Allochtonendebat, algemene denkfouten
Het allochtonendebat is voornamelijk en strijd tussen idealisten en realisten.
De idealen waar het over gaat zijn er van het soort gebaseerd op de meer
algemene idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap. De realist vindt
vrijheid ook heel mooi, maar realiseert zich dat als je een steen boven je hoofd
houdt, en die steen de vrijheid geeft, dat je dan een onaangename verrassing te
wachten staat. Of in meer maatschappelijke termen: het geven van vrijheid aan
iemand met moorddadige neigingen beperkt de vrijheid van zijn buren. Kortom:
idealen als vrijheid zijn prachtig, maar het blijft opletten.
In het allochtonendebat spelen ook idealen waarbij het opletten blijft. Ten
eerste is daar dat van de gelijkheid. Natuurlijk zijn allochtonen in principe
gelijkwaardig aan autochtonen, maar dat maakt ze als groep nog niet gelijk. De
groep Marokkaanse immigranten is voornamelijk samengesteld uit (voormalige)
schaapherders. Niet alle Marokkanen zijn schaapherders, en ook tussen de
autochtonen bevinden zich schaapherders, maar is de groep autochtonen is toch
oneindig veel gevarieerder samengesteld. Dit wordt hier
verder uitgewerkt.
Een tweede aspect van gelijkheid is dat van de multiculturele samenleving. Er
achter schuilt het idee dat alle culturen gelijk en gelijkwaardig zijn. Die
gelijkheid is sowieso niet waar, want als het zo zou zijn, zaten de Eskimo’s ook
op de maan. Of dat ook een kwestie van ongelijkwaardigheid is, is een zaak die
gevoeliger ligt, maar als men aanneemt dat de cultuur voor de Eskimo’s
gelijkwaardig is, ondanks het feit dat ze niet op de maan zitten, heeft men
enorme problemen met de een eventuele ongelijkwaardigheid van koppensnellers, en
vervolgens Nationaal Socialisten. Accepteert men de gelijkwaardigheid van het
koppensnellen, komen het doden door de Nationaal Socialisten ook meteen in
beeld. In feite blijken degene die zich opstellen als principieel voorstander
van de gelijkwaardigheid van culturen, zich in de praktijk vaker niet dan wel
aan hun eigen principe te houden. Zo vindt men alle mogelijke landen en culturen
in aanmerking komen voor ontwikkelingshulp, en er is weinig ongelijkwaardiger
dan hulp moeten ontvangen. Meer daarover hier
.
Een derde punt is de bestrijding van discriminatie. Hier bedoelt de links
intellectuele voorhoede altijd de discriminatie van allochtonen door autochtonen
mee. Ten eerste moet men goed uitzoeken wat nu eigenlijk discriminatie is, want
iedereen en iedere groep heeft zo zijn voorkeuren. Een van de meest betrouwbare,
want gebaseerd op meetbare getallen, is de hoeveelheid interraciale huwelijken.
Het behoeft slechts een vluchtige blik in de directe omgeving en de rest van de
wereld om te constateren dat het meest voorkomende interraciale huwelijk dat
tussen een blanke en een gekleurde is, van welke kleur dan ook. In Nederland:
Marokkaans en Nederlands, Turks en Nederlands, Surinaams en Nederlands, het komt
allemaal is zekere mate voor. Maar Turks en Marokkaans, Marokkaans en Surinamer?
Ooit van gehoord. Zelfs in aanmerking genomen dat de laatste groepen kleiner
zijn, komen ze niet of nauwelijks voor. Ter verdere illustratie: binnen de
Surinaamse samenleving zijn Creolen en Hindoestanen ongeveer even groot, maar is
het trouwen binnen de eigen groep de sterke regel. Kortom: de discriminatie
tussen de allochtonen groepen onderling is veel groter dan die tussen
autochtonen en allochtonen. Hameren op autochtone discriminatie is hypocriet;
meer over discriminatie hier
.
