Innovatie, Nederland en cultuur
Innovatie is de bron van beschaving. Homo erectus was ten opzichte van zijn
voorgangers een groot succes, en hij verspreidde zich dan ook over de hele
wereld - gebruik makende van één van zijn nieuwe prestaties: de vuistbijl.
Voorgangers hadden ook wel zoiets, maar dat was toch veel primitiever. De
erectus-bijl was dus een typisch menselijke prestatie, zou je zeggen. Toch is
hier ook iets heel onmenselijks aan: homo erectus, ontstaan ongeveer anderhalf
miljoen jaar geleden, gebruikte van een miljoen jaar later nog steeds vrijwel
dezelfde soort bijl.
De homo erectus kon dus meer dan zijn voorgangers, maar miste een essentieel
element aan het mens-zijn: de mogelijkheid tot innovatie.
De homo erectus zijn circa een hal miljoen jaar geleden uitgestorven, maar
zijn genen zijn nog duidelijk in homo sapiens aanwezig. Zo zijn er hele
volksstammen (letterlijk) die innovatie systematisch afzweren, en in plaats
daarvan als een erectus vasthangen aan het steen van diverse goden. Eigenlijk is
de innovatie die met het mens-zijn wordt geassocieerd alleen merkbaar boven het
erectus-niveau in de westerse cultuur.
Maar ook binnen die westerse cultuur is het betrekkelijk zeldzaam, want ook
daar zijn de meeste mensen nog gelovig. En onder de niet-gelovigen is er weer
een andere kennelijk onoverkomelijke hinderpaal: het alfa-denken. Voor wie die
term niet kent: die staat beschreven hier
-
kort samengevat: de alfa's zijn schrijvers, acteurs, kunstenaars in het
algemeen, filosofen, politici, bestuurders , enzovoort. Kortom: vrijwel iedereen
die wat in de maatschappij te betekenen heeft. Eigenlijk zou het makkelijk
geweest zijn om met het omgekeerde te beginnen: Wie zijn niet alfa's?" Antwoord:
"Bèta's'. Waarna je de bijna universele reactie meteen kan invullen: "Bah!". Met
als enig substantiële alternatief: "Eng!". Oh ja, er zijn ook nog gamma's, maar
als je dat wat specifieker maakt, weet je meteen aan welke kant die staan:
antropologen, sociologen, juristen, economen ... Allemaal geloven ze net zo hard
in hun eigen sprookjes en verzinsels als alfa's - zoals zo'n voorzitter van de
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Wim van der Donk, die in 2008
beweert dat er geen objectiviteit bestaat
Uit: De Volkskrant, 06-10-2007, door Amanda Kluveld
Stelling: Plasterk moet niet zo preuts zijn
Dit is losbandig beleid op basis van opinies,
Minister Plasterk schrijft in de Emancipatienota dat het publieke debat over de
seksualisering van de samenleving langs preutse conservatieve en vrijgevochten
liberale lijnen verloopt. Hij baseert die stelling niet op onderzoek, maar dat
is, blijkens het laatste WRR-advies, niet nodig. Wie vraagt om cijfers,
voorbeelden en onderzoek krijgt van de voorzitter van de WRR, Van de Donk, te
horen dat wetenschap subjectief is. Deze subjectiviteit ontslaat kennelijk
eenieder van het streven naar objectiviteit en gedegen onderzoek.
...
Red.: En in de sprookjes en verzinsels van de alfa's
zit even weinig verandering en ontwikloieng als in de vuistbijlen van de
erectus.
Deze stand van zaken is ook binnen de westers wereld niet overal hetzelfde.
Er zijn landen waar er minder en meer erectus-denken is. Nederland is een
vrijwel totaal alfa-land, en een bastion voor de homo erectus. Zodra je in
Nederland ook maar enige neiging tot bèta-denken vertoont, verstoot de erectus
je naar de randen van de maatschappij.
