De alfa wereld

In Alfa en bèta denken    hebben we gezien dat de modulaire evolutie en opbouw van de hersenen, met emotionele en rationele modules, zijn weerslag vindt in het feit dat er mensen zijn die meer van de ene of de andere module gebruik maken, zich in de dagelijkse praktijk uitende in wat men dan alfa's en bèta's noemt. In Alfa en bèta sociologisch  zagen we verder dat dit ook in de onderlinge omgang aanzienlijke verschillen met zich mee brengt, die zich laten vertalen in voorkeuren als het gaat om keuzes als tussen vorm of inhoud, idealisme of realisme, woorden of cijfers, emotie of ratio, macht of gezag, enzovoort.

Hier gaat het om de maatschappelijke gevolgen van deze psychologische en sociologische verschillen in attitude. Of om preciezer te zijn: wat we gaan beschrijven zijn de gevolgen van de alfa-manier van denken, omdat het nu eenmaal zo is, zoals al geconstateerd in Alfa en bèta sociologisch  , dat de alfa's grotendeels de wereld haar aanzien geven, middels hun overmacht in de media en het bestuur  . Je zou het huidige artikel dus kunnen plaatsen in de categorieën "economie" en /of  "politiek" - voor het gemak houden we het toch maar onder "sociologie".

Veel van de aspecten van die alfa-wereld zijn elders al behandeld, voor wat betreft de grote subgroep van de linkse alfa-intellectuelen, zie hier  , en hoeven hier alleen nog maar naar verwezen te worden - door het bij elkaar nemen van al die aspecten ontstaat vanzelf het grotere plaatje.

Voor we aan die beschrijving beginnen, eerst nog een andere specificatie: waar er hier in algemene termen wordt gepraat over alfa- en bèta-mensen, is dat eigenlijk onzorgvuldig. Het gaat hier niet om de grote groep van de gehele bevolking, maar over dat deel ervan dat de gang van zaken in de maatschappij bepaalt: de bestuurlijke en intellectuele elite. Onder de gewone mensen zijn er ook meer alfa- en meer bèta-gerichten, maar dat maakt in de praktijk weinig uit: ze moeten zich toch voegen naar de wensen en structuren die van hogerhand komen.

We beginnen met de houding in de tegenstelling tussen de publieke en private zaak. Omdat het merendeel van de huidige kunst en kunstenaars op een of andere wijze subsidie van de staat ontvangt, in Nederland in ieder geval, zou je denken dat de alfa, veelal werkzaam in de kunstwereld, sterk zou kiezen voor de publieke zaak.

Het tegendeel is waar - zodra het ten minste op intuïtieve keuzes aankomt. Een significant voorbeeld is de keuze tussen publieke of private, commerciële, omroep. In de papieren media worden de elektronische media op dagelijkse basis besproken - en wie dat ooit ook maar een beetje heeft gevolgd, weet dat de publieke omroep altijd wordt afgezeken (excusez le mot)  . Toen miljardair John de Mol zijn nieuwe commerciële omroep Talpa startte, kreeg hij, in bijvoorbeeld de Volkskrant, van de geschreven media enthousiaste steun  . Dat dit een moreel minderwaardige positie was, omdat een keuze voor Talpa stond voor een keuze tegen waarachtige cultuur, wordt uitgelegd door een andere alfa, Bas Heijne, hier  .
     Een andere publiek-privaat kwestie: het openbaar vervoer. De IRP-hoofdredacteur hoopt bij wijze van uitzondering eens een beroep te mogen doen op "wat iedereen al weet". De Volkskrant, weer, maar de Volkskrant is de krant van alfa-intellectueel Nederland zoals ook iedereen weet, heeft een jarenlange campagne tegen de NS gevoerd. Iedereen die drie en een halve minuut vertraging had, kreeg vrij toegang tot de ingezonden-brievenrubriek  . Drie en een half uur vertraging in de auto is nog nooit het onderwerp geweest van emotionele ontboezemingen. De clou zit waarschijnlijk in een term die psycholoog Piet Vroon ooit eens gebruikte: "openbaar veevervoer" - in het openbaar vervoer is de individualist in het algemeen en de alfa-intellecteel in het bijzonder bang zijn uniekheid, zijn identiteit, te verliezen. Tussen twee haakjes: een reusachtig zwaktebod, natuurlijk. Nog wat andere voorbeelden van anti-publieke-zaak-denken hier  .

Dat gevoel van uniekheid en identiteit is ten nauwste verbonden met de dichter bij het alfa-beroep staande begrippen van eigenheid en originaliteit - algemeen worden deze gezien als onmisbaar voor de kunstzinnige en alfa-intellectuele activiteit  . Daar zit waarschijnlijk een grote hoeveelheid van waarheid in, maar de alfa-intellectueel hecht er dusdanig veel waarde aan, dat het ten koste gaat van zaken die heel veel mensen tot het gezonde verstand bestempelen - men kiest als het ware voor "iedere dag een gebakje", want "een bruine boterham is zo gewoon" - voorbeelden daarvan zo meteen.

