de hoogleraar klinische psychologie Jan Derksen voor om de komende vijf jaar geen Nobelprijs economie beschikbaar te stellen. Volgens hem hebben economen te weinig oog voor psychologische factoren en zijn zij te veel onderdeel geworden van politieke ideologieën. Hierdoor zijn hun beleidsadviezen vaak misleidend en zijn ze medeverantwoordelijk voor de huidige crises.   ...


Red.:   Het intrappen van een bijzonder open deur.

  Ook uit eigen kring komt forse kritiek. Zo schreef Nobelprijswinnaar Paul Krugman in the New York Times van 20 september 2009 dat economen het spoor bijster zijn geraakt omdat zij hun wiskundige modellen als realiteit zijn gaan beschouwen.

Wat niet de kern is - wiskunde komt er op een gegeven moment noodzakelijkerwijs aan te pas. het is maar hoe je die wiskunde gebruikt - in welk model.
  Soortgelijke kritiek viel ruim twintig jaar geleden al te beluisteren bij de vooraanstaande theoreticus Michio Morishima. Volgens hem produceren economen op grote schaal 'vliegtuigen zonder motoren' omdat ze te weinig kennis van en interesse hebben in de economische realiteit. Hij verliet de economische wetenschap en ging zich via sociologie, antropologie en geschiedenis verdiepen in de economie.

Precies. Daar zit de clou.
  De kritiek van Morishima, Krugman en vele andere vooraanstaande economen betreft vooral de hoofdstroming, de neoklassieke economie. Die gaat uit van rationele consumenten en producenten die over perfecte informatie beschikken en hun nut, respectievelijk, winst maximaliseren. Uitgaande van deze extreme veronderstellingen is het gedrag van consumenten en producenten in hoge mate voorspelbaar en valt het met wiskundige optimaliseringsmodellen te beschrijven.

Samen te vatten als de theorie van de homo economicus . De mens waar voormalig economie-chef van de Volkskrant, Frank Kalshoven uitleg of detail , zo dol op is, ook onder de noemer de "bv-Ik" uitleg of detail , en wiens ideeën bij de Volkskrant nog steeds volstrekt dominant zijn. Net als in de rest van de wereld:
  Het neoklassieke model werd al meer dan een halve eeuw geleden verworpen door Nobelprijswinnaar Simon en vervangen door een veel realistischer model ...
    Dit heeft ertoe geleid dat naast de neoklassieke economie andere stromingen zijn ontstaan, vooral de gedragseconomie en de institutionele economie. ...
    Ondanks deze ontwikkelingen spelen de rationele, nuts- en winstmaximerende agenten nog steeds de hoofdrol in de economische wetenschap.

En daar ligt, zelfs volgens Folmer het probleem:
  Het is deze dubbelzinnige wijze van wetenschapsbeoefening die de geloofwaardigheid en beleidsrelevantie van de economische wetenschap aantast. Enerzijds is het neoklassieke model volledig onderuit gehaald, anderzijds domineert het nog steeds, ondanks het feit dat er alternatieven voorhanden zijn die beter sporen met de economische realiteit.

Maar dat roept een andere vraag op: waarop houdt men, ondanks de voor-de-handliggendheid van de problemen, toch zo vast aan dit foute model? Waarop het antwoord in één keer simpel wordt, als je nog een enkele blik erop werpt:
  De neoklassieke veronderstellingen impliceren ook dat wanneer prijzen en lonen niet gehinderd worden om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen, de economie als totaliteit een hoog zelfregulerend vermogen heeft. In een dergelijke abstracte wereld is een beperkte rol weggelegd voor overheidsregulering; de overheid dient er vooral voor te zorgen dat de markt en het prijsmechanisme hun zegenrijke werk kunnen verrichten.

Waarna onmiddellijk duidelijk is dat Folmer het niet heeft over neoklassieke economie, maar neoliberale. Of althans: dat wat hij neoklassieke economie noemt, in de rest van de maatschappij bekend is als neoliberale economie. De economie van Bernard Mandeville, Ayn Rand, Milton Friedmans en Alan Greenspan uitleg of detail .
    En na het beestje de juiste naam te hebben gegeven, is het in één oogopslag duidelijk waarom de grote massa van de economen er, ondanks overvloedig bewijs van het tegendeel, eraan vasthoudt: omdat ze er voordeel bij hebben. Want neoliberalisme betekent veel hogere inkomensverschillen, dus hogere inkomens voor de klassen waar economen in zitten. Ze zeggen het zelfs letterlijk:
  Vanwege de theorie van zelfregulering is aan de schaduwwerking ervan minder aandacht besteed.

Want deze zelfregulering slaat met name op de top van de maatschappij en economie, en niet op de rest - die wordt gereguleerd door die top.
    Wat de betreft de economische wetenschap trekt Folmer de juiste conclusies:
  In een reactie op Derksen in de Volkskrant van 6 december stelde Arnold Heertje terecht dat economen niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor beroerd economisch beleid. Wat een grote, invloedrijke groep wel verweten kan worden, is dat zij te weinig gewaarschuwd heeft voor de beperkte beleidsrelevantie van hun modellen.
    Verder doen zij er goed aan de neoklassieke economie af te zweren en de institutionele en gedragseconomie in rap tempo verder te ontwikkelen - onder andere door te rade te gaan bij de zusterwetenschappen geschiedenis, sociologie en psychologie - en deze empirisch te onderbouwen. Verder moeten beleidsmakers doordrongen zijn van de beperkte, en soms misleidende, betekenis van economische modellen en daarop gebaseerde adviezen.

Wat betreft de maatschappelijke conclusies doet hij dit natuurlijk niet. Voor dat soort conclusies, dat wil zeggen: de erkenning van de klassenstrijd, zijn nog grotere problemen nodig.
   Met zo veel falende economen, zou je het als enigszins kleinzielig kunnen zien om een economie-journalist op de korrel te nemen. Maar als de media de onzin en leugens van de conomen niet zouden publiceren, zou niemand er last van hebben. De media zijn op zijn minst even verantwoordelijk voor de puinzooi de economen veroorzaken, als die economen zelf.
    Maar de werkelijkheid is natuurlijk nog navranter: de media en de economie-journalisten geven die onzin en leugens door, omdat ze dezelfde belangen hebben als de economen: wij in de bovenste derde van de maatschappij tegen de onderste tweederde. het is één groot dievencomplot. Niet dat ze letterlijk geschreven of mondelinge afspraken maken, maar het effect is hetzelfde als een complot - het is een sociologisch complot.
    Dit alles was in uitnemendheid van toepassing op de vorige economie-chef van de Volkskrant, Frank Kalshoven uitleg of detail , maar de huidige staf probeert zijn tradities voort te zetten. Onderstaande, Peter de Waard, heeft ongeveer drie keer per week een column of anderszinse bijdrage, en is dus een belangrijke rader. Hier een product dat er in zijn onzin nogal uitsprong:


Uit: De Volkskrant, 13-01-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Moet het Westen gaan herindustrialiseren?

Schoorstenen moeten roken en arbeiders zweten. Het Westen lijkt gegrepen door industriefetisjisme


Red.:   Je zou het bijna niet geloven. Gaat deze economie-"deskundige" beweren dat dingen maken passé is? Gaat hij de lofzang zingen op de diensteneconomie. Terwijl we midden in een Europese economische crisis zitten die voornamelijk waart in de landen met de diensteneconomie? En waarin het sterkste land, Duitsland, het meest een productie en het minste een diensteneconomie sis..? Gaat Peter de Waard dat echte allemaal doen? Ja, dat gaat Peter de Waard doen:

  Iedereen moet Duitser worden. In de politiek zijn simpele oplossingen de handigste. Een van de simpele oplossingen voor de huidige crisis en onevenwichtigheden in de wereldeconomie is herindustrialisatie. De VS, Frankrijk, Groot-Brittannië en ook Nederland moeten weer leren dingen te maken zoals de Duitsers, die de wereld overspoelen met hun puike auto's en voortreffelijke machines.   ...
    De Franse president Sarkozy, die eveneens verkiezingen wachten, is begonnen met een 'Produceer in Frankrijk'-campagne. ... In Engeland riep premier David Cameron op tot een comeback van de nijverheid en werd daar zelfs in bijgevallen door de progressieve krant The Guardian, die vond dat de Britten iets zouden kunnen leren van de Duitsers. 'Wilt u niet liever een treinlocomotief maken dan Made in China-artikelen achter de kassa onder de scanner leggen?' Het industriefetisjisme is een wereldwijde trend geworden.
    De moderne diensteneconomie is ineens inferieur aan de oude geïndustrialiseerde economie. Ontwerpen, verhandelen, bedienen, transporteren, bankieren - het is allemaal bijzaak. De echte winst ligt in het maken van dingen, de rest is windhandel. Fabricage geeft mensen ook meer bevrediging en maakt ze gelukkiger, zo wordt geroepen. Wie de economie draaiende wil houden, zal daarom moeten zorgen voor tevreden zwetende arbeidersklassen, zoals die in oude Sovjetfilms te zien waren.

O ja, Peter had ook argumenten:
  De werkelijkheid is heel anders. Van de producten die in de winkel liggen of online worden verkocht, maken de productiekosten maar een heel klein deel uit. Het maken van een iPad kost Apple misschien maar 10 tot 20 dollar - nog geen 5 procent van de verkoopprijs. Het overige deel gaat naar het bedenken, ontwerpen, transporteren, verhandelen, adverteren en financieren van het product. Dat gebeurt voor het overgrote deel in de diensteneconomie. De westerse welvaart is juist gebaseerd op diensten waarbij het produceren is verplaatst naar lagelonenlanden. Dat gebeurt al vijftig jaar zeer efficiënt en sinds die tijd zijn de inkomens wereldwijd gestegen.

Natuurlijk ... de opkomst van China is te danken aan hun specialisatie in de diensteneconomie. Net als daarvoor Japan, en vervolgens Korea, enzovoort. Allemaal te danken aan de diensteneconomie. Volgens Peter de Waard. Die duidelijk ernstig behoefte heeft aan psychologisch hulp. Want ideologie is een verwoestende kwaal. Ook een economische ideologie.
    Voor enige nuance nog maar twee artikeltjes van Peter:


Uit: De Volkskrant, 18-01-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Is de arbeidsmarkt al niet te flexibel?

In Nederland is het niet moeilijk ook babyboomers te ontslaan. Het gebeurt al op grote schaal.

Super De Boer reorganiseert zijn distributiecentra. Alle medewerkers moeten solliciteren naar hun eigen baan. Werknemers die er soms dertig jaar hebben gewerkt, krijgen te horen dat ze overbodig zijn.
    Een groot misverstand is dat het Nederlandse ontslagrecht star is. Dat is niet waar. Uit Oeso-onderzoek blijkt dat Nederland na de invoering van de 'Flexwet' in 1999 een buitengewoon flexibele arbeidsmarkt kent - flexibeler dan Duitsland, Frankrijk en België. ...
    Het misverstand is de verwachting dat werkgevers de ontslagen ouderen door afgestudeerde jongeren zullen vervangen. Het wordt eerder zoals vorige week een directeur vertrouwelijk zei: 'Als we duizend 50-plussers kunnen ontslaan, nemen we daar honderd studenten voor terug en besteden we de rest van het werk uit in India.'
    Het huidige Nederlandse ontslagrecht is sociaal gezien eerder te flexibel dan te star. Vooralsnog werkt het uitstekend. De werkloosheid is laag, de loonontwikkeling gematigd en stakingen zijn zeldzaam.
    Uiteraard moeten maatregelen worden genomen om te zorgen dan ouderen relatief niet te duur worden (door schrappen van seniorendagen en door vormen van demotie), maar als de ondernemerslobby zijn zin krijgt, explodeert niet alleen de werkloosheid, maar verandert de overlegeconomie in een confrontatie-economie.   ...


Red.:   Kijk, hij kán het wel ... Maar het is geen regelmaat:


Uit: De Volkskrant, 18-01-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Moet er een Europees ratingbureau komen?

De ratingbureaus hebben veel te laat in plaats van te vroeg de rating van Frankrijk verlaagd.

...    Voor Nicolas Sarkozy is het bijzonder pijnlijk dat zijn lot bij de komende presidentsverkiezingen afhangt van het oordeel over de Franse economie van een Amerikaans ratingbureau dat hem niet bijster goed gezind is.   ...


Red.:    Waarna er een heel artikel volgt over dit onderwerp. Allemaal onzin. Die ratingsbureaus geven "betaald advies". Dat is hetzelfde als "een onderhoudsloze tuin" uitleg of detail . Die ratingsbureaus geven het advies dat het gunstigst is voor de hoogstbetalende uitleg of detail . En er is geen enkele reden om te veronderstellen dat een Europese versie het beter zou doen. Dit vanwege nog een andere regel: iedereen die kan voorspellen in de economie (en advies rond kredietwaardigheid is een voorspelling), kan hartstikke steenrijk worden - in de biljarden. Wie niet hartstikke steenrijk is, persoon of instelling, kan niet voorspellen. Ook niet de kans dat krediet terugbetaald wordt.
    Allemaal zaken die iedereen kan bedenken.
    Ook neoliberalen hebben dromen. Ook neoliberalen hebben iets als "de pot met goud aan het einde van de regenboog". De  neoliberale "pot met goud aan het einde van de regenboog"  is dat iedereen hetzelfde bedrag aan belasting betaalt: Jan een tientje, en Piet ook een tientje. Een vlaktaks. Mensen zijn gelijk, tenslotte ....
    Dat plan heeft een vervelende bijkomstigheid: als iedereen evenveel belasting betaalt, en je gaat de uitgaven die de overheid voor iedereen doet:  die voor onderwijs, zorg, veiligheid enzovoort, gelijkelijk verdelen over Jan, Piet en Klaas en alle andere Nederlanders, dat een groot deel van die Nederlanders, zeg Jan, niets overhoudt om van te leven. Om preciezer te zijn: hij zou onmiddellijk zwaar in de schulden komen. Terwijl Jan als onderwijzer wel zijn bijdrage aan de maatschappij levert.
    Dus de neoliberale natte droom van gelijke belasting in euro's voor iedereen, de vlaktaks, kan niet.
    Maar als substituut, zeg een goede tweede, hebben ze de gelijke belasting in percentage voor iedereen. De procentuele vlaktaks.
    Ook dat is natuurlijk een volkomen asociaal plan. Iets minder asociaal dan een echte vlaktaks, maar die echte vlaktaks komt neer op massamoord. De term "asociaal" lijkt daarop toch niet van toepassing. Dat is meer iets op het niveau van "genocide". En als een echte vlaktaks gelijk is aan genocide, is het toch niet overdreven om te stellen dat een procentuele vlaktaks "asociaal" is.
    Toch komt het voorstel voor een procentuele vlaktaks met enige regelmaat langs. Uit neoliberale hoek natuurlijk, dat wil zeggen: van mensen uit de werkgeversclubs, of uit de VVD.
     Tot voor een paar dagen terug. Toen kwamen de christelijke denkers en bestuurders van het CDA met het voorstel. Hier is de reactie in de Volkskrant, die, in tegenstelling tot eerdere keren, opmerkelijk negatief is:


Uit: De Volkskrant, 19-01-2012, van verslaggever Robert Giebels

'Vlaktaks leidt tot enorme toename van inkomensongelijkheid'

Daar is-ie weer: de vlaktaks

Om de zoveel jaar steekt het idee voor dat ene uniforme belastingtarief de kop op. Nu weer bij het CDA . Wetenschappers laten er niets van heel.

Daar is-ie weer: de vlaktaks. Eens in de zoveel tijd duikt het idee op van dat ene belastingtarief voor iedereen. Maar nooit ter linkerzijde. Alleen VVD, PVV, SGP en vooral het CDA omarmen even de flat tax. En dan komen ze er weer op terug. De vlaktaks staat ook weer in de toekomstvisie van het Strategisch Beraad van de christendemocraten. Het is de vierde keer deze eeuw dat het CDA ermee komt.   ...


Red.:    Dat laatste was de redactie even vergeten: CDA'ers, de bestuurders, zijn eigenlijk ook neoliberalen. Jezus zou wel raad met ze hebben ze geweten, maar gelukkig voor hen bestaat die dus niet.

  Omdat het idee zo hardnekkig is, buigen belastingexperts zich er regelmatig over. En omdat het Nederland is, altijd in de vorm van een commissie. De laatste keer in het voorjaar van 2010. De wetenschappers laten er geen spaan van heel, van dat uniforme belastingtarief. Hoe hoog of laag dat ook is.
    Stel dat iedereen ongeacht zijn of haar inkomen 38,15 procent inkomstenbelasting moet betalen, oppert de Studiecommissie Belastingstelsel. Dan stijgt de werkgelegenheid met maar liefst ruim 100 duizend arbeidsplaatsen. Maar de prijs daarvoor is dat ruim drie op de vier huishoudens er financieel op achteruit gaan.
    Die rekensom komt van het Centraal Planbureau. Het CPB wijst de vlaktaks ook categorisch af omdat het moderne, gerichte inkomensherverdeling onmogelijk maakt. De wetenschappelijke conclusie van de commissie en het CPB is dan ook: een vlaktaks leidt tot een enorme toename van de inkomensongelijkheid.

Hier trok de redactie haar wenkbrauwen op. Dat er wetenschappers zijn die negatief oordelen over de vlaktaks is mogelijk. Maar deze redactie heeft tot nu toe zeer weinig van hen gehoord en vernomen. Dat het CPB er tegen zou zijn, is al helemaal een verrassing, gezien de vrijwel consequent neoliberale opvattingen van die club uitleg of detail . Het artikel werd ingedeeld in de rubriek Belastingmoraal, en voorlopig ter zijde gelegd.
    Maar er is een aanleiding om erop terug te komen. Daarom eerst nu wat verdere informatie over de huidige CDA-versie:
  Ja, maar wacht even, zegt het CDA steeds, wij bepleiten ook niet zomaar een vlaktaks (van 35 procent), maar een sociale vlaktaks. Dat houdt in dat topinkomens een 'aanvullende solidariteitsheffing' moeten betalen. Oftewel: nóg een belastingschijf speciaal voor de rijken. ...
    ... CDA zit ... te denken aan ...: 'Een extra toptarief van 10 procent hoger dan het vlaktakstarief voor alle inkomens boven de balkenendenorm.' 

Dat wil zeggen: het CDA wil het huidige stelsel met schijven met iets van (uit het hoofd) 30, 40 en 50 procent, naar twee tarieven: (afgerond) 40 procent voor iedereen en 50 procenten boven de anderhalve ton. Uit welke cijfers overduidelijk blijkt: de lage inkomens gaan erop achteruit, en de hoge inkomens op vooruit. Precies zoals de aanhaalde "de wetenschappers" al stellen.
    De reden om dit nu allemaal wel te noteren, is het nu volgende artikel - ook van "wetenschappers":


Uit: De Volkskrant, 24-01-2012, door Raymond Gradus, hoogleraar Vrije Universiteit Amsterdam en Directeur Wetenschappelijk Instituut CDA,  Roel Beetsma, hoogleraar Universiteit van Amsterdam,  Lans Bovenberg, hoogleraar Universiteit van Tilburg, Koen Caminada, hoogleraar Universiteit van Leiden en Universiteit van Amsterdam., Elbert Dijkgraaf, hoogleraar Erasmus Universiteit Rotterdam en Tweede Kamerlid SGP, en Sylvester Eijffinger, hoogleraar Universiteit van Tilburg.

Sociale vlaktaks is goed voor iedereen

Een sociale vlaktaks, met een topinkomenheffing, is rechtvaardig, creëert veel banen en leidt ertoe dat de koek voor iedereen groter wordt.


Red.:   Hier zou bij iedereen verbazing moeten opkomen: dit is een situatie tussen wetenschappers met tegenstellingen zo groot, dat ja zou kunne spreken van een geval van "de maan is van groene kaas" versus "de maan is van steen".  Waarbij het dus echt wenselijk is om uit te zoeken welke van de twee groepen wetenschappers gelijk heeft. Want het gaat over een basaal punt aangaande de inrichting van onze maatschappij. Nog belangrijker dan om te weten van welke stof de maan is gemaakt.
    Dus maar eens snel gekeken naar de argumenten die deze laatste groep, die met naam en toenaam, te berde te brengen hebben:

  Een sociale vlaktaks van ongeveer 35 procent kent veel voordelen. Voor iedereen geldt hetzelfde belastingtarief, ook ten aanzien van de aftrekposten.

Dat klopt: als de maan van groene kaas, is hij van kaas.
  De overheid beïnvloedt niet langer de keuzes in een gezin via de belastingtarieven, bijvoorbeeld ten aanzien van de vraag wie hoeveel uren werkt. Ook worden gezinnen verlost van een ingewikkelde discussie over het verplaatsen van aftrekposten in de loop van de tijd en het schuiven met aftrekposten tussen gezinsleden.

Dat klopt ook: als de maan van groene kaas is, hoef je niet te discussiëren over het soort steen waarvan hij gemaakt is.
  Het belastingsysteem wordt ook veel eenvoudiger.

Ook dat is waar. Net zoals iemand die zojuist onthoofd is, zich geen zorgen hoeft te maken over het ontbijt van morgen.
  Het is bovendien maar zeer de vraag of fiscale prikkels wel effectief zijn, omdat het overgrote deel van de Nederlanders zich daar helemaal niet bewust van is.

Een scherpzinnige constatering. Die ons er onmiddellijk toe verleidt om voor te stellen om het belastingtarief voor inkomen boven de twee ton op 100 procent te zetten. Argumenten: ze zijn zich als Nederlanders daar toch niet bewust van - en het is bovendien heel erg simpel, je hebt geen gezeur met aftrekposten, en nog zo wat meer van die voordelen  zoals ze zonet genoemd zijn.
    Je vraagt je af hoe zich als "wetenschappers" afficherende heren zulke onzin kunnen opschrijven. Misschien ligt het aan het net eerder geciteerde Volkskrant-artikel:
  Van een vlaktaks wordt vaak gezegd dat lagere inkomens erop achteruit gaan en hogere inkomens bevoordeeld worden. Zo kopt de Volkskrant (19 januari) dat een sociale vlaktaks 'leidt tot enorme toename van inkomensongelijkheid'. Dit is onjuist. De onderzoeken, waaruit wordt geciteerd, zijn allemaal gebaseerd op een kale vlaktaks.
    Door twee eenvoudige aanpassingen spreken we over een sociale vlaktaks. ...

