Bronnen bij Westerse cultuur: religie
De trend in de westerse cultuur was, in ieder geval in Nederland, tot voor
een decennium of zo, een redelijk continue lijn weg van de religie. De
traditionele kerken liepen en lopen in hoog tempo leeg, en omvangrijke
groepen zoeken hun weg richting stromingen als het boeddhisme en
non-seculiere levensovertuigingen. Dat hield in dat religie nauwelijks meer
een item was in het maatschappelijke debat.
Daarin kwam verandering met de massa-immigratie van moslims, en de steun die
ze kregen en krijgen van een groot deel van de bestuurlijke en intellectuele
elite. Dat heeft ook hernieuwde kracht gegeven aan de christelijke
religieuzen, en heeft het debat tussen religie en humaniteit, humanisme,
verlichting of hoe je het ook wilt noemen, in zijn algemeenheid nieuw leven
ingeblazen.
Veelal wordt dit debat, schrijvende in december 2010, opgehangen aan de
botsing tussen de vrijheid van meningsuiting versus de vrijwaring van
belediging - vaak in wat bedekte termen als: "Dat je alles mag zeggen,
betekent toch niet dat je het hoeft te doen?"
Die bedekte termen zijn retoriek en/of huichelarij. Richting degenen die wijzen
op de strijdigheid van islam en humanistiek worden de meest smerige beledigingen
gehanteerd, inclusief vergelijkingen met het Derde Rijk. Het gaat dus duidelijk
niet om beledigingen op zich - het gaat bij de oproep om terughoudendheid in de
verbale uitingen uitsluitend om religie en dat dan weer vrijwel uitsluitend de
islam. Daarnaast maakt men geen enkel bezwaar tegen de beledigingen geuit binnen
en door de islam
. Men kent religie rechten toe die niet-religieuzen niet vindt toekomen. Het
gaat hier dus wel degelijk over de strijd tussen religie en de vrijheid en de
humanistiek.
Omdat religie niet verdwijnt vanwege haar aantrekkelijkheid voor de onzekere
geest, laait deze discussie met grote regelmaat opnieuw op, net sinds een
decennium of ze meestal de ostentatieve een rumoerige nieuwkomer, de islam, als
focus. Voor het debat dat we er hier uitlichten, begon dat met een rede van
(toenmalig) fractieleider van GroenLinks, Femke Halsema, die enigszins verschoof
in haar langdurig multiculturele en pro-islam standpunt, in dat ze de vrijheid
van godsdienst stelde tegenover één van de onvrijheden waar godsdienst zelf toe
leidt, in de vorm van interne groepsdwang. Ook weer met de islam als aanleiding,
omdat het vooral de islam is die het haar volgelingen vrijwel onmogelijk maakt
zich in het openbaar van de islam te distantiëren, in zoverre dat daar formeel
zelfs de doodstraf op staat.
Dit is het uitgangspunt. Meteen al leidden het tot een sterke
tweedeling. Want Halsema's stap was dan wel een beweging in de richting van
de vrijheid, maar ze stond nog voor een groot deel in het veld van de
religieuzen (de Volkskrant, 15-10-2010, door Els Geuzebroek):
En eigenlijk is dit nog niet scherp genoeg
geformuleerd. "Godsdienstvrijheid" is psychologisch gezien een contradictie
in zichzelf
, omdat godsdienst werkt als een beperking van de geest
. Waar het ook voor bedoeld is, want godsdienst is ervoor om de onzekerheden
van het leven het hoofd te bieden en te verminderen - en die onzekerheden
zitten vastgenageld aan vrijheden. Mohamed Rabbae en zijn islamitische
geloofsgenoten willen een boek verbieden, omdat dat boek hen bloot zou
kunnen (!) stellen aan levensvrijheden waar ze bang voor zijn. Alle
andere woorden waarin ze hun bezwaren gieten, zijn verhullingen, leugens,
voortgekomen uit diezelfde angst.
Een herhaling van wat hierboven al staat.
Datgene dat al enige tijd terug aanleiding zou hebben moeten zijn voor de
multiculturalistische elite om hun standpunten op te geven: Wie bezwaar
maakt tegen Wilders, moet de oorzaken van zijn opkomst bestrijden. En dat is
per definitie niet Wilders zelf. De oorzaak van de opkomst van Wilders is de
islam, met onder andere haar overduidelijke vrijheid-beperkende neigingen:
QED.
Allemaal waarheden.
En dan waar het omgaat wat betreft het startpunt van de
dialoog:
En de reden dat ze dit zo doet, is niet moeilijk te raden:
Wat weer een bewijs is van de vrijheid-beperkende rol van religie en haar
ondersteuners.
En in deze contradictoire positie worden, net als in alle
contradictoire posities, enorme redenatiefouten gemaakt en valse
gelijkstellingen gepleegd - want wie stelt dat 1 + 1 gelijk is aan drie,
komt even makkelijk tot 1 + 1 is vijf, of nul, of zeven-en-een-half (wie
niet snapt dat dit hetzelfde is als een contradictie: 1 + 1 kan dus ook 1
zijn - aangezien de eerste 1 al gelijk is aan 1, is de tweede 1 dan dus
gelijk aan 0 - oftewel: 1 = 0 - een contradictie).
Hier zijn een paar van die valse gelijkstellingen volgende uit de
oxymoron "godsdienstvrijheid":
En een andere, nog fundamentelere:
Mat als logische conclusie:
En aangaande de algemene zaak:
Goed, dat was de reactie op Halsema vanuit de seculiere hoek.
Maar ook de religieuze hoek was getroffen
(De Volkskrant, 15-10-2010, door André Rouvoet):
Hierin, hoe logisch klinkend misschien
ook, schuilt al de wortel van het kwaad. En wel in deze specifieke frase 'Je
spreekt over andermans diepste overtuiging ...' Hoezo is dat een punt?
Waarom moet dit apart genoemd worden?
Dit zijn retorische vragen, waarop het bekende antwoord luidt:
"Omdat religieuze meningen een hogere status hebben dan niet-religieuze". En
hoe bekend ook, want het zijnde woorden van Halsema en ze is het er
kennelijk mee eens, tot genoegen van Rouvoet natuurlijk, het is natuurlijk
een glasharde leugen van de soort over de goede kledingsmaak van de keizer:
iedereen denkt en gelooft het, maar het is doodgewoon niet war. Geen enkele
mening van een mens is meer waard als die van een ander, ook al haalt hij er
hemel en aarde bij. Een mening is een mening. En in het praten over die
mening gelden dezelfde regels voor iedereen. Of het nu gaat over de juiste
smaak van de kaas in de muizenval, of de aard van de bevelen van de god die
in de hemelen zij. Zodra iemand gaat afwijken van dit standpunt, en zijn
mening meer waarde toekent op onbewijsbare gronden, is de discussie
afgelopen. Dan kan je alleen nog zwijgen, en ligt het risico van geweld op
de loer.
Nu heeft André Rouvoet van een vrij lichte vorm van religie:
Maar hij heeft problemen zodra het fundamentele punt is de buurt komt:
religie is onvrijheid:
Scherper geformuleerd:
Vervolgens komt er een stuk over dit dilemma en haar verhouding tot de
geldende wetten. Waarna het terugkomtop de kernvraag:
En hier hebben we de contradictie weer: André Rouvoet vindt dat een
godsdienstige club wel haar normen mag opleggen, maar de club van ons allen,
de maatschappij of de staat niet. Hij acht zijn religieuze norm meer waard
dan de niet-religieuze.
Overigens zou hiertegen aangevoerd kunnen worden dat het
lidmaatschap van de religieuze club vrijwillig is, en van de staat niet. Dat
kan aanvaard worden. Maar dan is er een direct en onlosmakelijk vervolg: het
argumenten is beslist niet geldig voor de kinderen. En die moeten dan van de
religieuze dwang gevrijwaard worden. Wat grotendeels hetzelfde is als het
opheffen van religie, zoals de ervaringen in Nederland van de laatste
vijftig jaar bewijzen.
