De PvdA

23 okt.2004

De PvdA is de oudste nog bestaande partij afkomstig uit het tijdperk van het traditionele linkse denken  , zoals al blijkt uit haar naam: de Partij van de Arbeid. In het huidige tijdperk is deze benaming maar gedeeltelijk juist. Wat in eerste instantie bedoeld werd met arbeid was de arbeider, wat dan weer doelde op de groep die lagere arbeid verrichten. Op dit moment is dat een middelgrote doch slinkende groep, en veel werk lager betaalde arbeid valt niet onder de gangbare betekenis van arbeid maar zit bijvoorbeeld in allerlei bureaubaantjes. Die groepen vallen niet onder de huidige benaming van de PvdA.

Een ander punt met die benaming is haar relatie tot de beleden doelgroep. Economisch gezien is de PvdA één van de partijen die de belangen van de lagere sociale klassen politiek steunt, maar cultureel gezien is dat niet zo. Vroeger betrof dat de voorkeur voor vrijetijdsbesteding, waarin de PvdA als partij veel meer een cultureel-intellectuele uitstraling heeft, met een voorkeur voor de klassieke cultuuruitingen als theater, concert, en museum, terwijl de lagere klassen veel meer belangstelling hebben voor voetbal of sport in het algemeen, soapseries, en disco of smartlap afhankelijk van de leeftijd. Deze nadruk op de culturele elite is een aspect van een algehele houding, neutraal het "linkse denken" genoemd en door de tegenstanders de "linkse kerk", die heeft geleidt tot een groot aantal denkfouten op meer specifieke maatschappelijke punten, die vanwege hun aantal verzameld zijn in een apart artikel  . Hier beperken we ons tot een paar meer politieke zaken.

In die meer politieke zaken moeten we het verhaal splitsen in twee delen: de oude PvdA en die nieuwe.

Het kenmerk van de oude PvdA is dat ze in haar steun aan de lagere sociale klassen de PvdA aan een kolossaal misverstand lijdt, namelijk dat ieder individu in die klasse automatisch voldoet aan de criteria voor steun, door de overheid of anderszins. Het idee is dat hogere sociale klassen meer dan lagere klassen geneigd zijn tot asociaal gedrag, in ieder geval op economisch gebied; er zijn meer dan voldoende aanwijzingen om deze aanname te staven  . Het probleem van de PvdA is dat van de meeste semi-, would-be-, en alfa-intellectuelen, namelijk dat als ze eenmaal een regel hebben, ze deze verabsoluteren tot geldigheid voor alles of iedereen. In dit geval: alle mensen uit de hogere klassen zijn slecht, en alle mensen uit de lagere klassen zijn goed.

Een praktijkvoorbeeld van onterechte steun aan lagere sociale klassen is de weerstand van de PvdA tegen hervormingen in de WAO. Onderzoek heeft aangetoond dat de WAO in het verleden is misbruikt door werkgevers en vakbonden om ontslagenen een betere afvloeiingsregeling te krijgen. Ook zijn allerlei mensen gebruik gaan maken van de soepele toegangsregelingen en uitvoeringspraktijk. Iedereen die een beperkte hoeveelheid tijd had gewerkt kon tot in oneindigheid beroep doen op de WAO. Het verzet van de PvdA tegen sanering betekent dat nu een dusdanig strenge regeling noodzakelijk is dat ook mensen die er eigenlijk wel recht op hebben nu buiten de boot vallen.

Een ander voorbeeld van foute prioriteiten ten gunste van de lagere klassen is de beroemde uitspraak van Joop de Uyl: "Iedere arbeider zijn autootje". In de tijd dat die uitspraak gedaan werd, de jaren zeventig, was een auto nog iets voor de midden- en hogere klassen. De rationele aanpak was om dit luxe autobezit terug te dringen, in plaats van te democratiseren. Ons huidige vervoersinfarct is een gevolg van het autootje-voor-iedereen. Ook heeft het universele autorijden onwenselijke maatschappelijke gevolgen gehad, zoals een ondermijning van alle openbaar vervoer ten koste groepen als de ouderen.

