Innovatie, Nederland en cultuur

Innovatie is de bron van beschaving. Homo erectus was ten opzichte van zijn voorgangers een groot succes, en hij verspreidde zich dan ook over de hele wereld - gebruik makende van één van zijn nieuwe prestaties: de vuistbijl. Voorgangers hadden ook wel zoiets, maar dat was toch veel primitiever. De erectus-bijl was dus een typisch menselijke prestatie, zou je zeggen. Toch is hier ook iets heel onmenselijks aan: homo erectus, ontstaan ongeveer anderhalf miljoen jaar geleden, gebruikte van een miljoen jaar later nog steeds vrijwel dezelfde soort bijl.
    De homo erectus kon dus meer dan zijn voorgangers, maar miste een essentieel element aan het mens-zijn: de mogelijkheid tot innovatie.
    De homo erectus zijn circa een hal miljoen jaar geleden uitgestorven, maar zijn genen zijn nog duidelijk in homo sapiens aanwezig. Zo zijn er hele volksstammen (letterlijk) die innovatie systematisch afzweren, en in plaats daarvan als een erectus vasthangen aan het steen van diverse goden. Eigenlijk is de innovatie die met het mens-zijn wordt geassocieerd alleen merkbaar boven het erectus-niveau in de westerse cultuur.
    Maar ook binnen die westerse cultuur is het betrekkelijk zeldzaam, want ook daar zijn de meeste mensen nog gelovig. En onder de niet-gelovigen is er weer een andere kennelijk onoverkomelijke hinderpaal: het alfa-denken. Voor wie die term niet kent: die staat beschreven hier - kort samengevat: de alfa's zijn schrijvers, acteurs, kunstenaars in het algemeen, filosofen, politici, bestuurders , enzovoort. Kortom: vrijwel iedereen die wat in de maatschappij te betekenen heeft. Eigenlijk zou het makkelijk geweest zijn om met het omgekeerde te beginnen: Wie zijn niet alfa's?" Antwoord: "Bèta's'. Waarna je de bijna universele reactie meteen kan invullen: "Bah!". Met als enig substantiële alternatief: "Eng!". Oh ja, er zijn ook nog gamma's, maar als je dat wat specifieker maakt, weet je meteen aan welke kant die staan: antropologen, sociologen, juristen, economen ... Allemaal geloven ze net zo hard in hun eigen sprookjes en verzinsels als alfa's - zoals zo'n voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Wim van der Donk, die in 2008 beweert dat er geen objectiviteit bestaat


Uit: De Volkskrant, 06-10-2007, door Amanda Kluveld

Stelling: Plasterk moet niet zo preuts zijn

Dit is losbandig beleid op basis van opinies,

Minister Plasterk schrijft in de Emancipatienota dat het publieke debat over de seksualisering van de samenleving langs preutse conservatieve en vrijgevochten liberale lijnen verloopt. Hij baseert die stelling niet op onderzoek, maar dat is, blijkens het laatste WRR-advies, niet nodig. Wie vraagt om cijfers, voorbeelden en onderzoek krijgt van de voorzitter van de WRR, Van de Donk, te horen dat wetenschap subjectief is. Deze subjectiviteit ontslaat kennelijk eenieder van het streven naar objectiviteit en gedegen onderzoek.    ...


Red.:   En in de sprookjes en verzinsels van de alfa's zit even weinig verandering en ontwikloieng als in de vuistbijlen van de erectus.
    Deze stand van zaken is ook binnen de westers wereld niet overal hetzelfde. Er zijn landen waar er minder en meer erectus-denken is. Nederland is een vrijwel totaal alfa-land, en een  bastion voor de homo erectus. Zodra je in Nederland ook maar enige neiging tot bèta-denken vertoont, verstoot de erectus je naar de randen van de maatschappij.
    Hoe kan het dan dat er in de westerse landen, en zelfs in Nederland, toch nog sprake is van technologische vooruitgang - van innovatie. Dat is simpel: dat is omdat de bèta's, die voor de innovatie zorgen, hun werk gewoon te leuk vinden om op hun verbanning op de passende manier te reageren: de alfa-erectus in zijn stront te laten zakken .
    Omdat de voordelen van die bèta-innovaties voor iedereen zichtbaar zijn, en de alfa's routineuze sprookjesvertellers, acteurs, politici en bestuurders zijn, beweren deze alfa's met grote regelmaat dat ze voor innovatie zijn. Hieronder zullen we laten zien dat het een grote stroom leugens is. In daden doen ze alle mogelijke moeite om alles dat tot innovatie leidt tegen te houden. Dat komt omdat vrijwel wat tot innovatie leidt tot het bèta-denken behoort. En van bèta-denken hebben ze de grootst mogelijke afkeer .
    Voor het kleine aantal mensen dat bereid is over dit soort zaken iets meer te lezen dan twee alinea's hoeft er maar een enkele term genoemd te worden om dit te illustreren: "Innovatieplatform". Ingesteld een jaar of tien terug, en onder leiding van de premier en directeuren van multinationals, is er in die tien jaar letterlijk niets bereikt. Totaal niets.
    En het heeft totaal geen zin iets dergelijks te ondernemen. Want wat er moet veranderen, is de mentaliteit in Nederland. Een mentaliteit die hieronder in detail wordt geschetst en geïllustreerd:


Uit: De Volkskrant, 12-07-2010, door Brian Lauret, docent

Nederland vereert de middelmaat en domheid

Het voormalige Organon in Oss stuurt de helft van zijn werknemers de laan uit. Na jaren in dienst te zijn geweest als onderzoeker worden ze afgedankt door het moederbedrijf in de VS. Dat dit voor de betrokkenen en voor Oss een tragedie is, staat buiten kijf. Wat we ons minder realiseren, is dat het ook voor Nederland een tragedie is. En deze tragedie zal een trend inluiden waarbij voornamelijk buitenlandse op kennis gebaseerde bedrijven besluiten dat Nederland toch niet het geschiktste land is voor een wetenschappelijk bedrijf.  ...


Red.:   Niet geheel juist, want het Amerikaanse bedrijf neemt dit besluit op geheel andere overwegingen - volgens eigene zeggen naar aanleiding van efficiency ("concentratie van activiteiten"), maar ook andere overwegingen kunnen een rol spelen, bijvoorbeeld Amerikaanse belangen.

  Nederland probeert zich al jaren halfslachtig te presenteren als kenniseconomie. Dit gaat steeds meer lijken op een running gag. Telkens wanneer we een politicus horen bazelen over Nederland als kenniseconomie gniffelen we om de leegheid of het gebrek aan realisme ervan. Nederland heeft namelijk helemaal geen kenniseconomie ...

Dit sentiment is begrijpelijk, maar ook niet helemaal juist. Er zijn best nogal wat mensen die in dit soort zaken wel hun best doen. Wat wel juist is, en daar doelt Lauret ongetwijfeld op, is deze mensen in het geheel  niet gestimuleerd of zelfs gefaciliteerd worden.

  ... of zelfs maar een kenniscultuur.

Maar dit is bijna 100 procent accuraat. Net als veel van het volgende

  Nederland vereert de middelmaat en de domheid.

Want het is niet zo zeer dat dit expliciet wordt gedaan, als wel de bekende omgekeerde versie van het vlakgemaakte maaiveld.
    Maar waar het echt mis gaat is niet in de zaken qua sfeer, als wel de praktische handelingen:

  Hoe moeten we anders uitleggen dat een land dat zegt kennis te willen stimuleren, uit hoognodige bezuinigingsdrift toch het volgen van een studie duurder moet maken, maar wel een peperduur internationaal voetbaltoernooi wil organiseren?

Inderdaad: een glasheldere keuze van prioriteiten.

  Het aanhaken bij de kleingeestige middenmoot blijkt ook uit de wijze van campagne voeren. Lijsttrekkers schuiven aan bij RTL Boulevard om te kakelen over de kledingkeuze van Kim Holland, ze bezoeken de Libelle Zomerdagen om het beste merk stofzuiger uit te kiezen en ze komen bij De wereld draait door een liedje zingen.

Tegen deze zaken is op zich weinig in te brengen - waar wat tegen in te brengen is, dat men een aantal andere zaken niet doet:

  Natuurlijk krijgt een volk de politici die het verdient. Voor de meeste Nederlanders zijn wetenschappers geen mensen die veel aanzien hebben, terwijl we aan deze ‘witte jassen’ wel onze grote technologische verworvenheden te danken hebben. Toch worden wetenschappers gezien als duur betaalde hobbyisten die met fruitvliegjes spelen en ons willen aanpraten dat we minder benzine moeten gebruiken. Er zijn niet veel Nederlanders voor wie een wetenschapper een idool is. Hoe hartverwarmend en hoopgevend zou het niet zijn wanneer Nederlandse kinderen Stephen Hawking, Madame Curie of Charles Darwin als hun grote voorbeeld zagen in plaats van Wesley Sneijder, Jan Smit of een andere (ex-)geliefde van Yolanthe Cabau van Casbergen?