Hoe kan het dan dat er in de westerse landen, en zelfs in Nederland, toch nog
sprake is van technologische vooruitgang - van innovatie. Dat is simpel: dat is
omdat de bèta's, die voor de innovatie zorgen, hun werk gewoon te leuk vinden om
op hun verbanning op de passende manier te reageren: de alfa-erectus in zijn
stront te laten zakken
.
Omdat de voordelen van die bèta-innovaties voor iedereen zichtbaar zijn, en
de alfa's routineuze sprookjesvertellers, acteurs, politici en bestuurders zijn,
beweren deze alfa's met grote regelmaat dat ze voor innovatie zijn. Hieronder
zullen we laten zien dat het een grote stroom leugens is. In daden doen ze alle
mogelijke moeite om alles dat tot innovatie leidt tegen te houden. Dat komt
omdat vrijwel wat tot innovatie leidt tot het bèta-denken behoort. En van
bèta-denken hebben ze de grootst mogelijke afkeer
.
Voor het kleine aantal mensen dat bereid is over dit soort zaken iets meer te
lezen dan twee alinea's hoeft er maar een enkele term genoemd te worden om dit
te illustreren: "Innovatieplatform". Ingesteld een jaar of tien terug, en onder
leiding van de premier en directeuren van multinationals, is er in die tien jaar
letterlijk niets bereikt. Totaal niets.
En het heeft totaal geen zin iets dergelijks te ondernemen. Want wat er moet
veranderen, is de mentaliteit in Nederland. Een mentaliteit die hieronder in
detail wordt geschetst en geïllustreerd:
Uit: De Volkskrant, 12-07-2010, door Brian Lauret, docent
Nederland vereert de middelmaat en domheid
Het voormalige Organon in Oss stuurt de helft van zijn werknemers de laan uit.
Na jaren in dienst te zijn geweest als onderzoeker worden ze afgedankt door het
moederbedrijf in de VS. Dat dit voor de betrokkenen en voor Oss een tragedie is,
staat buiten kijf. Wat we ons minder realiseren, is dat het ook voor Nederland
een tragedie is. En deze tragedie zal een trend inluiden waarbij voornamelijk
buitenlandse op kennis gebaseerde bedrijven besluiten dat Nederland toch niet
het geschiktste land is voor een wetenschappelijk bedrijf. ...
Red.: Niet geheel juist, want het Amerikaanse bedrijf
neemt dit besluit op geheel andere overwegingen - volgens eigene zeggen naar
aanleiding van efficiency ("concentratie van activiteiten"), maar ook
andere overwegingen kunnen een rol spelen, bijvoorbeeld Amerikaanse belangen.
Dit sentiment is begrijpelijk, maar ook niet helemaal juist. Er zijn best nogal
wat mensen die in dit soort zaken wel hun best doen. Wat wel juist is, en daar
doelt Lauret ongetwijfeld op, is deze mensen in het geheel niet
gestimuleerd of zelfs gefaciliteerd worden.
Maar dit is bijna 100 procent accuraat. Net als veel van het volgende
Want het is niet zo zeer dat dit expliciet wordt gedaan, als wel de bekende
omgekeerde versie van het vlakgemaakte maaiveld.
Maar waar het echt mis gaat is niet in de zaken qua sfeer,
als wel de praktische handelingen:
Inderdaad: een glasheldere keuze van prioriteiten.
Tegen deze zaken is op zich weinig in te brengen - waar wat tegen in te brengen
is, dat men een aantal andere zaken niet doet:
Een dit is toch kennelijk een keuze van prioriteiten. Wat men kennelijk niet
wil, is dit:
Lees voor het politiek-correcte 'wereldvreemde opvattingen', "opvattingen die
regelrecht strijdig zijn met wetenschappelijk denken en innovatie"- oftewel:
religie in het algemeen
en
islam in het bijzonder
.
Maar religie is slechts een extreme vorm van een algemeen
verschijnsel dat dodelijk is voor wetenschap en innovatie, namelijk het
verschijnsel van de ideologie.
Wat alhier natuurlijk meteen de associatie oproept met Das Narrenschiff
van Sebastian Brant
, en
wel in het bijzonder: "Als Petrus opent de hemelpoort, vaart 't schip der
dwazen nog ongestoord"
.