Een vierde punt is dat van de evenredige vertegenwoordiging van allochtonen in
allerlei functies. In het kort kan gesteld worden dat dit onjuist is omdat het
uitgangspunt dat de autochtonen en allochtonen gelijk samengesteld zijn niet
juist is, en dat het racistisch is omdat als er geen objectieve redenen zijn, het
motief alleen gebaseerd is op racistisch onderscheid; meer hierover hier
.Tenslotte is daar het ideële
punt van de ondersteuning van de zwakkeren in de maatschappij, kortweg:
solidariteit. In feite is het zo dat het toelaten van allochtonen leidt tot een
verzwakking van de positie van de zwakkere autochtonen, financieel door de
toename van het aanbod van arbeid, en sociaal omdat de ongeschoolde allochtonen
sociaal nog aanzienlijk zwakker zijn, en in de autochtone zwakke buurten wonen.
Wat men bedoeld met de ondersteuning van de zwakkeren is dus de facto de
ondersteuning van de zwakkeren van over de hele wereld; en soms is dat ook
letterlijk zo gesteld. In dit geval is dat principe dus ongeldig, zie ook hier
.
De steun van de linkse kant
voor de allochtonen blijkt dus op een groot aantal misverstanden te berusten
(voor een snelle blik op de interne discussie, zie hier
; hoe ver die misverstanden
gaan blijkt hier
).
Een aantal van die misverstanden zijn dusdanig voor de hand liggend, en deels
ook in media uitgesproken en dus in principe bekend, dat het een geldige vraag
is of er geen verborgen motieven zijn voor deze houding. Er is het materiële
motief zoals besproken in Arbeidsmigratie
, maar dat is van een gehalte
aan cynisme dat meer eigen is aan rechtse kringen. Maar er is ook
psychologische verklaring. De sectoren politiek en media worden bezet door
mensen met meer dan gemiddelde intelligentie, en men mag aannemen dat ze voor
een belangrijk deel hun rol en plaats in de maatschappij beseffen, met name het
feit dat ze feite leven van wat anderen produceren. Bij de meeste die dat
beseffen zal dit tot een vorm van schuldbesef leiden. Schuldbesef komt meestal
tot uiting in een vorm van compensatiegedrag. Voor de idealisten onder hen zal
dit compensatiegedrag leiden tot de steun aan zwakkeren, en wel meer naarmate
die zwakkere zich duidelijk kenmerken als zwakkeren, samengevat als de zielige.
In de categorie van zichtbaar zwak is er een archetype, en dat is het zielige
negertje. Het verkiezen van steun van de linkse elites aan de allochtone
zwakkeren boven steun aan de autochtone zwakkeren lijkt zonder meer op het
verkiezen van die groep die het meest lijkt op het type van het zielige
negertje. Een analoog geval is dat van de steun voor asielzoekers
; meer over het
asielzoekersgeval zelf hier
. Deze conclusie wordt gesteund door het voorkomen van eenzelfde soort
verschijnsel bij de steun aan natuur. Die aspecten van de natuur die de meeste
steun krijgen zijn de aspecten met de hoogste aaibaarheidsfactor: panda’s,
koala’s, chimpansees en dergelijke kunnen op oneindig meer steun rekenen dan
vissen, wormen, en slangen, terwijl door meerdere mensen al geconstateerd is dat
al deze steun volstrekt zinloos, omdat het maar om een ding gaat: de handhaving
van het leefmilieu van al die soorten. Maar daar wil de mens niet aan, omdat
meer leefmilieu voor natuur ten koste gaat van leefmilieu voor mens.
Het bovenstaande was de stand van zaken medio 2003. Maar het debat is in
voortdurende ontwikkeling, omdat het aan onze eigen culturele basisaannames
raakt; voor de updates zie
hier
.
Addendum aug. 2008:
De meeste van de specifieke varianten van de denkfouten in het allochtonendebat
zijn nu uitgewerkt hier
.
Naar Cultuurstrijd, autochtoon
, Allochtonen lijst
, Allochtonen overzicht , of site home
.
|