Dit voor zover de oude PvdA. De nieuwe PvdA lijdt eigenlijk aan hetzelfde syndroom, maar dan in een nieuwe vorm. Want daar waar de oude doelgroep het vanaf de jaren zeventig steeds beter kreeg en ook steeds normaler en kritischer bekeken werd, bleef de psychologische behoefte aan het verlenen van hulp en "goeddoen" natuurlijk bestaan. En die behoefte kon vervuld worden met een nieuwe doelgroep. Die nieuwe doelgroep is natuurlijk die van de (allochtone) immigranten, die net als vroeger op de onbegrensde steun van de PvdA kon rekenen, waarbij de regel van toepassing lijkt van hoe exotischer of zieliger, hoe beter (het "zielige-negertjes" syndroom). Het grappige is dat die steun aan immigranten sterk ten nadele werkt van de oude doelgroep van de PvdA, door twee fundamentele eigenschappen van de nieuwe groep: de toestroom bestaat voor het overgrote deel uit lager opgeleiden en voor het overgrote deel uit sociaal achtergeblevenen.

Het eerste aspect, de instroom van lager- en ongeschoolden betekent een verruiming van het aanbod op dit deel van de markt. Aangezien in de praktijk ook deze markt werkt volgens het vraag- en aanbod-model, betekent dat de Nederlandse lager opgeleiden er direct qua maatschappelijke (onderhandelings)positie en financieel op achteruit gaan.

Het eerste aspect betekent ook dat de immigranten komen te wonen in de wijken van de Nederlandse sociale lagere klassen. De immigranten zijn echter meestal sociaal achtergeblevenen in hun geboorteland. Dit geboorteland heeft meestal een grote achterstand op sociaal, economische en cultureel gebied op Nederland als geheel. Dat betekent dat uit de sociaal lagere klassen komende immigranten uit dit land een grote sociale en culturele achterstand hebben op de Nederlandse lage sociale klassen. Dat uit zich in het niet-leren van de Nederlandse taal, het vervuilen van de woonomgeving, het niet-meedoen met Nederlandse sociale verbanden, overlast veroorzaken, criminaliteit, en dergelijke. En al die overlast komt terecht niet bij degenen die die immigranten hebben toegelaten en een Nederlands paspoort hebben gegeven, de Nederlandse bestuurders waaronder de PvdA, maar bij de lagere klassen

Een derde manier waarop de immigranten nadelig is het gevolg van de eerste twee: door hun zwakke sociale positie doen ze een relatief sterk beroep op het Nederlandse sociale stelsel, het geen de kosten van dit sociale stelsel aanzienlijk verhoogt. Aan de ander kant zijn er autonome sociale processen die er toe leiden dat voor de sociale zekerheid en beperkte hoeveelheid geld ter beschikking is. De toename van het beroep door immigranten betekent dus een afname die de autochtone Nederlanders kunnen doen. Dit uit zich onder andere in allerlei maatregelen die op het moment van schrijven (oktober 2004) genomen worden om het beroep door personen op de sociale voorzieningen te verminderen. Of in directe termen: de verlaging van de WAO voor een Nederlander is het gevolg van de WAO- en bijstandsuitkering aan de immigrant.

Deze analyse leidt tot de vraag waarom de PvdA nog zo'n ruime aanhang heeft. De simpele verklaring is dat voor een aantal groepen er geen alternatief is, of lijkt te zijn. Zodra dat alternatief voor een deel van de fouten van de PvdA er wel was, in de vorm van de LPF onder Fortuyn, stapte ook meer dan een derde van de PvdA aanhang bij de eerste de beste gelegenheid over. De moord op Fortuyn en de erop volgende rechtse regeringen maakten een verdere test onmogelijk. Voor andere groepen PvdA stemmers als de sociaal voelende deel van de middengroepen, uit onderwijs zorg en dergelijke, is dit alternatief er nooit geweest.

Het grote stemmenverlies van de PvdA aan de LPF heeft binnen de bestuurlijke en intellectuele leiding aanleiding gegeven tot uitspraken over de wenselijkheid van discussies over de uitgangspunten van de PvdA als sociaal denkende partij. Dit heeft geleid tot slechts een enkel rapport dat de kwalificering gematigd kritisch verdiend, en dat dus ook sterk bestreden werd, en niet tot enigerlei praktische veranderingen heeft geleid. De PvdA leefde voort met haar oude fouten, zoals iedere dag weer blijkt uit het gedrag van dat deel van haar aanhang dat toegang heeft tot de media, zowel de politici zelf als hun aanhang onder de journalistiek doelgroep, zie elders  .