Zoals al vermeld gaat Rouvoet tussendoor redelijk uitvoerig
in op de rechten van godsdienst en godsdienstigen in de Grondwet en
afgeleide wetten. De wetten zijn gebaseerd op de al gemelde fundamentele
denkfout:dat godsdienstige meningen meer waard zijn dan andere. Dat blijkt
inderdaad uit de Grondwet,door het apart vermelden ervan. Dit is het gevolg
van de traagheid van de geschiedenis en de wetgeving. Dit is de oude,
archaïsche, kijk op beschaving. Deze aparte vermelding van godsdienst zou
onmiddellijk uit de wetten moeten worden geschrapt, en voor zover het
geldige regels betreft, ingedeeld bijna de overige rechten aangaande
meningen enzovoort.
Hetgeen ook de weerlegging is van Rouvoet's laatste punt:
Die scheiding van kerk en staat is er nu niet. Die scheiding van kerk en
staat moet er dus wel komen, op de boven beschreven manier. Daarna kunnen
alle nog lopende problemen aangaande gedrag van mensen besproken worden in
het kader van deze nieuwe wetten en de oude regels. Die regels ruwweg zijnde
dat je aan ander geen schade mag berokkenen, als daar geen andere goed
argumenten tegenover staat. En als wetenschappelijk aangetoond kan worden
dat het onderhouden van religie leidt tot geestelijke schade, is dat dus het
einde van het fundamentele recht om een kind met een religie op te voeden.
Net zo goed als er geen fundamenteel recht bestaat je kind lichamelijk
tekort te doen. In hoeverre dat reikt, is een punt van toekomstige
maatschappelijke discussies.
Natuurlijk waren er ook andere bezwaren (de Volkskrant, 16-10-2010, ingezonden brief van Jan de Beer (Den Haag)):
De huidige positie en wetspraktijk komt er
min of meer op neer dat niemand mag discrimineren, behalve religieuzen: "De
religieus mag weigeren jouw hand te schudden, maar jij mag die religieus
niet uit jouw werkkamer weren".
En (de Volkskrant, 16-10-2010, ingezonden brief van P. Steeman
(Assen)):
En (de Volkskrant, 16-10-2010, ingezonden brief van Margot Blom (Amsterdam):
Daarna was de dialoog ver genoeg gevorderd, en het maatschappelijke veld ook
inmiddels genoeg opgebroken, om tot de publicatie te kunnen komen van een
stuk dat voorheen niet had gekund (de Volkskrant, 24-12-2010, door
Meindert Fennema, hoogleraar politieke theorie van etnische verhoudingen aan
de UvA):
Deze kop is een nevenstelling van hetgeen
hierboven is betoogd: een religieuze mening is niet meer waard dan welke
andere ook. Namelijk: als je er wel vanuit gaat dat een religieuze
mening meer waard is dan een andere, is een religie een gevaar voor de
rechtsstaat. want het kweekt fundamentele ongelijkheid tussen mensen.
Fennema behandelt ook nog een van de vele contradicties van
religieuzen, namelijk die van degenen die menen dat hun religieuze
mening
wel meer waard is, en de mening van een andere religie niet.
|
In dit laatste perspectief herkent men onmiddellijk de opvatting van
Frits Bolkestein over de vrijheid van onderwijs, en de standpunten van
de PVV. Paradoxaal genoeg ligt het standpunt van Rob Riemen, auteur van
De eeuwige terugkeer van het fascisme, daar niet ver van af. Ook
Riemen verdedigt onze cultuur als een joods-christelijke, tegen het
platte materialisme van de PVV ...
Ook Ella Vogelaar en een deel van haar partijgenoten zien de
sociale democratie in het verlengde van de joods-christelijke traditie,
al wil zij daar de islamitische aan toevoegen. ...
Volkskrant-redacteur Chris Rutenfrans verdedigt de
joods-christelijke traditie tegen die van de islam. Alleen de laatste
leidt in zijn ogen tot moord en doodslag. Rutenfrans brengt in debat met
Cliteur (Opinie & Debat, 4 december) twee argumenten in. Ten eerste zegt
hij dat christendom en jodendom vandaag de dag toch niet of nauwelijks
terroristen voortbrengen, terwijl dat bij de islam wel het geval is.
Cliteur antwoordt dat zijn filosofische verhandeling niet bedoeld is om
tot empirisch toetsbare hypotheses te leiden, maar om in algemene zin de
tegenstrijdigheid aan te tonen tussen de grondslagen van de
democratische rechtstaat en de goddelijke bevels-theorieën, die
kenmerkend zijn voor alle monotheïstische godsdiensten.
Rutenfrans' tweede argument is van theologische aard. Volgens
hem is Allah meedogenlozer jegens ongelovigen dan JHWH, die zich volgens
hem beperkt tot het doen doden van vijanden van Israël. Cliteur vindt
dat onderscheid niet relevant, omdat hij onderzoekt in hoeverre een
principiële incompatibiliteit bestaat tussen goddelijke bevelstheorieën
en de moderne democratie. Hij is niet geïnteresseerd in de vraag welke
van de drie monotheïstisch religies het meest gewelddadig is. |
Overigens gaan dit soort contradicties meestal gepaard met grote
hoeveelheden retorische trucs en soms regelrechte scheldpartijen, van de
soort die refereert aan de Tweede Wereldoorlog.
De conclusie van Fennema is natuurlijk uiteindelijk dezelfde:
Oftewel: monotheïsme is één pot nat, dat 'nat' zijn de van de soort die men
vindt in beerputten. Eén aspect van de relatie tussen
religie en rechtstaat moet hier nog aan worden toegevoegd
(de Volkskrant, 07-02-2011, van verslaggever Peter de Graaf):
Het heeft dus tot voor zeer kort gegolden dat de
christenen niet stemden om politieke redenen, maar om religieuze - oftewel: dat
is een democratie maar theocratie. Het bestaan van dit soort religie is dus op
zich dus al een gevaar voor de democratie - en darmee de rechtstaat. Iets dat
voorde christenen in afnemende mate geldt, maar voor moslims in hoge mate
- voor de afzienbare toekomst.
Het artikel van Fennema was natuurlijk een schop tegen het
wespennest.
De Volkskrant had een hele pagina aan reacties, en ongetwijfeld nog de
nodige op haar burelen (de Volkskrant, 28-12-2010, door Dick Lieftink):
Dit is dus onjuist: ons stelsel is niet
seculier, maar bevoordeelt protestanten en katholieken. Er bestaat geen
extra bescherming van de socialistische mening.
En nog wat van dit spul. Dit is in feite al afgehandeld door Fennema, als
'De debatten tussen joden, christenen en moslims lijden veelal aan een
ongemak dat door Freud het narcisme van het kleine verschil genoemd is.' Het
gaat er niet om of Karin Armstrong of wie dan ook dit vindt. Het gaat erom
dat ze dit onderbouwt met een beroep op een mening die meer waard is. Want
als zij hierin op dit argument gelijk krijgt, komt als volgende de moslim
met zijn mening en zijn kromzwaard.
Maar de clou moet nog komen:
Oftewel: wie geen religie aanhangt heeft geen ethisch-morele basis. Een
overbekend standpunt van het religieuze denken
.
Daarom is Karin Armstrong nodig om ons te vertellen wat
voorafgaande aan enige christelijke religie allang door Confucius was
verteld, die het ook weer had van zijn voorvaderen: "Wat gij niet wilt dat u
geschiedt, doe dat ook een ander niet". Als Confucius het zegt, of Meindert
Fennema het zegt, of de redactie van deze website het zegt, is het slechts
een mening waar niemand zich in principe aanhoeft te storen. Maar als
Karin Armstrong het zegt, of Dick Lieftink, is het een van God
gegeven waarheid, die voor iedereen geldig is, en is het de kern van ethiek
en moraal. Die Confucius, Fennema en de redactie dus niet hebben -die
ethiek en moraal ...
