Allochtonen problematiek
Het in korte tijd importeren van een groep mensen uit een andere cultuur geeft
altijd een ruime kans op problemen. Wat betreft de groep Turkse en Marokkaanse
gastarbeiders begon dit mogelijke probleem ongeveer toen ze verhuisden van de
pensions naar eengezinswoningen, in persoonlijke termen: veranderende van gast
in huisgenoot. Zowel die pensions als die eengezinswoningen waren namelijk niet
gespreid over Nederland, maar bevonden zich in de armere wijken van de grote
steden. In die wijken ontstonden concentraties van mensen die de daar wonende
Nederlanders niet konden verstaan, die anders kookten, niet wisten om te gaan
met vuilnis, en allerlei andere verschijnselen die horen bij de sociale
achterstand zoals beschreven in Verschillen in Cultuur
. Hier kan men de vraag stellen of dit voldoende
reden voor de autochtoon is om zich aan te storen. Als eerste kan men wijzen op
de grote overeenkomst tussen zich prettig voelen, en zich thuis voelen.
En zich thuis voelen heeft weer alles te maken met het verkeren in een bekende,
vertrouwde omgeving. Na de vakantie komen de meeste mensen weer graag terug naar
de bekende vertrouwde omgeving. Vertrouwd betekend dat die omgeving op zijn
minst deels bij jou hoort, dat je begrijpt hoe ze in elkaar zit, dat je er
direct mee om kan gaan, zonder te hoeven nadenken. Nederlanders noemen dat
"thuis", Duitsers noemen dat Heim.
Dit alles is niet het geval, als je de mensen in je directe omgeving niet kan
verstaan, als ze onderling een onverstaanbare taal praten, als ze onvertrouwde
kleding dragen, dat wil zeggen: kleding die zegt: ik hoor niet bij jouw groep.
Als ze naar andere dingen luisteren en kijken dan jij, zodat je weinig of geen
gemeenschappelijke gespreksstof hebt. Als ze een ander opperwezen aanhangen dan
jij, en dat zichtbaar maken. Het resulterende gevoel in de ander noemen de
Duitsers Unheimisch, letterlijk: het niet-thuis-gevoel
. De normale
Nederlandse vertaling is "griezelig/angstwekkend", en het feitelijke resultaat
van de komst van Turken en Marokkanen in de arme wijken zat ergens tussen deze
twee betekenissen in, met als eerste uiting de rellen in de Rotterdamse
Afrikaanderwijk
. Voor de wetenschappelijke basis van dit verschijnsel, zie hier
.
Het tweede probleem trad op met de komst van de allochtone jeugd. Zij stonden
veel meer in de autochtone samenleving, en kwamen tussen twee culturele vuren.
Dit resulteerde in vormen van niet-aangepast gedrag, beginnende met het lastig
vallen van meisjes, en eindigende in allerlei vormen van misdaad
. Natuurlijk
slaat dit niet op alle allochtone jongeren, maar het is niet geldig om dit
incidentenargument te gebruiken om de zaak af te doen
. En daarbij komt dat hoe weinig ook: iedere
hoeveelheid van deze vorm van overlast is eigenlijk te veel omdat ze komt van
een groep die eigenlijk nog als gast wordt gezien. En als gast heb je je veel
beter te gedragen dan in je eigen huis.
Het derde probleem is dat van de loyaliteit. Autochtone loyaliteiten zijn
gevormd door een langdurige maatschappelijke ontwikkelingen naar maatstaven van
algemene fatsoensregels, tot een niveau waarin het niet ongewoon dat ouders
criminele daden van hun kinderen veroordelen en soms zelfs aangeven. De
allochtonen, afkomstig uit achtergebleven gebieden in eigen land, volgen de
aloude reeks van bloedverwantschappen: gezin, familie, clan, dorp, streek.
liggen Daar waar er verschillende belangen zijn tussen autochtonen en
allochtonen, kiest de allochtoon altijd voor allochtoon, ook in zaken van
misdaad
.