Addendum aug. 2006
:   De jaren na de moord op Fortuyn (2002) kende, mede door de opkomst van de LPF, een rechtse regering. Omdat deze samenviel met een economische dip, kon die regering veel maatregelen nemen die nadelig waren voor de lagere maatschappelijke groepen. Dat leidde tot een weer sterk groeiende aanhang van de PvdA, en omdat ook de andere linkse partijen groeiden, ontstond op een gegeven moment een virtuele linkse meerderheid. Hetgeen leidde tot vele vragen aan PvdA-leider Wouter Bos of hij in zo'n geval ook een links kabinet zou vormen. Hiertegen had hij een overduidelijke tegenzin, zie hier  . Een paar maanden na het bericht in deze bron kwam de PvdA, bij monde van Bos, met een remedie, middels een nieuw plan: fiscalisering van de AOW, waarbij de ouderen zelf ook belasting voor de AOW zouden moeten bijdragen (de AOW is nu een premiestelsel, waarvoor men geen premis meer hoeft te betalen als men 65+ is). De reactie was voorspelbaar: velen waren boos, vooral natuurlijk de ouderen. En de heftigheid van de reactie was voorspelbaar, omdat zoiets al eerder was gebeurd, leidende tot de oprichting van twee ouderenpartijen, met, kortstondig, succes; het leidt weinig twijfel dat Wouter Bos daar prima van de hoogte was  . En ook in dit geval leidde het tot een sterke val in de populariteit van de PvdA. De linkse meerderheid verdween weer snel achter de horizon. Waar niemand bijna de PvdA over mopperde, want een linkse regering wil veel te veel veranderen aan dingen die de leiding van de PvdA niet wil veranderen, omdat die leiding, als deel van de hogere klassen, ook profiteert van het economisch rechtse beleid  . Of in de woorden van Volkskrant-econoom Frank Kalshoven:


Uit: De Volkskrant, 11-03-2006, column door Frank Kalshoven

Wat betekent de winst van links eigenlijk?

...  En dus vraag ik nog even terug: Gaat links cq de PvdA de decentralisatie van de bijstand terugdraaien? Neen. Gaat links de hervorming van de arbeidsongeschiktheidsverzekering terugdraaien? Neen. Wil links iedereen weer met vroegpensioen sturen? Neen. Gaat links de gezondheidszorg nationaliseren? Neen. Gaat links vakbonden oproepen de looneisen te verhogen? Neen. Zal links afzien van het liberaliseren van een deel van de huurmarkt? Neen. Gaat links uitkeringen boven werk stellen? Neen. De vennootschapsbelasting verhogen? Neen. En het is inderdaad maar goed ook dat links cq de PvdA dat allemaal niet gaat doen. ...


Red.:   En dat laatste, uit de mond van iemand zeer rechtse economische opvattingen  , laat zien dat de PvdA, economisch gezien, in de prakrijk ook rechts van het midden staat.  
    Inmiddels zijn de parlementaire verkiezingen van 22 november 2006 achter de rug. De PvdA zakte, na het herstel van 2003 (42 zetels), weer sterk terug richting het dieptepunt van 2002 (22 zetels) weer terug, naar 33 zetels. Maar waar het om ging is dat haar achterban sterk aan het veranderen is - bij de lagere inkomensgroepen zakte het aandaal van de PvdA van 37 naar 22 procent, en weer ruimschoots voorbij gestreefd door de SP.
    Het verlies van de PvdA leidde natuurlijk ook tot kritische beschouwingen over de oorzaken. Ten eerste de inhoudelijke:


Uit: De Volkskrant, 28-11-2006, Jos de Beus, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en opsteller van het PvdA-verkiezingsprogramma 1994

PvdA is oud en wijs genoeg om jonge SP aan te kunnen

Jos de Beus, PvdA, stemde deze verkiezingen op het CDA. Uit protest. Partijleider Bos deed in noch buiten de partij wat hij moest doen. Al zijn de kansen niet verkeken.