Mensen als Rouvoet, Armstrong en Lieftink bedoelen het
ongetwijfeld goed, maar in hun onnozelheid hebben ze dus totaal niet door
hoe verregaand onbeschoft hun standpunten zijn. Door niet-religieuze zomaar
en zonder meer amoraliteit te verwijten. En het verwijt van
immoraliteit ligt dan ook al snel op loer. Dat is namelijk het punt waarop
moslims zitten: niet-moslims zijn eigenlijk immoreel - ze zijn in ieder
geval "haram" - onrein.
Waarna een frase als de volgende alleen maar gezien kan
worden als een gotspe:
Een verschijnsel als religie, dat goed bedoelende mensen ongemerkt tot de
diepste vormen van belediging kan brengen, kan niet anders gezien worden als
een psychologisch ziek-makend verschijnsel.
De volgende reageerder (de Volkskrant, 28-12-2010, door Frans Hoppenbrouwers):
En na die kop zou je kunnen besluiten het stuk
verder over te slaan, want het "Niet iedere ..."-argument is al duizenden malen
weerlegt: Niet iedere Nederlander is langer dan alle Japanners,
maar Nederlanders zijn (gemiddeld) langer dan Japanners
.
Maar misschien is die kop geschreven door de krant, en niet door de auteur. Een
stukje tekst, dus:
Ha, retorische trucs ... Dat belooft meer:
Het argument uit de kop, verpakt in nog wat trucs. De riposte: "Mooi, als er
geen religieuze scherpslijpers zijn, kunnen we meteen die bevoordeling van de
religie uit de Grondwet schrappen, en de betaling door de overheid van
christelijke scholen stoppen. Christenen betalen hun eigen scholen maar".
En dan nogmaals het argument dat niet alle christenen
fundamentalisten zijn:
Maar dan in andere vorm: voor niet-religieuzen telt het kennelijk wel dat er
uitwassen zijn. Alsof als je religie afwijst, je dan dus voor de uitwassen van
de niet-religie bent.
En ook de volgende is nog aardig, hoewel ook bekend:
Inderdaad: de seculiere ideologie is al even erg als de religieuze
. Hoewel, als de christenen de atoombom had gehad in de 12de eeuw, leidt het
weinig twijfel dat ze die met veel plezier overal in het Midden-Oosten had
rondgestrooid - dat zou die muzelmannen geleerd hebben ...
Dus inderdaad, dit stuk had u aan de hand van de kop al
meteen kunnen overslaan.
Er was ook nog een reactie van buiten het ideologische Midden-Oosten (de Volkskrant, 28-12-2010, door René Meijer (Anand Aadhar)):
Overigens doen de hindoes dat door moslims
gewoon op hun sodemieter te geven. In diverse vormen, zoals af en toe een moskee
in de brand steken, als de moslims weer een aanslag hebben gepleegd.
Maar dat zijn dat natuurlijk heel andere moslims dan de
moslims die wij nu ondersteunen door bijvoorbeeld scholen voor ze te betalen, op
grond van de wet die religie bevoordeelt ...
Fennema reageert zelf ook op het weerwoord (de Volkskrant,
30-12-2010, door Meindert Fennema, hoogleraar politieke theorie van etnische
verhoudingen aan de UvA):
Op de toevoeging over Armstrong na, dus
precies dezelfde argumenten als boven gebruikt. Niet verwonderlijk - wie 1 +
1 op een redelijke manier uitwerkt, komt uit op 2 of daar heel dicht in de
buurt. Wie het ook is ...
Er kwam nog iemand bij die ook wat contradicties en dergelijke kwijt
wilde (de Volkskrant, 30-12-2010, door Cees Maris):
Nummer één: de PVV heeft het over de huidige
islam, niet de historische (categorie: leugen). Nummer twee: dat het
christendom niet deugt, wil niet zeggen dat de islam wel deugt
(categorie: Non sequitur).
Reactie: Een moordenaar heeft ook dagen dat hij niet moordt
(categorie: Non sequitur - toelichting: een goed compenseert niet een
kwaad).
Reactie: er waren ook nazi's die niet inde concentratiekamp werkten
(categorie: Non sequitur - toelichting: alle stromingen kennen
fanatieken en rekkelijken - het draait meestal om de fanatieken).
Nummer één: die staatsneutraliteit is er niet (categorie: leugen).Nummer
twee: Fennema gaat er niet aan voorbij, hij gaat er juist een stap mee
verder (categorie: leugen).
Reactie: Het CDA voert religieuze argumenten aan tegen euthanasie, abortus,
en dergelijke (categorie: leugen).
Reactie: Moslims hebben de Europese Verlichting niet doorgemakt, los
van wie wat zegt (categorie: feitenverkrachting
).
Reactie: Van circa 800 tot circa 1200. Van circa 1200 tot en met 2010 is het
steeds minder verlicht geworden (categorie: feitenverkrachting).
Reactie: De maan kan ook van groene kaas zijn, maar hij is het
niet (categorie: onbekend - toelichting: geen enkel huidig islamitisch land
is een echte rechtsstaat)
Reactie: Al dit sociaalwetenschappelijk onderzoek is gebaseerd op enquêtes
onder moslims
, en dus wetenschappelijk ongeldig
. Alle sociale indicatoren wijzen op het tegendeel
.
Wie zich verbaast over het grote aantal leugens en foute
redeneringen: Als je begint met een idee in je hoofd dat in strijd is met de
feiten ("Islam gaat wel degelijk samen met rechtsstaat"), leidt vrijwel
iedere confrontatie met de werkelijkheid tot contradicties, en pogingen idee
en feiten te rijmen tot foute redenaties.
Overigens is de tussentitel nog een grappige vorm van
contradictie - tezamen met de erop volgende zin luidt hij:
Het is echter het centrale dogma van de islam en dus de moslim, dat
het absoluut zeker is dat de islam wel de ware is. Het centrale dogma
van de islam, of afgekort: de islam, is dus in strijd met de
rechtsstaat.
Maar niet alleen islam is, op zijn minst potentieel, in
strijd met de rechtstaat ... Alle religie, voor zover in de staat
aanwezig, is in strijd met de rechtstaat. Bijvoorbeeld als dat gebeurt op
deze manier (de Volkskrant, 07-03-2011, door Thijs Kleinpaste en Marcel Duyvestijn):
Waarmee de ongelijke behandeling voor eens
en altijd is vastgesteld. En hier is waar het om gaat:
|
Het probleem zit hem in de neiging het geloof in god net even hoger
te waarderen dan willekeurig welke andere mening. Volgens ons is geloof
een mening. Je hebt een keuze. Je gelooft wel. Je gelooft niet. Of je
weet het (nog) niet. Dan is het idioot dat de ene mening meer
bescherming geniet dan de andere. |
En ter bevestiging (de Volkskrant, 11-03-2011, ingezonden brief van Paul Schenderling,
vice-voorzitter CDJA, Wouter van den Berg, voorzitter politiek bestuur SGPJ, en
Robert Heij, voorzitter Perspectief (CU)):
Nu was de situatie rond de hier aan het woord
zijnde christelijke gelovigen redelijk geregeld: hun invloed was beperkt
geworden. Maar de instroom van een klein miljoen fundamentalistische gelovigen
van het type islam heeft deze situatie fundamenteel veranderd. Want, hoe
gematigd ze zelf ook beweren te zijn, zaken als "belediging" door andere
meningen geldt voor vrijwel allemaal, en dat is het treken van religieus
fundamentalisme. Aanleiding voor het volgende citaat uit het artikel van
Kleinpaste en Duyvestijn
|
Doordat God zo expliciet in de Grondwet voorkomt, heeft dat zijn
weerslag op allerlei eenvoudiger wetgeving. Zo heb je de Algemene Wet
Gelijke Behandeling, maar ook het verbod op godslastering. Een
meerderheid van de Tweede Kamer wil dat afschaffen, maar het geldt nog
steeds. Minister Hirsch Ballin wilde de wet zelfs verder
'verduidelijken', zoals hij dat noemde, zodat het weer echt gebruikt kon
worden als iemand God beledigt. Minister Donner wilde het
'revitaliseren'. Een grap over God is kennelijk erger dan een grap over
onze zuiderburen. |
Wat, zoveelste leugen van Donner, natuurlijk niet gaat over God, maar Allah.
