Alfa en bèta, sociologisch: anti-bèta houding, erkenning

De alfa domineert de Nederlandse cultuur en maatschappij al zo lang en zo hardnekkig, dat er een miljoen Nederlanders is die een boek wil schrijven, en er geen technicus meer te vinden om een kraanleertje te vervangen - die laatste moet uit Polen komen.

Dat levert, schrijvende 2012 en levende met de gevolgen van een economische crisis, steeds meer problemen op. Duitsland, waar techniek nog wel in achting staat, heeft heel weinig problemen met die crisis, maar Nederland moet sterk gaan bezuinigen. En er is nauwelijks discussie over waar het verschil ligt: Duitsland heeft meer en een betere maakindustrie. Die maken dingen die mensen elders willen kopen. En waarmee je dus geld verdient. De basis van de economie  .

Nederlanders verkopen voornamelijk praatjes. Maar bemerken nu  dat je die in het buitenland toch wat minder goed kwijt kan. het eerste waar men namelijk op gaat bezuinigen als men het economisch minder heeft, is praatjes. Dus begint er nu af en toe het besef door te glimmeren dat iets maken toch nog wel en goed idee, is, hoewel het iets is uit de zeventiger jaren en daarvoor. Uit die tijd toen er nog mulo's en ambachtscholen waren. Hier een paar van die erkenningen (de Volkskrant, 21-01-2012, rubriek Het Menselijk Tekort, door Peter Giesen):
  Het menselijk tekort

Mijn zoons kunnen niet zo goed leren. Als vader van twee vmbo'ers merk je dat veel mensen nogal lompe opvattingen over dit schooltype koesteren. Een broeinest van dombo's, bontkraagjes en messentrekkers. 'Het afvalputje van het onderwijs'. Toch een merkwaardige benaming voor een schoolsoort waar minstens de helft van de Nederlandse kinderen naar toe gaat.
    Ik neem het niemand kwalijk. Zelf ben ik geen haar beter. Zo beschouwde ik de concentratiestoornis waaraan mijn kinderen lijden ook als een modieuze luxekwaal, voordat we er zelf mee te maken kregen. ...
    Tegen deze achtergrond verbaast het me niets dat de eindexamenresultaten van havo en vwo minder worden. De sociale druk om een zo hoog mogelijk schooltype te halen is enorm. Voor veel ouders lijkt het vmbo een schrikbeeld, een goelag waar hun kind wordt opgeleid tot nederige loonslaaf, als het voor die tijd niet in de jeugdgevangenis is beland.

Voor ouders uit het milieu van journalisten, en dergelijke. Die al decennia vies schrijven over eerlijk handwerk. Want het creëren van je eigen papieren epistel vol rare zwarte vlekjes is toch veel mooier ... Wat de journalist hier dus zelf toegeeft.

Aleid Truijens staat qua gezond verstand op een eenzaam peil qua bijdragers aan de Volkskrant - zo ook aangaande dit punt (de Volkskrant, 25-01-2012, column door Aleid Truijens):
  Minder, maar betere masterstudenten

Tussentitel: Investeer in de 5 procent waar 95 procent van afhankelijk is

Wat een walhalla was het eigenlijk. Een universitaire studie duurde, tweede helft jaren zeventig, officieel 7 jaar, maar de meesten deden er langer over. Je kon alle bijvakken doen die interessantig klonken. Zo stak je aardig wat op, tussen kroegbezoek en rugzakvakanties door en stelde je het grotemensenleven nog even uit. Dat gaf niks, want niemand zat, toen ik in 1981 afstudeerde, op ons te wachten.
    Ik kreeg geen beurs, omdat mijn vader iets te veel verdiende ...
    Natuurlijk kon het wat minder en wat sneller dan in de gulle jaren zeventig. De collegegelden stegen, de beurzen amper en de studieduur slonk van 7, 6, 5 naar een schrale 4 jaar nu. Daalde de kwaliteit? Moeilijk te zeggen. De kwantiteit wel: als ik nu naar het programma kijk van mijn oude studie, is bijna de helft van de stof weggevallen. Mijn zoon heeft nog minder college-uren dan ik had.
    Halbe Zijlstra (twee van rijkswege betaalde studies, afgestudeerd op zijn 27ste) beweert dat hij het geld dat op de masters wordt bezuinigd, gaat 'investeren' in de universiteit. We hebben alleen nog niet gehoord hoe; de universiteiten worden al jaren afgeknepen.
    De waarheid is dat we een land van bachelors worden. ... Voor veel beroepen is een bachelor wel genoeg.
    Maar voor sommige beroepen niet. Studeren doe je niet alleen om te 'investeren in jezelf' en je latere inkomen, zoals het platte argument van de VVD - maar ook dat van de PvdA - luidt. De timmerman hoeft niet te betalen voor de studie van het advocatenzoontje - dat demagogische verhaal. Alsof de zoon van de timmerman niet dankzij overheidssteun óók advocaat kan worden.
    Veel belangrijker is het intellectuele en wetenschappelijke peil van Nederland. 95 procent van de mensen is afhankelijk van wat 5 procent slimme, inventieve en creatieve mensen weet te bedenken. Dáárin moeten we investeren. Liever minder masterstudenten, maar betere. Als we mogelijke briljante masterstudenten nu wegjagen, is dat een ramp.
    Die kans is niet klein. Zulke talenten zitten vooral in de bètahoek. Bèta-masters duren twee jaar, en die studies zijn zo zwaar dat velen er langer over doen. De studieschuld loopt dan flink op. Ook zal het aantal universitair geschoolde leraren afnemen, wat het niveau van het hele onderwijs verder naar beneden trekt.    ...