Tussentitel: PvdA moet CDA niet beschimpen en SP niet bewonderen

Driemaal bracht een PvdA-leider mij in een onaangename toestand van zweving. In 1995, toen Wallage Bolkesteins kritiek op de progressieve illusie van de multiculturele samenleving beantwoordde met persoonlijke verdachtmaking. In 2002, toen Melkert op dezelfde manier het antwoord op Fortuyns kritiek schuldig bleef. En vorige week, toen Wouter Bos zich voordeed als achterbuurtjongen en het Catshuis opeiste met slechts één overblijvend argument, namelijk dat hijzelf zoveel beter verdiende dan een zeepkist en een rood jack.
...   Neem de verloedering van het onderwijs. Terecht wil Bos de scholen teruggeven aan leerkrachten en ouders, maar hij organiseert géén parlementaire enquête om zich los te maken van de slechte invloed en naam van sociaal-democratische bewindspersonen uit het verleden. Bos houdt ook vast aan marktwerking in het onderwijs en vervaging van het onderscheid tussen hbo en academisch onderwijs, het volgende vliegwiel van neerwaartse nivellering. ...
    Bos moest laten zien dat het land beter af is met de PvdA als grootste regeringspartij. Daarvoor moest hij een mandaat vragen voor veranderingen dat hij enkel kon krijgen als hij het verzet ertegen binnen zijn eigen partij had gebroken. Dat is bij onderwijs niet gelukt, evenmin bij staatsvernieuwing (verzet van burgemeesters), sociaal-economisch beleid (verzet van vakbonden namens oudere werknemers), mediabeleid (verzet van omroepverenigingen tegen een staatsomroep gelijk de BBC) en het vergrijzingsbeleid. Er was nog een reden ditmaal niet PvdA te stemmen. Terecht stelde Bos de sociale kwestie, maar hij deed dat met een vaag beroep op solidariteit en de versleten formule ‘sterk en sociaal’. Voor de strijd tegen de apartheid in onze steden is echter ook sociale mobiliteit nodig. En dat vereist een idee van hoge cultuur en vorming van een democratische elite van cultuurdragers. Zonder zo’n idee bestaat er geen geestelijk oriëntatiepunt voor armen, achterblijvers en middengroepen.
...      De PvdA wordt vandaag verlamd door de anti-globaliseringsbeweging van de SP. Bos voerde geen enkel rechtstreeks debat met Marijnissen! De PvdA nam géén afstand van de SP op gebieden als de afwijzing van Europa, verhoging van uitkeringen en fixatie op de inkomens van bedrijfsbestuurders en wilde ten onrechte niets weten van de SP op gebieden als de bevordering van de historische en culturele canon van Nederland. ...


Red.:   De Beus keert zich tegen de PvdA-onderwijsvernieuwng, tegen de sociale permissiviteit en voor normen-en-waardenhandhaving, tegen handhaving van sociale zekerheid, voor globalisering en Europa, en tegen beperking van de kapitalistische uitwassen. Dit is inderdaad een typische CDA-programma: (wat drastisch afgekort) economisch gezien kiezen voor de rijken, en de armen moeten leren hun mond te houden. Of : de trap van onderen schoonvegen. En dit van iemand die passend genoeg werd gevonden om ooit het partijprogramma van de PvdA op te stellen.
    De confrontatie met een linksere partij heeft ook geleidt tot een vergelijking van persoonlijkheden:


Uit: De Volkskrant, 28-11-2006, Meindert Fennema, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam 

Opkomst en uitslag tonen grote politieke betrokkenheid burger

 ...   Het ‘klasje van Marijnissen is bij de tijd’ kopt de Volkskrant op 24 november. En wie die nieuwe SP-fractie bezig heeft gezien bij Pauw & Witteman, heeft kunnen constateren dat daar een heel ander soort mensen in zit dan in de fractie van Wouter Bos. Het verschil zit hem niet in de eerste plaats in de volgzaamheid of in de competentie. Die lijken in beide fracties wel gegarandeerd.
    Bij Pauw & Witteman zagen wij een groep bevlogen mensen die zich volkomen vereenzelvigden met de SP en hun leider, Jan Marijnissen. Mensen die niet de indruk wekten ooit uit geweest te zijn op een Kamerzetel, maar vanuit een sterke onvrede met het bestaande iets radicaal nieuws voor ogen stond. De Kamerzetel was, zo leek het, voor ieder van hen een bijproduct van de politieke strijd die zij voerden.
    Bij de kandidaten van de PvdA ligt dat in het algemeen anders. Niet dat zij geen politieke strijd willen voeren omdat ‘dit land zoveel beter kan’, maar zij zijn meer individualistisch ingesteld en kijken in de eerste plaats naar hun eigen carrière voordat zij een partijpolitieke keuze maken.
    Een aantal van hen is zelfs overgestapt van GroenLinks naar de PvdA omdat zij in die laatste partij betere vooruitzichten hadden. ...