Een dit is toch kennelijk een keuze van prioriteiten. Wat men kennelijk niet wil, is dit:

  Het intellectueel stimuleren van de jeugd zou de voornaamste zorg van de overheid moeten zijn wanneer het de bedoeling is om van Nederland een kenniseconomie te maken. Hoe kunnen we ooit een dergelijke economie doen ontstaan wanneer de jeugd niet gestimuleerd wordt om kennis te zien als een groot goed en een groots streven?
    Ook de nog altijd bestaande scheiding tussen openbare en bijzondere scholen is mij een doorn in het oog. Hoe kan een land dat een kenniseconomie zegt te willen zijn, toestaan dat een deel van de jeugd naar scholen gaat met wereldvreemde opvattingen? Dat de schoolstrijd überhaupt resulteerde in het subsidiëren van religieus onderwijs is erg, dat het nog steeds bestaat, is belachelijk.

Lees voor het politiek-correcte 'wereldvreemde opvattingen', "opvattingen die regelrecht strijdig zijn met wetenschappelijk denken en innovatie"- oftewel: religie in het algemeen en islam in het bijzonder .
    Maar religie is slechts een extreme vorm van een algemeen verschijnsel dat dodelijk is voor wetenschap en innovatie, namelijk het verschijnsel van de ideologie.

 

We lezen wel eens dat Nederland onbestuurbaar is geworden. Dit is sterk overdreven, maar ik denk wel dat het sierlijke Nederlandse zeilschip waar we in het verleden zo trots op konden zijn, steeds verder afgetuigd wordt tot een moeizaam voortgepeddeld vlot met een bemanning zonder eindhaven voor ogen.

Wat alhier natuurlijk meteen de associatie oproept met Das Narrenschiff van Sebastian Brant , en wel in het bijzonder:  "Als Petrus opent de hemelpoort, vaart 't schip der dwazen nog ongestoord" .
    En bij dit artikel bleef het niet - er kwam nog een essentiële aanvulling:


Uit: De Volkskrant, 17-07-2010, door Evert van der Schee, oud-natuurkundedocent aan de TH-Rijswijk

'Ongecijferde' is norm der dingen

De auteur is oud-docent natuurkunde aan de TH Rijswijk. Hij stoort zich aan het kokette vertoon van ‘ongecijferdheid’: de gretige erkenning altijd slecht in wiskunde te zijn geweest. Deze tot norm verheven houding is typerend voor de Nederlandse dictatuur van de middelmatigheid.

In de rubriek Opinie & Debat van 12 juli deed Brian Lauret voor ons een uit het hart gegrepen constatering: ...
    Waar hij niet op in ging ... is hoe het toch in godsnaam mogelijk is dat Nederland tot die verering is gekomen. Wat zit daar achter? Het antwoord luidt: de overheid heeft zichzelf slachtoffer gemaakt van ongecijferdheid.
    Met ongecijferdheid bedoel ik niet dat je slecht kunt cijferen of zo nu en dan een fout maakt in een berekening of een factor tien in een schatting mis zit. Nee, het verwoordt het droevig stemmende onbenul dat wordt gedemonstreerd wanneer ‘het cijfers betreft’, of, algemener, wanneer het bèta-denken in het geding komt. Ongeletterdheid betekent ook niet dat men niet foutloos kan schrijven. Spelling kan behoorlijk lastig zijn. Niemand zal echter op een verjaardag durven toegeven dat hij of zij nooit een roman leest. Niemand wil toch ongeletterd zijn?
    Maar in een beschaafd gezelschap kun je rustig zeggen: ‘ik had altijd een onvoldoende voor wiskunde’. Herkenning en vertedering zullen je deel zijn. Ik wil hier niet de gezonde animositeit tussen de alfa’s en de bèta’s aanwakkeren. Een goede leerling maakt een bewuste positieve keuze, en is redelijk tot goed in de ‘andere’ vakken. Een slechte leerling is overal zwak in. Maar de middelmaat maakt een negatieve keuze. Ze zet zich af, voornamelijk tegen bèta-achtige denkpatronen. Die keuze komt voort uit geestelijke luiheid en gemakzucht. Ongecijferdheid is een kenmerk van deze grauwe middelmaat.
    Juist deze ongecijferden nemen maatschappelijke sleutelposities in. Daar geven zij gestalte aan de dictatuur van die middelmaat. Zij bevolken in groten getale de ministeries ...


Red.:   Uitgebreid behandeld en geïllustreerd hier  :

 

zij worden beleidsmedewerkers en onderwijs(des)kundigen die kennis tot een vies woord en vaardigheden heilig verklaren. ...

En tot een bijna totale ondergang van de kennis en kwaliteit in het onderwijs, zoals uitgebreid behandeld en geïllustreerd hier  .

 

Ongecijferdheid tast het gezonde verstand aan. Ze verheft pseudowetenschappen tot zaligmakend. Het stompt af en manifesteert zich als een hersenaandoening. Daarin schuilt het gevaar.