En bij dit artikel bleef het niet - er kwam nog een
essentiële aanvulling:
Uit: De Volkskrant, 17-07-2010, door Evert van der Schee,
oud-natuurkundedocent aan de TH-Rijswijk
'Ongecijferde' is norm der dingen De
auteur is oud-docent natuurkunde aan de TH Rijswijk. Hij stoort zich aan het
kokette vertoon van ‘ongecijferdheid’: de gretige erkenning altijd slecht in
wiskunde te zijn geweest. Deze tot norm verheven houding is typerend voor de
Nederlandse dictatuur van de middelmatigheid.
In de rubriek Opinie & Debat van 12 juli deed Brian Lauret voor ons een uit het
hart gegrepen constatering: ...
Waar hij niet op in ging ... is hoe het toch in godsnaam
mogelijk is dat Nederland tot die verering is gekomen. Wat zit daar achter? Het
antwoord luidt: de overheid heeft zichzelf slachtoffer gemaakt van
ongecijferdheid.
Met ongecijferdheid bedoel ik niet dat je slecht kunt
cijferen of zo nu en dan een fout maakt in een berekening of een factor tien in
een schatting mis zit. Nee, het verwoordt het droevig stemmende onbenul dat
wordt gedemonstreerd wanneer ‘het cijfers betreft’, of, algemener, wanneer het
bèta-denken in het geding komt. Ongeletterdheid betekent ook niet dat men niet
foutloos kan schrijven. Spelling kan behoorlijk lastig zijn. Niemand zal echter
op een verjaardag durven toegeven dat hij of zij nooit een roman leest. Niemand
wil toch ongeletterd zijn?
Maar in een beschaafd gezelschap kun je rustig zeggen: ‘ik
had altijd een onvoldoende voor wiskunde’. Herkenning en vertedering zullen je
deel zijn. Ik wil hier niet de gezonde animositeit tussen de alfa’s en de bèta’s
aanwakkeren. Een goede leerling maakt een bewuste positieve keuze, en is
redelijk tot goed in de ‘andere’ vakken. Een slechte leerling is overal zwak in.
Maar de middelmaat maakt een negatieve keuze. Ze zet zich af, voornamelijk tegen
bèta-achtige denkpatronen. Die keuze komt voort uit geestelijke luiheid en
gemakzucht. Ongecijferdheid is een kenmerk van deze grauwe middelmaat.
Juist deze ongecijferden nemen maatschappelijke
sleutelposities in. Daar geven zij gestalte aan de dictatuur van die middelmaat.
Zij bevolken in groten getale de ministeries ...
Red.: Uitgebreid behandeld en geïllustreerd hier
:
En tot een bijna totale ondergang van de kennis en kwaliteit in het onderwijs,
zoals uitgebreid behandeld en geïllustreerd hier .
Zoals uitgebreid behandeld en geïllustreerd hier .
Dit altijd al een kenmerk van Nederland is geweest -
bestuurlijk Nederland zag Nederland als een diensteneconomie - een economie die
denkt te kunnen leven op het elkaar verkopen van hypotheken
.
Maar het lijkt steeds erger te worden.
De gevolgen zijn voorspelbaar en meetbaar:
Uit:
De Volkskrant, 14-04-2011, van verslaggever Wouter Keuning
Nederland zakt uit top-10 van innovatielanden
De concurrentiekracht van Nederland op het vlak van ict is voor het vierde jaar
achtereen afgenomen. Nederland is hiermee wereldwijd uit de top-10 van
ict-voorlopers gezakt.
Dit blijkt uit het Global Technology Report, dat het World
Economic Forum (WEF) samen met de Franse managementopleiding Insead dinsdag voor
de tiende keer publiceerde.
Dit uitgebreide onderzoek neemt niet alleen de feiten over de
stand van de voorzieningen en het gebruik ervan mee, maar ook bevindingen uit
interviews met beleidsmakers en politici. Nederland blijkt met zijn elfde plaats
inmiddels fors achter te lopen bij min of meer vergelijkbare landen als
Denemarken (nummer 7) en Zweden (nummer 1) . ...