Red.:   Wat hier met bijna zoveel woorden wordt gezegd is dat de PvdA'ers eruti zien als carrièrejagers die linkse dingen zeggen, de SP'ers eruit zien als mensen die links denken en willen doen. Dat wordt nog eens bevestigd door de erop volgende alinea:

  ... De partijculturen verschillen navenant. Waar Jan Marijnissen de vader is van een grote, geseculariseerde katholieke familie, daar is Bos de CEO van een geoliede partijmachine die bedrijfsmatig geleid wordt.
    ‘Wouter Bos is ongrijpbaar’ schrijft Hans Wansink, eveneens op 24 november, ‘wat er in het hoofd van de leider werkelijk omgaat, weet niemand’. Anders gezegd, waar het leiderschap van Marijnissen berust op gezag en loyaliteit, daar berust dat van Bos op macht en afhankelijkheid. ...

Wat niets meer of minder is dan het oude maxime dat de inhoud ook vaak de vorm bepaalt - de inhoud deugt niet, en dus deugt de vorm evenmin.
    Het feit dat de SP nu bijna van delfde grootte is als de PvdA is natuurlijk de ultieme uidaging voor de ... PvdA - hier wilde het hoofd "de socialisten" gaan typen, omdat dat de gebruikelijke aanduiding is voor de PvdA. Het is het meest duidelijke teken van de verandering der tijden dat dit nu duidelijk niet meer kan. "De socialisten" is de SP, en wat de PvdA dan is, is even niet duidelijk. Maar voor we daar op ingaan, eerst nog even hoe diep die strijd al gevoeld wordt: nog voor de verkiezingsuitslag besloot het lijfblad van de PvdA, de Volkskrant, alleen al op grond van de peilingen een tegencampagne te starten, zie hier  .
    Wat is de PvdA dan als ze niet langer de socialisten zijn? Een deel van het antwoord is gegeven door een ander prominent lid, op zijn oudere dag een zeer open man geworden: Arnold Heertje:


Uit: De Volkskrant, 24-11-2006, Arnold Heertje, emeritus hoogleraar economie en lid van de PvdA

Vertrapten door de bureaucratie verenigt u

De PvdA moet haar verlies wijten aan de managers in die partij, die de zorg en het onderwijs vernielen en het natuurbehoud dwarsbomen, meent Arnold Heertje.


De Partij van de Arbeid is genoopt zich te bezinnen op de oorzaken van haar dramatische verlies. Deze beschouwing draagt bij tot de analyse.
    De sociaal-democratie wordt thans niet meer vertegenwoordigd door de PvdA. De beweging is niet langer een partij van en voor arbeiders en evenmin voor de zwakken in de samenleving. De PvdA is verworden tot een partij van en voor beheerders: de Partij van de Beheerders.
    De beheerders maken in Nederland de dienst uit. Zij zijn de risicomijdende managers van woningcorporaties, energiebedrijven, zorginstellingen en het hoger beroepsonderwijs. Ze opereren vooral in de semipublieke sector en vallen op door hun hoge salarissen, bonussen en gouden handdrukken. Gouden handdrukken die hoger zijn naarmate de wanprestatie groter is, met het argument dat de betrokkene elders niet meer aan de slag kan. ...


Red.:   Dit zijn de wat ouderen, de gesettleden. Erbij horen ook velen uit de top van de partij.
    Een ander belangrijke deelgroep is die van de jongere globalisten, degenen die geloven dat iedereen voldoende toegerust is om met behulp van zijn intelligentie zijn eigen weg in de wereld te vinden. De voorstanders van de multiculturele samenleving, van open grenzen en vrije immigratie, van de eenwording van Europa. In principe zijn die meer thuis bij het huidige GroenLinks, vanwege haar nog liberalere ideeën  , maar er vindt, zoals boven ook al beschreven, een aanzienlijke heen en weer migratie plaats (meer over deze groep elders   ):


Uit: De Volkskrant, 14-11-2006, column door Hans Wansink

Balkenendes project

Sinds Fortuyn stond de politiek in het teken van het ‘christen-democratisch offensief’, constateert de Wiardi Beckman Stichting. Haar eigen PvdA stond buitenspel.


Leijnse geeft hen geen ongelijk. Hij wijst op de ‘badinerende toon waarop in de PvdA over het normen- en waardendebat werd gesproken, de herhaalde verwijzing naar Balkenendes provinciale afkomst en de profilering van de nieuwe PvdA-top als vlotte jonge professionals uit urbane milieus (...)


Red.:   En natuurlijk is daar ook de achterban in de alfa-intellectuele sector, zoals de kunsten , zie onderstaande bericht:


Uit: De Volkskrant, 22-11-2006, van verslaggever Joost Ramaer

PvdA wint met afstand Culturele Stemtest

De PvdA is uit de bus gekomen als veruit de populairste politieke partij onder de deelnemers aan de Culturele Stemtest 2006 op de website van de Volkskrant.