Waarvan we zojuist het rekenvoorbeeld gezien hebben, wat tot dezelfde conclusie leidt als die voor de gewone vlaktaks: asociaal. Een ietsje minder dan de procentuele vlaktaks, maar dat is op het niveau van het verschil tussen het afhakken van één vingerkootje in plaats van twee.
    Waarna de heren de discussie verduisteren door met vage rekenvoorbeelden te komen:
  Door twee eenvoudige aanpassingen spreken we over een sociale vlaktaks. De belangrijkste wijziging betreft de omzetting van de huidige degressieve werkgeversbijdrage in de Zorgverzekeringswet (ZVW) in een proportionele ZVW-loonsomheffing. In 2012 draagt iedere werkgever tot een inkomen van 50 duizend euro 7 procent van het inkomen af. In ons voorstel wordt, na invoering van de vlaktaks, van ieder inkomen 4 à 5 procent afgedragen voor de zorg. Hierdoor wordt het denivellerende effect van de vlaktaks aan de onderkant beperkt. Bovendien wordt de huidige ingewikkelde financiering overboord gezet en wordt gekozen voor een meer houdbare financiering van de zorg.

Niet meer in aantallen euro's te volgen, en daarom waardeloos in een discussie over de effecten.
    Dus daarom de discussie maar besloten met een paar loze beweringen:
  Een sociale vlaktaks is rechtvaardig

Een leugen.
  ... er komen veel banen bij ...

Het spiegelbeeld: "Er gaan veel banen af", is net zo onderbouwd.
  ... en de koek wordt voor iedereen groter.

Dat wil zeggen: de overheid krijgt netto veel minder belasting binnen. Welk effect eerst verder uitgerekend zou moeten worden, voor dit als voordeel kan worden gekenmerkt. het niveau van deze bewering is dat van "Geen gezeik, iedereen rijk". Letterlijk.
    En tenslotte:
  De grote voordelen maken het perspectief van een sociale vlaktaks noodzakelijk en alleszins realistisch.

Sociaal-psycholoog Diederik Stapel is onteerd en ontslagen voor zijn wetenschappelijke fraude. De schade die deze heren economische "wetenschappers" aanrichten is ontzettend veel groter.
    Een briefschrijver had er nog een goede witz over:


De Volkskrant
, 28-01-2012, ingezonden brief van Ab van der Veen, Poortugaal

Vlaktaks

De schrijvers van het artikel waarin zij de voordelen van de vlaktaks uiteenzetten (O&D, 24 januari), zouden overtuigender zijn als zij enige rekenvoorbeelden hadden gegeven. Wellicht kunnen zij laten zien hoe een en ander uitwerkt voor mensen met een minimuminkomen, een modaal inkomen en tweemaal modaal.


Red.:   Een goeie ... Voorbeelden, dat kan niet hoor ... Dan blijkt onmiddellijk dat ze maar een beetje liegen ...
    Het lijkt wel of Peter de Waard deze verzameling volgt, want binnen korte tijd komt hij met een tweede artikel met zinnige dingen:


Uit: De Volkskrant, 26-01-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Stopt The Economist echt met economie?

Economen hebben zich geïsoleerd met standpunten die politiek onhaalbaar zijn. Het debat moet terugkeren.

In de 19de eeuw deden economen er nog toe. Karl Marx sprak bijvoorbeeld de mensen toe vanaf een zeepkist in Speakers' Corner in Hyde Park, waarna felle discussies ontstonden. ...
    In 1843 begon een Schotse hoedenmaker een blad waardoor ook mensen die niet ter plekke konden zijn van de nieuwste standpunten kennis konden nemen. Het blad heette The Economist en zou uitgroeien tot een van de meest gezaghebbende bladen in de wereld en een huisorgaan van economen.
    Van de ideeën van Marx heeft het blad nooit iets moeten weten. The Economist is de grootste verdediger gebleven van het liberale gedachtengoed en vrijhandel. Zelfs deze crisis heeft het blad niet aan het twijfelen gebracht..
   Begin dit jaar heeft The Economist echter wel de titel van zijn rubriek Economics Focus (Aandacht voor Economie) verandert in Free Exchange (Vrije Uitwisseling). Reden is niet alleen dat economische modellen en theorieën in deze crisis als onbruikbaar door de mand zijn gevallen, maar ook dat economen bijna allemaal hun ziel en zaligheid hebben verkwanseld. Zij zijn geen onafhankelijke denkers meer, maar nauw gelieerd aan machthebbers, partijpolitieke denktanks, adviesorganisaties of het bedrijfsleven. De beloningen die ze hiervoor ontvangen, bezoedelt hun oordeel. Uit onderzoek is gebleken dat economen die de hoge beloningen van bestuurders rechtvaardigen, een aanmerkelijk grotere kans hebben op publicatie dan economen die deze beloningen als zelfverrijking bekritiseren.   ...


Red.:   Wat wij hier onder gebruik, van meer heldere terminologie en onder aanvoering van ruim voldoende bewijs betogen: economen die in het geheel niet aan wetenschap of iets dat daar op lijkt, maar prostitueren zichzelf inde bordelen van het kapitaal. Enkele uitzonderingen daargelaten. En dit is daar een slap aftreksel van:

  Daarnaast hebben economen zich geïsoleerd in het maatschappelijke debat. Hun opinies zijn vaak te academisch en staan te ver af van de politieke realiteit. Zij bekommeren zich er te weinig om of hun ideeën ook politiek haalbaar zijn. De eurocrisis is daarvan bij uitstek een voorbeeld. Politici halen hun schouders op over de door economen bepleite oplossingen, omdat ze er niets mee kunnen.

Dat laatste een situatie van de soort "lamme en blinde". En tot slot nog een bekentenis:
  The Economist zal niet worden hertiteld in The Politician, maar mogelijk wordt economie hiermee teruggebracht van de collegezaal naar de straat, waarbij de achterban van de PVV en de SP de degens kruist met de intellectuele bovenlaag.

De bekentenis zijnde dat dat degens kruisen nu dus niet gebeurt - men vermijdt angstvalig alle inhoudelijke discussie, natuurlijk omdat men weet dat men verliest.
    En nog wat later:


Uit: De Volkskrant, 10-02-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Verontrust de industriële afbraak nog iemand?

...    Precies een jaar later likt Nederland nieuwe wonden. Na de definitieve nekslag voor de Nederlandse auto-industrie met de sluiting van NedCar in Born, volgde dezelfde week het nieuws dat een van de laatste paradepaardjes van de Nederlandse industrie - Wavin in Zwolle - is overgenomen door een Mexicaans bedrijf. ...
    Nederland is nog altijd anti-industrie, zoals oud-premier Joop den Uyl ooit zei. Of in de woorden van voormalig minister van Economische Zaken Koos Andriessen: 'Nederlanders zijn een alfa-volk, geen bèta-volk.' Handel is belangrijker dan industrie. ...
    In totaal zijn sinds de eeuwwisseling ongeveer honderd Nederlandse bedrijven in handen gekomen van bedrijven uit de nieuwe opkomende landen als Rusland, China, India, Brazilië en Mexico. ...
    Nederland heeft geen industriebeleid, alleen ministers van Economische Zaken die ieder het subsidiepotje zo husselen dat ze weer een eigen beleid hebben. Een volk dat alleen maar bezig is met een schaatstocht verdient niet beter.


Red.:   Weet u het nog, wat Peter de Waard eerder schreef:
 

Uit: De Volkskrant, 13-01-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Moet het Westen gaan herindustrialiseren?

Schoorstenen moeten roken en arbeiders zweten. Het Westen lijkt gegrepen door industriefetisjisme


Red.:   Gevolgd door heel veel meer van hetzelfde. En allemaal geheel in tegenspraak wat hij nu schrijft. Er zijn maar twee mogelijkheden: die De Waard is gecertificeerd schizofreen, of hij heeft echt het commentaar boven gelezen. Of zou 'ie zomaar wat op papier kalken ...
    Maar de basale schurken blijven natuurlijk de economen zelf:


Uit: De Volkskrant, 13-03-2012, hoofdredactioneel commentaar, door Sander van Walsum

Europese grootmacht

Bij de bewondering en jaloezie die de aanhoudende groei van de Duitse economie in het buitenland wekt, zou men bijna vergeten dat het land nog niet zo lang geleden - vooral door zichzelf - als de spreekwoordelijke 'zieke man van Europa' werd aangemerkt. De 'bloeiende landschappen' die Helmut Kohl - de kanselier van de Duitse hereniging - zijn landgenoten in het vooruitzicht had gesteld, waren met het blote oog nog nauwelijks waarneembaar, investeringen van honderden miljarden euro's ten spijt. Van de beroepsbevolking was op een zeker moment ruim 10 procent werkloos. De consumenten hielden verlamd door toekomstvrees - die nergens anders zo indringend werd gevoeld - de hand op de knip. Meerdere perioden van hoogconjunctuur gingen goeddeels aan Duitsland voorbij.
    Duitse economen wisten precies waarom het niet wezenlijk beter zou worden: de loonkosten waren te hoog, Duitsland had een te kleine bancaire sector en had in de dienstverlenende economie de boot gemist, en zijn machinebouw en auto-industrie zouden het op (korte) termijn afleggen tegen de branchegenoten in de lagelonenlanden. Inmiddels weten we beter. Getuige de uitbundige bloei van de industrietakken die Duitsland het aura van 'old economy' verschaften.    ...


Red.:    '... een te kleine bancaire sector en ... dienstverlenende economie ...' ... Pleuris-economen.
    We stonden nog steeds in twijfel omtrent Peter de Waard. Hier weer een stuk dat dit verergert:


Uit: De Volkskrant, 23-03-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Moeten corporaties worden genationaliseerd?

Als de corporaties weer gemeentelijke woningbedrijven worden, kan dat voordelen hebben.

Zoals in de jaren zeventig winst een vies woord was, is dat nu nationalisatie....


Red.:    Enzovoort. Een pleidooi dat richting hernationalisatie van de corporaties lijkt te gaan. Maar dan staat er ineens dit tussen:

  Van het Nederlandse woningbestand bestaat 31 procent uit sociale huurwoningen tegen 18 procent in Zweden, 7 procent in België en 5 procent in Duitsland. Minimaal zou dat kunnen worden gehalveerd door 1,2 miljoen huurwoningen aan huurders te verkopen, wat de overheid 100 miljard oplevert.

Iets waarvan zelfs de heren neoliberale topeconomen hebben toegegeven dat het absoluut niets oplevert voor de regering uitleg of detail .
    Een boodschap van iemand die, samen met onbenul Eijffinger, regelmatig in de Volkskrant te vinden is:


Uit: De Volkskrant, 23-03-2012, door Edin Mujagic, monetair econoom.

Extra bezuinigen is de enige juiste optie

Als Rutte nóg meer bezuinigt, bovenop de beoogde 18 miljard euro, dan gaat Nederland daar op langere termijn flink van profiteren. Nu niet doorpakken zal de staatsschuld vergroten.

Tussentitel: Selectief winkelen in John Keynes' gereedschapkist is niet de manier


Red.:    Een uitstekend plan! We beginnen met het opheffen van de economiefaculteiten, daar allerwege is aangetoond dat de inspanningen daarvan evenveel vaarde hebben als astrologie en andere vormen van waarzeggerij.
     Wie dit een wat lullige reactie vindt: de reden ervan is dat Mujagic pleit voor bezuinigen, maar daarvan geen enkele specificatie geeft. Dat is hetzelfde als een bekende truc van waarzeggers: Je roept dat er iemand in de familie dood is gegaan. Altijd waar!
    In Engeland is de mannenclub een oud en vereerd verschijnsel, met als hoogtepunt de club waar de fictieve lord Bertie Wooster lid van was: de Drones club, citerende uit het Wikipedia-item erover uitleg of detail : 'A drone being a male bee that does no work, living off the labour of others, it aptly describes the contemporary Edwardian stereotype of rich, idle young club members'. Het beschrijft ook zeer adequaat de volgende net opgerichte club:

Uit: De Volkskrant, 04-04-2012, door Wilco Dekker

Gezamenlijk blog van bekende economen

Het buitenland kent het fenomeen al, maar nu krijgt Nederland er ook een: een blog waar vooraanstaande economen hun visie geven en met elkaar in debat gaan. Sinds gisteren is de domeinnaam www.economie.nl tot leven gekomen. Op die site zullen sinds de crisis bekende gezichten als Sweder van Wijnbergen, Arnoud Boot, Bas Jacobs en Lex Hoogduin hun visie geven op uiteenlopende zaken als de hypotheekrenteaftrek, de schuldencrisis of Obamacare.
    Het blog is een initiatief van hoofdredacteur Sandra Phlippen van het vakblad Economisch Statistische Berichten (ESB) en van Marcel Canoy, hoofdeconoom van het onderzoeksinstituut Ecorys en hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg. ...


Red.:   Vrijwel allemaal namen die we op dit weblog al tegengekomen zijn, als lieden die pretenderen economische wetenschap te bedrijven, maar in feite bezig zijn van slechts één enkel ding: het verdedigen van de eigen belangen en die van hun sociale groep en de elite erboven.
    Maar onbedoeld blijken ze wel over enig gevoel voor humor te beschikken. Hier is een screenshot afkomstig van de bijbehorende webversie van het artikel: 

economen

Echte drones, dus ...
    In het kader van de discussies rond Europa wordt zo standaard gelogen door economen, dat hetr alleen opvalt als er eens eentje de waarheid spreekt. Waarom het volgende "normale" geval opviel is niet helemaal duidelijk:


Uit: De Volkskrant, 30-05-2012, door Henk Folmer, hoogleraar methoden van ruimtelijk economisch onderzoek in Groningen.

'Eurobond ook goed voor sterke landen'

Met de invoering van de euro-obligatie zal er een einde komen aan de onnatuurlijk lage rente in het Noorden en zal het Zuiden meer vertrouwen genieten. Dat betoogt hoogleraar Henk Folmer.

Tussentitel: Er moet een einde komen aan de sponsoring van Noord door Zuid


Red.:   Tja, sponsoring van Noord door Zuid ... misschien was dat het wel. Een glaszuivere omkering van waarden. Je moet het maar durven opschrijven. Het deed de redactie denken aan een paar soortgelijke redenaties: 'Eurobond ook goed voor sterke landen' ... Klinkt als: "Maak de rijken rijker - dan profiteren de armen ook". Of: "Als je de aarde overal één meter ophoogt, hoeft niemand nog ooit te bukken". Of als "Als je goede hypotheken mengt met slechte en je sluit er een verzekering op af, dan heb je een prachtig financieel product". Dat laatste was de oorzaak van de financiële crisis van 2008-20xx ...
    Dag meneer Folmer, niets geleerd hè ... 't Is ook erg moeilijk hè, die economische wetenschap ...
    Hoe moeilijk, blijkt maar weer eens als ze het gaan proberen uit te leggen:


Uit: De Volkskrant, 05-06-2012, van verslaggever Merijn Rengers

'Economie-examen is van treurig niveau'

Economieleraren ontwaren 'stilistische, compositorische en vakinhoudelijke' fouten in het woensdag afgenomen vwo-examen economie. Zij hebben aan de bel getrokken bij het College voor Examens en willen dat opgave 3 ongeldig wordt verklaard.
    Emeritus hoogleraar Arnold Heertje stuitte samen met twee economiedocenten (van het Amsterdamse Barlaeus Gymnasium en het Trinitas Gymnasium in Almere) en een schrijver van economieboeken op 'onaanvaardbare fouten' in de opgave. De examenkandidaten moesten een kort betoog schrijven over het belastingstelsel en de mate waarin mensen overheidsdiensten afnemen. Ze moesten gebruikmaken van een grafiek van de inkomensverdeling in Nederland.
    Volgens Heertje was het niet mogelijk om aan de hand van de opgave en de grafiek een zinnig betoog te schrijven. Daarvoor zaten er 'te veel ongerijmdheden en fouten' in, aldus de gepensioneerde hoogleraar en columnist, die altijd nauw betrokken is geweest bij het economieonderwijs in Nederland.
    Cruciaal is volgens Heertje een foutief gebruik van het begrip voordeelbeginsel. 'De opstellers van deze opgave hebben waarschijnlijk een tekort aan vakkennis', zegt Heertje. 'Zij zien een pseudo-samenhang tussen de mate waarin mensen belasting betalen en het gebruik van overheidsdiensten. Treurig, dat is het. Het onderwijsniveau is zo ver afgegleden dat zelfs de mensen die de examens maken al niet meer weten hoe het zit.'    ...


Red.:   Ach, men ziet in de traditionele economische wetenschap verbanden die er niet zijn ... Nou, nog veel erger natuurlijk zijn de verbanden die men niet ziet. Zoals die tussen economische productiviteit en de onderste tweederde van de maatschappij en economisch nutteloosheid van de bovenste derde van de maatschappij ...
    Het volgende geval valt in de categorie "grotesk" - ze leggen zelf uit waar het om gaat, en we moeten de titels even weglaten:

 
Uit: De Volkskrant, 06-07-2012, door Pieter Gautier, hoogleraar Economie aan de Vrije Universiteit, en Bas ter Weel,  hoogleraar Economie aan de Universiteit Maastricht uitleg of detail

...

Er is veel discussie over de hervorming van het ontslagrecht in Nederland. Discussie is goed, maar de feiten, mechanismen en het publieke belang sneeuwen nu onder in de media en in de discussie.
    Eerst de feiten. Ontslagbescherming in Nederland schommelt rond het OESO-gemiddelde. Voor werknemers met een vast contract is de bescherming echter hoog en voor mensen met een tijdelijke baan laag. ...
    Het voorstel van minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de bescherming van vaste contracten te verlagen en die van tijdelijke contracten te verbeteren is dus logisch.
    Wat is het effect van ontslagbescherming op de werking van de arbeidsmarkt? Strikte ontslagbescherming belemmert stromen op de arbeidsmarkt. ...


Red
.:
   Een volkomen helder verhaal: er is teveel ontslagbescherming voor degenen met vaste contracten, voornamelijk oudere werknemers, en die bescherming wordt verminderd in het voorstel van Kamp, wat leidt tot meer meer doorstroming - dus meer ontslagen. Voor voornamelijk de oudere werknemers. Daar is geen speld tussen te krijgen: meer doorstroming, meer ontslagen - meer ontslagen, meer doorstroming.
    En de heren economen zijn het daar volkomen mee eens.
    Maar hierover is natuurlijk gepruttel in de maatschappij gekomen. Dus wat schrijf je op als universitair economen en stuur je naar de krant, samengevat in de koppen:

 

50-plusser hoeft niet in de rats te zitten

De claim dat de door minister Kamp voorgestelde hervorming van het ontslagrecht zal leiden tot massaontslagen onder 50-plussers is ongegrond.

Tussentitel: De meeste oudere werknemers zullen weinig merken van de veranderingen


Op zo'n moment ga je als mens met enig gezond verstand aan dat gezonde verstand twijfelen. Hier staat zonder enige verdunning dat "rood" "groen" is. Dat de aarde plat is. Dat er een dozijn engelen op de punt van een naald dansen.
    Deze lieden zijn: of zo ernstig gestoord, of dusdanig bevangen door ideologie (zeg neoliberalisme), of dusdanig bevangen door eigenbelang, dat het volkomen absurde uit hun pen is gevloeid.  
    We hebben weer een nieuwe ster aan het economische firmament:


Uit: De Volkskrant, 23-08-2012, van verslaggever Peter de Waard

Interview | Heleen Mees, econome

'Kredietcrisis is schuld Chinezen'

Doordat de Chinezen vanaf 2002 zo veel spaarden, zakte de rente in het Westen. 'Hun spaargeld is een soort boterberg.'


Ze zit nog tot zondag in Peking, voordat ze op 28 augustus haar proefschrift zal verdedigen. Het heeft de titel Changing Fortunes - How China's Boom Caused the Financial Crisis. Econome Heleen Mees (43) is niet bang dat de autoriteiten haar oppakken. Integendeel, Mees heeft van het Chinese statistiekbureau alle medewerking gekregen bij haar onderzoek naar de kredietcrisis.
    Haar conclusie is duidelijk: de kredietcrisis is niet veroorzaakt door de financiële instellingen en overheden in het Westen die te ruimhartig kredieten hebben verstrekt, maar door Chinese consumenten en bedrijven die veel te spaarzaam zijn geweest. Daardoor is er na 2002 een enorme geldberg ontstaan. De beschikbaarheid van deze grote hoeveelheid goedkoop geld leidde ertoe dat de rentes daalden en er een vastgoedbubbel ontstond die in 2008 knapte.    ...


Red.:    Het soort redenaties waaraan de Jezuïeten hun reputatie te danken hebben: lul maar lang genoeg, en alles wordt waar. Ruud Lubbers was er, volgens reputatie, een expert in.
    Maar waarom schrijft iemand zulke onzin op. Lubbers deed het in het kader van de uitoefening van de (politieke) macht. maar wat is het motief van Mees? net zo simpel:
  Mees - sinds kort hoofddocent aan New York University -

Een baantje. Verkondig dingen die in de goede gunst van de, hier financiële, machthebbers en hun intellectuele vrienden liggen, en een mooi baantje ligt voor je klaar.
    Deze redactie heeft niet de tijd om op actieve verkenning te gaan in de wereld van de economen. Wetendschaps-popaularisator Bas Haring heeft, in het kader van een zoektocht naar begrip van economie, dit wel ondernomen. Het is illustratief:


Uit: De Volkskrant, 05-10-2012, column door Bas Haring, filosoof, informaticus en schrijver van populair wetenschappelijk werk.

De economie volgens Haring

De collegebegeleider was wellicht nog wat geïndoctrineerd

Er zijn mensen die op mijn stukjes over economie reageren. Dat is leuk en leerzaam. Volgens sommige reacties moet ik een beetje uitkijken met het verschil tussen politieke en wetenschappelijke uitspraken. De uitspraak bijvoorbeeld 'prijs is gelijk aan waarde' zou weleens een politieke uitspraak kunnen zijn. 'Een uitwas van het neoliberalisme' zelfs, aldus een van de reacties. Ik heb mijn leerboek economie er nog eens op nageslagen en het stond er toch echt: 'Tegenwoordig beschouwen economen prijs als synoniem met waarde.' Een standaardleerboek dat wereldwijd op universiteiten wordt gebruikt.    ...


Red.:    Natuurlijk heeft de reageerder hartstikke gelijk. Het is de een andere verwording van de homo economicus: "Het leven draait alleen om geld". Neoliberalisme is het mechanische gedeelte hiervan.