De uniforme maatregelen waar de alfa's zo sterk voor pleiten, gaan direct ten koste van de moeilijke studies. de bèta-studies. En dat doen ze opzettelijk. Alleen schieten ze wel met een mitrailleur in de eigen voet. Aleid Truijens is zelf alfa, en dus één van de weinigen voor dat niet belemmerend werkt.

Ook bij de neoliberale economie-journalisten kan af en toe ze zon tussen de in lange slierten langstrekkende donkere wolken tevoorschijn komen:(de Volkskrant, 10-02-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard):
  Verontrust de industriële afbraak nog iemand?

Nederland maakt zich drukker over een schaatstocht dan over nieuwe tegenslagen in de industriële sector.


'Nu weet ik waarom de Nederlanders geen penalty's kunnen nemen. Ze weten niet welke hoek ze moeten kiezen.'
    De Delftse hoogleraar Alfred Kleinknecht kwam vorig jaar met een gevatte reactie op het besluit van minister Verhagen van Economische Zaken alle industriële sectoren tot speerpunt van zijn innovatiebeleid te maken.
    Precies een jaar later likt Nederland nieuwe wonden. Na de definitieve nekslag voor de Nederlandse auto-industrie met de sluiting van NedCar in Born, volgde dezelfde week het nieuws dat een van de laatste paradepaardjes van de Nederlandse industrie - Wavin in Zwolle - is overgenomen door een Mexicaans bedrijf. Naast een groot deel van het levenswerk van Hub van Doorne gaat ook dat van ir. Johan Keller, die in 1955 uit de Waterleiding Maatschappij Overijssel een onafhankelijke producent van kunststofleidingen vormde, verloren.
    In elk ander land zou dat hebben geleid tot oproer en demonstraties. In Nederland was echter het doorgaan van de Tocht der Tochten oneindig veel belangrijker. Behalve enkele vakbondsbestuurders en de betrokken werknemers maakte niemand zich er druk over.
    Nederland is nog altijd anti-industrie, zoals oud-premier Joop den Uyl ooit zei. Of in de woorden van voormalig minister van Economische Zaken Koos Andriessen: 'Nederlanders zijn een alfa-volk, geen bèta-volk.' Handel is belangrijker dan industrie. De eerste Oranje op de troon werd niet voor niets de koning-koopman genoemd die de industrie zo ver mogelijk van Den Haag lokaliseerde.    ...

Kernachtig uitgedrukt.

Ondertussen begint de kleur van de signalen te veranderen van rood in paars (de Volkskrant, 18-04-2012, hoofdredactioneel commentaar, door Carlijne Vos):
  Aandacht voor ambacht

Het tekort aan technici waarmee Nederland al jaren kampt, dreigt op te lopen tot 170 duizend in 2016. Te weinig jongeren kiezen voor technische opleidingen om de vraag uit de arbeidsmarkt bij te benen. De sector kampt met een slecht imago waarmee even moet worden afgerekend, zo blijkt uit het offensief richting basisschool dat de ministers Van Bijsterveldt, Kamp en Verhagen dinsdag zijn begonnen.
    De tanende belangstelling voor technische opleidingen is echter zeker niet alleen het gevolg van een slecht imago van het ambacht. ...

Dat klopt. De mentaliteit van de alfa's is alomvattend en brengt overal even stinkende producten voort:
  De organisatie van het middelbaar beroepsonderwijs is daaraan net zo goed debet.

Ook dat klopt: dat is ook verziekt - door de didactici. Gamma's rekenen we hier ook tot het alfa-complex - die kunnen namelijk ook niet denken.
    Maar de ellende is nu zo groot, dat dus dat kleine licht begint te schimmeren:
  De weg naar desoriëntatie en demotivatie is ingezet met het verdwijnen van de ambachtsschool en de lts. Kinderen die met hun handen wilden werken, moesten naar het vmbo waar ze vervolgens de theoretische kant op worden geduwd.

En dan is er ook nog dit verwoestende product van het alfa-denken, in dit geval de vrije immigratie:
  Niet alleen om te ontsnappen aan het slechte imago van het ambacht, maar in de grote steden vooral dat van de 'zwarte' school ...

Inderdaad. Alleen niet om deze reden:
  ... vooral dat van de 'zwarte' school dat voor velen gelijk staat aan gebrek aan perspectief op de arbeidsmarkt.

... want er is een tekort aan geschoolde technische mensen. Maar vanwege de agressiviteit en criminaliteit die de zwarte bevolking van de scholen in de grote steden met zich mee heeft gebracht uitleg of detail .
    Een van de "subtielere" manieren waarop de alfa's en gamma's, met name degenen in politiek en beleid, proberen de bèta te kleineren en de baas over te spelen is het "nuttigheid"-argument: ze vragen steeds indringer om de nuttigheid van het werk van de bèta-wetenschappers. Een gotspe, natuurlijk, omdat dat wat alfa's en gamma's presteren niet alleen meestal nuttigheidswaarde nul heeft, maar een flink deel ervan ook doodgewoon schadelijk tot soms zelfs vernietigend is. Neem bijvoorbeeld de vrije immigratie van achterlijke ("achterbleven",  in de verplichte taal van de alfa's en gamma's) allochtone immigranten, die hier ten koste van oneindig veel geld en moeite iets van beschaving en verlichting wordt bijgebracht.

Natuurlijk wordt dit, indien expliciet ter sprake komend, allemaal glashard ontkend, maar soms is het wel uit de woorden af te leiden. Hier is zo'n geval (de Volkskrant, 24-05-2012, door Casper Thomas, redacteur, en Yvonne Zonderop, vaste medewerker van de Groene Amsterdammer):
  Investeer in fundamenteel onderzoek

Geef onderzoekers de ruimte zich op fundamentele vragen te bezinnen. Dan blijkt vanzelf wat het ons oplevert.