Zoals uitgebreid behandeld en geïllustreerd hier  .
    Dit altijd al een kenmerk van Nederland is geweest - bestuurlijk Nederland zag Nederland als een diensteneconomie - een economie die denkt te kunnen leven op het elkaar verkopen van hypotheken . Maar het lijkt steeds erger te worden.
    De gevolgen zijn voorspelbaar en meetbaar:


Uit: De Volkskrant, 14-04-2011, van verslaggever Wouter Keuning

Nederland zakt uit top-10 van innovatielanden

De concurrentiekracht van Nederland op het vlak van ict is voor het vierde jaar achtereen afgenomen. Nederland is hiermee wereldwijd uit de top-10 van ict-voorlopers gezakt.
    Dit blijkt uit het Global Technology Report, dat het World Economic Forum (WEF) samen met de Franse managementopleiding Insead dinsdag voor de tiende keer publiceerde.
    Dit uitgebreide onderzoek neemt niet alleen de feiten over de stand van de voorzieningen en het gebruik ervan mee, maar ook bevindingen uit interviews met beleidsmakers en politici. Nederland blijkt met zijn elfde plaats inmiddels fors achter te lopen bij min of meer vergelijkbare landen als Denemarken (nummer 7) en Zweden (nummer 1) . ...


Red.:   Wat in versterkte mate geldt voor het "hart" van de Nederlandse economie:


Uit: De Volkskrant, 05-07-2011, van verslaggever Robert Giebels

Onderzoek TNO economische groei van Europese grootstedelijke regio's

Randstad boert goed in crisis, maar is te eenzijdig

De Randstad is in vergelijking met andere Europese grootstedelijke regio's goed uit de financiële crisis gekomen. In grootte en economische groei is het van de twintig grootste regio's de nummer vijf. Die hoge positie staat wel onder druk. Want de Randstad is een eenzijdige diensteneconomie. En nergens dalen de investeringen in innovatie zo sterk.
    Dat staat in de Randstad Monitor 2010-2012 van onderzoeksinstelling TNO.  ...


Red.:   Wat natuurlijk ook naar buiten toe uitwerkt:


Uit: De Volkskrant, 16-07-2011, van en verslaggever

'Buitenland kan hier meer investeren'

Nederland heeft vorig jaar meer buitenlandse investeringen aangetrokken, maar de groei in andere Europese landen was veel hoger. Dat blijkt uit jaarlijks onderzoek van Ernst & Young dat vrijdag werd gepresenteerd.
    Het aantal nieuwe buitenlandse investeringen in Nederland kwam vorig jaar op 115 uit, 6,5 procent meer dan een jaar eerder. Gemiddeld haalden de Europese landen 14 procent meer buitenlandse investeringsprojecten binnen. In Duitsland ging het aantal buitenlandse projecten met eenderde omhoog en in België met bijna 9 procent. Het Verenigd Koninkrijk haalde net als in 2009 de meeste investeringen binnen.
    Buitenlandse bedrijven zijn over het algemeen positief over het Nederlandse vestigingsklimaat. Ze roemen de uitstekende logistieke infrastructuur en het stabiele politieke klimaat. Toch loopt Nederland volgens Ernst & Young onnodig veel investeringen mis omdat het zich te weinig richt op onderzoek en ontwikkeling. ...


Red.:   Het beleid dat tot deze trends leidt strekt zich uit over de hele maatschappij, tot in die plaats waar je het minst zou verwachten:


Uit: De Volkskrant, 20-06-2011, hoofdredactioneel commentaar, door Martijn van Calmthout

Valse tegenstelling

...    Op zich kan er weinig worden ingebracht tegen de poging om een aantal sleutelsectoren in de Nederlandse economie slim, efficiënt en duurzaam te houden of maken. Juist Nederlandse bedrijven, ook in de topsectoren, hebben decennialang bezuinigd op R&D. ...


Red.:   Verbijsterend. Ze weten dat ze er van afhankelijk zijn, want China maakt gewone dingen goedkoper. Maar de leiding van die bedrijven, voornamelijk gevuld met alfa's (ook de economen zijn dat!), heeft een dusdanige afkeer van bèta's, dat ze ze ook in het bedrijf geen enkele macht dus zo weinig mogelijk geld en mogelijkheden willen geven uitleg of detail . En als er al eens een bèta verschijnt, heeft die, door de strijd met de overmacht aan alfa's, al de kenmerken daarvan moeten aannemen.
    En wat vindt u van deze:


Uit: De Volkskrant, 21-06-2011, van verslaggever Wilco Dekker en Carlijne Vos

'Speciale ombudsman voor innovatie nodig'

Om de innovatie echt te stimuleren moet er een ombudsman voor ondernemers komen. Die moet vooral optreden tegen grote bedrijven die concurrentie willen frustreren.
     Dat stelt hoogleraar innovatiebeleid Bart Nooteboom van de Universiteit van Tilburg naar aanleiding van de plannen van minister Verhagen voor innovatie. Die plannen voor de negen 'topsectoren' werden afgelopen vrijdag gepresenteerd.
    'De regelgeving van de overheid is een bekend probleem. Maar over het frustreren van innovatie door grote bedrijven hoor je nooit iets. Terwijl het wel gebeurt. Nieuwe vindingen en doorbraken kunnen bedreigend zijn voor de bestaande partijen', zegt Nooteboom.  ...