  De eerste keer dat ik de verwevenheid van politiek en economische wetenschap ondervond was tijdens een college dat ik deze zomer in Londen volgde. Een college 'macro-economie': de economie van landen, met onderwerpen als begrotingstekorten, inflatie en werkloosheid. Tijdens het college kwam de werkloosheid in Duitsland als gevolg van de recente crisis voorbij. Die is daar veel lager dan in bijvoorbeeld Spanje. Dat had, aldus de docent, te maken met de specifieke arbeidscontracten die ze in Duitsland hadden: contracten die deeltijdwerkloosheid toestonden. Is er minder te doen in Duitsland, dan verdeelt men in Duitsland het niets-doen, terwijl men in Spanje mensen de laan uit moet sturen.
    Tijdens het werkcollege 's middags gingen we verder in op de zaak. 'Dat in Duitsland de werkloosheid niet drastisch toenam is een bij-effect van de gebrekkige vrijheid op de Duitse arbeidsmarkt,' aldus de begeleider van het werkcollege. 'Die Duitsers zaten vast aan contracten die deeltijdwerkloosheid toestonden en als gevolg daarvan werden minder mensen ontslagen en werd het leed gedeeld.'
    Ik vond dat een curieuze gevolgtrekking. Zou het niet andersom zijn, opperde ik. Kon het niet zo zijn dat men die contracten zo gemaakt had opdat het leed een beetje gedeeld kon worden? Zou het niet zo kunnen zijn dat men in de Duitse cultuur de voorkeur geeft aan tien mensen die ieder voor 20 procent werkloos zijn, boven acht volledig werkenden en twee volledig werklozen? Een belachelijke veronderstelling, aldus de begeleider. En of ik misschien banden had met de vakbond. ...

Waaruit meteen twee conclusies kunnen worden getrokken - ten eerste: het economie-onderwijs is volledig doortrokken met het neoliberalisme. En nummer twee: ze weten donders goed dat datgene wat ze onderwijzen en doen het uitbuiten van de werknemers is .Het uitpersen en en bloed en leven wringen uit de onderste tweederde van de burgers.
    Haring heeft nog enig gematigder commentaar:
  Dit was de eerste keer dat ik me realiseerde dat economie ook een politieke, gekleurde wetenschap is. Een wetenschap waarin men gevolgtrekkingen naar believen omdraait. 'In Duitsland wilde men eventuele werkloosheid verdelen en dus maakte men arbeidscontracten die zoiets toestonden.' Of: 'Men had in Duitsland arbeidscontracten die het deeltijdwerkloosheid toestonden en dus ontstond die ook.' Wie zal het zeggen, welke 'dus' is de juiste? Het is vermoedelijk allebei een beetje waar, maar dat maakt dat vakgebied van de economie wel extra lastig.

Dat laatste is dus absoluut niet zo. De onjuistheid en immoraliteit liggen volledig aan één kant, en economie is en blijft een redelijk simpel vak.
    Een opmerkelijk geval:


Uit: De Volkskrant, 13-10-2012, door Jonathan Witteman

Middenklasse ziet banen verdwijnen

De economie zal de crisis vroeg of laat wel te boven komen, maar één tendens lijkt blijvend: de middenklasse slinkt. In de klassieke drie-eenheid van onder-, midden- en bovenklasse brokkelt het midden langzaam af. Het fenomeen uit zich in een groeiende polarisatie van de arbeidsmarkt', oftewel een steeds grotere tweedeling tussen mooie en miserabele banen, zeggen de economen Anna Salomons en Maarten Goos van de Utrecht School of Economics en de KU Leuven.
    De grootste slachtoffers zijn wat de Amerikanen noemen blue and white collar workers: fabrieksarbeiders en ambachtslieden enerzijds, en anderzijds kantoorpersoneel. De trend tekent zich sterk af in de Verenigde Staten, waar de krimpende middenklasse een belangrijk verkiezingsthema is. Maar Europa volgt hetzelfde patroon: de hoog- en laagbetaalde banen nemen relatief toe, ten koste van de werkgelegenheid in het middensegment, blijkt uit cijfers van Eurostat.
    Van 1998 tot en met 2010 liep het aandeel Nederlandse werknemers met een gemiddeld betaalde baan met 4,5 procent terug, ten faveure van de laag- en hoogbetaalde banen. Tot de laagbetaalde banen rekent Eurostat bijvoorbeeld obers, vuilnismannen en tramconducteurs, tot de middenbetaalde banen bankbedienden, fabriekslassers en reisconsulenten, en tot de hoogbetaalde banen managers, medici en civiele ingenieurs. In Zweden slonk het aantal middenbanen met bijna 8 procent, in Duitsland met 6 procent, in Frankrijk met 9 en in het Verenigd Koninkrijk met meer dan 10 procent.
    Het aantal banen in de Europese onderklasse zwelt juist aan. Buschauffeurs, schoonmakers, vuilnismannen, sommen Salomons en Goos op; hamburgerbakkers, kinderoppassers, brandweerlieden. 'Het is laagopgeleid werk dat bijna iedereen zou kunnen doen. Voor mensen is het simpel, maar voor robots en computers niet.'
    Ook (voorlopig) onvervangbaar zijn veel hoogbetaalde beroepen: artsen, advocaten, architecten, politici of profvoetballers.


Red.:   En de reden is heel simpel: omdat Europa het economische model uit Amerika overneemt: het neoliberalisme.
    Maar vrijwel alle economen zijn neoliberalen. Dus die verklaring kan niet genoemd worden. Dus maar eens nagedacht. En ...

  'Er is een te rooskleurig beeld van technologische veranderingen', zegt Goos. Hij en Salomons zijn geen 21ste-eeuwse luddieten (naar de 19de-eeuwse beweging die in Engeland weefmachines vernielde omdat die handwerkslieden het brood uit de mond stootten). Technologische vooruitgang is goed, zegt Salomons. 'Maar niet iedereen gaat er in dezelfde mate van profiteren.'

Héééé, ineens herinneren we ons waar de economie om draait. Normaal is de welvaart en de groei ervan, volgens de economen, allemaal te danken aan de financiële wereld - of iets dergelijks. En nu, nu er een negatieve ontwikkeling te melden valt, is het de schuld van de technologie.
    Het economen-weblog is kennelijk geen oplossing gebleken van de economische crisis. Dus maar eens een website geprobeerd:


Uit: De Volkskrant, 20-11-2012, van verslaggever Xander van Uffelen.

Site maakt einde aan kakofonie onder economen

Een panel van vijftig economen gaat elke maand op zoek naar consensus over netelige economische vraagstukken. Zo hopen ze een einde te maken aan de verwarring die in het publieke debat soms ontstaat over de hervorming van de huizenmarkt, versoepeling van ontslagrecht en de omvang van bezuinigingen.    ...


Red.:    Waarvan inmiddels iedere objectieve waarnemer weet dat de meningen van economen daarover bijna allemaal grofstoffelijke leugens zijn. En van leugens, in tegestelling door de w=aarheid, is een oneindig aantal varanten:
  Economen buitelen in de media vaak over elkaar heen met tegenstrijdige opvattingen over deze fundamentele kwesties, zoals de Volkskrant begin november constateerde. Topambtenaar Ernst van Koesveld van het ministerie van Financiën riep de economen eerder op om consensus te zoeken.

Het ministerie van Financiën ... Pure neoliberalen, die adviseren de verzorgingsstaat op te heffen. net als de economen:
  Een maandelijkse peiling op de economenwebsite MeJudice moet duidelijkheid verschaffen. Gerenommeerde hoogleraren als Bas Jacobs, Sweder van Wijnbergen en Flip de Kam geven in de peiling antwoord op actuele stellingen. Ook economische columnisten als Frank Kalshoven en Mathijs Bouman geven hun opvatting.

Met name de twee laatstgenoemden zijn de meest holbewonerige neoliberalen.
    Tijden van crisis doet vele wolken van parfum wegwaaien. Hier wat van de parfum die economen verspreiden - de auteur is docent economie, dus nait echt academsich werkxzaam, maar dat doet er niet toe: het gevolgd hebben van de opleidng indoictirneert de betriokkenen dusdanig dat iedere trek van medemensleijkheid is verdwnenen. Aanleiding is het gebruik van de term nivellering.  De adocetn begint met een fraai stukje elitarisme:


Uit: De Volkskrant, 19-11-2012, door Jellie Stinstra, docent economie

Het volk heeft gekregen waar het om vroeg

De nivellering die het kabinet tot beleidsspeerpunt heeft gebombardeerd moet gezien worden in een veel bredere historisch-politieke context. Het tegemoet komen aan 'het volk' begon zo'n tien jaar geleden toen met name de lagere inkomens onomwonden lieten blijken Pim Fortuyn als hun verlosser te zien die hen kon redden uit de 'puinhopen van paars'.
    Media en politiek beseften de waarde van deze groep als kijkers en kiezers. Met programma's als RTL Boulevard, De Gouden Kooi, Oh Oh Cherso, Voetbal International, de live-uitzendingen van de Wereldkampioenschappen kroegsport Darts en, meest recent, Barbies Baby werden hoge kijkcijfers gescoord. De publieke omroep kon niet achterblijven vanwege de weglopende kijkers en doet fanatiek mee met programma's als Studio Voetbal, door Willem Holleeder uit te nodigen voor het programma College on Tour en pontificaal de handel en wandel van de kickbokser Badr Hari breed uit te meten in de journaals.    ...


Red.:    Deze mevrouw is hier al helemaal weg van de wereld, want het uitnodigen van Willem Holleeder is beslist niet volks maar elitair, en de aandacht voor Badr Hari in de media is ook van de soort:  "Oh oh, hij heeft wel wat gedaan maar hij is succes-Marokkaan en dus toch een goeie jonge". Het volk heeft een geheel andere mening: "Gooi die vent Nederland uit".
    Maar goed, er zat duidelijk het nodige gal in de maag. Het gaat om die nivellering - dat volk krijgt nota bene ook nog geld van de regering. Dat kan nooit deugen, zo'n nivellering:
  Een andere reden die het kabinet kan hebben gehad voor de nivelleringsoperatie is de wens de samenleving gelukkiger te maken. In het meest recente OESO-onderzoek geven Nederlanders hun leven gemiddeld een 7,5 en de Amerikanen een 7,1. Dit verschil is niet dermate groot dat het geheel kan worden toegeschreven aan de kleinere inkomensverschillen in ons land.
    Nu een kleiner verschil tussen de inkomens nauwelijks invloed heeft op de geluksbeleving van een samenleving, rijst de vraag welke visie er dan achter deze nivelleringsoperatie zit.

Nou, daar zijn andere gegevens over verschenen, en die wijzen er allemaal op dat de welbevinden in een maatschappij een omgekeerde functie is van de hoogte van de inkomensverschillen. En Amerika als voorbeeld nemen is natuurlijk ridicuul: Amerikanen nemen de meest extreme positie in aangaande de toelaatbaarheid van inkomensverschillen.
  Wellicht hebben politici toch een betere aansluiting met de samenleving dan gedacht en bestaat de kloof tussen kiezer en politicus niet. Zo bekeken heeft het volk precies de regering gekregen die het wenste: eentje die lagere inkomens bevoordeelt ten koste van de midden- en hogere inkomens.

En hier gaat het allemaal om: al minstens drie decennia nemen de inkomens meer toe naarmate deze hoger zijn, soms zelfs in percentage. Maar nu er extra geld moet komen, willen de profiteurs en graaiers dat geld weghalen bij degenen die toch al het minste erbij hadden gekregen.
    Dat is de mentaliteit van economen.
    Nog iemand had goed gelezen:


Uit: De Volkskrant, 21-11-2012, ingezonden brief van Hans de Jong, Nieuwpoort

Spoor bijster

Jellie Stinstra begint haar artikel (O&D, 19 november) met het typeren van de lagere inkomens als een groep met wansmaak. Ze gebruikt er eenderde van haar totale betoog voor. Ik heb op dat moment nog geen idee waar ze naar toe wil. Maar dan blijkt, ze is tegen de voorgenomen nivellering.
    En om haar punt kracht bij te zetten schildert ze de midden- en hogere inkomens nog even af als cultuurminnende, en luxe artikelen kopende, groepen. Wat ze eigenlijk zegt is: een laag inkomen, eigen schuld, moet je maar niet naar Oh Oh Cherso kijken en eens naar het Concertgebouw gaan.
    Het ontgaat mij wat een rechtvaardigere verdeling van de inkomens heeft te maken met je culturele belangstelling. Dat zo'n elitaire, het spoor bijster zijnde, Stinstra dit in de Volkskrant mag zeggen...


Red.:   Verbijsterend, inderdaad. Maar de meest rabiate neoliberale taal is heel gewoon in de Volkskrant, en de rest van de media ...
    Neoliberalisme is een ideologie, en in die hoedanigheid even hersenverwekend als religie. Economie-verslaggeefster van de Volkskrant Nanda Troost lijdt daar al vrij lang aan, gezien haar lange serie artikelen gericht tegen de vakbonden uitleg of detail . En hier begaat ze wel een bijzonder stompzinnige fout:


Uit: De Volkskrant, 27-11-2012, van een verslaggeefster

65-plussers hebben nauwelijks restschuld

Gepensioneerde huizenbezitters zijn vrijwel immuun voor het groeiende restschuldenprobleem op de woningmarkt. Uit nieuwe CBS-cijfers blijkt dat slechts 1,7 procent van de 65-plushuishoudens met een koopwoning eind 2010 een hogere hypotheekschuld had dan de waarde van de woning.
    Ruim 46 procent van de bejaarde eigenaar-bewoners leefde op dat moment zelfs hypotheekvrij.    ...


Red.:   Gunst, het schijnt ook zo te zijn dat grijze haren meer voorkomt bij gepensioneerde huizenbezitters ... Ook bij gepensioneerde niet-huizenbezitters trouwens, maar dat is natuurlijk een nog subtieler detail, wat zowel de onderzoekers van het CBS als de verslaggeefster ontgaan is. Nu is het niet duidelijk of het CBS hier alleen wat cijfers heeft geleverd, of ook conclusies heeft getrokken. Onze verslaggeefster heeft het in ieder geval wel gedaan:
  Dat 'onder water'-hypotheken vooral een probleem van jonge huizenbezitters zijn, was al bekend. ...
    Het generatieverschil tussen jong en oud dat uit de CBS-statistieken oprijst, is desondanks opvallend groot. Van de huishoudens met een koopwoning en een hoofdkostwinner tussen de 25 en 45 jaar gaat maar 5 procent hypotheekloos door het leven, terwijl ruim 50 procent van hen 'onder water' staat.

Kijk, daar gaat het dus om: het aanjagen van de generatiekloof en het zwart-maken van de ouderen. Die vuige lieden die gespaard hebben en nu op spaartegoeden zitten en idem pensioentegoeden. waar de neoliberalen een begerig oog op hebben geworpen omdat ze die pensioen- en spaartegoeden nodig hebben om de zwarte gaten van de Europese Unie te vullen. En Europeanisme, kosmopolitisme, internationalisering,enj nomadisme  zijn heilig en Europa met tegen alle kosten gered worden. Andermans kosten, natuurlijk. Dus maar eens flink gestookt tegen te ouderen.
    Oh ja, de auteur stond niet bij dit artikel, maar rechts is te zien waarom: het hoorde bij een ander artikel, en daarvan was de auteur onze helden van het neoliberalisme (klik erop voor een vergroting met het bewijs).
    Nu zijn er natuurlijk genoeg krantenlezers die niet volstrekt bevangen zijn door het neoliberalisme. Die de gaten als schuurdeuren in dit verhaal vermoedelijk met enig genoegen uitduidden:


De Volkskrant, 28-11-2012, ingezonden brief van Ben Ale, Delft

Restschuld

Zou een belangrijke reden waarom 65-plussers bijna geen restschuld hebben (Economie, 27 november) daarin kunnen zijn gelegen dat zij toen zij hun hypotheek afsloten hun keuken, tuin en boot níét hebben kunnen meefinancieren en voorzover zij een aflossingsvrije hypotheek konden afsluiten de verplichting hadden een kapitaalverzekering af te sluiten die uitbetaling van het gehele hypotheekbedrag garandeerde ?


De Volkskrant
, 28-11-2012, ingezonden brief van J.Schipper, Nieuwegein

Restschuld (2)

65-plussers hebben nauwelijks restschuld, constateert het CPB. Op de hypotheken die in de jaren zeventig en tachtig werden afgesloten, werd er altijd afgelost. De woningen van die ouderen zijn dus nu geheel afgelost. Dat is een dus open deur. Wat is de achterliggende gedachte van dit 'nieuws'? De geesten rijp maken om de bezittingen waarover deze 'rijke ouderen' beschikken te kunnen inpikken?


Red.:   En deze laatste reageerder sluit dus aan bij het dus zeer voor de hand liggende vermoeden van deze redactie.
     Allemaal zo voor de hand liggend, dat het zelfs een enkele deelnemer uit de lagen van de oligarchie te gortig wordt:


Uit: Volkskrant.nl, Opinie, 28-11-2012, Gerhard Hormann (1961), politicoloog/planoloog en schrijver van het boek Hypotheekvrij!

'Natúúrlijk hebben 65-plussers zelden een restschuld'

Dat 65-plussers zelden een hypotheek hebben die onder water staat, is net zulk non-nieuws als de constatering dat dertigers niet vaak een nieuwe heup nodig hebben. Wie vandaag een huis koopt, loopt per definitie dertig jaar achter op iemand die reeds aan het eind van zijn wooncarrière is aangekomen, schrijft Gerhard Hormann.


Tussentitel: Dat hypotheekvrije huis van die gepensioneerde babyboomer is zo opeens geen welverdiend appeltje voor de dorst meer, maar bezit dat onrechtvaardig is of zelfs onrechtmatig is verkregen

Het is inmiddels vaste prik wanneer nieuwe cijfers worden gepresenteerd van het Sociaal en Cultureel Planbureau of het Centraal Bureau voor de Statistiek. Natuurlijk moeten de bijbehorende conclusies extra zwaar worden aangezet om het statistisch materiaal te voorzien van actualiteitswaarde en maatschappelijke urgentie (en dus ook voor een prominente plek in de krant), maar steeds vaker leidt dat tot tendentieuze berichtgeving. En steeds vaker ook moeten 'ouderen' het daarbij ontgelden.    ...


Red.:    Zoals al geconstateerd en bij deze dus definitief bevestigd. Maar deze auteur gaat nog wat verder op het pad van deze website. Ook bevestigende uit welke hoek deze giftige aanvallen komen:

  Paul Schnabel van het SCP loopt daarbij voorop door er bij elke gelegenheid op te hameren dat de vermogens in Nederland 'scheef zijn verdeeld'. Volgens hem zijn vooral dertigers de dupe van de huidige economische malaise, terwijl veel gepensioneerden juist van een goed pensioen profiteren en in een afbetaald huis wonen dat - let goed op - 'deels op kosten van de gemeenschap is gefinancierd'.
    Nu is Schnabel niet de eerste de beste (want directeur van het SCP), dus naar hem wordt geluisterd. En zo kan gemakkelijk het beeld ontstaan dat er iets mis is met mensen boven de 65 die spaarzaam hebben geleefd of dat er in dit geval zelfs sprake is van een soort maatschappelijke misstand die moet worden rechtgezet. Dat hypotheekvrije huis van die gepensioneerde babyboomer is zo opeens geen welverdiend appeltje voor de dorst meer, maar bezit dat onrechtvaardig is of zelfs onrechtmatig is verkregen. Conclusie: ze hebben er eigenlijk geen recht op en de overheid heeft alle recht om dat bezit af te romen of extra te belasten.

En in Schnabels geval hoeft er totaal niet getwijfeld te worden vanuit welke inspiratiebron deze lage moraal komt: het: achter Europeanisme, kosmopolitisme, internationalisering,en nomadisme  kan in dit geval ook de specifieke vorm van het laatste genoemd worden: de oudtestamentische.
    Ook de auteur is niet zuinig met zijn oordeel:
  De constatering eerder deze week dat 65-plussers nauwelijks een restschuld hebben, voedt de gedachte dat er ook op dit terrein stevig genivelleerd zou moeten worden. En dat terwijl (wat strikt genomen pas écht een schokkende conclusie is) minder dan de helft van de gepensioneerden de hypotheek inmiddels tot de laatste cent heeft afgelost. Maar er staat, bijna verwijtend, dat ruim 46 procent 'zelfs helemaal hypotheekvrij' woont. Bovendien hebben ouderen ook nog eens - let wederom goed op - 'geprofiteerd van de extreme huizenprijsstijgingen in de jaren negentig'.
    Niet alleen worden hier appels met peren vergeleken (ook door iemand als Schnabel die beter zou moeten weten), het is ook nog eens je reinste stemmingmakerij. Mensen krijgen geen COPD van hun allereerste sigaret en dus heeft iedere starter op de huizenmarkt per definitie een achterstand van dertig jaar op iemand die in 1982 zijn eerste huis kocht. Dat is een natuurwet, net zoals je met een nieuwe auto ook minder vaak met pech stil komt te staan dan met een tweedehands exemplaar van twaalf jaar oud.

Het artikel werd vergezeld van een illustratie - een statiefoto van Paul Schnabel:

En zo zijn er nog veel meer. Je zou ze gaarne toewensen wat ze toekomt. Iets met Bastilles, enzovoort.
    Iemand die wat open deuren intrapt:


Uit: De Volkskrant, 04-12-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Is er een tandarts onder economen?

Tussentitel: Economen zijn het al oneens over de feiten van de kredietcrisis

De econoom John Maynard Keynes schreef in 1932: 'Het zou een zegen zijn als economen erin zouden slagen zichzelf als bescheiden vaklieden te profileren, net zoals bijvoorbeeld tandartsen.'
    Hij zou het tachtig jaar later moeten herhalen. De Amerikaanse wetenschapper Andrew W. Lo heeft een analyse gemaakt van de inhoud van 21 gezaghebbende boeken over de kredietcrisis van 2008 en de gevolgen daarvan. Het resultaat is geen eenduidig verhaal, maar een breed palet van vaak tegenstrijdige interpretaties over de oorzaken van de crisis en de te nemen maatregelen. Er is zelfs geen overeenstemming over de feiten of over de hoofdrolspelers, waardoor er vele waarheden ontstaan die het debat over de crisis kleuren.
    Van de 21 boeken zijn er elf geschreven door gelauwerde economen, onder wie Robert J. Shiller (The Subprime Solution), Carmen Reinhart en Kenneth Rogoff (This Time is Different), Joseph Stiglitz (Freefall) en Nouriel Roubini (Crisis Economics). Negen boeken kwamen van journalisten zoals Andrew Ross Sorkin (Too Big to Fail), Michael Lewis (The Big Short), Roger Lowenstein (The End of Wall Street) en Bethany McLean (All The Devils Are Here). Eén werd geschreven door een insider, de voormalige Amerikaanse minister van Financiën Henry Paulson (On The Brink).
    Lo, professor aan het Massachusetts Institute of Technology en hoofd van het laboratorium voor financiële techniek van deze universiteit, noemt als voorbeeld het gemak waarmee de hoogte van de kredietverlening -leverage- als oorzaak van de crisis wordt genoemd. Als de schrijvers hun huiswerk hadden gedaan zouden ze gezien hebben dat ten opzichte van 1998 de kredietverlening aan de vooravond van de crisis veel lager was. 'Velen zien economie misschien als een wetenschap, maar de wens is hierbij de vader van de gedachte.'    ...