In de publieke opinie staan de bètawetenschappen er aanzienlijk beter voor dan de sociale of geesteswetenschappen. Vruchten van bèta-onderzoek zijn voor iedereen zichtbaar. Of het nu gaat om medicijnen die ziektes genezen, of om technologie die ons leven veraangenaamt, dergelijke vondsten onderstrepen het nut van de bètawetenschap. Kom daar maar eens om bij de studie oud-Keltische talen.   ...

In de publieke opinie wel - dat wil zeggen: bij de onderste tweederde van Nederland. Bij de bovenste derde is de bèta een bedreiging. Een betweter die de alfa/gamma coterie van opinietjes doorbreekt door op onbediscussieerbare feiten te wijzen. Het bestaan waarvan die alfa's/gamma's dan ook hardnekkig wensen te ontkennen.
    Maar ere wie ere toekomst: deze auteurs zijn de Piggelmee-houding van steeds meer eisen van het tovervisje voorbij:
  Het lijkt een zegening voor de bèta-onderzoekers, maar het genoegen is gemengd. Dat blijkt uit de enquête die het weekblad de Groene Amsterdammer hield onder 89 bètawetenschappers in Nederland. Zij gaan uitgebreid in op de doorbraken in hun vakgebied en beantwoorden de vraag wat de samenleving nu precies opschiet met hun werk.
    Die vraag naar het nut van hun onderzoek blijkt menig wetenschapper te irriteren. Ze geeft volgens sommigen blijk van een veel te simpele, en daarmee schadelijke opvatting over de waarde van wetenschap. Wie de nadruk legt op direct nut, loopt het gevaar de waarde van fundamenteel onderzoek - waar alle toepassing vandaan komt - uit het oog te verliezen. En dat is kortzichtig, vinden de bètawetenschappers.    ...

Het is al heel wat dat het genoteerd wordt, maar dan nog steeds in de vorm van een mening: dat het veronachtzamen van fundamenteel onderzoek een enorme blunder is, is geen mening, al dan niet van bèta-wetenschappers, maar een feit. Een blunder die het gevolg is van de anti-bèta houding, en alomtegenwoordig is:
  Er wordt de laatste jaren inderdaad veel belang gehecht aan toegepast onderzoek. Het topsectorenbeleid, geïnitieerd door het ministerie van Economische Zaken, is er het beste voorbeeld van. Universitaire wetenschappers worden geacht onderzoek te doen samen met het direct betrokken bedrijfsleven.

En wat zelfs gebeurd bij in die sector die serieus beter zou moeten weten:
  De overheid betaalt hiervoor, omdat het bedrijfsleven zelf veel laboratoriumactiviteiten heeft afgestoten.

Maar die wordt ook voor een groot dele beheerst door gamma's.
    En in de politiek is de houding endemisch:
  Het publieke geld dat hiermee is gemoeid komt in mindering op het budget voor 'vrij' onderzoek.

Waarna de rest van het artikel besteed wordt aan uitleg over het nut van fundamenteel onderzoek.
    Overigens: het bedrag dat in mindering komt van het fundamenteel onderzoek beloopt in de vele honderden miljoenen. Dit is het eerste artikel dat dit beleid in zijn juiste context plaatst. Een kleinere bezuiniging (in euro's) op de cultuursector was, bij het afkondigen ervan, goed voor iets van zeven volle pagina's in de Volkskrant om uit te legen hoe schadelijk en slecht die bezuinigingen allemaal wel niet waren. En bij de definitieve uitwerking ervan nog een drie volle pagina's. Het hoeft verder geen betoog waar wat betreft de Volkskrant en de media in het algemeen het hart ligt.
    Scheidend voorzitter van de Koninklijke Academie der Wetenschappen (schrijvende juni 2012) Robbert Dijkgraaf, natuurkundige, hield een afscheidstoespraak waarin zei hij dat dat "wetenschap oriëntatie biedt". Cultureel antropoloog Stef Aupers voelde zich geprovoceerd en schreef een tegen-artikel vol onzinredenaties. Die argumenten tegen ideeën die stammen uit de natuurwetenschap hebben sowieso weinig waarschijnlijkheidswaarde volgende informatieregels  , omdat ze ingaan tegen een erkende vijand: de alfa/gamma die strijdt tegen de bèta's - dat wil zeggen: zijn eigen belang steunen.
    Maar Aupers had ook een aantal opmerkingen die een hoge waarschijnlijkheidswaarde hebben, volgens diezelfde regels, omdat ze ingaan tegen zijn eigen groep, de alfa/gamma's, in de hoedanigheid van de media (de Volkskrant, 05-06-2012, door Stef Aupers, cultuursocioloog aan de Erasmus Universiteit Rotterdam):
  Media voeden scepsis over wetenschap

