Onderwijsbeleid: een tussenrapport in 2007
|
22 jul.2007 |
(Noot vooraf: vele links werken nog niet). De ontwikkelingen in het onderwijsdebat gaan de laatste maanden, schrijvende
juli 2007, erg snel. Trends die al eerder duidelijk waren, worden nu één voor
één bevestigd. En allemaal sluiten ze aan op wat op deze website al eerder is
opgemerkt, en wijzen ze in de richting van het Rijnlandse onderwijsbeleid zoals
dat op grond van algemene maatschappelijke overwegingen en ontwikkelingen is
geformuleerd
.
De eerste ontwikkeling die we hier behandelen is de rol van de leraar, of de lesgevende.
Op dit moment wordt weer erkend dat die rol als kennisoverdrager essentieel is, en niet
vervangen kan worden door de rol van begeleider van verwerven van informatie
elders - dat de lesgevende iemand is die inhoud verschaft in plaats van vorm
- dat
het een inhoudelijk beroep is. Wat zich onmiddellijk laat vertalen is termen van
geld en betaling, want iemand met een inhoudelijk beroep, met vakkennis, moet
beter betaald worden dan een doorgever van diensten.
Daar zit natuurlijk de crux van dit deeldebat: de kosten van onderwijs zijn
grotendeels die van personeel, en bezuinigen op het onderwijs, zoals decennia
gedaan is, betekent bezuinigen op onderwijssalarissen. Waarbij men de laatste
jaren, om dit te rechtvaardigen, geprobeerd heeft middels het nieuwe leren dit
te rechtvaardige door de beroepseisen omlaag te schroeven naar die van
dienstverlener. Het gevolg laat zich raden: een gestage daling van het onderwijsniveau, dat over een langere periode genomen, nu eindelijk de zichtbare vorm van
"dramatisch" heeft aangenomen - zie hier
.
Het gevolg van deze zichtbare dramatisch daling is dat men eindelijk ook weer
het onmogelijke overweegt: het verhogen van de onderwijssalarissen
. Dit moet nog gebeuren, en voorlopig is deze discussie niet meer dan een
bevestiging van die niveaudaling, en de al eerder geconstateerde ondergang van
het alomvattende ideaal van het nieuwe leren
.
De andere grote doorbraak van deze tijd is het opnieuw opduiken van het
praktische onderwijs, en wel in zijn meest dramatische vorm: de ambachtsschool
.
Als deel van de algemene Nederlandse minachting voor praktisch, blauwe boorden,
werk was deze schoolvorm in zijn geheel afgeschaft. Terwijl dat een evidente
vorm van waanzin is, omdat de wetten van de statistiek dicteren
dat er altijd een aanzienlijke groep leerlingen zal zijn voor wie theoretisch,
algemeen vormend, onderwijs niet haalbaar, of beter: niet passend is. Want men
moet het algemeen vormende onderwijs eigenlijk niet zien als méér, maar als
anders
.
De reden voor de foute houding is die van een ander groot maatschappelijk
probleem: de dominantie van de alfa- en gamma-intellectuelen in deze
maatschappij - de intellectuelen die niets beter kunnen dan papier produceren,
en nog nooit iets met hun handen hebben gedaan. Met zelfs een algemene
minachting voor dingen die je met je handen doet, en alle vormen van techniek en
natuurwetenschap
.
Het onderwijsprobleem kan duidelijk maar op één manier opgelost worden: het
ontnemen van het beleid aan de alfa- en gamma-intellectuele beleidsmakers - de
politici en hun departement vol beleidsmakers die tegen beter weten in volharden
in hun oude recepten
. Het beleid moet
naar een overlegorgaan waarin alle sectoren uit het onderwijsveld
vertegenwoordigd zijn, ongeveer naar ratio van hun belang, zoals in algemene
termen beschreven bij Rijnlandse democratie
. Dat wil zeggen: met
een grote meerderheid van onderwijsgevenden, met een passende vertegenwoordiging
van ondersteunend personeel als managers en schoolleiders, en een aanvulling
vanuit de theorie door een op praktische vaardigheden geselecteerde groep
wetenschappers - waarbij die praktische ingesteldheid gewaarborgd moet worden
door een een minimale hoeveelheid praktische leservaring als eis te stellen.
Als met behulp van dit model de
onderwijsprobleem opgelost zijn, kan het tevens dienen
als voorbeeld om andere maatschappelijke problemen aan
te pakken. Het resultaat zal een sterke verbetering van
de maatschappij opleveren, van een natie van
pennenlikkers, papercliptellers, en hypotheekverkopers, naar een
land met meer producerenden, ondernemenden en innovatoren
.
Een land dat beter bestand zal zijn tegen de uitdagingen
van de toekomstige klimatologische en economische harde
tijden die ons te wachten staan
.
Addendum nov. 2007:
De maatschappelijke druk, tezamen met de meetbare
achteruitgang, heeft gezorgd voor een een andere houding
bij het huidige kabinet, zie de bronnen hier
.
Naar Onderwijsbeleid
,
Rijnlandmodel, lijst
, Rijnlandmodel, overzicht
, of
site home
.
|