Red.:   De werkelijkheid is natuurlijk één dezelfde. Alleen bestaat die werkelijkheid uit meerdere factoren en in dit geval uit meerdere lagen. En iedere individuele econoom besluit op grond van eigenbelang of ideologie bepaalde factoren of lagen weg te laten. Vandaar de aanzienlijk verschillende uitkomsten van hun analyses.
    En hier valt bij aan te tekenen dat ook deze analyse van Lo daaraan lijdt. Want hij had ook kunnen constateren dat er wel degelijk gemeenschappelijke factoren zijn. Met als belangrijkste: geen van de economen heeft geconstateerd dat de schuld van de kredietcrisis die van de werknemers of huiseigenaren is. Om een heel simpele reden: zowel werknemers als huiseigenaren geen krediet kunnen verstrekken. En daaruit volgt ook meteen dat de schuld van de kredietcrisis ligt bij de kredietverstrekkers. Wat al bijna helemaal voldoende is om een beleid te formuleren aangaande oplossingen van de kredietcrisis.
    Het volgende is niet strikt een economisch onderwerp, maar des te illustratiever:


Uit: De Volkskrant, 15-01-2013, van verslaggever Wilco Dekker

Universiteit gedaagd voor discriminatie

Een econome werd uitgenodigd bij de UvA te solliciteren, maar kwam zelfs niet op de shortlist.


De Universiteit van Amsterdam heeft een vrouwelijke kandidaat voor de functie van universitair docent op de faculteit Economie en Bedrijfskunde gepasseerd omdat de voorkeur werd gegeven aan een man. De UvA zou haar daarom een schadevergoeding moeten betalen van 10 duizend euro.    ...
    De econome Edith Kuiper (53) kwam in 2008 niet op de shortlist voor de functie van universitair docent bij de vakgroep geschiedenis en methodologie, hoewel ze naar eigen zeggen eerder door het hoofd van de vakgroep nog was gevraagd mee te doen.
    Er solliciteerden zeven vrouwen en achttien mannen. De uit drie mannen bestaande selectiecommissie gaf uit vier mannelijke kandidaten uiteindelijk de voorkeur aan een jonge Portugees, nadat de functie-eisen gedurende het proces diverse keren veranderd waren. De personeelsafdeling van de UvA was niet bij de benoeming betrokken. 'Zo werd het een onderonsje, in plaats van een professionele sollicitatieprocedure', betoogde Kuipers advocaat Marlies Vegter maandag.    ...
    Volgens de in feministische economie gespecialiseerde Kuiper werd een deel van haar wetenschappelijke publicaties niet meegeteld, omdat ze volgens de commissie onder 'vrouwenstudies' werden gerangschikt in plaats van onder economie. Bovendien waren diverse van haar internationale publicaties in samenwerking met anderen, kreeg Kuiper te horen.


Red.:   Nummer één: een volstrekt onzinnige argument. In de natuurwetenschappen tellen ze gewoon mee - naar bijdrage.

  In de vacaturetekst stond echter niet dat die niet telden.

Nummer twee: je niet houden aan de regels.
  In die tekst stond wél dat onderwijservaring noodzakelijk was, net als het kunnen lesgeven in het Nederlands. Aan beide eisen voldeed de gekozen kandidaat niet.

Nummer drie: je niet houden aan de regels
  ... de gekozen kandidaat niet. Hij had wel een prijs behaald, maar dat bleek pas later een criterium.

Nummer vier: de regels onderweg veranderen.
  De UvA noemde het maandag 'interpretatie' dat naar een bepaalde kandidaat is toegewerkt.

Nummer vijf: liegen
  Wel paste het specialisme van Kuiper minder bij de 'specifieke signatuur' van de onderzoeksgroep.

Nummer zes: bedriegen. Dit had aan het begin van de procedure gemeld dienen te worden
  'We zijn ook mens', aldus de UvA-advocate.

Nummer zeven: weerzinwekkendheid.
    Dit is allemaal gedrag kenmerkend voor een mentaliteit. Diezelfde mentaliteit zie je terug in het wetenschappelijke werk van economen. Logisch, want mentaliteit is iets dat redelijk constant is, onafhankelijk van omstandigheden - bij een sollicitatieprocedure zullen mensen geen andere mentaliteit hebben als bij het schrijven van een artikel over economie.
    Economie-verslaggever Peter de Waard heeft weer eens één van zijn wat helderder momente:


Uit: De Volkskrant, 16-01-2013, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Heeft het CPB een techneut nodig?

Tussentitel: Economen willen zwarte zwanen vaak helemaal niet zien

In 1993 vernam de auteur Sebastian Junger van een meteoroloog de ideale omstandigheden voor een allesvernietigende monsterstorm: warme lucht vanuit een lagedrukgebied in het westen, koele droge lucht vanuit een hogedrukgebied in het noorden en een tropische orkaan vanuit het zuiden.
    Hij schreef er vier jaar later een boek over met de titel The Perfect Storm, dat in 2000 werd verfilmd met George Clooney in de hoofdrol. Vlak daarna knapte de internetzeepbel en werd 'de perfecte storm' op de financiële markt een metafoor voor situaties waarin alles tegenzat.    ...


Red.:    Een bewijs van hoe veer dit soort mensen van de wereld van de wetenschap, de echte wetenschap, staat. Want daar zijn dit soort processen alom bekend.

  In de 16de eeuw was iedereen ervan overtuigd dat er geen zwarte zwanen bestonden omdat in alle tot dan bestaande teksten zwanen witte veren hadden. In 1697 ontdekte de Nederlandse kapitein Willem de Vlamingh een kolonie zwarte zwanen in Australië, hetgeen betekende dat iets wat onmogelijk leek toch mogelijk was.

Welk verhaal veel ouder is, iets zo ver als de Griekse oudheid. In de vorm dat toen al besproken werd of je kon bewijzen dat er geen zwarte zwanen bestaan. Het antwoord luidt, natuurlijk voor mensen met enig gezond verstand, "Nee".
  In het in 2004 verschenen boek Misleid door Toeval greep de Amerikaanse derivatenhandelaar en auteur Nassim Taleb hierop terug. 'We zijn blind voor toeval en richten ons op wat we al weten zonder stil te staan bij wat we niet weten', filosofeerde hij. Nadat Fortune het een van de meest gezaghebbende boeken aller tijden had genoemd, werd 'zwarte zwaan' een gevleugelde term voor een onverwachte gebeurtenis.

Oude koek, dus. Zeer oude koek.
  Politici, captains of industry en economen beroepen zich sinds die tijd keer op keer op 'de perfecte storm' en 'de zwarte zwaan' als hun beleid geen resultaten afwerpt of voorspellingen verkeerd blijken te zijn. 'Door onvoorziene omstandigheden' of 'alles zat tegen', heet het dan.

Grappig hè, je eigen incompetentie en onermogen verkopen als "toeval"... En er dan altijd mee wegkomen. Omdat de rest net zo stom en/of kwaadwillend is. want de grote schade wordt altijd gedekt door de burgers.
  Volgens Elisabeth Paté-Cornell, een Amerikaanse professor aan de Stanford University, komen ze daar veel te gemakkelijk mee weg. Slechte planning is volgens haar meestal de oorzaak van tegenvallers. Zij stelt dat 'zwarte zwanen' hoogst zeldzaam zijn - 'misschien de aidsepidemie' - en dat er wel degelijk aanwijzingen zijn geweest voor vele gebeurtenissen die later plaatshadden in de economie.
    Ook de 'perfecte storm' is voorspelbaar. 'De samenkomst van alle rampscenario's is misschien niet te voorspellen maar de verschillende rampscenario's wel.' Politici, bedrijfsbestuurders en economische onderzoekers gaan hier in hun risicoanalyses aan voorbij, omdat ze 'de toekomst willen voorspellen' in plaats van 'allerlei scenario's naast elkaar willen leggen'.
    De economie zou volgens Paté-Cornell iets kunnen opsteken van technische vakken als architectuur of werktuigbouwkunde. Bij de bouw van een krachtcentrale of brug moet niet alleen met alle mogelijke scenario's rekening worden gehouden, maar moet ook de onderlinge relatie van de verschillende factoren worden bekeken.

Nog grappiger ... Hier komt iemand tot de ontdekking dat appels naar beneden vallen. Vanuit een wetenschappelijk standpunt bezien. Overigens doen werktuigkundigen meer dan ook het samenspel van de constructie bekijken. Als ze alles goed hebben uitgerekend, hoe sterk de balken moeten zijn enzovoort, nemen ze die uitkomst, en vermenigvuldigen hem ook nog eens met een factor drie - om helemaal zeker te zijn. In geval van die 'zwarte zwanen'. En vroeger nam men voor die factor het getal 10.
    Nog een roepende in de woestijn:


Uit: De Volkskrant, 21-01-2013, door Harry Verbon, hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg

Economen hebben geen enkele crisis voorzien

Uit de vergelijking van verkiezingsprogramma's en regeerakkoord blijkt dat we paarse hutspot krijgen.

Tussentitels: Doorrekening programma's door CPB is geen wetenschap maar Hollandse folklore

Als het meezit kan de economische wetenschap achteraf uitleggen waarom bepaalde gebeurtenissen zich voordeden. Meestal zit het tegen, want economen zijn het zelden met elkaar eens. Zo is er geen eenstemmigheid onder economen over de oorzaken van de kredietcrisis. Zelfs over de oorzaken van de grote depressie uit de jaren dertig van de vorige eeuw bestaat nog steeds geen consensus onder economen. Dit is echter geen ongewoon verschijnsel: ook onder historici is er geen eensgezindheid over de verklaring van gebeurtenissen uit het verleden.
    Economie is eigenlijk ook gewoon een geschiedkundige wetenschap. Zoals je door naar het verleden te kijken, zoals historici doen, de toekomst niet kunt weten, zo zijn ook belangrijke economische gebeurtenissen onmogelijk te voorspellen. Dramatische economische gebeurtenissen (kredietcrisis, schuldencrisis, instorting van de huizenmarkt) worden juist meestal gemist door de economen.
    De economische wetenschap is ook niet in staat de beste recepten voor verschillende economische ziekten te formuleren. De recepten die worden aangeboden door economen zijn niet 'getest' in een laboratorium, zoals in de geneeskunde idealiter het geval is, waar het mogelijk is medicijnen stelselmatig te testen tegen een ander recept of een placebo.
    Het doorrekenen van de recepten uit de verkiezingsprogramma's zoals het Centraal Planbureau (CPB) voor iedere Tweede Kamerverkiezing pleegt te doen, is daarom ook meer een vorm van Hollandse folklore dan van serieuze wetenschap.
    Het rapport Keuzen in Kaart, waar het CPB ons voor iedere parlementaire verkiezing op trakteert, is een blik op het virtuele universum dat door de burelen van het CPB rondzwerft, maar geen staalkaart van de Nederlandse economie.    ...


Red.:   Enzovoort.
    En hier de bevestiging van iets dat uit het voorgaande al af te leiden viel, en dat deze redactie daarom allang wist, wat het volgde ook al uit dit uitleg of detail :


Uit: Joop.nl, 28-01-2013, door Dan Ariely - Gedragseconoom uitleg of detail

Economen liegen meer dan anderen

Wat kunnen we anders verwachten als we studenten de voordelen en logica van eigenbelang blijven onderwijzen?


Een vriend stuurde me onlangs deze studie toe. Volgens de studie vertellen economen minder vaak de waarheid dan anderen. Die ontdekking is gedaan door onderzoekers Raúl López-Pérez en Eli Spiegelman, die wilden onderzoeken of bepaalde karakteristieken (zoals religiositeit of geslacht) maken dat mensen minder liegen. Om de voorkeur voor eerlijkheid te kunnen meten schakelden ze andere motivaties als altruïsme of de angst gepakt te worden uit.
    Dat deden ze met een simpel experiment, waarbij een tweetal deelnemers de rol toebedeeld kregen van zender en ontvanger van informatie. De zender zat in zijn eentje voor een scherm waarop een blauwe of een groene cirkel te zien was. Hij of zij vertelde vervolgens de kleur van de cirkel aan de ontvanger, die noch de kleur, noch de zender kon zien. Zenders ontvingen 15 euro elke keer dat ze een groene cirkel doorgaven en slechts 14 als ze doorgaven dat de cirkel blauw was. De ontvangers kregen 10 euro, ongeacht de kleur, en hadden er dus geen belang bij of de zenders eerlijk of oneerlijk waren.
    De zenders hadden dus vier mogelijke strategieën:
!: De waarheid spreken als een groene cirkel te zien was en zo het maximale bedrag opstrijken
2: Liegen bij een groene cirkel en zo een lagere betaling kiezen
3: De waarheid spreken bij een blauwe cirkel en zo een lagere betaling kiezen
4: Liegen als je een blauwe cirkel ziet en zo een extra euro binnenhalen
    Als de zenders een groene cirkel te zien kregen, was er niets aan de hand, de waarheid spreken leverde de maximale hoeveelheid cash op ( je kan je voorstellen dat de tweede optie nogal impopulair was). Maar wat als ze een blauwe zagen? Ze hadden twee opties: de waarheid spreken en een euro verliezen, of liegen en meer betaald krijgen. De onderzoekers gingen er van uit dat zenders met een aversie voor liegen altijd de waarheid zouden spreken, ongeacht de kleur, terwijl zenders die worden gemotiveerd door winstmaximalisatie altijd groen zouden zeggen.
    De deelnemers, met een grote diversiteit aan sociaal-economische en religieuze achtergronden, werden ook uit verschillende studierichtingen gerecruteerd. De onderzoekers bundelden hen in drie categorieën: business en economie, geesteswetenschappen en de rest (bètastudies, technische studies, psychologie). De uitslagen lieten weinig verschil in eerlijkheid zien tussen de socio-demografische karakteristieken of het geslacht. Maar de studierichting maakte wel degelijk verschil. Het bleek dat de studenten geesteswetenschappen, die het eerlijkst waren, in iets meer dan de helft van de gevallen de waarheid spraken. De brede groep ‘overig’ was iets minder eerlijk, met ongeveer 40%. En hoe zat het met de business- en economiestudenten? Zij bleven achter met 23% eerlijkheid.    ...
Dit alles verbaast me niets in de context van het vak economie, dat wel is gekarakteriseerd als de studie van het egoïsme. Het idee van ‘de onzichtbare hand’ (inherent aan de notie van zichzelf corrigerende markten) gaat ervan uit dat mensen zich egoïstisch gedragen (hun winsten maximeren) en dat de markt al hun acties samenbrengt met een efficiënte uitkomst. Ook al is het waar dat markten soms zonder falen een serie gedragingen kunnen accommoderen, als we doorgaan met studenten de voordelen en logica van eigenbelang te onderwijzen, wat kunnen we dan anders verwachten?


Red.:   Oftewel: óf het vak is inherent slecht, of de mensen die het onderbouwen en onderwijzen zijn inherent slecht. Het komt beide neer op het laatste.
    Overigens zegt het gezonde verstand en de intuïtie dat het bij mensen uit de financiële wereld nog een gradatie ernstiger zal liggen, zie de onderbouwing van die vermoedens hier uitleg of detail en hier uitleg of detail .
    Econoom, en voormalig minister van Financiën enzovoort, Wouter Bos geeft nog eens een keer een brevet van onvermogen af:


Uit: De Volkskrant, 07-02-2013, column door Wouter Bos, econoom en politicoloog

Nationalisatie

'If Goldman Sachs is not allowed to go bankrupt, why then is it private?' Er viel een lange stilte. We zaten met ministers van Financiën en toezichthouders op de financiële sector ergens in 2009 in Londen bijeen om de G20 voor te bereiden en iedereen had zijn verwachte bijdrage geleverd, toen Mervyn King, de gouverneur van de Bank of England, zijn opmerking plaatste. En niemand had een antwoord. Het was duidelijk waarom: King stelde eigenlijk de vraag of publiek eigendom van een bank niet slechts legitiem is in tijden van crisis maar - gezien de publieke functie - ook in normale tijden.    ...


Red.:   De lange stilte viel en er kwam geen antwoord, omdat de betrokken allemaal wisten wat het antwoord was, en geen van allen dat antwoord wenste. het antwoord luidt, natuurlijk, dat niet alleen Goldman Sachs, maar geen enkele financiële instelling in de handen van particulieren hoort. Want de verhalen over frauduleuze en corrupte kleine particuliere financiële instellingen die failliet gingen zijn misschien wat ouder, maar iedereen met een beetje geheugen of zin in wat nalezen kan ze terughalen.
    Maar geen van deze heren wil aan deze conclusie, omdat ze profijt hebben met de huidige situatie: meegraaien met de grote graaiers. Zoals voor Wouter Bos blijkt dat hij niets gedaan heeft met deze kennis:

  ... vanaf dat moment begonnen we met het in het diepste geheim maken van een nationalisatiewet die later de Interventiewet ging heten.
    Toen we die wet af hadden, ergens in 2009, diende het volgende probleem zich aan.

Want zoals gebleken is, leidt die wet tot het zelfde resultaat als zonder wet: de staat, is de burgers, betaalt de kosten van de redding. Het enige alternatief is dat de financiële wereld die redding betaalt, maar dat komt ook neer op nationalisatie, omdat particuliere banken nooit vrijwillig de daarvoor noodzakelijke voorzieningen zullen treffen.
    Maar ook hiervan blijkt Bos nog niets geleerd te hebben (Jeroen Dijsselbloem is de huidige minister van financiën die de SNS-bank nationaliseerde):
  Ik hoorde Jeroen Dijsselbloem zeggen wat ik ook altijd zei, namelijk dat een overheid er niet op zit te wachten banken in bezit te hebben.

Al vele malen gezegd: het is in feite simpel, maar ze willen doodgewoon niet. Omdat hun blik te zeer vertroebeld is door eigenbelang.
    Nog geen half jaar geleden moest de marktwerking in de tandartszorg worden gestopt, omdat de prijzen binnen een jaar tijd met iets in de buurt van de 10 procent waren gestegen - in tegenstelling tot de verwachting van de markt-ideologen. Maar, als het goede ideologen betaamt, laten ze zich daardoor totaal niet uit het veld slaan:


Uit: De Volkskrant, 28-02-2013, van verslaggever Jan Tromp

Onderzoekers zien toekomst in vrije prijsvorming medicijnen

Ondanks de onvrede onder apothekers hebben vrije onderhandelingen over de prijs van medicijnen de toekomst. Dit schrijven Alexander Rinnooy Kan, voormalig voorzitter van de SER en Robert Reibestein, voormalig partner bij McKinsey, in een advies aan minister Schippers van Volksgezondheid. Vandaag bieden ze hun rapportage aan.    ...
    Begin 2012 zijn de vaste tarieven voor de zorg die de apotheek levert, afgeschaft. Van de vrije prijsvorming wordt een aanzienlijke besparing op de zorgkosten verwacht. ...
    Schippers wilde weten wat ze moet vinden van de situatie. Ze vroeg aan Rinnooy Kan en Reibestein de toestand te verkennen. Het tweetal sprak met de partijen, van patiënten en apothekers tot eerste lijn hulpverleners en verzekeraars. ...


Red.:    Schippers wilde helemaal niet weten hoe het zat, want dat was ook degene van het tandartsen-plan. Schippers wilde bevestiging van haar geloof, en zocht en vond twee mede-gelovigen, die haar inderdaad het gospel overhandigden. Een procedure even zinvol als het vooreggen van een vraag over de waarde van god aan de katholieke kerk. Kijk maar naar hun reactie op berichten uit de werkelijkheid:

  In Enschede was vorige maand een confrontatie tussen een grote apotheek en Zilveren Kruis Achmea. De verzekeraar wilde de tarieven verlagen met 2 procent, de apotheek pikte het niet en zegde het contract op. Daarop stuurde Achmea een brief naar ruim 2.000 verzekerden: men zou bij de betrokken apotheek voortaan de rekening zelf moeten voorschieten.
    Rinnooy Kan wil niet ingaan op dit geval.

Als echte, Ware, Gelovigen.
    Echte, Ware, Gelovigen hebben natuurlijk ook hun echte, Ware, Liturgie. Hier is een vers uit die Liturgie:


Uit: De Volkskrant, 18-04-2013, van verslaggeefster Yvonne Hofs

Is bezuinigen in crisistijd gebaseerd op fouten en bedrog?

Tussentitels: Onderzoek van Amerikaanse economen bevat domme rekenfout
Reinhart en Rogoff zouden database hebben gemanipuleerd


Een zeer invloedrijk onderzoek dat aantoonde dat er een correlatie bestaat tussen hoge staatsschuld en lage economische groei, blijkt grove fouten te bevatten. Is het belangrijkste argument om te bezuinigen in crisistijd daarmee onderuitgehaald?
    Zodra de staatsschuld van een land de 90 procent van het bruto binnenlands product overstijgt, dreigt een negatieve spiraal van steeds hogere schulden en steeds lagere economische groei. Deze economische 'wet' is de laatste jaren veelvuldig aangehaald door politici en economen die hameren op het belang van begrotingsdiscipline. De schuldendrempel van 90 procent is het belangrijkste resultaat van het onderzoek Growth in a Time of Debt van de Amerikaanse economen Carmen Reinhart en Kenneth Rogoff uit 2010, een van de meest geciteerde wetenschappelijke publicaties van de afgelopen jaren.    ...