... Het vertrouwen in wetenschap neemt alleen maar af in westerse samenlevingen ...
    Mediatisering neemt dat wantrouwen niet weg maar voedt juist de twijfel, de scepsis en het wantrouwen. Via de media worden mensen onophoudelijk geconfronteerd met de tegenstrijdigheid van wetenschappelijke claims. ...
    Discussie tussen en binnen disciplines; methodische twijfel over empirische bevindingen en theorieën - zij zijn inherent aan wetenschapsbeoefening. Maar waar debat voorheen plaatsvond achter de muren van laboratoria en universiteiten, daar is zij de laatste decennia transparant gemaakt voor het grote publiek. Kranten, tijdschriften, radio en televisie bestoken ons met tegenstrijdige onderzoeksresultaten: visolie is goed voor het hart; van visolie krijg je kanker; opvoeden doe je met empathie; opvoeden doe je met harde hand; het gaat beter met het klimaat; we stevenen af op een ecologische catastrofe; vaccinaties tegen de Mexicaanse griep zijn noodzakelijk; zij zijn overbodig of zelfs gevaarlijk.
    Een recent voorbeeld: NRC Handelsblad beweerde op 11 augustus 2011 dat 'uit onderzoek blijkt' dat Nederlandse jongeren in de topvijf van zware drinkers zitten in Europa; de Volkskrant doet een duit in het zakje en stelt op 25 april dit jaar: 'Comazuipen neemt toe'. Een week later, op 2 mei 2012, wijdt de Volkskrant een artikel aan een onderzoek waaruit 'blijkt' dat het alcoholgebruik onder Nederlandse jongeren juist daalt en dat zij de meest matige drinkers uit Europa zijn.
    Door de kakofonie van strijdige wetenschappelijke claims zijn hoofdzaken voor burgers steeds moeilijker te onderscheiden van bijzaken; echt bewijs niet langer van vals bewijs en feit niet langer van fictie. De media maken dergelijke tegenstrijdigheden binnen de wetenschappelijke gemeenschap niet alleen transparant, zij selecteren actief op conflict in plaats van consensus. Onomstreden feiten zijn niet mediageniek.    ...

Het doet er eigenlijk weinig toe of ze dit al dan niet bewust of al dan niet expres doen - het gaat om het resultaat. En dat is het in een kwaad daglicht stellen van de wetenschap. Om zo'n zelfde reden maar dan omgekeerd: wetenschap heeft de neiging om met minder conflictueuze feiten te komen in plaats van de rattige journalist  van zijn boterham voorzienende conflictueuze meningen.

Indirecte gegevens kunnen nu vervangen worden door directe - uit een groot onderzoek (de Volkskrant, 20-10-2012, door Martijn van Calmthout):
  Onder hoogvliegers

Wat voor wetenschapsland is Nederland? Waar zijn we goed in? Wat hebben we daaraan? Kan het beter? In een drieluik onderzoekt de Volkskrant de stand van zaken. Deel 1: zijn we wel zo goed?


...    In wetenschapsland Nederland doen vooral brede onderzoeksuniversiteiten - Utrecht, Leiden, Amsterdam, Groningen, Nijmegen - het behoorlijk goed. Als internationale subtoppers ontlopen ze elkaar niet bijster veel. Maar wat doen ze precies? Onderzoeksbureau Dialogic in Utrecht ontwikkelde de laatste jaren in opdracht van het ministerie van Onderwijs een zogeheten onderzoeksspecialisatie-index, de OSI, die aangeeft waar de nadruk in het Nederlandse onderzoeksbestel zit, vergeleken met elders in de wereld. Het is een indicatie voor de mate waarin we ons op sommige vakken toeleggen - en op andere minder, of niet.
    Hun analyses leveren een helder beeld: Nederland publiceert meer dan een gemiddeld wetenschapsland over communicatiewetenschappen, managment, sociale- en gedragswetenschappen, taal, onderwijswetenschappen en onderzoek in de economie. Buitenproportioneel groot zijn de psychologie (tweemaal de normale omvang) en de sociale geografie. Relatief klein zijn uitgerekend de exacte wetenschappen. Kennisland Nederland, is de conclusie, is meer een land van alfa's en gamma's dan van bèta's.    ...

Hoe zou dát nou komen ...? Overigens was dit citaat de enige tekst in dit artikel het enige dat aan dit essentiële punt is gewijd. Onderstand in wat meer detail:

Met die uitschieter in de psychologie kan je Nederland best wel een land van navelstaarders noemen ...

Het vervolg-artikel hoort eigenlijk bij de buur-verzameling van anti-bètahouding uitleg of detail , maar die houding wordt hier zodanig openlijk beleden, dat je het ook een vorm van erkenning kan noemen (de Volkskrant, 03-11-2012, door Martijn van Calmthout):
  De toekomst van Nederland Kennisland

Het moet socialer!

In China beginnen elk jaar miljoenen studenten aan een technische opleiding. Toch hoeft Nederland niet voor zijn vooraanstaande positie op de wetenschapsranglijsten te vrezen. Mits, zeggen deskundigen, we grootscheeps inzetten op vernieuwing in de sociale wetenschappen.

Op de onzin in die laatste kreet komen we verderop terug.
  Alexander Rinnooy Kan, toen nog de eeuwig aimabele voorman van de zogeheten KIA-coalitie, het monster- verbond van wetenschappers, werkgevers en werknemers dat kenniseconomie Nederland een warm hart toedraagt, had het er hoorbaar moeilijk mee. Jawel, legde hij april dit jaar in de media uit, er zijn zorgen over onze droom om in 2020 tot de topvijf van kenniseconomieën in de wereld te behoren. Maar er zijn zeker lichtpunten: neem het sterk gedaalde aantal voortijdige schoolverlaters.

Dat zijn de allochtonen die in plaats van direct naar de bijstand te gaan, daar een paar jaar langer over doen - het vervullen van open posities op de arbeidsmarkt als in de techniek en de zorg zit er door hen kennelijk totaal niet in uitleg of detail . Laat staan dat zo ook maar iets bijdragen aan kennis.
  Of het Topsectorenbeleid.