Conclusie: Religie is een potentiële bedreiging voor de
rechtsstaat en de westerse cultuur, en de islam is daarvan een hoogst
geactualiseerde vorm.
De reacties blijven weer binnenkomen. Eerst eentje aan de
kant van de mens (de Volkskrant, 14-03-2011, ingezonden brief van Jan van Hoek, IJsselstein):
En van de kant van God (de Volkskrant, 14-03-2011, door Dirk-Jan Nijsink):
Twee onjuistheden. ten eerste: dat religie ons
land gevormd heeft, spreekt niet in haar voordeel - je kan het even
gemakkelijk als een nadeel zien. En ten tweede: de afschaffing van onterecht
bevoordeling is niet hetzelfde als als een dictatuur van gelijkheid.
Modern onderzoek, onder meer door Frans de Waal heeft laten zien dat moreel
een evolutionaire oorsprong heeft. God is hiervoor dus totaal overbodig, en
misschien zelfs een gevolg van dat morele gevoel, en niet een oorzaak.
Twee denkfouten of retorische trucs: historisch beroep
en massa-argument
- het geloof in een platte aarde heeft eenzelfde argumentatie achter zich.
En helaas, want dit soort gelovigen zijn over het algemeen nette
mensen:
Tja, inderdaad, er zijn ook ideologieën zonder godheid, die even gevaarlijk
zijn ...
Een gelijksoortige reactie (de Volkskrant, 16-03-2011, ingezonden brief van Marc Hesseling):
En nog een aardige weerlegging (de Volkskrant, 15-03-2011, ingezonden brief van Manon Vogel (Vlaardingen)):
En nog een poging van religieuze kant (de Volkskrant, 16-03-2011, ingezonden brief van Marcel Buurman (Roermond)):
In welk rijtje godsdienst en
levensovertuiging niet thuishoren, omdat het gaat over meningen.
"Discriminatie" wegens het aanhangen van meningen als het nazisme zijn ook
toegestaan.
Het bekende misverstand: het afkeuren door gelovigen van de meningen of
eigenschappen van anderen, zoals het vervloeken van a-religieuzen en het
haten van homo's en joden, wordt beschermd in de wet. De meningen van
atheïsten niet. En als een niet-religieus hetzelfde zegt over religieuzen
als religieuzen over niet religieuzen, wordt hij vervolgd wegens haatzaaien
(Geert Wilders).
Nog een bekend misverstand: het gaat om degenen die het vanuit hun religie
wel zijn (de dagen dat en moordenaar niet moordt tellen niet ten gunste van
hem) - zie de uitgebreide discussie over dit specifieke aspect hier
.
Kennelijk gaat het wat dit betreft niet de goede kant op in Nederland,
en is er enige bijsturing nodig - door de religieuzen de gelegenheid te
geven hoe zeer ze wel niet gekwetst worden door de niet-religieuzen (de Volkskrant, 23-03-2011,door Sarah Venema):
Oftewel: religieuzen mogen naar believen
verkondigen dat hun opvattingen geen meningen zijn, maar door een hogere
autoriteit afgekondigde zaken waaraan iedereen zich dient te houden, en degenen
die zich niet onder dat regime scharen, zijn op zijn best verstoken van
moraliteit, en volgens de moslims op zijn gunstigst apen, honden en varkens.
Welker opvattingen ze zelf dan aanprijzen als de hoogste vorm van moraliteit en
spiritualiteit.
En dan gaan klagen als er van niet-religieuzen reacties komen, die
ook nog veel matiger geformuleerd zijn. Het is een gruwelijke gotspe. De duivel
had het niet kunnen verzinnen. Overigens: FORUM = moslims.
De overigen staan hier alleen in het kader van hoe religie werkt: misleiding
van de onnozelen.
Een ander aspect van de vernietigende invloed van
religie (de Volkskrant, 18-03-2011, column door Max Pam):
De verklaring kan iedereen verzinnen, en is door
velen verzonnen: moskeen zijn de gebouwen die het stevigst gebouwd waren.
Oftewel: aan moskeeën is ten opzichte van de rest van de gebouwen veel meer
moeite en geld besteed. En gezien het door de tsunami direct zichtbaar
gemaakte resultaat: aan moskeeën is buitensporig veel moeite en geld
besteed. Hetgeen ook geldt voor moslimmigranten (de Volkskrant, 29-03-2011, van verslaggeefster Charlotte
Huisman):
Geen geld voor een nieuwe school ... Nee,
geld voor een nieuwe moskee. Welke inschatting van het belang der zaken ook
terug te zien in alle andere aspecten van het onderwijs zoals we al gezien
hebben in de serie artikelen over islam en onderwijs
.
Maar ook binnen de Europese culturele grenzen is een
dergelijk verband zichtbaar (de Volkskrant, 14-03-2011, van correspondent Jan Hunin):
Ook hier dus buitensporig veel moeite en
geld voor de gebouwen van de kerk, ook boven zoiets essentieels als onderwijs -
iets dat we dus ten sterkste terug zien bij de ergste der religies: de islam
. En we kunnen rustig aannemen: religie krijgt in het algemeen buitensporig veel
maatschappelijke bronnen. Die dus niet besteed worden aan zaken die bijdragen
aan welvaart en vooruitgang. Religie is dus ook in het algemeen maatschappelijke
opzicht, zeg maar in het opzicht van beschaving, een buitengewoon schadelijke en
dus kwaadaardige zaak.
Ook in Rusland is dit een overbekend fenomeen. Hier een klein
voorbeeld (de Volkskrant, 11-07-2012, door Andrew E. Kramer (The New York Times)):
Het communisme was nog
nauwelijks gevallen, of men begon als eerste met het herbouwen van
reusachtige kathedralen
. Geen wonder dat het communisme daar niet werkte ...
Een van de vele gezwellen van dit kanker is haar invloed op
de politiek. In de parlementaire democratie worden de parlementsleden zonder
last of ruggespraak hun stem te kunnen uitbrengen en dus ook hun oordeel te
kunnen vormen. Dat is zo geformuleerd om te voorkomen dat externe krachten
de parlementsleden beïnvloeden, hetgeen de bedoeling ervan zou ondermijnen.
Nu is dat deels theorie, want in de praktijk van ook westerse democratieën
als de Amerikaanse, is het zo dat rijken, via processen als h]lobby, wel
degelijk politici kunnen beïnvloeden. Wie hier streng is en roept "Maar dan
zijn ook de westerse maatschappijen geen democratie!" heeft gelijk - dat is
ook in redelijke tot aanzienlijke mate zo. Het is alleen ook zo dat het
elders nog slechter is.
Wat heeft dat te maken met religie? Dat is dat religie een diepgravende
vorm is van "last en ruggespraak". Aanhangers van religie stellen de
overige aanhangers van hun religie boven bijna a alle mensen - enigszins
overdreven: de overgrote meerderheid der religieuzen kiest eerder voor de
kampbeul van eigen religie dan de Moeder Theresa van een andere religie. En
dit is slecht een klein beetje overdreven. In de politiek was dat niet
anders (de Volkskrant, 07-02-2011, van verslaggever Peter de Graaf):
Een individueel voorbeeld (Volkskrant Magazine, 12-02-2011, door Kim van Keken):
Zo is het dus wel een kleine honderd jaar
geweest: religieuzen stemden niet op politieke standpunten, maar op religieuze
overeenkomsten. En hadden en hebben daarin nauwelijks tot geen vrijheid, want
via hun leiders zijn ze verbonden met hun godheid - in het geval van de
katholieke klerk heel expliciete: de paus is de vertegenwoordiger van Jezus op
aarde. En vanaf de paus, via kardinalen, bisschoppen enzovoort, is ook de baas
van de overeenkomstige politieke partij een vertegenwoordiger van Jezus op
Aarde. Ga daar maar eens tegenin.