In 43,3 procent van de voltooide stemtesten kwamen de standpunten over kunst- en cultuurbeleid van de PvdA het meeste overeen met die van de deelnemers (zie grafiek). Op de tweede plaats eindigde GroenLinks met 19,2 procent, nummer drie was de SP met 17,9 procent....


Red.:   De PvdA lijkt daarmee, mogelijkerwijs definitief, verwoorden tot de partij van de middenstanders in de sociale en publiek sectoren, de kleinere en wat wat grotere beleidsmakers en bestuurders, mensen wat hoger werkzaam in zorg en onderwijs en ambtenarij  . Degenen ook die het sociale met de mond belijden, maar als het er echt op aankomt, toch voor andere dingen kiezen. Wat het meteen geïllustreerd kan worden door de discussies uit het redelijk nabije verleden:


Uit: De Volkskrant, 20-10-1999, door Jaap Stam 

P V D A ?

De PvdA van Kok werkt mee aan ontwikkelingen die de samenleving bedreigen, vindt Arie van der Zwan. De multinationale ondernemingen hebben het voor het zeggen. De PvdA moet haar beginopdracht weer ter harte nemen: de hervorming van de maatschappij. Is het zo erg?


Cees Hamelink, hoogleraar internationale communicatie, doet veel onderzoek naar de macht van multinationale ondernemingen: 'Van der Zwan heeft volledig gelijk. We praten nog steeds over markten alsof dat leuke pleinen zijn waar mensen gezellig hun waren kunnen vergelijken, maar de mondiale markt is noch vrij noch gezellig. Die wordt beheerst door de grote ondernemingen.
    Zij bepalen het leven van miljoenen mensen en leggen daarvoor geen openbare rekenschap af. De kern van de democratie is dat je verantwoording aflegt voor het uitoefenen van macht. Het is mij zeer dierbaar dat Kok en zijn kornuiten eraan worden herinnerd dat ze ooit sociaal-democraten waren. Hun partij onderscheidt zich nauwelijks nog van de VVD.'  ...


Red.:   En wie nog twijfelt kan ook de rest van dit artikel lezen. Niets is er in dit opzicht gebeurd, aan het controleren van de economische uitwassen van de kapitalistische maatschappij, of zelfs aan de wens daartoe. En ook hier geeft PvdA prominent Leijnse weer een duidelijke aanwijzing van het waarom, in een citaat uit hetzelfde stuk:

  ...  Frans Leijnse, ... 'Behalve een paar onverbeterlijke sociaal-democraten, die nog iedere avond hun Heijermans bijhouden, leven we natuurlijk het liefst in de wereld van Peter Stuyvesant.'

Waarbij de uitdrukking "de wereld van Peter Stuyvesant" staat voor de kapitalistische wereld van chroom, glitter, en het grote geld
    En op dit punt leunt de advocaat in de televisieserie tevreden achterover in zijn stoel, en verklaart: "I rest my case".


Addendum apr. 2007:
De discussie over de verkiezingen van 2007 is opnieuw losgebarsten, zie hier  .

Addendum jul. 2007:
Na een tijdje het functioneren van de PvdA binnen het nieuwe kabinet aangezien te heen, is de redactie begonnen met het aanleggen van een verzameling anti-sociale beleidsmaatregelen - zie hier  .

Addendum jul. 2010:
In de aanloop van de verkiezingen van 2010, schrijft de linkse multiculti-columnist Pieter Hilhorst over de VVD, die niet echt liberaal zou zijn, met ook de volgende passage:


Uit: De Volkskrant, 01-06-2010, column door Pieter Hilhorst, politicoloog.

Stemwijzer voor liberalen

Tussentitel: Als de vraag klinkt Wil de echte liberaal opstaan, kan Rutte beter blijven zitten

...  De lijsttrekker van de VVD voelt meer voor een coalitie met de PVV dan met de PvdA. Volgens hem is de afstand tot de laatste partij groter dan tot de eerste.
    Rutte weet heel goed dat dit onzin is. De PvdA is een stuk liberaler dan de PVV, die de vrijheid van godsdienst bedreigt, de AOW op 65 wil houden en niet aan de huren en de WW wil morrelen. ...