Hartstikke mislukt, want gericht op de verkeerde groepen uitleg of detail .
  Alleen zou stevig investeren in (hoger) onderwijs, wetenschap en innovatie werkelijk geen kwaad kunnen. Een miljard of 6, was zijn schatting voor de komende jaren. Dat zou mooi zijn.

'Geen kwaad' ... In werkelijkheid is het is enige manier vooruit. Maar dat zit er al helemaal niet in bij de alfa's die onze maatschappij besturen uitleg of detail .
    Toen volgde er een paar zinvolle opmerkingen:
  Het klonk allemaal zo zorgelijk dat begin september de nieuwe Global Competitiveness Index,voor 2012, van het World Economic Forum bijna ongeloofwaardig overkwam. Zorgenkindje Nederland bleek in die ranglijst van innovatielanden op de beoogde vijfde plaats te staan na Zwitserland, Singapore, Finland en Zweden.
    Nederland is inmiddels dankzij een gestage opmars ook ruim voorbij Duitsland. Dit alles ondanks het wegbezuinigen onder kabinet-Rutte I van miljarden aan aardgasbaten (FES-gelden) voor onderzoek; alles ook in weerwil van klaagzangen uit de wetenschap over het nieuwe Topsectorenbeleid, waarin onderzoek dichter naar negen belangrijke industrietakken wordt geduwd.
    Die innovatiekracht komt niet uit de lucht vallen. Het anker daarvoor, aldus de recente analyses van kenniseconomieën door de Europese Commissie, is solide wetenschap die kennis levert waarop innovatie kan worden gebouwd. Volgens de Innovation Union Scoreboard 2011 van de EU is Nederland geen innovatieleider, dat zijn steevast Zweden, Finland en het niet-EU-land Zwitserland. Maar we zijn wel een prominente innovatievolger die, met een vergelijkbaar budget en wetenschappelijk personeelsbestand, in feite boven verwachting presteert.
    'Relatief sterk in open en aantrekkelijk research-systeem, financiering en intellectueel eigendom', vat het rapport de Nederlandse situatie welwillend samen. Uit inkomsten op octrooien alleen al haalt Nederland tussen de 2 en 3 procent van zijn bruto binnenlands product binnen. De relatieve toppositie van de Nederlandse wetenschap, vooral te danken aan de fundamentele natuurwetenschappen, bepaalt in hoge mate het positieve oordeel over Nederland.

Dit soort rapporten moet je wel met een zekere scepsis benaderen, want het zijn producten van ambtenaren die gegevens van andere ambtenaren verwerken. Maar die cijfers over octrooien zijn natuurlijk wel betrouwbaar - want controleerbare cijfers.
    En er staat ook wat we kunnen doen om de zaak te verbeteren:
  Een zwak punt van de Nederlandse innovatiemotor is volgens de EU-analyse dan ook niet de wetenschap, maar vooral een schrijnend gebrek aan investeringen vanuit het bedrijfsleven. De Nederlandse industrie en het midden- en kleinbedrijf spenderen, blijkt uit een vergelijking op landenniveau, hooguit eenderde van wat in Zweden praktijk is.
    Die hoge inbreng van de Zweedse industrie, zegt in Rotterdam hoogleraar innovatie-economie Roy Thurik, is de bepalende factor voor de Zweedse toppositie op de innovatieranglijsten. Lang verbaasden economen zich over Zweden, waar relatief hoge investeringen in hoger onderwijs en wetenschap maar geen vruchten leken af te werpen in de vorm van innovatie. Pas toen innovatief ondernemerschap werd gestimuleerd, werd die 'Zweedse paradox' doorbroken en kwam het succes.

Precies zoals beschreven op deze website uitleg of detail . Evenals de wanpresteerders uitleg of detail , vanwege de alfa's en de cententellers in de top van het bedrijfsleven. Die ook verantwoordelijk zijn voor dit:
  ... de Tilburgse hoogleraar innovatiemanagment Geert Duysters. ...
    Waar het op neerkomt, zegt Duysters, is dat na de maakindustrie, die naar Azië is verplaatst ...

Vanwege dit:
  'Het is een bekend verhaal, maar Nederland heeft een schreeuwende behoefte aan meer technici, op elk niveau, en ze zijn gewoon niet te vinden. Onze technische faculteiten zijn niet groot. Gelukkig zijn we op een beperkt aantal gebieden wel toonaangevend. De techniek zit helaas echter niet in de Nederlandse volksaard. En met de Aziatische opmars zal het heel lastig zijn om onze voorsprong op die gebieden te behouden.'

Waarna de bekende mantra's volgen:
  Dédain over de Aziatische wetenschap is in elk geval volkomen misplaatst, vindt Duysters. 'Ik weet uit eigen waarneming: ze worden heel snel beter en zijn hoe dan ook met heel veel: in China beginnen ieder jaar meer dan twee miljoen studenten aan een technische opleiding. Lang niet allemaal westers niveau, maar laat dat eens 10 procent wel zijn. Ze gaan volledig over Europa en Nederland heen rollen, wat we ook bedenken.'

Gunst, dat zou Japan ook, in de jaren tachtig en negentig. Nooit gebeurd. Omdat aan innovatie iets te pas komt dat aantallen niet verhelpt: creativiteit. En Aziatische culturen zitten daar niet goed in.
  Geert Duysters. 'Als je ziet wat er vanuit Azië aankomt, kunnen we absoluut niet achteroverleunen en genoegzaam vaststellen dat we in het Westen toch zo goed zijn en zoveel creatiever dan die lui daarginds. Dat dachten we destijds ook over Korea, (Samsung), en Japan (Sony). Nou, China en India worden vele malen groter.'