Later gevonden: een andere waarnemer van het verschijnsel (VARAgids, nr. 16-2011, column door Paul Witteman):
Amen.
En dat het op dit eigenste moment (de jaren 2010) zichtbaar beter
wordt, heeft een oorzaak die niet in de religie zelf ligt (
De Volkskrant, 26-03-2011, door Uwe Arnhold):
Daarover zo meteen meer. Eerst nog een ander
punt. Zoals iedere grotere organisatie hebben ook kerken en religieuze
partijen een hiërarchie. En deze kerken en partijen moeten, indien ze niet
zelf de absolute baas zijn, functioneren tezamen met andere hiërarchische
organisaties. En dan dient zich een paar belangrijke sociologische en
psychologische regels aan: naarmate mensen hoger in een hiërarchische
organisatie zitten, eigenen ze zich meer vrijheden in het algemeen, en ook
ten opzichte van de regels van hun organisatie toe. Bekend zijn de vel
voorbeelden van kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders die zich dusdanig
weinig aan de regels van hun religie gelegen laten liggen, dat er sprake is
van regelrechte doodzonden - criminele daden en erger.
En de tweede regel is dat de waar er vrijheid is om banden
aan te gaan, die het sterkst zijn tussen de mensen op het eigen niveau - de
sympathieën tussen mensen als premier Berlusconi van Italië en dictator
Kadhafi van Libië, om maar een actueel (schrijvend in 2011) voorbeeld te
noemen., zijn ontstaan door hun min of meer gelijke positie in de sociale
hiërarchie.
De leiders van de religieuze politieke partijen zijn op die
manier sterk solidair met de mensen op hun eigen niveau: de leiders van der
andere politieke partijen en de maatschappij in het algemeen.
En regel drie is dat leiders in maatschappelijk machtige
positie, zonder de aanwezigheid van sterke tegenkrachten in de vorm van één
of ander moraal, vrijwel onbedwingbaar geneigd blijken te zijn om zichzelf
te bevoordelen. En dat vaak in extreme mate
Dat bevoordelen van zichzelf kan niet zonder het benadelen
van anderen - de mensen onderin de hiërarchische organisatie.
Als je deze drie dingen samen neemt, krijg je de situatie dat
de tot van religieuze organisaties sterk geneigd zijn om samen te werken met
mensen in de top van andere organisaties en gezamenlijk de mensen onderin de
diverse maatschappelijke organisaties, zeg maar: de maatschappij, te
benadelen.
Dit soort meer algemene overwegingen leiden tot precies de
situatie zoals je die in de huidige maatschappij aantreft: de leiders van de
religieuze partij, het CDA, werken samen met de meest rechtse, neoliberale,
"recht van de sterkste", "Ieder voor zich en God voor ons allen", "Ikke ikke
ikke en de rest kan stikke" partij
.
Met als noodzakelijk gevolg dat die leiders van de religieuze partij samen
met de rechtse kannibalen de burgers aan de onderkant van de maatschappij,
tot circa tweederde, benadelen.
Waar het hier om gaat is het volgende: de leiders van de
religieuze politieke partijen kunnen dit doen, omdat hun kiezers, voor het
overgrote deel lid van de groep benadeelde burgers, op grond van religieuze
motieven toch wel op hun partij stemmen.
Oftewel: het bestaan van politieke partijen die gebaseerd
zijn op andere loyaliteiten, overwegingen en argumenten anders dan politiek
inhoudelijke, is een ondermijning van het democratische proces. Wat het
sterkste geldt voor religieuze partijen.
En daar waar het bestaan van religieuze politieke partijen
zijn een vrijwel noodzakelijk gevolg is van het bestaan van religies, is het
bestaan van religie dus een sterke ondermijning van het democratische
proces.
Ter illustratie terug naar het punt van Arnhold dat de
huidige religieuze partij, het CDA, zichzelf niet meer op de kaart blijkt te
kunnen zetten. Dat is is eigenlijk hetzelfde als het bovenstaande. een
religieuze partij kan twee soorten argumenten naar voren brengen: religieuze
en niet-religieuze. Niet-religieuze argumenten kunnen beter door
niet-religieuze partijen en mensen naar voren worden gebracht, omdat
religieuze mensen, door het op absolute goddelijke regels vervormde manier
van denken
, niet goed zijn in het overzien van de reikwijdte van de vele menselijke
factoren. En de religieuze argumenten van een religieuze partij zijn
allemaal te herleiden tot het volgende: "Ik heb gelijk omdat mijn God zegt
dat ik gelijk heb'. Welke laatste uitspraak voor iedereen die niet van
dezelfde religie is, niets anders is dan: "Ik heb gelijk omdat ik gelijk
heb, en daarom moet ik mijn zin krijgen'.
De laatste alinea samenvattend: het CDA kan zichzelf niet
meer op de kaart zetten, omdat het op een inhoudelijke manier op de kaart
zetten van een religieuze partij in een democratie onmogelijk is.
Nog een nieuw invalshoek: het culturele conservatisme
(de Volkskrant, 30-03-2011, door Bart Jan Spruyt):
Maar er dus niet is, zodra de staat godsdiensten
bevoordeelt zoals de werkelijkheid is.
Waarvan we het eerste van Spruyt dus al achter de rug hebben.
Nee, dat is niet de kern. De kern is dat godsdienst niet bevoordeeld wordt
boven andere meningen. Als de religie in de grondwet vermeld wordt als
dienende bescherming, verdient het communisme dat ook.
En elementaire denkfout, van de soort: niet-zwart is wit: niet-religieus is
niet
een levensbeschouwelijke keuze, keuze maar oneindig veel
levensbeschouwelijke keuzes - niets wordt verder uitgesloten, behalve een
stuk of wat gevallen.
Precies. Dat wil zeggen: wie de islam of een andere religie haat, moet
evenveel ruimte krijgen als de islam en andere religies krijgen om hun haat
voor niet-religieuzen te verspreiden. En aangezien dat eerste niet mag, mag
het tweede ook niet.
Nog een elementaire denkfout: niet-religieuzen dwingen religieuzen niet tot
abortus - religieuzen dwingen niet-religeuzen tot afzien van abortus. Een
volkomen asymmetrische situatie.
Klopt. En als je de islam dit soort rechten geeft,
hebben communisme en nazisme er ook recht op.
Dit lijkt te wijzen op een ongelijkheid in behandeling. wat
klopt. En dat mag ook, want islam en christendom zijn doodgewoon niet
gelijk. De laatste is nog grotendeels in zijn weerzinwekkende woestijnfase,
de eerste in vijfhonderd jaar bijgeslepen door de rede.
|
Dat voorstel om art. 6 Grondwet te schrappen noopt ook tot enig
wantrouwen. De voorstanders zeggen dat gelovigen al vrijheid van
meningsuiting en vereniging hebben en dat de vrijheid van godsdienst
daarom overbodig is. Maar als deze artikelen materieel samenvallen,
waarom dan die moeite gedaan om art. 6 te schrappen? Blijkbaar is er
iets anders aan de orde. Wanneer je art. 6 schrapt kun je het geloof
gaan zien als ook maar een mening. En dat is het niet |
En daar komt de aap uit de mouw: ook Spruyt wil de godsdienst twee rechten
toekennen dat andere meningen niet krijgen: het recht zijn meningen
niet te hoeven onderbouwen, en het recht die menig aan anderen dwingend op
te leggen. Waarbij de term 'recht' in het voorgaande dus geen recht is, maar
een dictaat. En de huidige toestand, waar godsdienst die "rechten" wel
heeft, is dus dictatoriaal.
Enige weken later komt het weerwoord (de Volkskrant, 07-05-2011, door Rik Smits):
Want onder het mom van geloof kan je in feite
iedere vorm van krankzinnigheid scharen. Los van het feit of de eigenaardigheden
van christendom en islam dat al dan niet zijn.