Red.:    Een van de vele voorbeelden in dit verband zijn de ervaringen van uitvinder van de stofzakloze stofzuiger, James Dyson uitleg of detail (Wikipedia), die bij alle fabrikanten de deur heeft platgelopen.
    Maar zelfs de innovatie die ze al binnen hebben, geven ze zo weer weg:


Uit: De Volkskrant, 13-11-2010, door Ruud Schropp, teamleider van het zonnecelonderzoek aan de Universiteit Utrecht.

Nederland verkwanselt kennis over zonnecellen

Na het verpletterende nieuws over Organon, lijkt Nederland alle tot nu toe vergaarde kennis op het gebied van innovatieve zonnecellen van de hand te willen doen. Kort na elkaar maken twee energiebedrijven, Nuon en Delta, bekend uit de productie van zonnecellen te willen stappen.
    Bij de dochters van beide bedrijven, Helianthos en Solland Solar, worden Nederlandse vindingen tot ontwikkeling gebracht. Nu ziet het ernaar uit dat we alle innovatieve zonnecelontwikkeling gaan kwijtraken aan het buitenland, tegelijk met de kennisrechten, de hoogwaardige arbeidsplaatsen, en de grote potentie aan revenuen.   ...


Red.:   Een grappige illustratie is ook de volgende gesprokene, uit de mond van één van de meest hooggeachte Nederlandse ondernemers: Ben Verwaayen, bij Buitenhof 08-05-2011 uitleg of detail met prietpraat in het algemeen, en over innovatie (kort maar krachtig) in het bijzonder. Peter van Ingen (parafraserend): "Op die manier wordt al tien jaar over innovatie gepraat". Verwaayen (parafraserend): "Maar nu gaan we echt wat doen" (hetzelfde wat de afgelopen tien jaar is gezegd).
    Maar de absolute top aangaande de tegenwerking van de innovatie zit natuurlijk daar waar de alfa's het sterkst zijn: in het bestuur van het land . Goed kunnen praten ("lullen") is daar dé kerncompetentie - wat genoeg zegt. Een enkel voorbeeldje:


Uit: De Volkskrant, 06-07-2009, door Michael Persson

‘Ik wist niet dat energie zo’n wezenlijk issue is’

Maria van der Hoeven, minister van Economische Zaken,
...

Deze week werd in Qatar besloten dat Nederland waarnemend lid wordt van het forum van gasexporterende landen (GECF). ...


Red.:   Verbijsterend.
    Vanuit deze hoek is nu, in 2011 door een nieuw rechts kabinet een nieuw innovatiebeleid geformuleerd. Rechts is ook direct verbonden met de bestaande economische machten, die maar één doel hebben: zo veel mogelijk geld persen uit de producten die deze hebben, en die onderzoek zien als een dure en voor hun bonus hinderlijke kostenpost. En innovatie is onderzoek. Dus komt er dit uit:


Uit: De Volkskrant, 12-03-2011, door Michael Persson, redacteur van de Volkskrant

Revolutie van de gevestigde orde

Deze week heeft het kabinet de negen 'boegbeelden' bekendgemaakt van het nieuwe industriebeleid. De negen moeten de ideeën gaan bedenken om de eerder aangewezen 'cruciale sectoren van de economie' te versterken.   ...
    In zijn aankondiging van de topgebieden, vorige maand, schreef Verhagen nog dat ondernemers de essentie vormen van de economie. Dat hij nu vooral de eeuwige captains of industry heeft benoemd ...


Red.:   Precies dezelfde lui als uit dat "We gaan nu echt wat doen"-Innovatieplatform van tien jaar lang niets-doen. Dit soort lui:

 

Dat hij nu vooral de eeuwige captains of industry heeft benoemd getuigt weer van het klassieke misverstand dat topmannen ook topondernemers zijn. Topmannen zijn mannen die in grote bureaucratische organisaties boven zijn komen drijven door vooral geen gekke dingen te doen.


Met een aardig specifiek voorbeeld:
 

Als er één wereld is die moet veranderen, dan is het die van de energievoorziening. Opmerkelijk is daarom de benoeming van Jeroen van der Veer (Energie) en Rein Willems (Chemie), ex-Shell. Dat bedrijf heeft de afgelopen jaren wel pogingen gedaan de wereld te veranderen, maar is daar vooral weer mee opgehouden. Zonnecellen: mee gestopt. Windmolens: mee gestopt. Algen: mee gestopt. Shell doet alleen nog dingen die passen bij zijn bestaande vaardigheden, zei Van der Veer, vlak voor zijn afscheid.