Precies wat er toen gezegd. De werkelijkheid: Samsung produceert nog steeds kopieën van westerse producten, en Japan heeft toegegeven niet effectief dus creatief met zoiets als een ongeluk (Fukushima) te kunnen omgaan uitleg of detail .
    Goed, we gaan het in de techniek dus afleggen tegen de Chinezen, zeggen ze, dus wat gaan we doen als alternatief:
  Maar als we het uitgerekend op de technologie gaan afleggen, wat blijft er dan nog over? Duysters: 'Nederland is goed in logistiek en heeft een sterke handelsgeest. Dat zijn de zaken waarmee we uit de voeten kunnen, ook in Europa. Nederland als toevoerhaven van Europa, als bemiddelaar, als tussenniveau; dat idee. Daar moeten we veel meer dan nu een punt van maken.'

De aloude diensteneconomie uitleg of detail - alsof die diensten niet nog veel makkelijker overgenomen kan worden ...
  Nederland, schrijft ook de Amsterdamse econoom en publicist Ewald Engelen, is voor ongeveer 80 procent een diensteneconomie, waarin we vooral goed zijn in adviseren en beleid maken. Innovatie en techniek? Vergeet het, vond hij eerder in een snijdende kritiek op de Topsectoren. 'Economen, bedrijfskundigen, rechters en advocaten, sociale wetenschappers: dat is wat we nodig hebben. En wel de allerbeste, in alle opzichten.'

Ja lekker ... Hypotheken aan elkaar verkopen. Net als in Ierland en Spanje. De ergste crisislanden - schrijvende 2012. Terwijl de producerende landen, Finland, Duitsland, het beste presteren. Gegevens niet besteed aan de alfa's.
    Maar de alfa's hebben nog een alternatief:
  Er zijn een paar scenario's denkbaar, mijmert in Leiden prof. Paul Wouters, directeur van het CWTS, het Centrum voor Wetenschaps- en Techniekstudies. Verreweg het verstandigst is doen waar we zelf wat aan hebben, en daar nog veel beter in worden. 'Nederland is een dienstenland, of de bèta's dat nou wel of niet leuk vinden. In het hoger onderwijs zie je dat volledig terug, viervijfde van alle studenten en docenten doen iets in de alfa- of gammahoek. Dat zijn nu niet de vakken waarin we wetenschappelijk gezien internationaal toonaangevend zijn en als we Nederland hoger op de ranglijsten willen krijgen, zit daar de ruimte. En op de snijvlakken tussen alfa, bèta en gamma.'

Oftewel: "Wij van WC-eend adviseren WC-eend". Professor Paul Wouters leeft van het tellen van het wetenschappelijke werk dat anderen doen, en de andere wetenschappers die het wetenschappelijke werk doen moeten ook maar overschakelen naar het tellen van wat andere wetenschappers doen, tot uiteindelijk alle wetenschappers zitten te tellen hoeveel andere wetenschappers aan het tellen zijn.     Maar luister naar het advies van de echte deskundigen:
  Directeur Chris Sigaloff van Kennisland, de particuliere denktank in Amsterdam die in 2010 de Kenniseconomie Monitor uitbracht, onderstreept dat Nederland in feite het verkeerde spel speelt. 'Als dat spel Kenniseconomie heet, worden we binnenkort gegarandeerd van het bord gevaagd', zegt ze stellig.
    Sigaloff: 'De oude riedel dat je met kenniseconomie groei genereert, die alle maatschappelijke problemen oplost, is echt achterhaald. Vergrijzing of problemen in de zorg los je niet op met robots. Maatschappelijke problemen vergen maatschappelijke oplossingen.'
    Nederland, zegt Sigaloff, moet ook wetenschappelijk veel meer voorop willen lopen in heel andere vormen van innovatie. Niet zozeer technisch als wel sociaal. 'We zoeken nieuwe definities en methoden van innovatie voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dat is een duidelijke opdracht aan de wetenschap. Grappig genoeg niet zozeer een opdracht aan de natuurwetenschappen en de techniek, maar aan de sociale wetenschappen en de geesteswetenschappen. We zijn een wetenschapsland van beta's en medici. Maar in werkelijkheid moet Nederland het van sociale wetenschappers hebben.'

Ongelofelijk. Zo veel domheid kan alleen uit de alfahoek komen. En, ja hoor (kennisland.nl, opgeslagen 05-11-2012, uitleg of detail ):
  Chris Sigaloff

Chris Sigaloff (1971) is voorzitter van Kennisland. ...
    Na een studie Sociale Geografie aan de UvA begon Chris haar loopbaan in Geneve bij een internationale organisatie die zich bezighoudt met migratie- en asielbeleid. In 1998 maakte zij de overstap naar Nyenrode Business University. ...

De glaszuivere alfa-achtergrond, met als extraatje ook nog het multiculturalisme - het zekerste teken van het volkomen verslaafd zijn aan ideologie en hersenspoeling.
    Welke leer van ideologie en hersenspoeling dan natuurlijk ook nog wordt aanbevolen als de weg naar de toekomst:
  Directeur Chris Sigaloff van Kennisland, de particuliere denktank in Amsterdam die in 2010 de Kenniseconomie Monitor uitbracht, onderstreept dat Nederland in feite het verkeerde spel speelt. 'Als dat spel Kenniseconomie heet, worden we binnenkort gegarandeerd van het bord gevaagd', zegt ze stellig.
    Sigaloff: 'De oude riedel dat je met kenniseconomie groei genereert, die alle maatschappelijke problemen oplost, is echt achterhaald. Vergrijzing of problemen in de zorg los je niet op met robots. Maatschappelijke problemen vergen maatschappelijke oplossingen.'
    Nederland, zegt Sigaloff, moet ook wetenschappelijk veel meer voorop willen lopen in heel andere vormen van innovatie. Niet zozeer technisch als wel sociaal. 'We zoeken nieuwe definities en methoden van innovatie voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dat is een duidelijke opdracht aan de wetenschap. Grappig genoeg niet zozeer een opdracht aan de natuurwetenschappen en de techniek, maar aan de sociale wetenschappen en de geesteswetenschappen. We zijn een wetenschapsland van beta's en medici. Maar in werkelijkheid moet Nederland het van sociale wetenschappers hebben.'