Volgende kwestie (de Volkskrant, 26-03-2011, door Uwe Arnhold):
Dat is de waarde van de komst van de islam: het
laat nog eens duidelijk zien wat voor verderfelijk goed godsdienst is.
De vraag stellen is hem beantwoorden.
Waar de SGP als meest extreme vertegenwoordigers van het christendom dat
misschien zijn, is het volkomen duidelijk dat de meest extreme
vertegenwoordigers van de islam dat zeer beslist niet zijn. En daarom
alle bevoordeling van godsdienst met onmiddellijke ingang uit de wet moet
worden geschrapt.
Twee christenen laten zich in de val lokken (de Volkskrant, 10-06-2011, door Arie Slob en Gert-Jan Zegers):
En hier ligt men in de kuil. Het gaat natuurlijk
al eerder mis, daar waar men stelt dat godsdienstvrijheid de koningin der
vrijheden is. Dat is alleen zo vanuit het standpunt van religieuzen. Alle
objectieve waarnemers constateren dat in ieder geval de drie monotheïstische
godsdiensten matige tot sterke beperkingen opleggen aan de vrijheden van
anderen. Maar hier komt men mee weg omdat de religieuze opvattingen nog in
de meerderheid zijn en nog steeds de gedachten domineren - ook, onbewust bij
de meeste niet-gelovigen.
Maar op het moment dat men stelt dat de religieuze
overtuiging meer is dan een particuliere mening, overschrijdt men voor
iedereen zichtbaar de lijn, omdat dat betekent dat de religieuze mening een
zwaarder gewicht heeft dan een andere mening. een mening waarvan men beweert
dat dat slechts een particuliere mening is die niet alle aspecten van het
leven raakt. Dus dat de religieuze mening per definitie meer is.
Waarna men liggende in de kuil nog een ernstige fout maakt:
In deze uitspraak kan men 'ritueel slachten' vervangen door elke
willekeurige opinie. Je zou ook "rituele kindermoord" kunnen invullen, iets
dat niet verzonnen is maar in Zuid- Amerika ooit beoefend is. met de
veroordeling waarvan men dus ook meteen rituele slacht veroordeeld, omdat ze
beide gebaseerd zijn op hetzelfde principe: willekeur.
Voor de religieus is dit onmogelijk in te zien, zoals blijkt
uit de volgende woorden:
Het kan daarom niet anders dan doodgewoon niet te discussiëren met of
luisteren naar religieuzen. Men zal gewoon het volgende moeten uitvoeren:
Ondanks dit soort protestaties van religieuzen.
De vrij-van-religie beweging deelt een nieuwe klap uit (de Volkskrant, 20-07-2011, door Marcel Duyvestijn en Thijs Kleinpaste):
De crux: religieuzen worden bevoordeeld, en hun
beroep daarop berust op superioriteitenken: hun opvattingen zijn inherent beter.
|
Ook wij zien dat gelovigen nerveus worden van al die aanvallen op
hun geloof. Iemand zei eens tegen ons: 'Jullie rusten niet totdat ik zeg
dat ik niet meer geloof.' Dat is onzin. Wij willen een eerlijk debat. De
opdracht houdt dus niet in dat gelovigen ons voor de zoveelste keer
voorhouden dat met atheïsten aan de macht er nooit en op geen enkele
wijze meer moraliteit zou zijn, of dat smalende atheïsten die malle
gelovigen nog eens uitleggen dat God toch echt niet bestaat. Godsdienst
is belangrijk voor veel mensen. Godsdienst biedt troost, houvast,
engagement. Die vrijheid willen wij behouden. |
Helaas is het noodzakelijk de malle gelovigen uit te leggen dat hun God echt
niet bestaat, iedere keer dat ze beroep doen op superioriteit van opvatting
gebaseerd op die God. Als ze redelijke argumenten aanvoeren, mogen ze in alle
vrijheid hun gang gaan.
Maar dit soort dingen zeggen, is nog steeds lastig:
|
Hier en daar horen we politiek protest, maar meestal is dat in de
marge. Het is tijd voor meer lef in dit debat. De Kamerleden Boris van
der Ham (D66), Tofik Dibi (GroenLinks) en Jeanine Hennis-Plaschaert
(VVD) zijn betrekkelijk eenzame voortrekkers en baanbrekers die de
ongelijkwaardigheid in het Nederlands staatsbestel blijven agenderen,
maar zelfs bij hen mag het een tandje meer. Consistenter, met meer
doorzettingsvermogen en visie. |
De noodzakelijke maatregelen:
|
Wij zijn er van overtuigd dat uit een open debat zal blijken dat een
eerlijke, gelijkwaardige behandeling altijd de voorkeur heeft boven
uitzonderingen en privileges van de ene groep boven de ander. Het
blijven voortrekken van gelovigen zal op lange termijn bovendien
averechts werken. Een zo seculier mogelijke overheid, eentje die zich zo
min mogelijk bemoeit met de ideeën van haar burgers terwijl zij die
ideeën zelf gelijkwaardig behandelt, is het best in staat om recht te
doen aan alle meningen die in omloop zijn.
Schrap daarom de wet op de smalende godslastering, ook al is
dat inmiddels een slapend wetsartikel. Maak de vrijheid van
meningsuiting net zo belangrijk als de vrijheid van godsdienst en vice
versa door artikel 6 van de Grondwet niet langer apart te laten staan.
Ook artikel 23 moet worden opgedoekt. Op school leer je rekenen, taal en
omgaan met andere kinderen. Godsdienstlessen zijn nuttig, zolang alle
religies met dezelfde belangstelling aan leerlingen wordt aangereikt.
Geen aparte regels voor het leerlingenvervoer naar religieuze scholen,
geen belastingvoordelen die wel voor godshuizen, maar niet voor
carnavalsverenigingen gelden, geen weigerambtenaren meer, geen 'ik een
beetje meer dan jij'.
Haal de stofkam door de wet. Maak werk van een seculiere,
vrijzinnige politiek die uitgaat van de gelijkwaardigheid van rechten,
juist om recht te doen aan alle opvattingen. Van God tot Vliegend
Spaghettimonser, van Allah tot Das Kapital. Want het kan anders
en het moet eerlijker. |
Een verdere stap richting beschaving.
Ook dit keer komt er een reactie (de Volkskrant, 23-07-2011, ingezonden brief van Kars Hazelaar, Sleeuwijk):
Een proces dat inmiddels als neurologisch bekend
is: mensen met een overtuiging, vooral een religieuze, blokkeren
waarnemingen die in strijd zijn met hun geloof. In dit geval het hele
onderwerp van het artikel: de bevoordeling van religieuzen.
Dit dus. Deze waarneming is verzameld in één deel van de hersenen, waar het
geïsoleerd is gebleven ten opzichte van de rest, zodat het niet in dat deel
is gekomen waarin de bedoeling van zaken wordt geëvalueerd.
Dit wordt nergens gesuggereerd door Duyvestein en Kleinpaste. Wqat ze zeggen
is dat de bevoordeling van religieus onderwijs ongedaan moet worden gemaakt.
Kennelijk zit de associatie religieus onderwijs"→
"alle onderwijs" in het hoofd van de briefschrijver".
En de kern hiervan is natuurlijk dit:
Het onderwerp van Duyvestein en Kleinpaste was de vrijstelling die
religieuzen krijgen van het non-discriminatiebeginsel. Waarmee de
opvattingen van religieuzen dus gesteld worden boven die van overige burgers
voor het non-discriminatiebeginsel wel geldt. Oftewel: de opvattingen van
religieuzen worden superieur geacht aan die van niet-religieuzen. Zoals de
briefschrijver uiteindelijk ook bijna expliciet stelt: 'Een mening
wordt door hen gelijkgesteld aan geloof' is bij ontkenning ervan direct te
formuleren als: "Een religieuze mening is meer dan een niet-religieuze
mening".
Het antwoord: "Omdat gelovigen uitgaan van de superioriteit van hun
opvattingen".