Red.:   Deze redactie had er nog nooit van gehoord, temidden van alle andere onzin die economen uitkraaien. natuurlijk is er een verband tissen lage econ0omsiche groei en toenmae van staatsschuld - net als tussen het opengaan van de bloemetjes en het opkomen van de zon. Maar dat laatste verband is niet dat het opengaan van de bloemetjes het opgaan van de zon veroorzaakt, en in in het economische geval zorgt verminderde economische groei natuurlijk voor het oplopen van de staatsschuld. Wat het toenemen van de staatschuld doet met dee economische groei is volstrekt duister. Eerder denk je: meer staatsschuld, meer investeringen, meer economisch groei.
    Maar, zoals gebruikelijk in dit veld: men denkt en handeltniet langs logische lijnen, maar die van het eigenbelang:
  De Nederlandse regering onderbouwt zijn bezuinigingsbeleid stelselmatig met dit beroemde onderzoek. Reinhart en Rogoff worden geciteerd in de Miljoenennota 2013 en ook in een economisch rapport van het ministerie van Financiën uit 2011. Eurocommissaris Olli Rehn, die moet toezien op de begrotingsdiscipline van de eurolanden, sprak in januari nog van een 'serieus onderzoek' dat de noodzaak tot bezuinigen onderschrijft.

Natuurlijk. Allemaal graaiers.
  Het nieuws dat het onderzoek van Reinhart en Rogoff niet deugt, wekte woensdag dan ook grote opschudding. Drie economen van de Universiteit van Massachusetts vroegen de oorspronkelijke database van Reinhart en Rogoff op, rekenden die door en stuitten op een enorme blunder. De conclusie uit het oorspronkelijke onderzoek dat 90 procent staatsschuld een kritische grens is, stoelt volledig op een domme rekenfout in een spreadsheet. Uit het controle-onderzoek zou bovendien blijken dat Reinhart en Rogoff hun database hebben gemanipuleerd om het gewenste onderzoeksresultaat te verkrijgen.

Welk laatste ze tegenspraken, maar dat gelooft een weldenkend mens dan ook al lang niet meer. Dit soort "rekenfouten" vallen altijd naar dezelfde kant uit. De kant van het eigenbelang. Toevallig.
    Neêrlands beroemdste econoom, of ieder geval bijna beroemdste, laat er ook zijn licht over schijnen:
  Bas Jacobs, hoogleraar overheidsfinanciën aan de Erasmus Universiteit, zegt dat hij altijd al sceptisch was over Reinharts en Rogoffs bevindingen. Niet dat hij hun berekeningen niet vertrouwde. 'Het echte probleem van hun onderzoek is de causaliteit: is lage economische groei het gevolg van een hoge staatsschuld of is het andersom? Niemand die dat zeker weet. Reinhart en Rogoff hebben het in hun wetenschappelijke publicaties dan ook altijd over 'correlatie' en niet over 'causaliteit', maar in hun populaire werk zijn ze minder zorgvuldig. In opinieartikelen wekken ze de suggestie dat de lage groei het gevolg is van een hoge staatsschuld, terwijl ze daar geen bewijs voor hebben. Mij lijkt het logisch dat lagere groei tot hogere schulden leidt.'

En voor het trekken van deze conclusies, afkomstig van de achterkant van een lucifersdoosje of het geestelijke equivalent ervan, is het beslist gerechtvaardigd om jaarlijks anderhalf of twee ton op je rekening bijgeschreven te krijgen.
    Een tegenvoorbeeld:


Uit: De Volkskrant, 19-04-2013, rubriek De kwestie, door Peter de Waard

Is er een plafond voor de schuld?

Als het economisch model van Reinhart en Rogoff in 1946 had bestaan, zou de toekomstige koningin in Canda [Canada, red.] zijn gebleven en had Nederland nooit meer iets van de Oranjes gehoord. De staatsschuld van Nederland bedroeg toen 230 procent van het bbp. Er zou geen enkele kans zijn geweest om ooit uit het dal te kruipen, omdat volgens dit model al bij een staatsschuld van 90 procent van het bbp de groei vermindert en een spiraal van oplopende schulden en minder groei dreigt. Bij 200 procent zou groei ongeveer onmogelijk zijn.
    Maar de koningin kwam terug, vadertje Drees werd premier en in 1957 was de schuld gedaald tot 70 procent van het bbp, zodat de AOW kon worden ingevoerd en de Nederlanders naar een televisie konden uitkijken. Met 'Chinese' groeipercentages van soms 7 à 8 procent was het land in tien jaar een sociaal paradijs geworden.    ...


Red.:   Kwestie van goede investeringen ...
    Een hoogst prominente econoom, Harvard enzovoort, geeft een staaltje economen-denken weg:
 

Uit: Volkskrant.nl, 04-05-2013, Coen Brandhorst, bron: Financial Advisor

Echtgenoot Hirsi Ali biedt excuses aan voor homofobe opmerking

Niall Ferguson, de echtgenoot van Ayaan Hirsi Ali, ligt onder vuur door enkele kwetsende en discriminerende beweringen te doen over de wereldberoemde econoom John Maynard Keynes.


De Britse historicus Ferguson, zelf ook beroemd wetenschapper en professor aan de Amerikaanse Harvard-universiteit, zei over Keynes dat hij 'niks om de toekomst van mensen gaf omdat hij kinderloos en homoseksueel was'. Daarnaast zei Ferguson dat de economische filosofie van Keynes niet deugde omdat deze geen rekening hield met toekomstige generaties.    ...


Red.:   Keynes is allang dood, maar als symboolfiguur voor die paar economen die geen neoliberalen zijn, en dus een soort klassenverrader in hun ogen, is hij nog steeds een doorn in het oog van de fanaten. En hoe ver dat gaat blijkt hier:

  Ferguson vroeg de aanwezigen op het congres 'of ze wisten hoeveel kinderen Keynes had', waarop hijzelf het antwoord gaf: 'Geen, de man was getrouwd met een ballerina en besteedde meer aandacht aan poëzie dan aan zijn vak.' Wat deze uitspraak extra wrang maakte was dat Lydia Lopokova, de echtgenote van Keynes in 1927 een miskraam had.

Hier is op geen enkele manier meer sprake van rede, maar van blind fanatisme, veroorzaakt door ingekankerde ideologie. En altijd natuurlijk ook weer dit:
  De uitspraken van Ferguson, zouden zijn gedaan op een congres in de plaats Carlsbad in Californië, waar Ferguson 500 financieel adviseurs toesprak.

Een bijeenkomst van 500 gore oplichters. Het gaat allemaal om eigenbelang.
    Iemand anders heeft ook wat speurwerk gedaan, en komt, "merkwaardigerwijs", met hetzelfde resultaat - samengevat: "Ze lullen maar wat". Tijdens de afwerking van het voltooide artikel, bleek dat ze ook nog grof, brutaal en agressief zijn, die economen, maar dat was te verwachten - je komt tenslotte aan hun broodwinning als verbale marskramers. De publicatie-perikelen alten we hier even weg, en concentreren ons op de economie:


Uit: De Volkskrant, Vonk, 01-06-2013, door Jesse Frederik (1989) is als freelancer verbonden aan Follow the Money, een platform voor financiële onderzoeksjournalistiek.

Een glibberige blunderjacht

Economen zouden bij het lezen van de reeks flaters die ze hebben geslagen volgens Jesse Frederik het schaamrood op de kaken krijgen. Had hij gedacht.

Het leek zo makkelijk. Een artikel schrijven over economenblunders. Door de jaren heen had ik een imposante privécollectie aan blunders van Nederlandse economen verzameld. Een collectie die tot dan toe met name was gebruikt in een kinderachtige Twittercampagne tegen de beroepsgroep. In 140 tekens herinnerde ik menig twittereconoom aan twijfelachtige uitspraken uit het verleden. Het leverde me drie blocks en een kleine vierhonderd volgers op.
    En een verzoek om een verhaal voor Vonk te schrijven. ...
    Enigszins voortvarend had ik Van Wijnbergen mijn pennevrucht gemaild met de mededeling: 'Deze week publiceer ik een artikel in de Volkskrant (zie bijlage), waarin ik uw analyses onder de loep heb genomen. Ik zou graag uw reactie optekenen.' ...
    Toegegeven, ik had Van Wijnbergen in eerste aanleg ten onrechte een verloren Mexicaans decennium in de schoenen geschoven. Desalniettemin bleef er na het nodige schrapwerk toch een weinig rooskleurig beeld over van zijn analyses. ...
    En dat is belangrijk, want Van Wijnbergen is in de media een veel geraadpleegde bron van economische expertise. Niet verwonderlijk, zijn cv staat vol met imposante topfuncties. Ondanks zijn hoge mate van bekwaamheid had Van Wijnbergen tijdens de kredietcrisis veel dubieuze duiding gedebiteerd. ...
    De paniek op de beurs was 'pure hysterie', zei Van Wijnbergen eind 2007 in het Algemeen Dagblad aan de vooravond van de diepste financiële crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. 'Het is een mooie tijd om goedkoop aandelen te kopen. Dat zou ik nu doen', zo adviseerde hij. De Nederlandse beurs staat inmiddels, zes jaar later, nog steeds een kleine 30 procent lager dan in 2007. In hetzelfde artikel duidde hij de Nederlandse gevolgen van de woningmarktcrisis in de Verenigde Staten. 'Nederlandse banken bezitten bijna geen hypotheekleningen uit de VS of daarvan afgeleide producten', wist de professor.
    Op het eerste gezicht een flinke misser. Maar niet volgens Van Wijnbergen. 'Ik had gewoon gelijk', oordeelde hij in een reactie. 'De Amerikaanse minister van Financiën Hank Paulson maakte in die periode de grootste beleidsfout van de kredietcrisis. Hij liet volkomen onverwacht Lehman Brothers failliet gaan, waardoor ook Europese banken in de problemen kwamen.' Klaarblijkelijk kan men niet verwachten dat Van Wijnbergen rekening houdt met politici die banken laten omvallen als ze insolvent zijn. 'Bovendien doelde ik op subprime hypotheken, dat is volstrekt helder uit de context van het artikel, en niet op alle Amerikaanse hypotheken.'    ...


Red.:   Een methodiek die een onlosmakelijk onderdeel is van het syndroom. Netjes geformuleerd: "Ik had het goed maar de werkelijkheid deed toevallig wat anders". Minder netjes: Dit is het equivalent van de marskramer die een drankje verkoopt met de boodschap: "Bij het innemen mag u niet aan een aap denken". Het is te voorspellen hoe dat afloopt. De tactieken van de verbale marskramer hebben hetzelfde allooi.
  Wat in elk geval wel onverdedigbaar leek, is dat ook toen Lehman Brothers wél viel, Van Wijnbergen de ernst van de crisis nog niet inzag. Twee dagen na de val van Lehman Brothers zei hij in de Volkskrant nogmaals dat hij niet verwachtte dat Nederlandse banken in de problemen zouden komen. 'De bedragen die ze verliezen komen niet in de buurt van wat ze niet meer kunnen hebben, de toezichthouders zitten er veel strakker op.'
    Zelfs als het een kleine twee weken later toch zo ver komt en Fortis een kapitaalinjectie van maar liefst 11 miljard euro nodig heeft, blijft Van Wijnbergen goedgemutst. 'Minister Bos en consorten hebben tijd gekocht, en die moet iedereen goed gebruiken. Als dit plan de markten niet tot rust brengt dan weet ik het ook niet meer.' Een paar uur later, bij de sluiting van de beurs, blijkt dat Fortis die dag 23 procent van zijn beurswaarde heeft verloren. Vier dagen later wordt de bankverzekeraar alsnog genationaliseerd. Dezelfde dag dat hij voorspelde dat de rust weder zou keren zei Van Wijnbergen in de Volkskrant dat hij niet verwachtte dat er 'een belangrijke bank in de polder zal omvallen'. 'ABN Amro is eigenlijk de gezondste bank van Nederland [en] de ING Bank voert momenteel een heel conservatief beleid.'
    Tot mijn ontsteltenis zat Van Wijnbergen ook hier zijns inziens niet mis. Over ING: 'Dit was evident een terechte opmerking onder het bewind van ING-CEO Jan Hommen en daarvoor overigens ook. Met uitzondering van de risico's gelopen bij ING Direct USA.' Risico's waarvoor ING tientallen miljarden aan staatsgaranties en kapitaalinjecties ontving, maar dat was blijkbaar een voetnoot. 'En wat betreft ABN Amro, daar doelde ik op ABN Amro vóór de overname. DNB gaf indertijd aan dat ABN Amro zeer adequaat gekapitaliseerd was. Daarop was mijn opmerking gebaseerd.'

Grappig hè. De auteur stelt de juiste vraag:
  Gevraagd of hij niet één fout had gemaakt tijdens de hele crisis zei Van Wijnbergen van niet. 'Nee, ik heb geen vergissingen gemaakt indertijd en jij hebt er ook geen kunnen aantonen. Mijn visie van destijds wordt momenteel breed gedeeld in de academische finance professie.'
    Elke uitspraak viel volgens Van Wijnbergen uit te leggen. ...

Het juiste equivalent van de vraag is de vraag aan de marskramer: "Werken je drankjes wel?". Ook hierop is het antwoord voorspelbaar - je vraagt naar zijn levensonderhoud. Het is de kern van het beroep van marskramer. Al dan niet verbaal.
  Elke uitspraak viel volgens Van Wijnbergen uit te leggen. Het zou een terugkerend thema blijken. Van Wijnbergens agressie was weliswaar uniek, maar geen enkele econoom die ik benaderde, vond dat hij fouten had gemaakt. De argumentatie, onvoorziene omstandigheden ('Niemand wist dat Lehman failliet ging'), interpretatieverschillen ('Dat bedoelde ik niet en dat blijkt duidelijk uit de context') of onverifieerbare uitspraken ('Als ABN niet was overgenomen was er geen probleem geweest'), maakten het praktisch onmogelijk om ook maar iets keihard te weerleggen.

"Had je maar niet aan die aap moeten denken..."
  Woningmarkteconomen, die vrijwel allen de woningmarktcrisis niet zagen aankomen, bleken bijvoorbeeld ook weinig geneigd hun standpunten te herzien. 'Allesoverziend heeft Nederland een gezonde woningmarkt', schreef Peter Boelhouwer, directeur van vastgoedinstituut OTB Delft, nog in 2008. 'Het zou best wel eens kunnen zijn dat we rond de zomer het ergste gehad hebben.' Drie maanden later dacht Boelhouwer nog steeds dat de woningmarkt in de kern gezond was. 'De werkloosheid is nog laag, de rente is stabiel en de schaarste op de huizenmarkt blijft', zei Boelhouwer. 'Als deze factoren in stand blijven, kan de prijsdaling beperkt blijven.' Voor de duidelijkheid: ondanks een - tot voor kort - lage werkloosheid, lage rente en ingestorte nieuwbouw daalden de woningprijzen vanaf de piek met bijna 20 procent.
    Toch heeft Boelhouwer achteraf geen spijt van zijn uitspraken. Integendeel, ze waren correct. 'Mijn voorspelling kwam uit. Er was even een periode van herstel in 2010', legt Boelhouwer uit. 'Toen heb ik ook gewaarschuwd dat kredietrestricties en het woonbeleid de markt fors zouden verstoren. Dat is mijns inziens de reden waarom het toch weer fout ging.'
    Boelhouwer stond lang niet alleen. 'Omdat de fundamentals sterk zijn, verwachten wij per saldo een beperkte verdere stijging van de huizenprijzen', schreven de economen van de Rabobank in november 2008. 'Voor 2008 voorzien wij een nominale prijsstijging met 1,5 procent en in 2009 bedraagt deze ongeveer 1 procent.' Dat viel tegen, want 2009 eindigde met een prijsdaling van ruim 5 procent. Toch bleef Rabobank-hoofdeconoom Wim Boonstra goedgemutst. 'Wij zijn vrij optimistisch over de woningmarkt', zei hij een jaar later met een ernstige blik in de RTLZ-camera. 'De Nederlandse huizen zijn heel degelijk gefinancierd.' Een ineenstorting van de Nederlandse woningmarkt was volgens Boonstra 'apekool'.
    Oké, 'de prijsvoorspellingen zijn niet uitgekomen', wil Boonstra nu wel erkennen.' Maar van instorten was geen sprake. Ik ben nog steeds van mening dat ons land geen zeepbel op de huizenmarkt heeft.' Het probleem is volgens Boonstra de 'grote onzekerheid inzake de hypotheekrenteaftrek'. 'Dat heb ik indertijd niet goed gezien. Ik had verwacht dat de aftrek met meer overtuiging ter hand zou worden genomen. Maar mijn fundamentele visie op de woningmarkt is niet echt gewijzigd.' Meer dan vier jaar later is de Rabo-econoom nog immer optimistisch. 'Het is een kwestie van tijd tot de markt weer omslaat.'

Die Boonstra is, net als Van Wijnbergen, een uiterst prominent figuur. Hoger komt het nauwelijks.
    Daarmee vergeleken is de volgende een kleine krabbelaar, hoewel hij wel heel vaak in de krant staat:
  Een makkelijker doelwit was hoogleraar Sylvester Eijffinger van de universiteit van Tilburg. ... de unieke combinatie van een ongekend dedain voor critici met een trackrecord waar de honden geen brood van lusten die mij fascineerde. Desondanks was en bleef Eijffinger een van de meest geciteerde economen in Nederland. Al achtmaal op rij won hij de prijs voor meest mediagenieke academicus van de universiteit van Tilburg.
    Net als zijn collega Van Wijnbergen maakte Eijffinger zich aan de vooravond van de ernstigste naoorlogse financiële crisis weinig zorgen over de gezondheid van de Nederlandse financiële sector. 'De Nederlandse banken worden goed geleid', zei hij in januari 2008 tegen het Brabants Dagblad. 'Ze zullen ongetwijfeld wat slechte leningen in hun portefeuille hebben zitten, maar die zullen beperkt zijn. Dat komt ook door het strenge toezicht van De Nederlandsche Bank.' Een jaar later nam hij plaats in de commissie-Maas, die namens de banken met plannen tot hervorming van de financiële sector moest komen.
    Eijffingers grootste angst was en is inflatie. In 2008 was het vooral nodig om het inflatiespook te verjagen. Zonder renteverhoging zou de inflatie in de eurozone oplopen naar wel 4 procent, beweerde Eijffinger in De Telegraaf. Een maand later ging Lehman Brothers failliet en verlaagde de ECB de rente in rap tempo van 4,25 procent in oktober 2008 naar 1 procent in mei 2009. De inflatie kwam in 2009 ondanks de renteverlagingen uit op gemiddeld 0,3 procent. Ook in de Verenigde Staten pakten donkere monetaire wolken zich samen, volgens Eijffinger. Het agressieve crisisbeleid van de Amerikaanse centrale bank kon niet op zijn goedkeuring rekenen. 'In 2010 [kan de Amerikaanse inflatie] zo 6 à 7 procent zijn.' De Amerikaanse inflatie kwam uit op slechts 1,7 procent in 2010. In een column van Eijffinger en frequent co-auteur Edin Mujagic gericht aan - onbenoemde - critici verdedigt Eijffinger zich. 'Amateur-economen' kunnen het duiden van monetaire ontwikkelingen beter overlaten aan de experts, stelt het duo. 'Aan economische voorspellingen kan en mag iedereen zich wagen, net zoals iedereen, voetballer of niet, een voorspelling kan en mag doen voor de uitslag van een willekeurige wedstrijd uit de eredivisie', schrijven Eijffinger en Mujagic. 'Het is echter een goede zaak de macro-economische analyse over te laten aan macro-economen.'
    Eijffinger wilde niet reageren op herhaalde verzoeken om commentaar voor dit artikel. Klaarblijkelijk had ik niet alleen op Twitter een block gekregen van de weledelgeleerde mediaprofessor.

De volgende is meer iemand van de televisie, waar hij met een vlotte babbel het meest rabiate neoliberalisme verkoopt:
  De enige econoom die op een lichte vorm van pragmatisme was te betrappen, was Mathijs Bouman. Een rijzende ster in het selecte gezelschap van media-economen. En terecht, want de olijke omroepeconoom bezit de schaarse gave om op de televisie met behulp van rekwisieten als een waterkan en een paar limonadeglazen de kredietcrisis begrijpelijk te maken.
    In zijn eerste column voor Het Financieele Dagblad in 2010 schreef Bouman dat we ons geen zorgen hoefden te maken over 'de angstvisioenen' van sommige economen over bezuinigingen. Integendeel! Bouman haalde een onderzoek van Harvard-econoom Alberto Alesina aan dat zou aantonen dat bezuinigingen de groei zelfs konden aanjagen. 'In veel gevallen blijkt een bezuinigingsronde het startsein van een periode van relatief hoge economische groei', schreef Bouman. 'Het werkt als een verjongingskuur voor de economie. Overbodige ambtenaren komen terecht in de productieve sector, burgers en bedrijven krijgen vertrouwen in de toekomst en buitenlands kapitaal stroomt het land in.'
    In het licht van de afgelopen drie jaar een nogal dubieuze column, leek me. 'Overbodige ambtenaren' bleken in Griekenland, Spanje, Portugal en Ierland ondanks - of dankzij? - een flinke bezuinigingsronde niet in de 'productieve sector' terecht te komen; het vertrouwen van burgers en bedrijven verdampte en buitenlands kapitaal verliet de zuidelijke landen. Het onderzoek dat Bouman aanhaalde werd bovendien zelfs door het IMF, toch een onverdachte club als het om bezuinigingskritiek gaat, gekraakt.
    'Een column is geen analyse', reageert Bouman nu. 'Niet de plek voor mitsen en maren, maar voor uitvergroten en prikkelen. Elders is mijn toon anders.' Toch verdedigt hij zijn column ook inhoudelijk. 'Is al aangetoond dat de groeitegenvallers in Zuid-Europa in de eerste plaats door bezuinigingen komen en niet vooral door de bankencrises en angst over een euro-exit?', vraagt hij. Retorisch, vermoed ik. 'Bovendien verzwaarden veel landen de lasten in plaats van te bezuinigen.'

De Volksksrant steunt het neoliberalisme ook van harte. Dus redacteur Bessems van Vonk kwam meteen in de problemen zodra Van Wijnbergen de hoofdredactie inschakelde. Maar daarover meer onder het kopje Media.
    Het lezende publiek was er wel blij mee:


De Volkskrant, 04-06-2013, ingezonden brief van Piet Jongen, Landgraaf

Economen

Dank aan Jesse Frederik voor zijn verhelderend artikel over onze meest geciteerde economen (Vonk, 1 juni). Het artikel toont aan dat deze economen ofwel volstrekt ondeskundig ofwel publiciteitsgeil zijn. Een economische wetenschapper gaat uit van parameters die behept zijn met grote onzekerheden en zal dus nooit een deterministische uitspraak doen in de trant van: 'Dit of dat gaat wel of niet gebeuren.' Een deskundige zal daarom altijd een genuanceerd oordeel vellen met bijbehorende nuances en onzekerheden. Een dergelijk oordeel zal echter de publiciteitswaarde in de populaire media aanzienlijk reduceren. Een wetenschapper die deze publiciteitswaarde laat prevaleren, schuift daarom zijn wetenschappelijk inzicht terzijde.