En drie keer raden waar het geld voor dit beleid vandaan komt (want extra geld investeren kan niet, want dat kan alleen door de belastingen te verhogen, en dat zou ten koste gaan van wat minister Verhagen, directeur Van der Veer en groepsgenoten kunnen graaien):
 

Uit: De Volkskrant, 20-06-2011, hoofdredactioneel commentaar, door Martijn van Calmthout

Valse tegenstelling

In de praktijk zal blijken dat veel onderzoek dat fundamenteel heet, net zo goed toegepast kan worden genoemd.

Halen wetenschappers hun neus op voor economisch nut? In de discussies die de laatste weken worden gevoerd tussen de Nederlandse wetenschap en de industrie, lijkt het er soms op. Minister Verhagen vertrouwt de wetenschap duidelijk niet. Hij eist dat jaarlijks 350 miljoen euro voor fundamenteel onderzoek wordt verdeeld in samenspraak met de industrie.  ...


Red.:   Kortom: het geld voor toegepast onderzoek, innovatie, wordt gehaald bij fundamenteel onderzoek - wetenschap. terwijl iedereen (althans: iedereen met enig verstand) weet dat toegepast onderzoek is gebouwd op fundamenteel onderzoek:

  Wetenschap, toegepast of vrij en fundamenteel, heeft hoe dan ook nut voor de samenleving. Dat verhaal moet de wetenschap vertellen. En dat moeten serieuze industriëlen ook inzien.

Dat laatste is een serieus misverstand: serieuze industriëlen kunnen dat niet inzien, want die serieuze industriëlen zijn, algemeen erkend, verblind door de zucht maar naar één enkel ding: de hoogte van wat ze kunnen graaien. Zoals blijkt uit de rest van hun beleid en maatregelen. Als eerste in gewoon het geld dat wordt weggehaald bij bèta-onderzoek aan de universiteiten:
 

Uit: De Volkskrant, 02-07-2011, door Maarten Evenblij

Wegbezuinigd bij heldere hemel

De Nederlandse bètafaculteiten zuchten onder de ene na de andere reorganisatie. Vooral in Utrecht, waar de decaan zegt met de rug tegen de muur te staan, wordt drastisch gesnoeid.
...

Tussenstuk:
Randstaduniversiteit

De voortdurende bezuinigingen en de overheveling van structureel geld (eerste geldstroom) naar onderzoekgebonden onderzoek via NWO (tweede geldstroom) zetten de bijl aan de wortels van het universitaire systeem.


Red.:
   En de tweede is de systematische onderfinanciering van het bèta-onderzoek:

  Net als anderen ziet [prof. Ruud, red.] Schropp dat de bezuinigingen op de bètafaculteit verder gaan dan alleen het teruglopen van de rijksbijdragen voor de eerste geldstroom waarmee de structuur van de universiteit wordt gefinancierd. 'Het is ook beleid van het college van bestuur. Bij teruglopende middelen is het apparatuurintensieve en experimentele onderzoek een gemakkelijk slachtoffer. En dat terwijl we Nederland als innovatieland promoten.'
    Ook omdat er weinig bètastudenten zijn - vergeleken met bijvoorbeeld economie, bestuurskunde en psychologie - zijn de bètafaculteiten een relatief gemakkelijke prooi. De Utrechtse emeritus evolutiebioloog dr. Gerdien de Jong spreekt zelfs van 'perverse prikkels'. 'De toestand is het gevolg van de financiering per student door het ministerie van OCW en het beleid van het college van bestuur dat ongunstig is voor studierichtingen met weinig studenten, zoals in de bètafaculteit. Weliswaar krijgen de bètarichtingen iets meer geld per student, maar al decennialang is dat feitelijk te weinig.' En, voegt De Jong daaraan toe, 'onderzoek speelt bij het college van bestuur geen rol in de besluitvorming.'    ...

Het resultaat:
   prof. dr. Gerrit van Meer ... de decaan van de bètafaculteit van de Universiteit Utrecht. ...
     ... Vorige week presenteerde de in januari aangetreden Van Meer een voorlopig plan voor een dramatische bezuiniging. De komende vijf jaar verdwijnen bij de bètafaculteit 107 van de 628 arbeidsplaatsen en hele groepen worden geschrapt. Daaronder het vermaarde Sterrenkundig Instituut Utrecht, Natuurwetenschap & Samenleving van hoogleraar Wim Turkenburg, Paleoecologie en Biomariene Wetenschappen en het onderzoek aan zonnecellen; (internationaal) erkende topgroepen.