Red.: Wat in versterkte mate geldt voor het "hart" van
de Nederlandse economie:
Uit: De Volkskrant, 05-07-2011, van verslaggever Robert Giebels
Onderzoek TNO economische groei van Europese grootstedelijke regio's
Randstad boert goed in crisis, maar is te eenzijdig
De Randstad is in vergelijking met andere Europese grootstedelijke regio's goed
uit de financiële crisis gekomen. In grootte en economische groei is het van de
twintig grootste regio's de nummer vijf. Die hoge positie staat wel onder druk.
Want de Randstad is een eenzijdige diensteneconomie. En nergens dalen de
investeringen in innovatie zo sterk.
Dat staat in de Randstad Monitor 2010-2012 van
onderzoeksinstelling TNO. ...
Red.: Wat natuurlijk ook naar buiten toe uitwerkt:
Uit: De Volkskrant, 16-07-2011, van en verslaggever
'Buitenland kan hier meer investeren'
Nederland heeft vorig jaar meer buitenlandse investeringen
aangetrokken, maar de groei in andere Europese landen was veel hoger. Dat blijkt
uit jaarlijks onderzoek van Ernst & Young dat vrijdag werd gepresenteerd.
Het aantal nieuwe buitenlandse investeringen in Nederland
kwam vorig jaar op 115 uit, 6,5 procent meer dan een jaar eerder. Gemiddeld
haalden de Europese landen 14 procent meer buitenlandse investeringsprojecten
binnen. In Duitsland ging het aantal buitenlandse projecten met eenderde omhoog
en in België met bijna 9 procent. Het Verenigd Koninkrijk haalde net als in 2009
de meeste investeringen binnen.
Buitenlandse bedrijven zijn over het algemeen positief over
het Nederlandse vestigingsklimaat. Ze roemen de uitstekende logistieke
infrastructuur en het stabiele politieke klimaat. Toch loopt Nederland volgens
Ernst & Young onnodig veel investeringen mis omdat het zich te weinig richt op
onderzoek en ontwikkeling. ...
Red.: Het beleid dat tot deze trends leidt strekt zich
uit over de hele maatschappij, tot in die plaats waar je het minst zou
verwachten:
Uit: De Volkskrant, 20-06-2011, hoofdredactioneel commentaar, door
Martijn van Calmthout Valse tegenstelling
... Op zich kan er weinig worden ingebracht tegen de poging
om een aantal sleutelsectoren in de Nederlandse economie slim, efficiënt en
duurzaam te houden of maken. Juist Nederlandse bedrijven, ook in de topsectoren,
hebben decennialang bezuinigd op R&D. ...
Red.: Verbijsterend. Ze weten dat ze er van
afhankelijk zijn, want China maakt gewone dingen goedkoper. Maar de leiding van
die bedrijven, voornamelijk gevuld met alfa's (ook de economen zijn dat!), heeft
een dusdanige afkeer van bèta's, dat ze ze ook in het bedrijf geen enkele macht
dus zo weinig mogelijk geld en mogelijkheden willen geven
. En als er al eens een bèta verschijnt, heeft die, door de strijd met de
overmacht aan alfa's, al de kenmerken daarvan moeten aannemen.
En wat vindt u van deze:
Uit: De Volkskrant, 21-06-2011, van verslaggever Wilco Dekker en Carlijne
Vos
'Speciale ombudsman voor innovatie nodig'
Om de innovatie echt te stimuleren moet er een ombudsman voor ondernemers
komen. Die moet vooral optreden tegen grote bedrijven die concurrentie willen
frustreren.
Dat stelt hoogleraar innovatiebeleid Bart Nooteboom van
de Universiteit van Tilburg naar aanleiding van de plannen van minister Verhagen
voor innovatie. Die plannen voor de negen 'topsectoren' werden afgelopen vrijdag
gepresenteerd.