De Volkskrant, 04-06-2013, ingezonden brief van Milydia van den Bosch, Bilthoven

Bingo!

Wat een ongelooflijk boeiend stuk van Jesse Frederik over het al dan niet uitkomen van economische voorspellingen. En compliment aan de Volkskrant voor de creativiteit om het artikel als ontstaansdocument om te laten schrijven, waardoor het extra leuk is. Bingo!


Red.:   Ja, de Volkskrant staat met haar neoliberalisme heel dicht bij haar lezers ...
   De economen scheiden een reactie af, en ze doen het heel slim: ze sturen een lakei het veld in:


Uit: Volkskrant.nl, 08-06-2013, door Sandra Phlippen, hoofdredacteur van ESB. Dit blog verscheen eerder op economie.nl, het platform van Economisch Statistische Berichten.

'Media-economen zijn waardevol in het debat'

Sprekend vanuit de autoriteit van wetenschappelijkheid laat de media-econoom zich in stevige bewoordingen uit over brede verschijnselen, terwijl de wetenschapper pur sang zich doorgaans zijn hele loopbaan buigt over de geldigheid van een fractie van wat de media-econoom daar allemaal beweert, schrijft Sandra Phlippen, hoofdredacteur van ESB.


Vorig weekend confronteerde een freelance journalist in de Volkskrant bekende economen met het falen van hun 'voorspellingen' over de economie. Hij bleek verrast toen deze economen niet direct het schaamrood op de kaken kregen maar - naar eigen zeggen - hele goede argumenten leverden voor hun missschattingen. Voor de journalist was dit het teken dat economen en hun theorieën niets waard zijn. Later twitterde hij ook nog dat hij eigenlijk vond dat hun modellen gewoon niet klopten.
    Voor veel wetenschappelijk economen die zich, relatief ver van de media, in ivoren torens bewegen was het smullen dat de karaktermoord op de media-econoom nu eindelijk begonnen was. ...


Red.:   Grappig is dat: één artikel met feiten en het is meteen een 'karaktermoord'. Sandra Phlippen bevestigt meteen dat men niet deugt, want anders is degelijke taal niet nodig. En zelf ook niet natuurlijk , want het is een grove retorische truc of eigenlijke meerdere: zwart-wit-maken, feitenverkrachting, en hondsbrutaliteit .

  Het is al jaren een doorn in het oog van sommige economen dat media-economen zich zonder al te veel nuance uitlaten over wat zij verwachten dat er in de toekomst gebeurt en hoe zij economische verschijnselen interpreteren.

Een retorische leugen. Daar ging het artikel van Frederik in het geheel niet over.
  Een econoom spreekt naar beste kunnen zijn verwachtingen over de toekomst uit op basis van dan beschikbare informatie en van gelijkblijvende omstandigheden.

Een inhoudelijk leugen: economen spreekt zijn verwachtingen uit op basis van zijn eigenbelang: te bevordering van zo groot mogelijke inkomensverschillen. Want:
  Argumenten die op het moment van een uitspraak consistent zijn kunnen later door nieuwe informatie overvleugeld worden, in die zin is er inderdaad geen fout gemaakt. ...
    ... Omdat in de macro vrijwel alles met alles samenhangt en echt empirisch bewijs zo lastig te verkrijgen is

... hun kennis is dus volstrekt onvoldoende voor hun hun voorspellingen, en standaard valt de mens dan terug naar zijn autonome motivatie: eigenbelang.
  ... de microfoon lonkt, door de roem en het geld dat ze indirect oplevert. Tenzij media-economen hun baan verliezen zullen er altijd economen bereid zijn voor een camera te gaan staan. Belangrijker is dat duiding van maatschappelijke verschijnselen door een zo wetenschappelijk mogelijke bril erg belangrijk is voor onze samenleving. De media-econoom duidt verschijnselen weliswaar niet waardevrij maar wel met een betrekkelijk onafhankelijke kijk op de economie.

Herhaling van de leugen.
  ...Het feit dat deze duiding veel minder wetenschappelijk is hoeft geen probleem te zijn zolang het maar in een debat of discussie gegoten wordt.
    Door economen met elkaar en met anderen te laten discussiëren, ontstaat een communicatief handelen. Dit wil zeggen dat persoonlijke voorkeuren, aannames en inzichten gefilterd worden. Dit werkt niet alleen louterend voor de toehoorder, maar ook voor de economen zelf. Wat er door het filter heen sijpelt is kennis.

Hetgeen niet werkt omdat alle economen hetzelfde belang hebben: een maatschappij met grote inkomensverschillen dus een neoliberale maatschappij. En dus slechts een enkeling deze menselijke verleiding zal weten te weerstaan.
  Of deze mogelijkheid tot communicatief handelen zich voordoet hangt sterk af van de media.

En die hebben voor het overgrote deel dezelfde belangen. Zoals het nu ook werkt. Pauw & Witteman zeggen "Ja" en "Amen" tegen alles wat de neoliberale media-economen beweren, types als Barbara Baarsma, Marike Stellinga, Mathijs Bouman enzovoort, de types die ze uitnodigen ("Natuurlijk is belastingverlaging goed voor de economie ...") en bestoken iedereen die iets anders beweert met een spervuur van vragen "Maar dat is toch onbetaalbaar ..."
    Wat reacties:
  FMMH  -  08/06/13 19:50
Er zijn in Nederland teveel economen die zeer ijdel zijn en in ivoren torens wonen en af en toe, als een profeet uit het Oude Testament, in de, meestal rechtse, media hun monoloog af steken. Internationaal gezien stellen ze over het algemeen heel weinig voor. Geef mij Jesse Frederik maar, die, hier als zogenaamd media-econoom weggezet, altijd heel goed weet waar hij het over heeft en dat ook heel goed onderbouwt!.

FMMH  -  08/06/13 19:56
De economen van het Centraal Planbureau leven blijkbaar zo in een ivoren toren dat ze helemaal het laatste economische nieuws niet blijken te volgen, als ze nu nog, na alle ophef, blijven verkondigen dat tussen 80 en 100% staatsschuld de economische groei afneemt. Ook hun stelling onlangs, dat een hoogste schijf inkomstenbelasting van rond 50% het meest effectief is, spoort op geen enkele manier met internationaal onderzoek, dat op rond 70% uitkomt! Provinciaal gedoe is het, verder niet!

haton  -  08/06/13 20:23
Wetenschappelijk economen?? Wat is dat voor ras? Misschien dat zij zich wetenschap hebben aangemeten, maar andersom niet. Dus, waar blijft dan de media-econoom? Zijn dat die jongens die beweren dat de huizenprijzen het dieptepunt nu wel hebben bereikt, dit in opdracht van de banken etc.?

BertNijhof  -  08/06/13 20:56
De huidige hoofdrichting in de macro economie; Krugman, Stiglitz, de Grauwe, Flassbeck, Lord Turner en vele anderen van wereldfaam, komen niet aan bod in de NL media. Dat is het grote falen van de media-econoom, ze zijn te happig op Pauw en Witteman, praten de regering naar de mond en vergeten hun vak bij te houden.

JB Hilterman  -  08/06/13 23:47
Onze media economen kunnen niet rekenen en liegen de boel bij elkaar. . Snugger zijn ze niet, ze vragen zich nooit wat af bij vreemde cijfers die elkaar tegen spreken. . Amerikaanse huizenprijzen stijgen en het bezit ervan daalt fors. . En er gaat geen lichtje bij ze branden?

Frits Jansen  -  09/06/13 07:49
Het onderscheid tussen een blijkbaar beunhazende "media-econoom" en een echte econoom met wetenschappelijke pretenties is dubieus: laatstgenoemden slaan de plank ook regelmatig mis, m.i. vooral doordat ze zich wagen aan onmogelijke uitspraken. Je mond houden is ook een kunst.

breedbekprion  -  09/06/13 08:25
Knap, een artikel schrijven over media-economen en macro-economische voorspellingen, en niet een keer het woord ideologie noemen. Het grootste euvel bij macro-economie is mijns inziens toch echt dat het meer ideologie dan wetenschap is. Zo ook een instituut als het CPB, dat toch te vaak ideologie bedrijft, in plaats van neutraal zaken berekenen.

Waar zoals gewoonlijk meer zinnigheid en gezond verstand valt te vinden dan in de artikelen van de oligarchen en hun lakeien zelf.
    Een eminent en redelijk veelgehoord econoom laat zijn licht schijnen over de economische crisis:


Uit: De Volkskrant, 04-09-2013, door Henk Folmer, hoogleraar ruimtelijke economie aan de Rijksuniversiteit Groningen

Buitenland moet ons uit het slop trekken

Het herstel wordt vertraagd door bezuinigingen. Die hadden beter kunnen worden uitgesteld.


De Nederlandse economie krimpt al vier kwartalen op rij. Het afgelopen kwartaal was de krimp 1,8 procent. ...


Red.:   Enzovoort. De inmiddels bekende verhalen. Maar meteen als in het begin:

  Het kabinet en de coalitiepartijen proberen met peptalk de consumptie aan te jagen. Zo riepen Rutte en Samsom de bevolking op eens een nieuwe auto aan te schaffen. ...

En ook Folmer zelf:
  Volgens minister Dijsselbloem is een van de belangrijkste oorzaken van het zwakke consumentenvertrouwen de situatie op de woningmarkt. Inderdaad, wanneer je huis met meer dan 10 procent in waarde is gedaald, heb je wel wat anders aan je hoofd dan een nieuwe auto. Maar ook de onzekerheid over de pensioenen ondermijnt het consumentenvertrouwen. .... Daarom zullen velen ervoor kiezen een buffer aan te leggen en de aanschaf van een nieuwe auto voorlopig uit te stellen.

Die hebben er dus allemaal helemaal niets van begrepen. Het aanschaffen van een nieuwe auto zal de Nederlandse economie alleen maar verslechteren. Want het geld voor een nieuwe auto komt uit de Nederlandse, en gaat naar een niet-Nederlandse economie. Er is maar één ding dat de Nederlandse economie kan verbeteren: zelf meer aan het buitenland verkopen. Of er dus zelf minder te kopen. Maar dat laatste durft men niet echt hardop te zeggen, want:
  Consumenten met een minimuminkomen laten al hun geld al rollen. Ruimte om wat extra's te doen hebben ze niet.

Dus dat minder-in-het-buitenland-laten-kopen moet gedaan worden door de hogere inkomens. Door ze meer belasting te laten betalen. En dat is natuurlijk absoluut taboe bij economen. En politici. De hogere inkomens.
    Rel-columniste Sheila Sitasling (drie keer per week op een prominente plaats) is van origine econoom. Gelukkig schrijft ze er niet veel over, want dit is het niveau:


Uit: De Volkskrant, 05-09-2013, column door Sheila Sitalsing

Lijstje

Tussentitel: De risee van de buurt, dat zijn we

Ik heb het nagevraagd bij mij in de straat en jawel: men is zich te pletter geschrokken. Nederland staat niet langer in de topvijf op de ranglijst van 's werelds 'meest concurrerende landen' van het World Economic Forum. Gekukeld naar de achtste plek; komt 0,06 punten tekort op een schaal van 1 (slecht) tot 7 (goed) om de topvijf te halen.
    Om je kapot te schamen.
    We konden de overbuurman er maar net van weerhouden zich op te knopen. Twee huizen verderop overwegen ze emigratie naar Zwitserland, al jarenlang nummer één op de concurrentielijst. Living on the edge in Zürich en elke avond een Milkareep toe, verheugde de buurvrouw zich.    ...


Red.:   Enzovoort. Het soort giftige taalgebruik dat je doet grijpen naar de strychnine, maar dat mag niet.
    En zoals meestal gaat dit ook gepaard met gigantische blinde vlekken en ongekende domheid:

  Misschien leven er in Nederland andere ideeën over de inrichting van de samenleving. Dat is een politieke keuze. Het sleutelwoord is comparatieve voordelen: waar levert een hier geïnvesteerde euro het meeste op in termen van een doel dat Nederlanders zelf belangrijk vinden: milieu, sociaal welbevinden, cultuur, werkgelegenheid, iets anders. Wie weet blijkt daaruit dat het efficiënter is de innovatie aan verre buitenlanden te laten en het resultaat vervolgens goedkoop te importeren.

En laten we die import betalen met ons binnenlandse geluksgevoel ...
    En dit is het soort dingen dat ze tezamen met haar soort- en rotgenoten heeft voortgebracht:


Uit: De Volkskrant, 21-09-2013, door Robert Giebels en Ariejan Korteweg

Interview | Jeroen Dijselbloem

'Ook ik wist: dat gaat een keer knallen'

Waar blijven je idealen als je 6 miljard moet bezuinigen? Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem hamert nu op rechten én plichten. En hij ziet nog steeds te veel taboes.


Tussentitel: Bankiers denken nog te veel: wie wordt geschoren moet stil zitten
...
Banken konden tot 2008 hun goddelijke gang gaan. Denkt u nu: ik had dat toch moeten zien, we hadden eerder moeten ingrijpen?
'Het eerlijke antwoord is dat voor mij, en ik denk voor velen, de immense risico's van de financiële sector en de implicaties die zij konden hebben voor de economie niet eens een taboe waren. Het was gewoon geen onderwerp. Sterker: de financiële sector was het troetelkind van economen en de politiek. In de Paarse jaren negentig was business booming: veel werkgelegenheidsgroei en veel welvaartswinst.'    ...


Red.:   Dank u wel, mevrouw Sitalsing. En andere economen. Gaarne vernemen wij wat voor andere adviezen u voor ons heeft.
    Tot nu toe was het CBS de minst verdachte van de instituten die zich met de economie bemoeien. Die positie kan nu gelijk getrokken worden:


Uit: De Volkskrant, 10-10-2013, column door Marcel van Dam, socioloog

Stiekem steeds meer ongelijkheid

Bijna een jaar geleden stuurde ik Wiemer Salverda, hoogleraar arbeidsmarkt en ongelijkheid aan de UvA, de volgende e-mail:
    'Geachte heer Salverda, ik zit al lang met een vraag die ik maar niet bevredigend beantwoord kan krijgen. Ook vandaag weer publiceert het CBS gegevens waaruit moet blijken dat de inkomensongelijkheid bij ons al heel lang hetzelfde is. Hoe is dat te rijmen met: 1. dat de koopkracht van de minima nu op ongeveer hetzelfde niveau ligt als in 1980; 2. de vervangingsratio vanaf 1980 steeds kleiner is geworden; 3. de hogere inkomens al heel lang sterker stijgen dan de lagere. Ik wil er graag in mijn column over schrijven maar ik wil geen onzin schrijven. Kunt u me daarbij helpen?'
    Hij antwoordde dat hij al langer bezig was dat te onderzoeken. De resultaten zou hij me toesturen. Het duurde wat langer dan gepland, maar twee weken geleden verscheen het rapport Growing inequalities and their impacts in the Netherlands (waarom alleen in het Engels?). Daaruit blijkt dat de koopkracht van de 10 procent minst verdienende huishoudens sinds 1977 30 procent is gedaald. Terwijl al 30 jaar wordt verteld dat in Nederland de inkomensverschillen ongeveer gelijk zijn gebleven. En hoe is het toch mogelijk dat na publicatie van dat schrikbarende gegeven in politiek en media een dodelijke stilte is gevallen, ook in de krant die al jaren, overigens terecht, pagina's wijdt aan de exorbitante topinkomens? Ik ben bang dat het opzienbarende rapport van Salverda c.s. in een kast zal wegrotten.    ...


Red.:   Ook het CBS is in dit soort zaken dus een verzameling gore leugenaars.
    Bij de Volkskrant is Peter de Waard met afstand de minst slechte economiejournalist. Hier een voorbeeld ter illustratie van het niveau van de rest:


Uit: De Volkskrant, 10-10-2013, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Is volgende week de apocalyps?

...    De Griekse wijsgeer Plato zei 2.500 jaar geleden dat democratie instabiel is omdat het te gemakkelijk is meerderheden te vormen tegen de belangen van de staat in. Mensen stemmen op grond van gebrekkige informatie, pakkende slogans en onderbuikgevoelens. En populistische partijen zoals de PVV en de Tea Party weten daar beter dan ooit een slaatje uit te slaan. Zelfs het CDA wordt nu electoraal beloond voor onwil.      ...


Red.:   Natuurlijk zijn het de oligarchische partijen die een meerderheid vormen tegen de belangen van de staat. Mensen stemmen op de VVD, PvdA, CDA, D66 en de kleine christelijke partijen op grond van gebrekkige informatie, pakkende slogans en onderbuikgevoelens. Dat lijkt politiek, maar zonder dit goede begrip van de politiek, zal je ook nooit iets van economie begrijpen.
    En grappig genoeg opeenvolgend een expliciete illustratie waar die fouten vandaan komen:


Uit: De Volkskrant, 14-10-2013, door Peter de Waard

Koningsdrama van twee economen

De winnaar van de Nobelprijs voor Economie wordt vandaag bekend. En wie nog gelooft dat het hier een wetenschap betreft, wordt uit die droom gewekt door de ruwe omgangsvormen van twee superego's in het vakgebied: Paul Krugman en zijn 'horzel' Niall Ferguson.


...    De conservatief Ferguson, ook bekend als de echtgenote van Ayaan Hirsi Ali, en de liberaal Krugman zijn al langer met elkaar gebrouilleerd. Krugman is keynesiaanser dan Keynes, terwijl Ferguson bij tijd en wijle er groot plezier in heeft om Keynes te beledigen. ...


Red.:   Iemand die strikt de norm van "gelijke vorm" zou hanteren zou schrijven: 

  Krugman is keynesiaanser dan Keynes, en Ferguson neoliberaler dan Friedman.

En iemand die gewoon de werkelijkheid zou opschrijven, zou dit produceren:
  Krugman is keynesiaanser dan Keynes, en Ferguson is neoliberaler dan Friedman en greenspan tezamen

Conclusie: Peter de Waard is sterk vooringenomen richting neoliberalisme. Zijn collega's bij de Volkskrant en de rest van de media zijn nog veel erger.
    Ook bijzonder illustratief is hoe economen reageren op goede plannen:


Uit: De Volkskrant, 11-10-2013, van verslaggever Peter de Waard

'Eenmalige belasting op spaartegoeden'

Tussentitel: Een heffing onder de rijke Duitsers zou ruim honderd miljard opleveren

Een eenmalige heffing van 10 procent op het spaargeld van alle rijke burgers zou de staatsschulden binnen de eurozone kunnen terugdringen tot houdbare niveaus.
    Dit radicale en op voorhand zeer omstreden plan heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) als mogelijk alternatief geopperd in de zogenoemde Fiscal Monitor.    ...


Red.:   Die term 'spaartegoeden' is natuurlijk een grove leugen: substantiële kapitalen komen niet tot stand door sparen, maar door financiële manipulaties. Met enkele uitzonderingen. De juiste terminologie luidt:

  Eenmalige belasting op woekerkapitalen

Wat onmiddellijk laat zien dat dit niet gewoon een uitstekend plan is, zoals al meerdere malen voorgesteld door deze redactiemaar de gewenste gang van zaken. Welke redactie nog verder gaat: het totaal uitschakelen van alle bestaande financiële instellingen, neerkomende op confiscatie van allen woekerkapitalen, waarna nieuwe nationale financiële instellingen aan degenen die kunnen bewijzen legale tegoeden te hebben, deze kunnen garanderen.
    Gelukkig voor de woekerkapitalisten is dit van het IMF natuurlijk maar een plannetje:
  Het is niet meer dan een idee waarvoor geen praktische uitwerking is gemaakt.

Omdat het slechts een flikkering van verstand betreft:
  Het IMF ziet zelf ook wel de praktische problemen van een dergelijk plan. Zo moeten er mondiaal restricties zijn waardoor vermogende mensen niet met hun spaargeld kunnen vluchten ...

Zoals gezegd: je moet het meteen overal doen. Bijvoorbeeld door doodgewoon de internetverbindingen waarlangs de transacties van de financiële wereld gaan eruit te trekken.
  Daarnaast moeten huishoudens erop kunnen vertrouwen dat er geen tweede of derde heffing komt, omdat anders niemand meer zal gaan sparen.

En dit heeft natuurlijk in het geheel niets met huishoudens te maken.
    Oh, is er nog meer rechtvaardiging nodig? Staat er zelfs ook:
  De vermogens in de wereld zijn zeer ongelijk verdeeld. In de VS zit 75 procent van al het vermogen bij de rijkste 10 procent van de Amerikanen, in Nederland is dat 60 procent. De armste 10 procent bezit in beide landen niet meer dan 2 procent van het vermogen.

Pure woeker dus, want het staat absoluut vast dat de bijdragen aan de echte economie absoluut niet zo verdeeld zijn.
   Het economenpanel Me Judice blijft een bron van vermaak. Zelfs als ze een keer iets niet-stoms zeggen:


Uit: De Volkskrant, 28-10-2013, van verslaggeefster Nanda Troost

'Laaggeschoolden zijn dupe van open grenzen'

Immigranten zijn goed voor de Nederlandse economie ...


Red.:   Dat is juist. En meteen na die kop gaat het alweer totaal fout. Immigranten, dat wil zeggen, in het algemeen, zijn vergif voor de Nederlandse economie. Want ze kosten in de buurt van minstens 10 miljard per jaar. Zo niet ruim meer => . Aan puur alleen al allerlei uitgaven voor sociale voorzieningen. Dus niet sprekende over de "sociale": kosten. Dus het alleen hebbende over de miljard of zo die de meer dan verdubbelding van het aantal gevangen kost, en niet over het verlies aan veiligheid, wat misschien nog wel zo'n bedrag is maar moeilijk te specificeren valt.
    En direct achter het voorgaande citaat:

  ... maar de overheid zou kieskeuriger moeten zijn welke immigranten welkom zijn.

Categorie: "Als de maan van groene kaas ..."- de overheid is nooit kieskeurig geweest en de kans dat ze dat ooit zal worden zonder een revolutie die de PVV aan de macht brengt, is bijna absoluut nul.
    En ook voor dit soort stommiteiten is er weer een ruime meerderheid:
  Een ruime meerderheid van 87 procent van de 45 deelnemende economen vindt dat de Nederlandse economie profiteert van het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Unie.