Nederland moet het van de sociale wetenschappen hebben ... Om te brullen van de lach. De Nederlandse sociale wetenschappen geloven heilig in "De gelijkheid der mensen" en "De gelijkheid der culturen"  . Dat de Papoea's en de islam evenveel (zullen) presteren als wij  . Niveau "De Aarde is plat".
    De Nederlandse bijdrage aan de wereld volgens de alfa's: intellectuele zwakzinnigheid. Want, zoals inmiddels bekend, zelfbeheersing is te definiëren als verstand boven emotie laten beslissen  uitleg of detail , en de overgang vindt plaats op vijfjarige leeftijd. Bovenstaande verhalen zijn een volkomen keuze voor de emoties van de alfa- mensen door de alfa-mensen. Een geestelijke leeftijd van vijf jaar heet "zwakzinnig".
    Ongelofelijk dat zo veel onzin in een zogenaamde "kwaliteitskrant" terecht kan komen. Of misschien toch wel begrijpelijk: ook de media zijn volledig overheerst door de intellectueel-zwakzinnige alfa's.

Gunst, het lijkt er af en toe wel wel op dat er zelfs binnen de wetenschapredactie van de Volkskrant toch sprake is van een lichte kentering (de Volkskrant, 06-12-2012, hoofdredactioneel commentaar, door Martijn van Calmthout):
  Technieklessen

Het plan om techniek naar de basisschool te brengen, kan eindelijk iets doen aan onze anti-exacte cultuur.


Tussentitel: Leerling wordt nu liever manager dan ingenieur

Het voorstel van coalitiepartijen PvdA en VVD om leerkrachten in het basisonderwijs beter toe te rusten voor lessen in wetenschap en techniek, lijkt een gezond idee. Nederland kampt met een chronisch gebrek aan technici, al dan niet wetenschappelijk opgeleid, en natuurwetenschappers. Talloze pogingen de afgelopen decennia om dat tekort met campagnes en lespakketten weg te werken, hebben weinig uitgehaald.
    Voor een fors deel is dat een kwestie van nationale cultuur, die maakt dat talen en sociale vakken van oudsher veel gemakkelijker gekozen worden dan de bètavakken. Daarbij valt al jaren op dat in Nederland meisjes extreem weinig exact kiezen, vergeleken met andere landen. Campagnes op het moment van de schoolkeuze hebben daar altijd bitter weinig vat op kunnen krijgen.
    De exacte vakken hebben geen goed imago. Ze gelden als moeilijk en vereisen inderdaad een minimale werklust en interesse. Bovendien lijken de carrièreperspectieven beduidend schraler dan in handel en dienstverlening. Nederland blijft een land waar leerlingen liever de manager van de ingenieur willen worden dan die ingenieur zelf.
    Door op de basisschool techniek en wetenschap, liefst in heel praktische methodes, tot een normaal onderdeel van de leefwereld van leerlingen te maken, is aan die antitechnische cultuur wel wat te doen.    ...

Natuurlijk is dit slechts een lapmiddel. Wat er gedaan moet worden is de manager een lagere positie geven dan de ingenieur, hem minder betalen dan de ingenieur, de alfa's  grotendeels uit het bestuur van het land gooien en de media zuiveren van hun alfa-dominantie. Allemaal in één klap uit te voeren door straffen in te voeren voor leugens, oplichting en bedrog in de uitvoering van de functie. Bijvoorbeeld door "valsheid in geschrifte" ook in te voeren voor geregistreerde uitspraken, dat wil zeggen: uitspraken op band, email, twitter, of iets dergelijks, onafhankelijk of er nu een handtekening onder staat. tezamen met de regel: drie leugens en je krijgt ontslag. Mark Rutte zou nog geen maand premier zijn geweest, en de wetenschapsredactie van de Volkskrant, voorop huidig chef Maarten Keulemans (cultureel antropoloog die liegt dat culturen gelijk zijn uitleg of detail ) zou onmiddellijk leeglopen.

In het beleid is nog helemaal niets veranderd, dus drie bèta-studenten proberen het maar weer eens (de Volkskrant, 27-04-2013, door Gijs Boosten , student wiskunde en natuurkunde, Peter Boot, student informatica, en Casper van Schuppen, student natuurkunde):
  Kies voor een goede baan een bètaprofiel

Voor onze economie is de maakindustrie van groot belang. Daarom moeten veel meer scholieren een bètaprofiel kiezen.


Tussentitel: Scholen stimuleren leerlingen om een veilig gammaprofiel te keizen

Onze economie verandert snel, het beeld van voor de crisis dat ons land vooral een diensteneconomie zou kennen, moeten we bijstellen; een diensteneconomie kan niet bestaan zonder een goede en omvangrijke industriële sector, de maakindustrie. In Nederland draagt deze maakindustrie direct bij aan 10 procent van de werkgelegenheid. Bovendien rust indirect de hele diensteneconomie op de schouders van deze bedrijven.    ...