De vierde vorm van problematiek is de institutionele. De allochtone jongere
met zijn sociale achterstand ging ook naar school. Daar bleek ook meteen een
andere achterstand: de opvoedkundige en educatieve, met als duidelijkste
natuurlijk de taalachterstand
. Discussiëren
hierover is eigenlijk niet nodig; zelfs de verdedigers van allochtonen hebben
dit in feite toegegeven met de invoering van het financieringsstelsel voor het
basisonderwijs: een school krijgt voor een allochtone leerling twee maal zo veel
geld als voor een autochtone. Deze problematiek leidt tot een duidelijke vorm
van overlast voor de autochtone bevolking, namelijk een achteruitgang in het
gemiddelde niveau van het onderwijs. De reactie van de autochtonen was voor de
hand liggend: men ging naar eigen, witte, scholen. Ook dit was een conclusie die
gedragen werd door de verdedigers van allochtonen, want die stuurden en sturen
hun kinderen naar witte scholen.
Er komen steeds meer vormen van institutionele overlast. Instellingen als het
gevangeniswezen, de WAO, de geestelijke gezondheidszorg, de blijf-van-mijn-lijf
huizen, allemaal worden ze in steeds grotere mate in beslag genomen door
allochtonen, en bij al die instellingen is de allochtone vertegenwoordiging al
ruim boven het op grond van numerieke evenredigheid te verwachten niveau. Waar
het geld voor dit soort instellingen beperkt is door allerlei economische
wetmatigheden, gaat dit ten koste van de steun voor autochtonen.
Gedurende de lange periode van ontkenning was het stellen van de vraag naar
een eventuele allochtonenproblematiek verboden? Allerwegen werd er gewezen op de vele
voordelen van de aanwezigheid van buitenlanders, en de opbellende luisteraar die
praatte over problemen veroorzaakt door allochtonen werd door de presentator
terechtgewezen. Het bovenstaande laat zien dat die problemen er van het begin af
aan geweest zijn, en voor degenen die het ontkent hebben is de term
"struisvogelpolitiek" een eufemistische aanduiding. In hoeverre het wenselijk is
iets aan de hier geconstateerde
problematiek te doen, wordt hier
besproken.
Al met al geeft de allochtonenproblematiek ook een hoogst illustratief
voorbeeld van hoe de stand van zaken in de maatschappij in het algemeen
. Deze analyse laat ook
duidelijk zien in welke richting eventuele oplossingen gezocht moeten worden.
Addendum apr. 2007:
Middels is de toestand in de wijken waar de allochtonen de meerheid vormen
dusdanig verslechterd dat dit nu openlijk wordt besproken. Aanvankelijk
natuurlijk in algemene termen als het gevolg van sociale achterstand in het
algemeen, maar het onlosmakelijke allochtone karakter van die problemen wordt
ook nu wel toegegeven
.
Addendum jun. 2007:
Ter ondersteuning van andere argumenten, en in voorschot op mogelijke
toekomstige discussies, is een start gemaakt met een verzameling van bronnen
over kosten hier
.
Addendum jun. 2007:
Hier een nieuwe verzameling met bronnen die wijzen op de richting van de
oplossing
.
Addendum sep. 2007:
Middels zijn er genoeg bronnen bekend om ook het bestaan van een sterke
culturele achterstand hard te kunnen maken
.
Addendum dec. 2007:
Wat iedereen natuurlijk al wist, de "aparte" huwelijkse gewoontes van
allochtonen, is nu, vanuit eigen kring, in zijn volle omvang naar buiten
gekomen, inclusief de ronduit weerzinwekkende gevolgen
. Mede
gezien deze gevolgen is het woord "achterlijkheid" hier zonder overdrijving en
in zijn volle omvang op zijn plaats.
Naar Culturele verschillen
, of site
home
.
|