Een bijna Oost-Europese meerderheid.
    Overigens is dit wel weer goed gezien:
  De economen (72 procent) zijn het ook eens met de stelling dat vrije immigratie op gespannen voet staat met een genereuze verzorgingsstaat.

Maar dat was ook weinig probleem om dit te vinden ... Al die economen zijn sowieso als tegen een normale sociale maatschappij, die zij betitelen als 'een genereuze verzorgingstaat'.
    En laat die laagbetaalden maar de pleuris krijgen ... Dat is hun zorg niet.
    Overigens is nu definitief bewezen dat hier voor het overgrote deel geen sprake is van "fouten", maar van corruptie:


Uit: De Volkskrant, 07-11-2013, van verslaggever Peter de Waard

Banken en accountantskantoren maken graag goede sier met economen

Hoogleraren stapelen bijbanen op


Hoogleraren economie en financiën grossieren in bijbanen. Drie van de vijf hebben nauwe banden met consultants, pensioenfondsen of andere financiële partijen
    Dit blijkt uit een onderzoek van het opinieblad De Groene Amsterdammer die de nevenfuncties heeft onderzocht van zeshonderd hoogleraren economie, financiën, accountancy, bedrijfskunde en fiscaal recht aan de Nederlandse universiteiten. Daaruit blijkt dat 44 procent er een of meer nevenfuncties op na houdt bij bedrijven of commerciële instellingen. Nog eens 17 procent is actief in de semi-publieke sector. Slechts twee van de vijf klussen helemaal niet bij.    ...


Red.:   Dat is dan jammer van die overigen, maar de conclusie is glashelder: geen enkele econoom is te vertrouwen, tot bekend gemaakt is wie de betrokken zijn. En dat laatste gebeurt niet:

  Volgens de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening moeten hoogleraren te allen tijde onafhankelijk en onpartijdig zijn. Maar transparantie is er vaak niet, omdat niet alle universiteiten de bijbanen in het jaarverslag vermelden.

En dat getal van 3 op de 5 is veel te gunstig:
  De ene econoom heeft meer bijbanen dan de andere. Arbeidseconomen hebben de minste nevenfuncties; zij concentreren zich vooral op hun wetenschappelijke werk. Daarentegen heeft driekwart van de hoogleraren accountancy of fiscale economie een bijbaan in het bedrijfsleven of bekleden deze hoogleraren een gesponsorde leerstoel.

Dat wil zeggen: alle economen in de meer saaie secties vallen af - en van de economen waarvan je de meningen hoort, zijn er dus veel meer corrupt. Minimaal driekwart, maar dat ligt voor de media-economen dus nog ongunstiger: hoe seksiër het onderwerp, hoe groter de betrokken belangen:
  Peter Kavelaars, aangekondigd als hoogleraar fiscaal recht ... zegt in De Groene dat een goede hoogleraar maximaal 120 duizend euro per jaar verdient, maar als partner bij een accountantskantoor al gauw het vier- of vijfvoudige.

En hoe corrupter de mening:
  Edwin Heithuis, hoogleraar fiscale economie, stelt dat nevenfuncties wel degelijk invloed hebben op hun standpunten. 'Ik zie zelden collega's uitspraken doen die tegen het belang van het bedrijf ingaan.'

Een hartstikke open deur. Daarvoor krijgen ze namelijk dat geld.
    En de media doen daar willens en wetens aan mee:
  Peter Kavelaars, aangekondigd als hoogleraar fiscaal recht, stelde onlangs in Pauw & Witteman dat het wel meevalt met Nederland als belastingparadijs. Daarbij werd niet gezegd dat hij fulltimedirecteur is van het wetenschappelijk bureau van Deloitte Belastingadviseurs, dat belastingconstructies bedenkt.

Want die media zijn net zo neoliberaal als die corrupte economen. Overigens zijn die media dus ook corrupt, daar ze dit ongetwijfeld allemaal wel weten.
     Dus ga er maar van uit van dat 90 en mee procent van datgene wat zijn mening als econoom  in de media krijgt, corrupt is. Ook deze zeer gerespecteerde meneer:
  Tussenstuk:
Arnoud Boot: 'acht tot tien nevenfuncties'

Kampioen nevenfuncties is de econoom Arnout Boot. Hij treedt veelvuldig op in de media. Volgens onderzoeker/journalist Koen Haegens heeft hij 'acht tot tien nevenfuncties', onder meer bij De Nederlandsche Bank en de Sociaal-Economische Raad. Directeur Barbara Baarsma van de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) is onder meer verbonden aan verzekeraar Loyalis, de Stichting Preferente Aandelen Kasbank en het ziekenhuis in Tilburg. Vastgoedprofessor Piet Eichholtz zit ook bij Loyalis, is adviseur van het Rabo Bouwfonds en heeft een eigen bedrijf. Haegens zegt bewust geen lijstje te hebben gemaakt van de hoogleraren met de meeste functies, omdat dat weinig zegt over hoe onafhankelijk ze zijn, Het zou ook iedereen op het verkeerde been zetten omdat niet alle nevenwerkzaamheden exact zijn te achterhalen. 'Veel hoogleraren hebben hun eigen consultancybedrijven. Verder kan één grote functie van grotere invloed zijn op de onafhankelijkheid dan een handvol kleinere functies.'

Tot er expliciet bewijs is geleverd van het tegendeel.
    Volkskrant-economieredacteur Peter de Waard mag dan als één van de weineigen af en toe zinnige dingen beweren, zijn voornaamste kwalificatie blijft toch die van "ongeleid projectiel". Hier is weer een ruime misser:


Uit: De Volkskrant, 14-11-2013, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Is sparen deugd of ondeugd?

Tussentitel: Spaarzin is nu een uitwas geworden van geldophoping

Spaarders voelen zich heden ten dage de meest beklagenswaardige Europeanen. Na de renteverlaging van de Europese Centrale Bank werd vorige week zelfs gesproken van een kille onteigening van de spaarders. ...
    Sparen kost in deze tijd meer dan het oplevert, zelfs nu de inflatie is gedaald. In landen als Nederland eigent de fiscus zich al meer dan het volledige rendement van spaargeld boven de 20.000 euro toe.    ...
    Er staat alleen al 8.500 miljard euro op deposito bij banken in Europa. ...


Red.:   Dat heeft natuurlijk niets met "spaargeld' te maken. Dat is grotendeels door de rijke gestolen geld. En dat blijft natuurlijk hartstikke ongemoeid. Waar het om gaat, zijns de mensen die echt sparen. Die worden op één hoop gegooid met de graaiers, en zo bejegend:

  De crisis heeft er zelfs toe geleid dat mensen nog meer gaan sparen. Sparen is geldophoping geworden en eigenlijk een van de grootste ondeugden van deze tijd. En net als andere ondeugden - roken, drinken, veel geld verdienen, gokken en autorijden - kunnen die beter worden afgeremd.
    De Europese Centrale Bank en de fiscus moeten uitwassen bestrijden, hoe beklagenswaardig de slachtoffers ook zijn.

Stelen van de arm(er)en en geven aan de rijken - de kapitalistische economie is een omgekeerd Robin Hood-verschijnsel.
    Een bekende fout:


Uit: De Volkskrant, 20-11-2013, column door Rens van Tilburg, econoom

Op naar het Akkoord van Blaricum

Tussentitel: Nederland heeft behoefte aan akkoord dat bestedingen aanjaagt

Ondanks een bescheiden economische groei van 0,1 procent ging er in het derde kwartaal een recordaantal van 46 duizend banen verloren. ...
    ... het is niet alleen de zuinigheid van politici. Ook in de markt is iets geks aan de hand. Waar Duitse werknemers sinds 2010 hun reële inkomen met 4 procent zagen toenemen, kregen de Nederlandse werknemers er niets bij. ...
    Volop ruimte dus om ook hier de lonen te laten stijgen. ...
    ... Nederland heeft behoefte aan een nieuw akkoord dat de bestedingen aanjaagt ...


Red.:   Een eindeloos herhaald verhaal, hier door één van de minst slechte economen in de media. Al deze verhalen lijden aan een ernstig euvel als daar niet één ding wordt bij vermeld, wat zelden of nooit het geval is: "Waar worden die bestedingen gedaan? Binnen- of buitenlands? Na welke opmerking er nauwelijks nog iets uitgelegd hoeft te worden: het aanjagen van bestedingen in het buitenland zal de Nederlandse economie slechts verslechteren. En hoe wijd verspreid die fout is, blijkt uit de oproep van premier Rutte, gedaan ergens in 2013, om, ten einde de economie aan je jagen, een oproep aan de burgers te doen om een nieuwe auto te kopen. Die dus allemaal uit het buitenland kopen. En de Nederlandse economie dus verpesten.
    We kennen Peter de Waard uit deze rubriek en die over simpelheid als de persoon bij de Volkskrant-redactie, en ook ver daarbuiten, als degene die het minst domme dingen zegt, of principiële fouten maakt. Dat hij geen supereconoom of superdenker is, bewijst hij ook met enige regelmaat, waaronder hier:


Uit: De Volkskrant, 21-02-2014, rubriek De kwestie, door Peter de Waard

Zijn universiteiten geldverspilling?

Op het World Economic Forum, het onderonsje van de great & good dat jaarlijks in Davos plaatsvindt, werd ruim veertig jaar lang onderwijs als remedie voor alle economische problemen gepropageerd. ...
    Op de 44ste editie, vorige maand, stond er op de agenda echter een debat met de titel: 'Is onderwijs geldverspilling?' Ineens rijzen er blijkbaar twijfels over het nut en rendement van onderwijs.
    In de VS is de totale studieschuld in vijftien jaar tijd gestegen van 100 miljard naar 1.000 miljard dollar (730 miljard euro). Sommige economen vrezen dat de studieschuldzeepbel de nieuwste tijdbom is onder de Amerikaanse economie, na de hypotheekzeepbel van 2007, die 2.500 miljard bedroeg. Die zeepbel had nog wel vastgoed als onderpand.
    Veel afgestudeerde academici dreigen hun schulden niet meer te kunnen terugbetalen nu ze niet meer automatisch van een goedbetaalde baan zijn verzekerd. ....


Red.:   Oké, dat is de situatie. Hier komt de lumineuze oplossing:

  Een universitaire studie van vier jaar kost studenten in de VS 50 duizend dollar, die zij of hun ouders moeten ophoesten. Daarnaast missen studenten in die periode gemiddeld 100 duizend dollar aan looninkomsten.
    Die 50 duizend dollar zouden ze anders kunnen investeren in de oprichting van een eigen bedrijf. Bill Gates en Mark Zuckerberg sjeesden ook op Harvard. Ze kunnen er ook een spaarpotje van maken.

Even vergeten: er zijn meer mensen die 50 duizend gulden in een start-up steken, naast Bill Gates en Mark Zuckerberg. Een gok met de vinger in de lucht: het overgrote deel sjeest in het 50 duizend dollar steken in een start-up. Zodat het gemiddelde rendement ruim lager uitkomt dan het steken van 50 duizend dollar in een universitaire opleiding. Waarvoor er deze aanwijzing is:
  Een hogere opleiding is niet bij voorbaat geldverspilling (90 procent van de academici verdient nog altijd meer dan ongeschoolden) ...

De fout om een enkel geval of enkele gevallen als representatief te nemen, behoort tot de meest fundamentele, en zal niemand het een goed goed verstand maken. Peter de waard heeft gewoon een gemiddeld verstand. Waarom doet hij het dan toch zo heel veel beter dan de academisch opgeleide economen? Simpel: omdat hij er geen ideologie op na houdt, en daardoor niet afgeleid wordt bij het gebruik van zijn gezonde verstand.
    Maar goed, iedereen maakt fouten. Hier weer iets beters:


Uit: De Volkskrant, 25-02-2014, rubriek De kwestie, door Peter de Waard

Baseert de Fed zich op kroegpraat?

De belangrijkste taak van een centrale bank is bezorgd zijn, zei Alive Rivlin, een voormalig economisch adviseur van president Obama onlangs.    ...


Red.:   Hmmm. Bezorgd maken is natuurlijk slechts een voorloper. Het heeft natuurlijk pas zin als je ernaar handelt. maar lieden als Welinik en de rest van de DNB maken zich al helemaal geen zorgen ...

  Maar het bestuur van de Fed blijkt eerder te bestaan uit rasoptimisten.g na de val van Lehman Brothers - dachten de bestuurders van de Fed nog dat de economie in 2008 zou blijcen groeien en in 2009 verder zou aantrekken.

Net als Wellink cum suis.
  In 2008 werden alle waarschuwingen over een ophanden zijnde crisis maandenlang in de wind geslagen. Zelfs tijdens een vergadering op 16 september 2008 - een dag na de val van Lehman Brothers - dachten de bestuurders van de Fed nog dat de economie in 2008 zou blijcen groeien en in 2009 verder zou aantrekken.

Geen beter teken van totaal onbenul, maar iedereen doet alsof men dit allang vergeten is. Ze schrijven ook rustig weer wat die kredietbeoordelaar aan modder produceren.
    De Waard werkt het nog even uit:
  Een verdere renteverlaging en een monetaire prikkel werden niet nodig geacht. 'Ik denk dat we aardig op de goede koers zitten', stelde voorzitter Ben Bernanke. 'Money doesn't talk, it swears', zo werd Bob Dylan geciteerd, waarna unaniem werd besloten niets te doen. De vergadering was nog maar enkele minuten beëindigd of de Amerikaanse overheid moest de verzekeringsgigant AIG redden.

En dit heeft hij niet verzonnen:
  Uit de honderden pagina's notulen van die Fedvergadering, die afgelopen vrijdag werden gepubliceerd, blijkt de grote naïviteit van de Fedbestuurders in het jaar 2008.

De Waard haalt ook negen even dar vraagteken in de kop weg:
  Wie de notulen uit 2008 leest, kan niet anders dan tot de conclusie komen dat Fedbijeenkomsten zich veel minder onderscheiden van kroegpraat dan iedereen denkt. De president van de centrale bank in Dallas baseerde de vrees voor aantrekkende inflatie op de uitlatingen van zijn bakker, die de dag daarvoor had geklaagd over de stijgende prijzen van de grondstoffen..

Maar hier worden, vanzelfsprekend, geen lessen uit getrokken. want die lessen houden onvermijdelijk veel strengere regulering is. En daar wil men doodgewoon niet aan. Nooit aan. want dat gaan in tegen de geest van het neoliberalisme.
    Peter de Waard trapt nog wat voor een verstandig mens open deuren in:


Uit: De Volkskrant, 27-02-2014, rubriek De kwestie, door Peter de Waard

Zijn economen geestesgestoord?

De Nijmeegse hoogleraar Esther-Mirjam Sent is een van de weinige economen die zichzelf niet al te serieus neemt. Zo wees het Eerste Kamerlid van de PvdA deze week via Twitter op onderzoek van Vinca Bigo van de universiteit van Cambridge. Deze hoogleraar sociologie concludeerde dat economen lijden aan een collectieve geestesstoornis waarbij zij hun eigen afwijkingen projecteren op de maatschappij.    ...


Red.:   Juister: hun eigenbelang projecteren op de rest van de maatschappij en hoe zij ingericht moet worden.

  De oorzaak van de afwijking is volgens Bigo dat economen zich blindstaren op wiskundige modellen waarvan allang duidelijk is dat ze niet werken.

Neen. De oorzaak van de afwijking is dat ze hun eigenbelang proppen in modellen die weinig tot niets met de werkelijkheid te maken hebben.
  Economen gebruiken ridicule en arbitraire uitgangspunten om onvoorspelbaar gedrag in modellen te kunnen vatten, waardoor de uitkomsten mijlenver van de realiteit zijn verwijderd.

Herhaling. Dat hier twee maal op andere wijze hetzelfde gezegd moet worden, laat zien dat Bigo het ook niet ziet: uitgangspunten zijn arbitrair en ridicuul vanuit de werkelijke economie omdat ze gebaseerd zijn op eigenbelang, in plaats van op de werkelijke economie.
  Het zou niet erg zijn, zo betoogt Bigo, als deze modellen niet zouden leiden tot politieke besluiten die landen en mensen geld kosten. Dat modellen waarmee economen het aantal medailles bij de Olympische Winterspelen per land probeerden te voorspellen niet deugden, is niet echt erg. Wél kwalijk is dat ook de toekomstige onbetaalbaarheid van pensioenen of bijstand wordt afgeleid van ondeugdelijke modellen. Niettemin gebruikt de politiek die modellen om nu al te korten op de sociale zekerheid.

Precies. Dat is de uitkomst van modellen als je die volpropt met eigenbelang van de hogere middenklasse. En de rijken.
  En het is nog erger als Alan Greenspan, twee decennia de baas van de Fed, toegeeft dat de modellen waarop hij zich zijn hele carrière heeft gebaseerd, fout zijn gebleken en dat daardoor niemand de kredietcrisis van 2008 heeft zien aankomen.

Het is nog erger: Alan Greenspan geeft het toe en men gaat er gewoon mee door. Omdat er één ding hetzelfde is gebleven: het eigenbelang van de hogere-middenklassen.
  Economen proberen volgens Bigo sociale gedragingen van mensen in wiskundige modellen te vatten zoals natuurkundigen dat doen met de gedragingen van atomen in het heelal. 'Alleen gedragen mensen en instituten zich niet als de zwaartekracht. Ze zijn slordig, onvoorspelbaar en irrationeel. Er is weliswaar een groep van economen die zich meer richt op de menselijke gedragingen en psychologie, maar zelfs deze zogenoemde behavorial-economen ontkomen er niet aan dat hun ideeën uiteindelijk in nutteloze modellen belanden.'
     Mensen, bedrijven, universiteiten en markten veranderen en evolueren continu.

Omdat ze vrijwel allemaal hetzelfde doen: hun eigenbelang proppen in hun ideeën en modellen - met welk model of idee dan ook. Ook binnen de natuurkunde is aanvankelijk onvoorspelbaar gedrag, zoals bijvoorbeeld in het weer. En ook in de natuurkunde is er continue evolutie
  De modellenfetisj leidt tot vooroordelen, omdat economen vanuit hun eigen cultuur denken.

Hé hé, we zijn er bijna. Economen denken in hun eigen cultuur. En dus met name hun eigen belang. En om ervoor te zorgen dat dat niemand dat opvalt ...
  Ze zijn onderdeel van een establishment dat besluit welke ideeën acceptabel zijn. Nieuwe ideeën zijn welkom maar alleen binnen de bestaande methodologie.

... handhaven ze een de facto censuur op afwijkend meningen, voornamelijk door mensen met afwijkende meningen uit de van belang zijnde banen op bijvoorbeeld universiteiten te houden.
    Een qua publicatiedatum actueel voorbeeldje:


Uit: De Volkskrant, 26-02-2014, door Carien ten Have

Ook met 67 nog fluitend naar je werk

Langer doorwerken is onontkoombaar, maar hoe moet dat als de rug ouder wordt en de computer ingewikkelder? Met de juiste voorbereiding kunnen we de eindstreep halen.


Tussentitel: Belangrijk is dat je kennis op orde is en je voorop blijft lopen in jouw vakgebied - Robbert Coenmans Voorzitter FNV Jong

Dat we langer moeten doorwerken, is voor iedereen wel duidelijk. ...


Red.:   Neoliberale prietpraat, of beter: borrelpraat-met-bitterbal, van de Volkskrant. Die hier de neoliberale borrelpraat van de economen napapegaait. En wat in één zin weerlegt kan worden, wat hier toevallig ook gedaan is door een briefschrijver (de redactie had onder het artikel gekrast: "Langer doorwerken in onontkoombaar, want de werkloosheid in NL is wel liefst 700 duizend ... En de automatisering maakt steeds meer banen overbodig"):


Uit: De Volkskrant, 28-02-2014, ingezonden brief van John Zant, Amsterdam

Fluitend naar je werk

In zijn artikel 'Ook met 67 nog fluitend naar je werk' (Economie, 26 februari) geeft Robbert Coenmans adviezen hoe de ouder wordende werknemer die kampt met een ouder wordende rug en ingewikkelder computers kan worden toegerust om fluitend zijn pensioengerechtigde leeftijd te halen.
    Hij is nota bene voorzitter van FNV Jong en beseft kennelijk niet dat duizenden jonge mensen zonder rugklachten en met uitstekende computervaardigheden werkloos moeten toezien hoe ouderen wettelijk worden verplicht om door te ploeteren. De jaargrens van 67 is zeker vijf jaar te vroeg gestart met alle nadelige gevolgen voor jongeren van dien.


Red.:   Een vorm van stommiteit dus, dit beleid, die niets maar dan ook helemaal niets met modellen te maken heeft. Maar doodgewoon totale blindheid is. Veroorzaakt door de meest voorkomende oorzaak in dit soort gevallen: eigenbelang.

Op de economie-pagina's wordt al enige tijd gespeculeerd, schrijvende januari 2015, over een nieuwe beleidsstap van de Europese Centrale Bank aangaande het opkopen van staatsschulden. "Zodat de banken meer geld krijgen wat ze dan in de economie stoppen". Hetgeen de ECB in een andere vorm al eerder heeft gedaan door de banken honderden miljarden aan gratis geld te geven, dat wil zeggen: met heel lage of zonder rente. Wat er dus niet toe heeft geleid dat banken geld in de economie stoppen, omdat met dat geld op de financiële marrkten, met speculatie en andere geldtransacties, meer te verdienen valt. Dus wat doet de ECB? Inderdaad! Hier het commentaar (de Volkskrant, 21-01-2015, ingezonden brief van Evert Schoorl, Staphorst):

  Feestneus

Mij werd als beginnend economiestudent geleerd dat, anders dan in de natuurkunde, laboratoriumexperimenten in de economie niet bestaan.
    Inmiddels weet ik wel beter: wij worden permanent aan laboratoriumexperimenten onderworpen. Als 'meer markt' (in onderwijs, zorg of kinderopvang) niet blijkt te werken, is de nieuwe mantra niet minder, maar 'nog meer markt'.
    Deze week gaat de Europese Centrale Bank bewijzen dat als het monetaristische recept 'meer liquiditeiten' niet werkt om de bestedingen aan te zwengelen, dit geprobeerd gaat worden met 'nog meer liquiditeiten'. Terwijl De Nederlandsche Bank al meldde dat Nederlanders bezig zijn steeds meer geld op spaarrekeningen te stallen.    ...

En de meer formele vertaling van 'mantra' is ideologie. De neoliberale ideologie.