Stammende van een paar maanden terug, en hierboven
staande, hebben we de oproep van de christenen aan de liberalen gezien om de
vrijheid te verdedigen. De vrijheid van godsdienst, om preciezer te zijn.
Niet de vrijheid van meningsuiting, volgens diezelfde christenen (de Volkskrant, 13-09-2011, van verslaggever Remco Meijer):
Nou geldt voor belediging in het algemeen en
groepsbelediging in het bijzonder dat: 'Nou, een mening kan beledigend zijn,
snap je. Dus het kan zijn dat als ik mijn mening geef dat dat voor iemand
anders beledigend is. Bovendien is belediging voor sommige mensen gewoon …uh
ja, een waarheid die ze liever niet willen horen. En dat zou dan kunnen
betekenen van oh, dan mogen daar dan niet over praten want dat is
beledigend. Da’s heel erg multi-interpretabel.' (Hans Teeuwen). Dus kan kan
je geen wetsartikel over formuleren, anders dan dit: [Meid van Halal] Waar
ligt de grens? Waar ligt voor u de grens? [HT, zeer nadrukkelijk] De grens
ligt bij gewéld.' Waarbij een persoon die zich naam "Meid van Halal" aanmeet
natuurlijk een dodelijke groepsbelediging is voor iedereen die niet-moslim,
dus haram, dus onrein, dus een aap, hond en varken is.
Volgende gotpse:
Mensen die ontkennen dat er zoiets als een Joodse of Armeense genocide
bestaat doen niets anders dan de mensen die beweren dat er een hel bestaat
waarin niet-gelovigen eeuwig zullen branden. En zolang het laatste niet
verboden wordt, hebben degenen die het eerste beweren daar alle recht toe.
Een volkomen de sluitende vorm van logica, die geperverteerd
wordt door dit soort uitspraken:
Welker pervertering voortkomt uit de voorkeursbehandeling die Joden krijgen
in dot soort zaken. ee4n andere vorm van perversie. Want Russen hebben meer
slachtoffers te betreuren aan de hand van de nazi's van de Joden, en Russen
krijgen dit soort voorrechten niet. Een glaszuivere vorm van racisme.
Het onderhouden van dit soort ideologische opvattingen leidt
bij confrontatie met de praktijk natuurlijk razendsnel tot verwarring voor
de ideoloog:
Met als duidelijke conclusie dat niet zozeer zijn tweets ongelukkig zijn,
alswel zijn ideologisch opvattingen.
De religie probeert zich te hergroeperen (de Volkskrant, 13-09-2011, van verslaggeefster Janny Groen):
De logica was onweerlegbaar: snijden doet pijn -
verdoving vermindert de pijn - dus niet-verdoving zorgt voor onnodige pijn. Maar
religieuzen doen niet aan logica. Daarom voldoen religieuzen aan deze
beschrijving:
|
Het pijnlijkst, zeggen beiden, is het beeld dat is gecreëerd.
Wijbenga: 'De joodse en islamitische gemeenschappen zijn neergezet als
middeleeuwse groepen die er barbaarse methoden op nahouden. Zelfs als
het verbod wordt geblokkeerd, zitten we met die negatieve beeldvorming.'
|
Waartegen natuurlijk niets ter doen is:
|
Ook dat moeten we rechtzetten, betoogt de rabbijn, al zal dat niet
makkelijk zijn. Van de Kamp deed na de stemming in de Kamer aangifte
wegens aantasting van eer en goede naam. Hij heeft zelf gewerkt als
sjocheet, volgde een opleiding van zes jaar. Twee jaar daarvan waren
gewijd aan dierenwelzijn, zegt hij. 'Op aangiften hoor je bijna nooit
iets terug. Nu kreeg ik binnen een week een reactie van de officier van
justitie. Het was niet vervolgbaar.' |
En voor de volledigheid: de heren dragen opvattingen uit die ruim worden
gedragen:
|
Wijbenga en Van de Kamp worden voortdurend door hun achterban op die
PvdD-triomf aangesproken. Wijbenga, die ook CDA-raadslid is in
Eindhoven: 'Het gevoel is dat de politiek geen enkele compassie heeft
met religieuze minderheden.' Hij zegt dat moslimpolitici, vooral van
linkse partijen, in het hele land op grote woede stuiten. 'Aanvallen op
de hoofddoek, op het halalvlees. Wat is de volgende stap? Dat hoor ik
heel vaak.'
Vanuit moslimlanden krijgt hij ook verbijsterde reacties. Hij
denkt dat tot de politiek nog niet is doorgedrongen hoe ingrijpend een
verbod op onbedwelmde slacht is voor joden en moslims. Hij hoopt dat
steeds meer joodse en moslimgroeperingen zich bij het nieuwe platform
aansluiten. Zij moeten er voor zorgen dat als de Eerste Kamer gaat
stemmen, de boodschap luid en duidelijk is overgebracht. |
Dus ze zijn nog niet kansloos in de Eerste kamer. Die is al berucht vanwege haar
steun aan oligarchische projecten als Europsese eenwording , multiculturalisme
en migratiefundamentalisme.
D66 is bezig met de aanzet tot wat een nieuw en nog heter debat lijkt te
gaan worden: de onderwijsstrijd. de principes van onderwijs gefinancierd
door de staat zijn simpel: het komt van belastinggeld betaald door iedereen,
dus de schol;en die ermee gefinancierd worden moeten toegankelijk zijn voor
iedereen. En niet bedoeld zijn voor de indoctrinatie met de ideologie van
een of andere maatschappelijke subgroep. Door de loop der historie is de
huidige toestand anders (de Volkskrant, 14-09-2011, door Robin Gerrits):
De term "onderwijsvrijheid als afkorting voor de
beschreven regeling is van de soort "oorlog is vrede". Op de zogenaamde
"confessionele' scholen wordt in feite ideologische indoctrinatie bedreven, en
dat is dus geen vrijheid maar dwang. En ook staat die "onderwijsvrijheid' voor
onderwijsongelijkheid, want de ideologen kunnen er voor kiezen om naar een
openbare of niet-ideologische school te gaan en de indoctrinatie thuis te doen,
terwijl de niet-ideologen alleen keuze hebben uit de openbare of
niet-ideologische scholen.
Natuurlijk wordt daar door de ideologen van de diverse
soorten naarstig over gelogen. In volgorde van ernst, duie niet die van het
artikel is:
|
Kudret Camdere, bestuursvoorzitter van de islamitische As
Siddieq-school in Amsterdam: 'Iemands religie en de normen en
waarden die eruit voortvloeien, houden niet op als iemand zijn huis
verlaat. Die gelden ook op school, op het werk. Zeker in het onderwijs
zijn ze van belang. ...' |
Op de scholen van deze ideologie wordt regelrechte discriminatie en rassenhaat
bevorderd, met name die tegen Joden en homo's. het bestaan van alleen al deze
stroming is ruim meer dan voldoende reden om de onbeschfte bevoordeling van
ideologie onmiddellijk af te schaften.
|
Werner van Katwijk van het christelijke Ouders & Coo: 'Ik
denk niet dat er veel ouders zijn die zich hier niet door beschermd
voelen. Nee, het artikel komt niet meer op voor de besturen dan voor
ouders. Wel is hun rol in de professionele besturen sterk
teruggedrongen. Het bijt ook niet met andere grondrechten. Als
homoseksuelen vinden dat op een school moeilijk wordt gedaan over hun
seksuele geaardheid, kunnen ze naar de rechter stappen. Dus lekker zo
laten. Er is geen land waar zo'n grote pluriformiteit bestaat als in
Nederland, en dat komt door artikel 23. ' |
Een kwade grap: de systematische discriminateur die vindt dat hij daar wel recht
op heeft. Zoals bekend: christenen zijn wel wat beter dan moslims, maar niet zo
veel.
|
James Kennedy, historicus aan de Universiteit van Amsterdam:
'Het is deels een anachronisme - veel scholen hebben alleen in naam nog
een levensbeschouwelijke identiteit. De context waarin artikel 23
ontstond, is totaal verdwenen (zie kader, red.). |
Als dat waar is, kan de ongelijkheid onmiddellijk afgeschaft worden. Maar James
Kennedy is als immigrant een ideoloog van de multiculturalistische soort:
|
Maar de huidige culturele context geeft het onverminderd waarde: de
laatste jaren ligt zo veel nadruk op assimilatie en op conformeren, dat
de pluriformiteit onder druk staat. Artikel 23 kan helpen die
diversiteit in stand te houden. |
Oftewel: iedere hoeveelheid inmenging van andere culturen is prachtig, en dient
gesteund te worden met ideologie die dit uitdraagt.