'De regelgeving van de overheid is een bekend probleem. Maar
over het frustreren van innovatie door grote bedrijven hoor je nooit iets.
Terwijl het wel gebeurt. Nieuwe vindingen en doorbraken kunnen bedreigend zijn
voor de bestaande partijen', zegt Nooteboom. ...
Red.: Een van de vele voorbeelden in dit verband
zijn de ervaringen van uitvinder van de stofzakloze stofzuiger, James Dyson
(Wikipedia), die bij alle fabrikanten de deur heeft platgelopen.
Maar zelfs de innovatie die ze al binnen hebben, geven ze zo
weer weg:
Uit: De Volkskrant, 13-11-2010, door Ruud Schropp, teamleider van het
zonnecelonderzoek aan de Universiteit Utrecht.
Nederland verkwanselt kennis over zonnecellen
Na het verpletterende nieuws over Organon, lijkt Nederland alle tot nu toe
vergaarde kennis op het gebied van innovatieve zonnecellen van de hand te willen
doen. Kort na elkaar maken twee energiebedrijven, Nuon en Delta, bekend uit de
productie van zonnecellen te willen stappen.
Bij de dochters van beide bedrijven, Helianthos en Solland
Solar, worden Nederlandse vindingen tot ontwikkeling gebracht. Nu ziet het
ernaar uit dat we alle innovatieve zonnecelontwikkeling gaan kwijtraken aan het
buitenland, tegelijk met de kennisrechten, de hoogwaardige arbeidsplaatsen, en
de grote potentie aan revenuen. ...
Red.: Een grappige illustratie is ook de volgende
gesprokene, uit de mond van één van de meest hooggeachte Nederlandse
ondernemers: Ben Verwaayen, bij Buitenhof 08-05-2011
met prietpraat in het algemeen, en over innovatie (kort maar krachtig) in het
bijzonder. Peter van Ingen (parafraserend): "Op die manier wordt al tien jaar
over innovatie gepraat". Verwaayen (parafraserend): "Maar nu gaan we echt wat
doen" (hetzelfde wat de afgelopen tien jaar is gezegd).
Maar de absolute top aangaande de tegenwerking van de
innovatie zit natuurlijk daar waar de alfa's het sterkst zijn: in het bestuur
van het land
.
Goed kunnen praten ("lullen") is daar dé kerncompetentie - wat genoeg zegt. Een
enkel voorbeeldje:
Uit: De Volkskrant, 06-07-2009, door Michael Persson
‘Ik wist niet dat energie zo’n wezenlijk issue is’
Maria van der Hoeven, minister van Economische Zaken, ...
Deze week werd in Qatar besloten dat Nederland waarnemend lid wordt van het
forum van gasexporterende landen (GECF). ...
Red.: Verbijsterend.
Vanuit deze hoek is nu, in 2011 door een nieuw rechts kabinet
een nieuw innovatiebeleid geformuleerd. Rechts is ook direct verbonden met de
bestaande economische machten, die maar één doel hebben: zo veel mogelijk geld
persen uit de producten die deze hebben, en die onderzoek zien als een dure en
voor hun bonus hinderlijke kostenpost. En innovatie is onderzoek. Dus komt er
dit uit:
Uit: De Volkskrant, 12-03-2011, door Michael Persson, redacteur van
de Volkskrant Revolutie van de
gevestigde orde
Deze week heeft het kabinet de negen 'boegbeelden' bekendgemaakt
van het nieuwe industriebeleid. De negen moeten de ideeën gaan bedenken om de
eerder aangewezen 'cruciale sectoren van de economie' te versterken.
...
In zijn aankondiging van de topgebieden, vorige maand,
schreef Verhagen nog dat ondernemers de essentie vormen van de economie. Dat hij
nu vooral de eeuwige captains of industry heeft benoemd ...