Oftewel: kaalslag.
    En ten tweede is de minachting voor onderzoek en innovatie te zien bij de regulering van het wetenschappelijk onderwijs:


De Volkskrant, 28-10-2010, door Niek van der Leer en andere studentvertegenwoordigers.

Kabinet is ramp voor bèta en techniek

Het kabinet-Rutte wil Nederland tot de top-5 kenniseconomieën laten behoren en de adviezen in het rapport van de commissie-Veerman uitvoeren. Investeren in techniek en innovatie is daartoe essentieel en onvermijdelijk. Toch worden juist de technische studies snoeihard aangepakt.
    Zomaar drie citaten uit het rapport van Veerman: ‘Extra zorgelijk is dat het aantal Nederlandse afgestudeerden in bèta en techniek ver beneden het Europese gemiddelde ligt’, ‘De aansluiting op de arbeidsmarkt is goed behalve bij bèta- en techniek afgestudeerden waar aanhoudende tekorten zijn’ en: ‘Én met het oog op de internationale concurrentiepositie én met het oog op de benodigde kwaliteit, moet de overheid zorg dragen voor een adequate financiering inclusief – waar nodig – verlenging van de master’. De voorgenomen maatregelen staan meer dan eens lijnrecht tegenover de aanbevelingen van Veerman.
    Zo wil het kabinet voor masterstudenten de studiefinanciering vervangen door een leenstelsel. Studenten die een tweejarige master volgen (zoals bij alle bèta-masters het geval is) worden zodoende met een dubbel zo hoge studieschuld opgezadeld dan studenten met een eenjarige master. Daarnaast zouden studenten die meer dan één jaar vertraging oplopen liefst 3.000 euro extra collegegeld moeten betalen. Ook hier is geen rekening gehouden met de langere studieduur van bètaopleidingen. Technische studenten moeten nu – als zij de boete willen ontlopen – per jaar gemiddeld meer punten halen dan andere studenten. Het volgen van een technische studie wordt zodoende louter ontmoedigd en het tekort aan ingenieurs zal alleen maar toenemen.
    Het kabinet prijst enerzijds het rapport van Veerman, maar holt dat anderzijds uit tot een selectie van aanbevelingen die binnen de bezuinigingen past. Van investeringen is geenszins sprake: de student gaat meer betalen en universiteiten krijgen minder geld per student. Juist die studies die extra aandacht verdienen zijn de grootste verliezer. Het regeerakkoord is niets minder dan een ramp voor ‘kenniseconomisch’ Nederland.


Red.:   Hetgeen ook geldt voor alle andere tijd- en/of mogelijkheden beperkende maatregelen aangaande studie, omdat een studie in de natuurwetenschappen moeilijker is dan die in andere vakken, en bovendien een redelijk vastomlijnde hoeveelheid kennis en vaardigheden bevat.
    Hoe kan het dat een hele klasse aan bestuurders en politici beweerd zich in te spannen voor onderzoen en innovatie, en beweert van Nederland een kenniseconomie te maken, en toch precies het tegenovergestelde doen? dat is simpel: met hun verstand weten ze dat technologie, innovatie en een kenniseconomie belangrijk zijn voor het land, maar zodra ze voor specifieke beslissingen komen te staan, nemen ze die grotendeels met hun gevoel en instinct uitleg of detail . En die gevoelens en instincten zijn die van alfa's. Van een groep die een ingekankerde afkeer heeft naar alles wat neigt naar werkelijkheidswaarde, objectiviteit, en rationaliteit. Omdat die zaken de vrije keuze, het sjoemelen en het materiële eigenbelang in de weg zitten uitleg of detail . Een instinctieve afkeer die niet vaak expliciet naar voren komt, maar uit voorgaande gedrag en nevenverschijnselen valt af te leiden uitleg of detail :


Uit: De Volkskrant, 15-06-2011, van verslaggever Martijn van Calmthout

Nobelprijs laat Nederland koud

Weinig straten en pleinen zijn vernoemd naar de 19 Nobelprijswinnaars uit Nederland. Museum Boerhaave opent een eregalerij. Dat is ook een protest tegen de bezuinigingen.