Deze redactie heeft een prachtig kadeautje gekregen (de Volkskrant, 10-02-2015, van verslaggever Peter de Waard):
  Lans Bovenberg bovenaan economische hitparade

Lans Bovenberg (56) blijft de meest invloedrijke Nederlandse econoom. Dat blijkt uit de zogenoemde Polderparade, de lijst van veertig Nederlandse en Vlaamse economen die de laatste vijf jaar het meest zijn geciteerd in wetenschappelijke publicaties.     ...

Alsof Perdiep Ramesar is gekozen tot meest invloedrijk journalist van het jaar.
    Alsof Diederik Stapel is gekozen tot meest invloedrijk socioloog van het jaar.
    Een kadeautje-met-een-strik in het betoog dat economen als groep fundamenteel niet deugen. Nog eens onderstreept door de argumenten die men geeft:
  Hij dankt zijn eerste plaats in de editie van 2015 vooral aan zijn pleidooi voor een zogenoemde vlaktaks.

Vertaald: "Hij dankt zijn eerste plaats in de editie van 2015 vooral aan zijn pleidooi voor stelen van de armen en geven aan de rijken".
  Ook Bovenbergs artikel Macro-oplossing voor hypotheekberg, dat hij samen schreef met Arnoud Boot, bracht door de talrijke reacties veel citatiepunten op voor Bovenberg. In dit artikel werd het voorstel gedaan 300 miljard euro van het pensioenvermogen aan te wenden om hypotheken van banken over te nemen en zo de bankbalansen op te schonen.

Oftewel: "De gepensioneerden moeten opdraaien door de mislukte speculaties van de banken en rijken". Want ga maar na: als er niets aan de hand is met de hypotheektegoeden, kunnen ze gewoon in de markt gezet worden.
   Oftewel: economen zijn als groep "gajes", dat zo zonder meer de Pol Pot behandeling mag ondergaan: eerste flinke partijen zweepslagen, en dan tien jaar lang werken op het platteland. En hier en daar misschien een executie ...

Hoe hoger, hoe abstracter, hoe dommer (de Volkskrant, 16-04-2015, ingezonden brief van Thomas de Boer, Groningen
  Rara, hoe kan dat?

Economen moeten we überhaupt niet vertrouwen, vindt Alex Brenninkmeijer, lid van de Europese Rekenkamer (Ten eerste, 14 april). En wat geeft het IMF hem gelijk met zijn laatste rapport, World Economic Outlook. Daarin staat dat de productiviteit in veel landen terugloopt omdat er te weinig jongeren zijn om de arbeidsplaatsen van ouderen over te nemen. Bovendien is in die landen de jeugdwerkeloosheid te hoog.
    Rara, hoe rijm je dat?

Niet, dus ... Het zijn gewoon prietpraters. Het IMF.

Nog wat goede raad van Peter de Waard (de Volkskrant, 02-10-2015, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard):
  Hebben roeptoeters nu vrij baan?

De economische wetenschap hoeft zich niet meer te schamen. De hele wetenschap verkeert inmiddels in een identiteitscrisis. 'De ontluisterende conclusie dringt zich op dat wetenschappelijk onderzoek onbetrouwbaar is, alle geloof in wetenschap en zogenoemde toponderzoekers ten spijt', aldus emeritus hoogleraar onderzoeksmethodologie Piet Verschuren vorige week in deze krant.
    Alleen staat de wetenschappelijke status van de meeste onderzoeksterreinen nog recht overeind. Van economie wordt dat steeds meer betwijfeld. Sinds het einde van de 19de eeuw is getracht van een gedragswetenschap een exacte wetenschap te maken met behulp van wiskunde en statistiek. Maar die modellen deugen niet. Ze blijken niet in staat grote schokken als de kredietcrisis te voorspellen, houden geen rekening met sociale doelen, veronachtzamen het irrationele menselijke gedrag en besteden excessieve aandacht aan de formele techniek. Dat heeft geleid tot nieuwe modellen die evenmin blijken te werken.    ...

Maar met als onderliggende hoofdoorzaak det economen behoren tot de elite, en als zodanig en volkomen blind oog hebben voor de belangen van de onderste tweederde en meer van de maatschappij.
  Nobelprijswinnaar en columnist Paul Krugman heeft gehakt gemaakt van de nieuwe modellen die aantonen dat loonmatiging goed is voor de economie, omdat die geen rekening houden met oude keynesiaanse waarheden. De New Yorkse hoogleraar Paul Romer, grondlegger van de nieuwe groeitheorie, heeft economen mathiness (wiskundegekte) verweten waarmee zaken worden verdoezeld in plaats van verhelderd. Luigi Zingales van de universiteit van Chicago zegt dat modellen worden misbruikt om de voordelen van het huidige financiële stelsel te overdrijven.

Alleen al die frase 'de voordelen van het huidige financiële stelsel'...
  Ook in de mickeymouse-economie van Nederland rommelt het flink. Piet Keizer, docent economie aan de Universiteit Utrecht, stelde zelfs dat economische modellen bankiers hebben aangezet tot onverantwoord gedrag.

Daar hebben ze echt geen modellen voor nodig ...
  Uit een enquête van de economensite Me Judice bleek dat economen zichzelf voorbij hollen in een poging nog betere modellen te ontwerpen waarmee ze aan de publicatieplicht kunnen voldoen.

Dat gebeurt wel meer in fopwetenschappen ...
  Economen zouden hun eigen activiteiten veel meer moeten relativeren. Ze hebben niet de waarheid in pacht, ook niet als ze die met empirisch onderzoek en wiskundige modellen willen bewijzen. De economie kent heel veel waarheden, omdat modellen niet volmaakt zijn en ook niet volmaakt zijn te maken.    ...

Hu uh ... De economen kennen veel waarheden ... De economie kent er maar één ( de werkelijkheid). Hij schijnt alleen erg moeilijk te vinden zijn voor economen.
  Economen zouden zich niet moeten blindstaren op modellen, maar weer moeten komen met ideeën. Of: economie moet de pretentie een exacte wetenschap te kunnen zijn, laten vallen. Net als in de sociologie en psychologie moet er ruimte zijn voor nieuwe gedachten die de oude niet meteen waardeloos maken.
    Dat betekent niet dat vrij baan moet worden gemaakt voor roeptoeters en dilletanten. Empirisch onderzoek en modellen kunnen argumenten ondersteunen, maar bewijzen in economische debatten niet of de aarde rond is of plat.

Goede raad.
    En nog wat bijpassend commentaar van een reageerder (de Volkskrant, 01-10-2015, ingezonden brief van Willem Dwarswaard, Capelle a/d IJssel):
  Toptalent

Toptalenten wetenschap gaan naar het buitenland (Ten eerste, 30 september) voor meer geld. Wel jammer, maar ach, wij doen het dan maar met mindere talenten. Ik had liever gezien dat een andere categorie, bijvoorbeeld topeconomen, topbankiers en topaccountants, enkele jaren geleden dezelfde weg waren gegaan. Dan had Jeroen Dijsselbloem nu 50- in plaats van 5 miljard kunnen uitdelen.

Lachen ...

Kijk er eens (de Volkskrant, 28-10-2015, van verslaggever Peter de Waard):
  CBS versus FNV: hoeveel leden vertrokken er nu bij de vakbond?
 
... moest het CBS dinsdagavond het eerder die dag verzonden persbericht corrigeren dat de vakbond FNV 63 duizend leden zou hebben verloren.
    Wat er dan wel precies fout is gegaan kan het CBS niet zeggen. 'De vakbond heeft andere cijfers gegeven. Maar het is ook hier niet helemaal goed gegaan', hult cijferaar er Steege zich in nevelen. Het ligt alvast niet alleen aan een verschil in de peildatum: 1 januari voor de FNV en 1 april voor het CBS.
    Het CBS staat bekend als een toonbeeld van betrouwbaarheid nog betrouwbaarder dan De Nederlandsche Bank. ...

En dat zegt wat ... De Nederlandsche Bank is de instantie die rabite neoliberle taal uitslaat over bijvoorbeeld inkomensverdeling (die moet ongelijker) en op gigantische schaal steelt van de gepensioneerden uitleg of detail .
  Het CBS is niet feilloos. Er zijn in het verleden weleens vaker fouten of foutjes gemaakt die moesten worden gecorrigeerd.

En allemaal zijn ze ten nadele van de lagere tweederde van de maatschappij. Rara, hoe kan dat? In ieder geval is het dus geen toeval, en dit:
  En er is zeker geen opzet in het spel', zegt Dick ter Steege van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

... is dan ook een keiharde leugen. En gezien de rol van het CBS ...:
  ... het CBS bepaalt onder meer de hoogte van het bbp, waar heel veel belangrijke besluiten van afhangen, zoals de afdracht aan de Europese Unie.

... is het één van de steunpilaren van de elite in de klassenstrijd.

Nog zo'n gebedsmolentje: de "modellen" (de Volkskrant, 26-01-2016, rubriek De kwestie, door Peter de Waard):
  Moet het vak economie verdwijnen?

Tussentitel: Het vakgebied slaagt er niet in zich van binnenuit te veranderen

Twee belangrijke prikkels voor het economisch handelen van mensen zijn angst en hebzucht. Superbelegger Warren Buffett huldigt de stelling dat je moet kopen als mensen angstig zijn en verkopen als ze hebzuchtig zijn. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Niemand weet wanneer angst of hebzucht de top bereiken. De menselijke psyche en kuddegedrag zijn onvoorspelbaar, zodat zelfs Buffett af en toe de mist in gaat.
     De economische modellen zoals ze worden opgesteld door de centrale banken, OESO, IMF en CPB houden daarom ook geen rekening met die prikkels. Die streven naar een haast wiskundige zekerheid. Helaas zet dat de goegemeente veelvuldig op het verkeerde been.
    Want centrale banken kunnen wel honderden miljarden nieuw geld in de economie pompen, als mensen angstig zijn gaan ze dat niet uitgeven. Ze sparen het op voor later. Angst is voor een groot deel het gevolg van onzekerheid. Als de pensioenen worden gekort, de zorg duurder wordt of de kinderen geen uitzicht meer hebben op een vaste baan gaan ouderen sparen. Dat doen ze om een appeltje voor de dorst te hebben of hun kinderen later via een schenking te helpen bij het opbouwen van een bestaan.
    Flexibilisering van de arbeidsmarkt is volgens de modellen van IMF, OESO en CPB een goede zaak, omdat ze een land internationaal concurrerender maakt. Dat betekent meer export en nieuwe banen. Maar de modellen houden er geen rekening mee dat deze hervorming ook tot onzekerheid leidt waardoor mensen de hand op de knip houden en minder uitgeven.    ...

Het kan bijna niet anders, dan dat ze dit ook wel weten. Dit i. allemaal gewoon puur eigenbelang, Pure kwaadaardigheid.
    De Waard formuleert het voorzichtig:
  De economische wetenschap gaat ervan uit dat mensen optimaal voordeel uit keuzes willen halen. Maar mensen kunnen ook handelen vanuit altruïstische motieven. Gedragseconomen proberen deze factoren in modellen te incorporeren. Ze combineren de modellen met voorspellingen van hoe het volk erop reageert. Economie wordt samengebracht met psychologie, sociologie en zelfs neurowetenschappen. Alleen stellen de resultaten tot nu toe teleur, deels omdat economen, als ware imperialisten, er alleen uitpikken wat in hun kraam te pas komt.

Dat 'er alleen uitpikken wat in hun kraam te pas komt' is nette taal voor "puur kwaadaardig eigenbelang".
    Er heeft nog iemand raad:
  Bart Nooteboom, parttime hoogleraar aan de universiteit van Tilburg, schreef onlangs op de economensite Me Judice dat economie niet in staat is tot interdisciplinariteit. Daarom vallen de wetenschappers terug op de oude, ondeugdelijke modellen. Hij vindt dat het vak economie moet verdwijnen omdat het niet meer voldoet in de huidige tijd. 'Als een systeem zich niet van binnenuit kan veranderen dan moet het weggevaagd worden door creatieve destructie van buitenaf', zo stelt hij.
    Een jonge generatie moet daarom totaal iets nieuws uitvinden. 'Die zal zich misschien niet laten verstrikken in de oude dogmatiek.' Ook als dit als onprofessioneel wordt gekwalificeerd, moeten ze zich daar niet door laten afschrikken.

Er lijkt geen meetbare kans te zijn dat dit inderdaad zo zal gebeuren. De situatie zal veel eerder door etteren, tot buitenstaaders, gewone burgrs, er op revolutinaire wijze de bezem door gaan halen.

Aan de Erusmus Universiteit Rotterdam, ook wel geheten de Islamitische Universiteit Rotterdam vanwege de eindeloze stroom "Islam is goed" politieke-correctheid die er vandaan komt, hebben ze een sensationeel plan (de Volkskrant, 03-03-2016, door Peter de Waard):
  Interview | Job van Exel, micro-econoom

'Economie gaat uit van de rationele mens, maar dat klopt niet altijd'

Economen moeten nodig bijleren van andere wetenschappen, vinden ze in Rotterdam. Daar gaat een interdisciplinair onderzoeksprogramma van start.

"We gaan aan economie doen!"
    Boordevol goede voornemens:
  De huidige economische theorieën kunnen geen antwoord meer geven op vele problemen van deze tijd. Regeringen laten daarom hun oren vaak hangen naar degenen die het hardst roepen. Maar ook dat pakt zelden goed uit. Daarom vinden velen dat de wetenschap zelf op de schop moet. Er zijn al veel langer gedragseconomen die betogen dat mensen niet rationeel handelen bij het maken van keuzes. Mensen zijn kuddedieren. Ze kunnen behalve hebzuchtig ook altruïstisch zijn. Daarom hebben gedragseconomen aspecten van de psychologie, sociologie en zelfs neurowetenschappen in hun modellen geïncorporeerd. Maar ook dat is nog geen onverdeeld succes.

Gevolgd door nog veel meer van het type "Goede voornemens op 1 januari". En dan, op driekwart:
  De Nobelprijswinnaars Robert Shiller en George Akerlof hebben in Phishing for Phools een scenario geschetst waarbij mensen zich door een gebrek aan mogelijkheden tot zelfrealisatie in handen storten van charlatans. Kunnen dat ook politieke charlatans zijn, zoals Trump of Wilders?
'Zelfrealisatie is denk ik een streven voor een klein deel van de mensen. De rest kijkt eerder naar heel andere zaken. Het succes van populisten als Wilders en Trump kan wellicht worden verklaard door een gevoel van schaarste aan veiligheid.'

Ja ja, mensen stemmen op Trump en Wilders omdat ze bang zijn. Oftewel: de nieuwe interdisciplinaire economie onderscheidt zich door het toevoegen aan de ideologische dwaasheden van de economie van de ideologische dwaasheden uit de sociologie.
    Lekkere vooruitgang ...

Een zeer sterke regel is dat de reacties van briefchrijvers oneindig veel meer gezond verstand van ecoomie vertonen dan de artikelen van of over economen zelf (of oneindig, omdat hoeveelheid gezond verstand bij economen gewoonlijk nul is). Maar op alle regels zijn uitzonderingen. Hoewel voor dit gval wel weer geldt dat waar het een fout betreft, die fout in ieder geval veel helderder geformuleerd is (de Volkskrant, 03-03-20165, ingezonden brief van Thijs ten Raa, Amsterdam):
  Vermogensongelijkheid

'Het kapitaal is nu helemaal de baas' zei natuurkundige Jan Terlouw en adstrueerde: 'In Amerika bezit nu 1 procent van de bevolking de helft van het nationaal inkomen.' Hier verwart hij een stroomgrootheid (inkomen) met een voorraadgrootheid (vermogen). De top van 1 procent verdient 20 procent van het nationaal inkomen en bezit de helft van het vermogen. Omdat Terlouw mij aardig lijkt, liet ik zijn faux pas passeren, maar ik lees hoe dit misverstand een eigen leven gaat leiden.
    Economisch geograaf Ton van Rietbergen leest Arnon Grunberg (+) die het kapitalisme prijst de les: 'Toch ken ik geen enkele andere econoom die de huidige ongelijkheid in de VS waarbij 50 procent van het nationale inkomen bij de befaamde bovenste 1 procent terecht komt, als zinnig ziet'
    En als genadeslag: 'En als zelfs topbelegger Warren Buffet zich afvraagt waarom hij minder belasting betaalt dan zijn secretaresse, zou ook Grunberg moeten zien dat het hier geen geloof in de ongelijkheid maar feiten betreft.' Beleefd beveel ik de heren Terlouw en Van Rietbergen aan kennis te nemen van het persbericht van het CBS 'Vermogensongelijkheid in 2014 niet verder toegenomen' van 15 december j.l. en de bijgevoegde ongelijkheidsstatistieken.

De fout is deze: stel je hebt twee meren, ieder gevuld door een rivier (snapt u 'm al?). Meer A is groter dan meer B. Dat kan alleen als rivier A meer water heeft aangevoerd als rivier B. Dus als er sprake van een verschil tussen vermogensverdeling en inkomensverdeling, en vermogen is een volkomen helder begrip, moet er verwarring zijn omtrent het begrip inkomen. Oftewel: kennelijk wordt meer A door meer dingen gevuld behalve door rivier A. Maar is het niet zo dat alles wat het meer vult, valt onder "waterstroom"? Wat weer erg lijkt op "rivier"? Tot hiervoor goede verklaringen gegeven worden ,kan gesteld worden: die gegevens over de inkomensverdeling zij onjuist of frauduleus (het is allemaal in het voordeel van degene die dit soort dingen onderzoeken: de hogere klassen) . Met als eerste mogelijke verklaring: wie voor "inkomen" gebruikt het totale binnenkomende inkomende, pleegt fraude, want daar moeten de kosten van levensonderhoud van afgetrokken worden.Wat vergeleken moet worden tussen mensen, is het vrij besteedbare inkomen. Voor de minima is de uitkomst bekend: die is om en nabij nul. Niets. Noppes. Zero.
    En ga nu die verhoudingen maar eens opnieuw uitrekenen ...

De economen zijn de laatste tijd, een paar jaar al, minder prominent aanwezig in de media, omdat hun totale onbetraouwbaarhied nu wle tot ongeveer iedereen is doorgedrongen. Ook de berichten die men doorgeeft in de media, worden vooraf al van de nodige kanttekeningen voorzien. Dus pas na wat langere tijd hier weer een gevalletje, mede omdat de naam nogal bekend klinkt (GeenStijl.nl, 07-06-2018, door Ronaldo uitleg of detail ):
  #Dividendgate. Shell kocht positief rapport over vestigingsklimaat bij fopprofessor Henk Volberda

Drain the swamp!



Waarom zouden Wiebes en Rutte nou zoveel moeite hebben gedaan om die memo's over de dividendbelasting geheim te houden? Misschien omdat uit die memo's blijkt dat 1) die hele afschaffing van de dividendbelasting een schandalige maatregel is waar de Nederlandse economie helemaal niets mee opschiet en 2) DING DING DING onze beleidsmakers zich baseren op door grote bedrijven gesponsorde foponderzoeken van de op deze website als fopprofessor bekendstaande foponderzoeker Henk Volberda. Lees. Huiver. Huiver. Lees. Shell koopt een onderzoek over het vestigingsklimaat in Nederland in. Volberda publiceert dat onderzoek, 'vergeet' daarbij te vermelden dat ie door Shell betaald is en schrijft op dat Nederland maar beter een gunstig belastingklimaat voor grote bedrijven kan hebben. Als Volberda met lastige vragen geconfronteerd wordt, doet hij tegen Follow The Money hetzelfde wat hij deed toen hij op zijn leugens over het Gender Pay Gap werd betrapt: liegen liegen liegen alsof het gedrukt staat hij Rutte is. ...

Ach ja ... Eigenlijk oude kost, allemaal ...

Het is weer een half decennium verder voor er weer eens wat te noteren valt uit de monden (pennen) van de heren economen. Tot nu toe was het allemaal nog steeds dezelfde oeroude meuk op een zodanig onbetekenend niveau, niet eens primitief dus, dat het niet opviel.
    En, het is in de vorm van erkenning van eigen stupiditeit (de Volkskrant, 13-03-2023, door diverse prominente economen):
  Nee, geld druppelt niet altijd door naar beneden. ...

Terwijl werknemers in koopkracht erop achteruit gaan, herleeft het idee dat hogere belastingen op winst en vermogen de welvaartsgroei zouden afremmen. ...

Gunst, zou het ... uitleg of detail
    Jullie beweren anders al sinds eind 1970 het omgekeerde:
  In het Nederlandse politieke debat maakt Trickle Down Economics een spectaculaire comeback. Een algemene verlaging van de belasting zou bijdragen aan economische groei, waarvan ook mensen met lagere inkomens zouden profiteren. En hogere belastingen op winst en vermogen zouden innovatie belemmeren en daarmee de welvaartsgroei afremmen.
    In deze argumenten doorklinkt de echo van politici als Ronald Reagan, Margaret Thatcher en meer recent Liz Truss. ...

En ineens zijn ze het er niet mee eens ... (let op de term 'comeback' ...)
  ... Belast winst meer, arbeid minder

... Geloof het niet, betogen enkele prominente hoogleraren economie.


...    Je hoeft slechts uit het raam te kijken om te zien dat het anders ligt. Het is geen vanzelfsprekendheid dat werknemers meedelen in de welvaartsgroei. Vorig jaar boekte het Nederlandse bedrijfsleven wederom recordwinsten. Tegelijkertijd daalden de reële lonen van werknemers met 6 procent - het grootste koopkrachtverlies sinds het begin van de metingen.

Je hoeft al vijftig jaar slechts uit het raam te kijken om te zien dat het anders ligt.
    Baten naar boven, lasten naar onder .
    Waarom zou de elite het anders doen?
    Er is in de geschiedenis maar één ding dat dat ooit heeft gestopt:

Misschien dat al die omgekeerde vlaggen de heren onrustig heeft gemaakt.
    Oh ja: de namen:
  Arnoud Boot (Universiteit van Amsterdam), Jaap Bos (Universiteit Maastricht), Erwin Bulte (Wageningen Universiteit), Rick van der Ploeg (Oxford University), Hans Schenk (Universiteit Utrecht), Esther-Mirjam Sent (Radboud Universiteit), Irene van Staveren (Erasmus Universiteit), Tom van Veen (Universiteit Maastricht) zijn allen hoogleraar economie.

Zoek uw eigen favoriete Mandeville-aanhanger eruit.


Naar Economen , of site home .


4 apr.2006