Red.: Precies dezelfde lui als uit dat "We gaan nu
echt wat doen"-Innovatieplatform van tien jaar lang niets-doen. Dit soort lui:
Met een aardig specifiek voorbeeld:
En drie keer raden waar het geld voor dit beleid vandaan komt (want extra
geld investeren kan niet, want dat kan alleen door de belastingen te verhogen,
en dat zou ten koste gaan van wat minister Verhagen, directeur Van der Veer en
groepsgenoten kunnen graaien):
Uit: De Volkskrant, 20-06-2011, hoofdredactioneel commentaar, door
Martijn van Calmthout
Valse tegenstelling
In de praktijk zal blijken dat veel onderzoek dat fundamenteel heet, net
zo goed toegepast kan worden genoemd.
Halen wetenschappers hun neus op voor economisch nut? In de discussies die de
laatste weken worden gevoerd tussen de Nederlandse wetenschap en de industrie,
lijkt het er soms op. Minister Verhagen vertrouwt de wetenschap duidelijk niet.
Hij eist dat jaarlijks 350 miljoen euro voor fundamenteel onderzoek wordt
verdeeld in samenspraak met de industrie. ...
Red.: Kortom: het geld voor toegepast onderzoek,
innovatie, wordt gehaald bij fundamenteel onderzoek - wetenschap. terwijl
iedereen (althans: iedereen met enig verstand) weet dat toegepast onderzoek is
gebouwd op fundamenteel onderzoek:
Dat laatste is een serieus misverstand: serieuze industriëlen kunnen dat niet
inzien, want die serieuze industriëlen zijn, algemeen erkend, verblind door de
zucht maar naar één enkel ding: de hoogte van wat ze kunnen graaien. Zoals
blijkt uit de rest van hun beleid en maatregelen. Als eerste in gewoon het geld
dat wordt weggehaald bij bèta-onderzoek aan de universiteiten:
Uit: De Volkskrant, 02-07-2011, door Maarten Evenblij
Wegbezuinigd bij heldere hemel
De Nederlandse bètafaculteiten zuchten onder de ene na de andere
reorganisatie. Vooral in Utrecht, waar de decaan zegt met de rug tegen de muur
te staan, wordt drastisch gesnoeid.
...
Tussenstuk:
Randstaduniversiteit
De voortdurende bezuinigingen en de overheveling van structureel geld (eerste
geldstroom) naar onderzoekgebonden onderzoek via NWO (tweede geldstroom) zetten
de bijl aan de wortels van het universitaire systeem.
Red.: En de tweede is de systematische onderfinanciering
van het bèta-onderzoek:
Het resultaat:
Oftewel: kaalslag.
En ten tweede is de minachting voor onderzoek en innovatie te
zien bij de regulering van het wetenschappelijk onderwijs:
De Volkskrant, 28-10-2010, door Niek van der Leer en andere
studentvertegenwoordigers.
Kabinet is ramp voor bèta en
techniek
Het kabinet-Rutte wil Nederland tot de top-5 kenniseconomieën laten behoren
en de adviezen in het rapport van de commissie-Veerman uitvoeren. Investeren in
techniek en innovatie is daartoe essentieel en onvermijdelijk. Toch worden juist
de technische studies snoeihard aangepakt.
Zomaar drie citaten uit het rapport van Veerman: ‘Extra
zorgelijk is dat het aantal Nederlandse afgestudeerden in bèta en techniek ver
beneden het Europese gemiddelde ligt’, ‘De aansluiting op de arbeidsmarkt is
goed behalve bij bèta- en techniek afgestudeerden waar aanhoudende tekorten
zijn’ en: ‘Én met het oog op de internationale concurrentiepositie én met het
oog op de benodigde kwaliteit, moet de overheid zorg dragen voor een adequate
financiering inclusief – waar nodig – verlenging van de master’. De voorgenomen
maatregelen staan meer dan eens lijnrecht tegenover de aanbevelingen van
Veerman.