Red.:   Nee, dan de PvdA... die wil wel aan de AOW, de huren en de WW morrelen. Oftewel: net als de VVD geen echte liberale partij is (maar een gewone graaiersclub  ) , is de PvdA geen echte sociale partij.
    Om te brullen ...


Addendum sep. 2011:

Er is een nieuwe rechtse regering van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV, maar ook dan speelt de PvdA het klaar om rechts te blijven:


Uit: De Volkskrant, 19-09-2011, door Remco Meijer

Interview | PvdA-leider Job Cohen

'Kabinetje pesten is vallen in eigen zwaard'
...
Waarom zou u het kabinet dan helpen in de eurocrisis?
'Die euro is zo belangrijk, dat gaat verder dan de vraag of je daarmee wel of niet een kabinet steunt.'
...
Nederland teruggeven aan de Nederlanders is een heilloze voorstelling van zaken?
'Ja, een die ons enorm terugwerpt. Het is een valse profetie. Nederland is verknoopt met Europa, of je het nu leuk vindt of niet.'    ...


Red.:   Zoals al bekend, is Europa veel belangrijker dan Nederland, voor de PvdA. Waardoor een deel van de pensioenpot van de Nederlandse burgers verdwijnt richting zuidelijke landen, met name Griekenland. iets waar gedoogpartner PVV tegen is, omdat het de gewone burger te veel geld kost.
    Maar de PvdA heeft de oplossing voor het weglopende geld:


Uit: De Volkskrant, 16-09-2011, van verslaggever Gijs Herderscheê

PvdA steunt pensioenakkoord

De PvdA steunt het pensioenakkoord dat het kabinet met vakbeweging en werkgevers heeft gesloten. Het is, na de redding van de euro, de tweede politiek brisante kwestie waarin de PvdA het minderheidskabinet aan een meerderheid helpt.
    Dit bleek donderdagnacht tijdens het slotdebat over het pensioenakkoord in de Tweede Kamer. Rond middernacht deden premier Mark Rutte (VVD) en minister Henk Kamp (VVD) van Sociale Zaken een ultiem beroep op PvdA-woordvoerder Roos Vermeij en haar secondanten Jeroen Dijsselbloem en Mariëtte Hamer om in te stemmen met het pensioenakkoord.   ...


Red.:   Zelfs binnen eigen kring wordt dit gezien als verraad  .
    En als het kalf verdronken is:


Uit: De Volkskrant, 21-02-2012, van verslaggevers Jan Hoedeman en Joost de Vries

Job Cohen stapt op: PvdA-verhaal lastig over te brengen

In de peilingen deed hij het almaar slechter. Na een roerige week met veel kritiek telde PvdA-leider Cohen zijn knopen en stapte op

PvdA-leider Job Cohen is maandag onverwacht uit de politiek gestapt na groeiende kritiek op zijn leiderschap. De 'soms te hoge verwachtingen' kon hij niet waarmaken. Cohen acht zich niet in staat 'voldoende tegenwicht' te bieden aan de beslissingen die het kabinet de komende weken in de tussenformatie zal nemen over de toekomst van Nederland.   ...
    Met het vertrek van Cohen komt een einde aan een moeizaam fractieleiderschap dat vanaf het begin aan kritiek bloot stond. Als lijsttrekker werd zijn partij tweede, in de peilingen deed hij het almaar slechter en zijn mediaoptredens kwamen steeds meer onder vuur te liggen. Het feit dat de PvdA onder leiding van Cohen het kabinet steunde in de onderhandelingen over de pensioenwetgeving en in de eurocrisis werkte fnuikend in de beeldvorming.


Red.:   Gunst ... Verraad doet het niet goed in de beeldvorming ...
    Nog een humoristische bijdrage aan de analyse van een briefschrijver:


Uit: De Volkskrant, 22-02-2012, ingezonden brief van Jan Dirk Dorrepaal, Zevenhuizen

PvdA-leiderschap

Wie zo eens de beschrijvingen van de potentiële kandidaten voor het leiderschap van de PvdA leest raakt nogal in verwarring.
    Diederik Samsom hoort eigenlijk bij GroenLinks, Frans Timmermans bij D66 en Hans Spekman bij de SP enzovoorts. Dit alles doet mij denken aan zo'n vijftig jaar geleden toen op de vraag aan een willekeurig PvdA-lid waar een andere partij voor stond hij direct het antwoord klaar had, maar bij zijn eigen partij het antwoord schuldig moest blijven.
    Je kunt je de vraag stellen of je nu weer vijftig jaar door moet modderen met af en toe een beetje regeringsverantwoordelijkheid.
    Misschien kan men eens overwegen om zich op te splitsen en op te heffen. Er lijkt voor iedere PvdA'er een passend plekje in de resterende linkse of progressieve partijen.