Nederland heeft niet bijster veel op met zijn Nobelprijswinnaars, afgaande op de straatnaamregisters . Alleen naar fysicus Hendrik Lorentz (winnaar in 1902) zijn in het hele land straten, pleinen, wegen, lanen en kades vernoemd. Acht van de negentien Nederlandse Nobelprijswinnaars ontbreken helemaal in het straatbeeld.   ...
    Een inventarisatie van straatnaamregisters verraadt dat, met uitzondering van Lorentz, de Nobelprijswinnaars in Nederland geen echte heldenstatus hebben. Sommige laureaten hebben nog een zekere plaatselijke status in hun woonplaats, zoals Frits Zernike (1953) in Groningen. ...
    Buiten die speciale wijk zijn Nobelprijswinnaars bijzonder dun gezaaid en is econoom Jan Tinbergen de laatste winnaar die nog enigermate voorkomt. Diens broer en bioloog Niko (1973) heeft geen enkele straat of laan. De Van der Meerstraten in bijvoorbeeld Haarlem en Nijkerk zijn hooguit naamgenoten van de onlangs overleden deeltjesfysicus Simon van der Meer (1984). Hetzelfde geldt voor 't Hooft in Klundert en de Veltmanlaan in Weiteveen.
    Hendrik Lorentz is koploper, met zeker 34 naamsvermeldingen, inclusief vier pleinen. Daarna volgen Heike Kamerlingh Onnes (1913) en Diederik van der Waals (1910), ook exponenten van de zogeheten Tweede Gouden Eeuw van de Nederlandse wetenschap.
    Lorentz' medewinnaar Pieter Zeeman (1902) komt er met zes straten ook bekaaid af, net als Tobias Asser (vrede 1911), Willem Einthoven (fysiologie 1924) en Christiaan Eijkman (fysiologie 1929). Asser heeft wel meer lanen dan de anderen, ondermeer in Den Haag en Berkel-Enschot.


Red.:   Waarom deze minachting? Het laat zich simpel raden: het zijn bijna allemaal natuurwetenschappers!

Wat we tot nu toe hebben laten zien is het beleid van de huidige bestuurlijke elite, een beleid dat volkomen duidelijk allemaal niet alleen niet gaat werken, maar sterk contraproductief is. De andere kant is dan de vraag naar een belid dat wel werkt. Oftewel: Hoe kan een overheid innovatie wel stimuleren?

Daarvoor is de stap van toegepast naar wetenschappelijk onderzoek eigenlijk niet eens nodig. Er zijn slechts twee veel simpelere stappen nodig.

De eerste stap bestaat uit gewoon uit de uitleg van de term "innovatie" zelf. Die zegt namelijk: iets nieuws maken. Iets creëren, dus. En iedereen, echt iedereen, weet dat voor het maken van iets nieuws, voor creativiteit, geen regels zijn op te stellen. Met regels iets nieuws maken kan niet, want het zit al in de regels en is dus niet nieuw. Creativiteit, weet ook iedereen, ontstaat in vrijheid. De goede ideeën ontstaan heel vaak op momenten van ontspanning. Creativiteit ontstaat heel vaak op het grensvlak van gebieden, en bij diversiteit . Bij mensen die met dingen aan het spelen zijn.

Wat politici, bestuurders en bazen van multinationals met hun pogingen tot regulering doen, is dus precies het omgekeerde van het sturen op creativiteit, op innovatie. Niet dat je op onbeperkte ongeregeldheid zou moeten mikken, maar wat men nu doet werkt in ieder geval niet. Mede omdat het voortkomt uit een verkeerde mentaliteit.

De tweede stap is slechts vast te stellen op welk terrein je wenst te innoveren. Nou, dat is simpel: het moet economische betekenis hebben. Materiële opbrengst genereren. Verhandelbare producten opleveren. Welvaart verhogen. Allemaal uitkomende op: het gaat over techniek en natuurwetenschappen. Dus wie moeten er tot innovatie gestimuleerd worden: natuurwetenschappers . Bèta's.

En ten opzichte van bèta's doen  politici, bestuurders en bazen van multinationals precies het omgekeerde: minder geld geven, beperken in mogelijkheden, en kleineren: Ben je bezig met nieuwe technieken voor zonnecellen? Je onderzoeksgeld wordt je afgenomen, en gegeven aan mensen die voor de tiende keer het werk van Middeleeuws dichteres Hadewych interpreteren, en onder de noemer van "genderstudies" wetenschappelijk vaststellen dat het verschil tussen man en vrouw bepaald wordt door de kleur sokjes die de baby in de wieg aankrijgt .

Wat gaat er dus komen van innovatie in Nederland? Niets, tenzij een de mentaliteit van een groot deel van besturend Nederland, in de breedste zin, wijzigt. Wat vrijwel onmogelijk is, want de praktijk wijst uit dat je mensen je nauwelijks tot niet verandert na hun kindertijd. Dan moet het dus maar, als je het echt wil, of volgende de Wet van Planck (Wikipedia): "Nieuwe ideeën vinden geen ingang doordat mensende nieuwe ideeën overnemen, maar doordat degenen die de oude ideeën aanhangen uitsterven".

Wil je dus snel aan innovatie doen, is er in de praktijk vermoedelijk slechts één enkele oplossing: vervanging van een groot deel van besturend Nederland.

 

 

15 jul.2011