Zo wil het kabinet voor masterstudenten de studiefinanciering
vervangen door een leenstelsel. Studenten die een tweejarige master volgen
(zoals bij alle bèta-masters het geval is) worden zodoende met een dubbel zo
hoge studieschuld opgezadeld dan studenten met een eenjarige master. Daarnaast
zouden studenten die meer dan één jaar vertraging oplopen liefst 3.000 euro
extra collegegeld moeten betalen. Ook hier is geen rekening gehouden met de
langere studieduur van bètaopleidingen. Technische studenten moeten nu – als zij
de boete willen ontlopen – per jaar gemiddeld meer punten halen dan andere
studenten. Het volgen van een technische studie wordt zodoende louter ontmoedigd
en het tekort aan ingenieurs zal alleen maar toenemen.
Het kabinet prijst enerzijds het rapport van Veerman, maar
holt dat anderzijds uit tot een selectie van aanbevelingen die binnen de
bezuinigingen past. Van investeringen is geenszins sprake: de student gaat meer
betalen en universiteiten krijgen minder geld per student. Juist die studies die
extra aandacht verdienen zijn de grootste verliezer. Het regeerakkoord is niets
minder dan een ramp voor ‘kenniseconomisch’ Nederland.
Red.: Hetgeen ook geldt voor alle andere tijd- en/of
mogelijkheden beperkende maatregelen aangaande studie, omdat een studie in de
natuurwetenschappen moeilijker is dan die in andere vakken, en bovendien een
redelijk vastomlijnde hoeveelheid kennis en vaardigheden bevat.
Hoe kan het dat een hele klasse aan bestuurders en politici
beweerd zich in te spannen voor onderzoen en innovatie, en beweert van Nederland
een kenniseconomie te maken, en toch precies het tegenovergestelde doen? dat is
simpel: met hun verstand weten ze dat technologie, innovatie en een
kenniseconomie belangrijk zijn voor het land, maar zodra ze voor specifieke
beslissingen komen te staan, nemen ze die grotendeels met hun gevoel en instinct
. En
die gevoelens en instincten zijn die van alfa's. Van een groep die een
ingekankerde afkeer heeft naar alles wat neigt naar werkelijkheidswaarde,
objectiviteit, en rationaliteit. Omdat die zaken de vrije keuze, het sjoemelen
en het materiële eigenbelang in de weg zitten
. Een instinctieve afkeer die niet vaak expliciet naar voren komt, maar uit
voorgaande gedrag en nevenverschijnselen valt af te leiden
:
Uit:
De Volkskrant, 15-06-2011, van verslaggever Martijn van Calmthout
Nobelprijs laat Nederland koud
Weinig straten en pleinen zijn vernoemd naar de 19 Nobelprijswinnaars uit
Nederland. Museum Boerhaave opent een eregalerij. Dat is ook een protest tegen
de bezuinigingen.
Nederland heeft niet bijster veel op met zijn Nobelprijswinnaars, afgaande op
de straatnaamregisters . Alleen naar fysicus Hendrik Lorentz (winnaar in 1902)
zijn in het hele land straten, pleinen, wegen, lanen en kades vernoemd. Acht van
de negentien Nederlandse Nobelprijswinnaars ontbreken helemaal in het
straatbeeld. ...
Een inventarisatie van straatnaamregisters verraadt dat, met
uitzondering van Lorentz, de Nobelprijswinnaars in Nederland geen echte
heldenstatus hebben. Sommige laureaten hebben nog een zekere plaatselijke status
in hun woonplaats, zoals Frits Zernike (1953) in Groningen. ...
Buiten die speciale wijk zijn Nobelprijswinnaars bijzonder
dun gezaaid en is econoom Jan Tinbergen de laatste winnaar die nog enigermate
voorkomt. Diens broer en bioloog Niko (1973) heeft geen enkele straat of laan.
De Van der Meerstraten in bijvoorbeeld Haarlem en Nijkerk zijn hooguit
naamgenoten van de onlangs overleden deeltjesfysicus Simon van der Meer (1984).
Hetzelfde geldt voor 't Hooft in Klundert en de Veltmanlaan in Weiteveen.
Hendrik Lorentz is koploper, met zeker 34 naamsvermeldingen,
inclusief vier pleinen. Daarna volgen Heike Kamerlingh Onnes (1913) en Diederik
van der Waals (1910), ook exponenten van de zogeheten Tweede Gouden Eeuw van de
Nederlandse wetenschap.