Eerst maar eens een aantal open deuren ingetrapt. Hoewel ... Die deuren zijn alleen open als je een beetje rationeel verstand hebt. Als een beetje een bèta bent. Voor de rest van de bevolking zijn ze zo gebarricadeerd als een pantserdeur. Al sinds de jaren zeventig. Zelfs een ernstige economische crisis doet ze hun houdingen nog niet heroverwegen
  De verwachting is dat de omvang en het belang van deze maakindustrie voor onze economie alleen maar toenemen. Er bestaat echter een reële bedreiging voor de industriële sector: een groot tekort aan bèta- en technisch geschoold personeel.

Omdat de ene derde van Nederland het schrijverschap ambieert, de andere derde met wat minder talent dan maar recensent, en de laatste groep presentator van DWDD wil worden om over die boeken te kunnen lullen. Oh ja, en er worden ook nog veel hypotheken aan elkaar verkocht. In Nederland.
  Nu blijkt dat alle alfa's en gamma's verloren zijn gegaan voor de maakindustrie.

Tja.
  Onze toekomst ligt in handen van 15-jarigen die aan het eind van het vmbo kiezen voor de technische of biomedische mbo-richtingen of de havo- of vwo-scholieren die een bètaprofiel kiezen.

Wanhoop. Die hebben niets geleerd.
  Bij deze keuze wringt nu juist de schoen: technische en bètavakken hebben het imago van saai, moeilijk of alleen geschikt voor echte nerds. Ouders en scholieren kiezen daarom liever een alfa- of gammaprofiel.

Precies. Niets geleerd van de lopende crisis. Met als oorzaak:
  Het saaie imago van de bètavakken is diep geworteld in onze cultuur.

Met als oorzaak: de almacht van de alfa's en gamma's in media en politiek.

En altijd weten ze weer te miepen (de Volkskrant, 28-11-2013, door Casper van der Veen):
  Peiling | technologie

Techniekland? Kwestie van investeren

Negentig jaar bestaat Science Center NEMO in december. Een mijlpaal, maar is Nederland niet meer een handelsnatie dan een techniekland?


Harry Lintsen, hoogleraar techniekgeschiedenis aan de Technische Universiteit Eindhoven: 'Het één hoeft het ander niet uit te sluiten. Nederland kon juist door zijn mondiaal uitblinkende technologie uitgroeien tot handelsnatie. Kijk naar de Rotterdamse Europoort. Probeer zo'n haven maar eens ergens anders aan te leggen. ...

Dat heeft directe handelsbelangen.
  Peter-Paul Verbeek, hoogleraar filosofie van mens en techniek aan de Universiteit Twente: 'Nederlanders zijn gewend om op zichzelf te mopperen. Maar Nederland is een vooraanstaand techniekland. Denk aan bedrijven als Philips en ASML. Er is tevens een lange traditie van wetenschappelijk onderzoek bij bedrijven.

Maar het wordt steeds minder.
  Judith Gussenhoven, historicus, promoveerde woensdag op Founding NEMO. De geschiedenis van het Nederlandse wetenschapsmuseum en zijn voorgangers, 1923 - 2013: 'Nederland is nooit echt een technieknatie geweest. Ook tijdens de jaren vijftig, de 'gouden jaren' van de Nederlandse techniek en industrie, was Nederland een diensteneconomie. Er is geen enkel jaar te vinden waarin de werkgelegenheid in de industriesector groter was dan in de dienstensector. Dat neemt niet weg dat Nederland veel interessante techniek heeft voortgebracht.'

Dit is redelijk accuraat.

Een constatering (de Volkskrant, 02-03-2019, ingezonden brief van Ameling Algra, Almere Oud-docent wiskunde en oud-manager bij het College voor toetsen en examens voor leerlingen met een beperking):
  Maker eindigt lager in pikorde dan babbelaar

Je zwakste punt bepaalt je schoolloopbaan, aldus Lisette Cleyndert (O&D, 28 februari). Klopt dat? Bij de toelating tot het voortgezet onderwijs telt de totaalscore. Een zwak resultaat op rekenen kun je compenseren met een hoge score aan de talenkant. Aan je zwakke kant moet je werken, maar fataal wordt die niet. In het voortgezet onderwijs is het niet anders. Door de keuze van je vakkenpakket reduceer je het gewicht van je zwakke kant.
    Buitenlandse onderwijsmensen leg ik graag uit dat we in Nederland maar liefst acht smaken wiskunde hebben bij de toegang tot het hoger onderwijs, van helemaal niets tot een flink brok echte wiskunde. Zij kennen meestal maar twee opties: basiswiskunde voor iedereen, en verdieping voor de liefhebber.
    En dan kun je in Nederland ook nog slagen met een 5; van het beetje wiskunde dat verplicht is, hoef je minder dan de helft goed te hebben. Leerlingen moeten hun zwakke kant niet verwaarlozen, maar ze worden er niet op afgerekend.
    Anders ligt het bij de kleine groep waar door een beperking of beschadiging een grote achterstand is aan de talen- of juist aan de rekenkant. Dat heet een kloof tussen de verbale en performale intelligentie. En wat blijkt? Wie door een beperking een taalachterstand heeft, en dat geldt internationaal, is in het verbale onderwijs kansloos, ook al is hij briljant in techniek. Maar andersom: wie een beschadiging heeft aan de rekenkant, ondervindt geen problemen in de schoolloopbaan.
    Gek genoeg zijn het alleen de ouders van leerlingen uit de tweede groep die voor hun kind uitzonderingen en ontheffingen claimen. Het onderwijs is zo een afspiegeling van de samenleving. Wie iets kan maken, eindigt lager in de pikorde dan wie een vlotte babbel heeft.

Amen.


Naar Alfa's en bèta's, sociologisch  , of naar site home  .

9 mei 2012