Red.:    En nog eens een finale bevestiging van binnenuit:


Uit: De Volkskrant, 25-02-2012, door Remco Meijer

'Debat in PvdA werd gesmoord'

Vandaag verschijnt het boek van oud-Kamerlid Paul Kalma over de Partij van de Arbeid. Voor kritiek op de oorlog in Irak en de neoliberale koers was onder Wouter Bos geen ruimte, schrijft hij. Dit heeft de partij volgens hem veel kiezers gekost.

...    Kalma (63) was tussen 1977 en 2006 verbonden aan de Wiardi Beckman Stichting (WBS), het aan de PvdA gelieerde wetenschappelijk bureau voor de sociaal-democratie. Hij was er eerst medewerker en vanaf 1989 directeur. Na bijna dertig jaar WBS maakte hij in 2006 de overstap naar de Tweede Kamer.    ...


Red.:   Kalma was al opgevallen als iemand met een enigszins sociaal gevoel. Dat ontbreekt het het grootste deel:

  De belangrijkste verklaring voor de grote terugval van de PvdA in de kiezersgunst is volgens oud-Kamerlid Paul Kalma 'het aanleunen tegen de neoliberale consensus en het smoren van elk serieus intern debat'. Als hij als Kamerlid afwijkend van zijn fractie over een motie wilde stemmen, werd dat 'als een politieke hoofdzonde beschouwd'.
    Dat schrijft Kalma in het boek Makke schapen. Over volgzame burgers en vluchtige politiek, dat vandaag bij uitgeverij Prometheus verschijnt. Kalma was Kamerlid van 2006 tot 2010, toen Wouter Bos partijleider was. Hij staat links in de PvdA en botste vaak met Bos. 'Fractieleden werden, zo nodig, onder forse druk gezet om geen afwijkende standpunten in te nemen. Gebeurde dat wel, dan werd daar vanuit fractie- en partijbestuur briesend op gereageerd ('je steekt ons een mes in de rug')', schrijft Kalma.

En uiteindelijk aan de kant geschoven:

  Zijn soms dissidente opstelling werd door de Partij van de Arbeid niet geapprecieerd, 'en een enkele keer afwijkend stemmen kon al helemaal niet door de beugel'. Het betekende het voorlopige einde van zijn politieke loopbaan. 'In 2010 gaf de kandidaatstellingscommissie mij, op verzoek van scheidend partijleider Wouter Bos en voorzitter Lilianne Ploumen, geen plaats meer op de nieuwe lijst. Later maakte ze daar, grootmoedig, een onverkiesbare 41ste plaats van.'
    Dat onverkiesbare bleek juist: de PvdA haalde bij de verkiezingen van juni 2010 30 zetels.

En hij geeft ook nog weer hoe dit proces verloopt:

  Hij vat de politieke lijn samen als: 'verzakelijking werd verzaking'. Voor de regeringsdeelname onder Paars en onder Balkenende, volgens Kalma gekenmerkt door 'bestuurlijk pragmatisme', heeft de PvdA een 'politieke prijs' betaald die zeer hoog is.

Het natuurlijke lot van een sociaal-democratisch partij. Een lot dat voor een deel vastligt omdat de burgers als geheel, dat wil zeggen: in meerderheid, niet de moed hebben om iets anders te kiezen dan de oude heersers met de wapens en het geld:

  Niettemin zijn de 'makke schapen' uit de titel van het boek in de ogen van Kalma niet in de eerste plaats de parlementariërs, maar de Nederlanders zelf. 'In dit deel van de wereld winden we ons nog wel op, maar niet over hoofdzaken. Makke schapen zijn we, met af en toe wat woedeaanvalletjes.' Hij ziet zijn boektitel als 'een uitroep van verbazing, maar ook als een wake-upcall' om 'de aanhoudende politieke passiviteit in veel westerse landen' te doorbreken.

Want als ze het wel zouden doen, starten de oude heersers een burgeroorlog. Of gaan er met alle spaargeld vandoor naar het buitenland. waarop ze al een voorschot hebben genomen, door het Nederlandse goud in New York te stallen


Naar Politieke analyse  , Linkse denken  , Politiek lijst  , Politiek & Media overzicht  , of site home  .