Maar eerst voeren we deze gedachtegang nog een stap verder. Want nog algemener dan de genoemde begrippen is dat van de "creativiteit". Velen zullen denken dat kunst hetzelfde is als creativiteit - hetgeen fout is van twee kanten: aan kunst komt ook een grote hoeveelheid hand- en beroepsvaardigheid te pas (de oorspronkelijke betekenis van het Latijnse woord "ars") - en bijvoorbeeld (natuur)wetenschappers zijn ook creatief.

Maar die overdrijving van de waarde van creativiteit blijkt ook een donkere kant te hebben. Die overdrijving gaat zo ver dat bij de keuze tussen iets oncreatiefs maar constructiefs, en iets creatiefs maar destructiefs, de alfa-intellectuele in aanzienlijke meerderheid lijkt te kiezen voor "creatief maar destructief"  . Dat is een ernstige beschuldiging, die we ook alleen durven door door de beschikbaarheid van een uitgebreide lijst van voorbeelden waar dit uit blijkt  .

De lijst van voorbeelden uit Creativiteit en slechtheid slaat voornamelijk op opvattingen, niet-zichtbare dingen. Dat laatste geldt niet voor de onderwerpen die we tot het laatst hebben bewaard: architectuur en andere vormen van inrichting van de maatschappij. Niet alleen is dat duidelijk zichtbaar, nog sterker; het slaat je direct in je gezicht. Dit is dusdanig erg dat zelfs sommige alfa's het nu gaan beseffen, zie het artikel over Architectonische lelijkheid  .

Maar waar Architectonische lelijkheid in eerste instantie alleen op esthetische aspecten lijkt te slaan, gaat deze zaak nog veel verder als je het onderwerp van stads- en land-inrichting erbij neemt. De keuze voor een maatschappij-inrichting waarin de stad een belangrijke rol speelt lijkt onvermijdelijk, als je grootschalige voorzieningen als een noodzakelijkheid ziet - denk aan de positieve kant aan universiteiten en musea.

Maar dan blijven er in ieder geval nog de keuzes over van welke verdeling tussen stad en land men wil, en wat voor soort stad. Wat betreft dat laatste gaan we uit van de simpele tweedeling tussen een "net soort stad", zoals we die kennen van de middelgrote steden in West-Europa, of de megalomane megapolen zoals die als paddestoelen groeien in de tweede en derde wereld, zie Stedenbouw, metropolen  . Dat de West-Europese grote stad al veel meer sociale problemen kent dan een middelgrote behoeft geen toelichting - de term "grotestadsproblematiek" behoort tot het standaardvocabulaire van iedere politicus. Dat die problemen is de metropolen alleen maar uitvergroot worden is ook nauwelijks omstreden, zie de bronnen in het al genoemde Stedenbouw, metropolen.

Voor een verstandig mens lijkt het vanzelfsprekend dat dit geen gewenste ontwikkelingen zijn. De natuurlijke keuze van de alfa-intellectueel lijkt een andere te zijn, zoals de uitvoerige bronnenverzameling laat zien  . De alfa vertoont een sterke voorkeur voor de sociale rommel van de grote stad en de sociale rotzooi van de metropool, boven de gezondheid en sociale netheid van de middelgrote stad en kleiner  . En klaagt over de tegenmaatregelen die noodzakelijk worden als het uit de hand is gelopen  .

Deze al enkele decennia zichtbare trend is in een stroomversnelling geraakt door het eveneens versnellende proces van de globalisering. Globalisering slaat in eerste instantie op het feit dat steeds meer economische activiteit in landen ver weg op de globe gedaan wordt, hetgeen vertaald neerkomt op: verplaatsing van werk naar goedkope-arbeidlanden. En in tweede instantie dat degenen die daarvan profiteren, ook steeds meer over de hele wereld heen en weer vliegen en migreren. Dat heen-en-weer vliegen en migreren gaat voornamelijk tussen de grote steden en metropolen, en luxe oorden. In die grote steden en metropolen worden de goederen verhandeld die in de derde wereld, in kleinere steden en de rest van het land gemaakt worden. En het grootse deel van de winsten terecht komen. Welke winsten besteed worden aan allerlei vormen van luxe, van kunst en cultuur tot aan de vele mogelijkheden van decadentie.

Dit is de wereld waarin de alfa-intellectuelen passen, en waar ze van leven. De alfa-intellectuelen behoren tot de groep van de globaliseringwinnaars  , en steunen dus ook, zoals we al gezien hebben, alles wat met de huidige globalisering samengaat: voor het ongeremde individualisme, tegen alles van de sociale herverdeling en de staat  , tegen georganiseerde arbeid  , voor de neoliberale economie  , en voor globale kapitalisme  - voor de wereld van sociaal verval en decadentie  .

Natuurlijk is dit geen pleidooi om de hele wereld in te richten als rijtjeshuizen met tuintjes voor en achter - hoewel de grote meerderheid van de mensheid zo'n huisje wel lijkt te willen. Dit is een pleidooi voor meer evenwichtigheid, omdat de metropolen-bevolkende en de wereld bevliegende alfa-intellectueel, in samenspanning met de kapitalistische geldwolven en hun bureaucraten, hard de richting van megalomane metropolische apocalyps lijkt op te sturen.


Naar Linkse denkfouten  , of site home  .

27 aug.2008