Lorentz' medewinnaar Pieter Zeeman (1902) komt er met zes
straten ook bekaaid af, net als Tobias Asser (vrede 1911), Willem Einthoven
(fysiologie 1924) en Christiaan Eijkman (fysiologie 1929). Asser heeft wel meer
lanen dan de anderen, ondermeer in Den Haag en Berkel-Enschot.
Red.: Waarom deze minachting? Het laat zich simpel
raden: het zijn bijna allemaal natuurwetenschappers!
Wat we tot nu toe hebben laten zien is het beleid van de huidige bestuurlijke
elite, een beleid dat volkomen duidelijk allemaal niet alleen niet gaat werken,
maar sterk contraproductief is. De andere kant is dan de vraag naar een belid
dat wel werkt. Oftewel: Hoe kan een overheid innovatie wel stimuleren?
Daarvoor is de stap van toegepast naar wetenschappelijk onderzoek eigenlijk
niet eens nodig. Er zijn slechts twee veel simpelere stappen nodig.
De eerste stap bestaat uit gewoon uit de uitleg van de term "innovatie" zelf.
Die zegt namelijk: iets nieuws maken. Iets creëren, dus. En iedereen, echt
iedereen, weet dat voor het maken van iets nieuws, voor creativiteit, geen
regels zijn op te stellen. Met regels iets nieuws maken kan niet, want het zit
al in de regels en is dus niet nieuw. Creativiteit, weet ook iedereen, ontstaat
in vrijheid. De goede ideeën ontstaan heel vaak op momenten van ontspanning.
Creativiteit ontstaat heel vaak op het grensvlak van gebieden, en bij
diversiteit
.
Bij mensen die met dingen aan het spelen zijn.
Wat politici, bestuurders en bazen van multinationals met hun pogingen tot
regulering doen, is dus precies het omgekeerde van het sturen op creativiteit,
op innovatie. Niet dat je op onbeperkte ongeregeldheid zou moeten mikken, maar
wat men nu doet werkt in ieder geval niet. Mede omdat het voortkomt uit een
verkeerde mentaliteit.
De tweede stap is slechts vast te stellen op welk terrein je wenst te
innoveren. Nou, dat is simpel: het moet economische betekenis hebben. Materiële
opbrengst genereren. Verhandelbare producten opleveren. Welvaart verhogen.
Allemaal uitkomende op: het gaat over techniek en natuurwetenschappen. Dus wie
moeten er tot innovatie gestimuleerd worden: natuurwetenschappers
.
Bèta's.
En ten opzichte van bèta's doen politici, bestuurders en bazen van
multinationals precies het omgekeerde: minder geld geven, beperken in
mogelijkheden, en kleineren: Ben je bezig met nieuwe technieken voor
zonnecellen? Je onderzoeksgeld wordt je afgenomen, en gegeven aan mensen die
voor de tiende keer het werk van Middeleeuws dichteres Hadewych interpreteren,
en onder de noemer van "genderstudies" wetenschappelijk vaststellen dat het
verschil tussen man en vrouw bepaald wordt door de kleur sokjes die de baby in
de wieg aankrijgt
.
Wat gaat er dus komen van innovatie in Nederland? Niets, tenzij een de
mentaliteit van een groot deel van besturend Nederland, in de breedste zin,
wijzigt. Wat vrijwel onmogelijk is, want de praktijk wijst uit dat je mensen je
nauwelijks tot niet verandert na hun kindertijd. Dan moet het dus maar, als je
het echt wil, of volgende de Wet van Planck
(Wikipedia): "Nieuwe ideeën vinden geen ingang doordat mensende nieuwe ideeën
overnemen, maar doordat degenen die de oude ideeën aanhangen uitsterven".
Wil je dus snel aan innovatie doen, is er in de praktijk vermoedelijk slechts
één enkele oplossing: vervanging van een groot deel van besturend Nederland.
|