Uit die laatste opmerking kan je destilleren dat er wel een soort nut is voor
een soort artikel 23 regeling. Zie deze volgende:
|
Erik Reith van Iederwijs in Apeldoorn: 'Artikel 23 leidde in
het verleden tot rare zaken. Vroeger gaf ik les op rooms-katholieke
scholen en als er dan bij de openbare school een ruit werd ingegooid,
kregen wij evenveel geld. Waanzin natuurlijk. Maar het artikel geeft wel
ruimte aan vernieuwende ideeën, en die wil ik niet kwijt! Telkens als in
de Kamer stemmen opgaan om bij Iederwijs in te grijpen, zeggen mensen
van bijvoorbeeld de ChristenUnie: nee, geen staatspedagogiek! Bij al het
overheidsingrijpen via inspectie en prestatie-eisen, heb ik toch het
gevoel dat artikel 23 bescherming biedt.' |
Dat nut dus zijnde dat ook een door de staat gereguleerde omgeving bezeten kan
raken van een ideologie, zoals we die gezien hebben van het competentie-gericht
leren en andere vormen van het "nieuwe leren". Ouders die in staat zijn om een
genoeg steun te krijgen voor een andere vorm van onderwijs, uitsluitend op
didactisch en niet op ideologische basis, dienen de ruimte te krijgen om zoiets
te doen. Natuurlijk met bewaking van de prestatienormen op grond van landelijke
examens of andere vormen van algemene toetsing.
En onmiddellijk brandt de strijd los (de Volkskrant, 15-09-2011, door Robin Gerrits):
Verruiming van "uitsluitend godsdiensten mogen
eigen scholen oprichten" naar "iedereen mag dit" is het allerminste. Dat is
slechts het rechtzetten van de meest blatante vorm van discriminatie. Maar
zelfs daartegen is tegenstand. Niet van een echte deskundige overigens,
overigens:
Paul Schnabel is naast directeur van het SCP ook een multiculturalist van
joodse afkomst, zoals geïllustreerd door zijn "Er bestaat geen Nederlandse
identiteit"-standpunt
, en hier door zijn steun aan het judaïsme en de islam aangaande hun
barbaarse gewoonte van de rituele slacht. Paul Schnabel steunt dus zowel de
religieuze ideologie als de seculier in de vorm van multiculturalisme. Hij
is dus per definitie geen deskundige, want en deskundige mag alleen letten
op de inhoudelijkheid van zaken. Dat deze seculiere en religieuze ideoloog
partij kiest voor de pro-religieuze discriminatie van artikel 23 is niet
meer dan logisch, en in de rationele afwegingen dus minder waard dan niets.
Het is ook veelbetekenend dat de verslaggever zowel aan het
begin als het einde van zijn stuk de ideologische praatjes van Schnabel
neerpent. Hier is de laatste alinea:
Een keiharde leugen, want de flagrante pro-religieuze discriminatie is
natuurlijk bijna de definitie van 'broke', als het een wettelijke
regel betreft.
De dag dat voorgaande artikel verscheen is een opmerkelijke. Want er
volgde nog twee over aanverwante zaken. Hier is de eerste (de Volkskrant, 15-09-2011, van verslaggeefster Janny Groen):
De opmerking over religieuze leiders wordt
meteen bewaarheid:
|
Voorzitter Yusuf Altuntas van het Contactorgaan Moslims en Overheid
(CMO) vreest op niet al te lange termijn te worden geconfronteerd met
'weer een religieus verbod'. De KNMG zegt wel daar niet op uit te zijn,
zegt hij smalend, maar intussen wordt het politieke klimaat daarvoor wel
rijp gemaakt. Altuntus: 'Als het de KNMG om bewustwording gaat, moeten
ze hun oproep niet richten aan regering, parlement en
mensenrechtenorganisaties, maar de dialoog zoeken met joodse en
islamitische jongeren. Vraag hen maar hoeveel onrecht hun is aangedaan.'
|
Dit heeft twee mogelijke uitkomsten: de jongeren vinden het wel erg, en dan moet
het onmiddellijk verboden worden. En mogelijkheid twee: de jongeren vinden het
niet erg, en dan moet onmiddellijk de hele religie verboden worden, want dan
propageert het een gewoonte die overduidelijk niet alleen pijnlijk en schadelijk
is, maar barbaars.
En natuurlijk geldt dit ook voor die andere barbaren:
|
'Dat thema leeft helemaal niet', zegt Nathan Boucher (27) van
jongerenorganisatie Gezellig Joods. Hij zal, zegt hij, opnieuw 'met
verve mijn besneden piemel verdedigen'. Dat deed hij acht jaar geleden
en vorig jaar al, toen de KNMG ook waarschuwde voor de gevaren van
besnijdenis. Vrijwel alle joodse jongens zijn volgens hem blij besneden
te zijn. 'Bacteriën en vocht blijven hangen achter de voorhuid, het is
veel schoner.'
Boucher vindt het prima dat ouders worden opgeroepen 'drie
keer na te denken' voordat ze zo'n ingrijpend besluit nemen. De oproep
van de KNMG aan de overheid vindt hij echter misplaatst. 'Die moet zich
verre houden van religieuze zaken. Verontrustend vind ik dat de
horizontale lijn tussen overheid en burgers steeds vaker wordt
aangetast. De overheid dient minderheden, ook religieuze, te
beschermen.' |
Dat laatste is een bekende propagandazet van religieuzen, maar het feit dat een
wandaad door een minderheid begaan wordt heeft natuurlijk geen enkele weerslag
op de beoordeling van die wandaad.
Het derde artikel - de bezorgde religieuzen verenigen zich -
dit zijn de auterus:
|
Kursat Bal is lid van het Contactorgaan Moslims Overheid.
Klaas van der Kamp is algemeen secretaris van de Raad van Kerken.
Rabbijn Raphael Evers is lid van het Nederlands-Israëlitisch
Kerkgenootschap.
Rabbijn Menno ten Brink en Harry Polak zijn lid van het Nederlands
Verbond voor Progressief Jodendom. |
En dit is hun boodschap (de Volkskrant, 15-09-2011, door Kursat Bal
en anderen):
Formeel is dat juist, en het had dan ook
moeten gebeuren. maar er zijn twee praktisch omstandigheden: nummer één:
je opvattingen van moslims aangaande dit soort zaken zijn even bekend als die
van kalkoenen omtrent kerstmis. En ten tweede weten moslims van dit soort
omstandigheden toestanden te maken die sterk tegen ze pleiten, zoals meest
recent bewezen met het proces tegen Geert Wilders. Het schieten in de eigen voet
heeft bij moslims de kracht van mitrailleurvuur.
|
Met het oog op het komende rondetafelgesprek willen wij op
persoonlijke titel aangeven hoe we aankijken tegen de scheiding van
religie en staat. |
Voorspelling: ze zijn er tegen.
|
Sinds de Unie van Utrecht in 1579 is het principe van vrijheid van
godsdienst ingevoerd in Nederland. ...
In Frankrijk werd na de Franse Revolutie een strikte
scheiding doorgevoerd tussen kerk en staat. De kerk mag zich niet meer
mengen in staatszaken. En de Franse laïcité doet daar nog een
schepje bovenop, omdat religieuze uitingen uit het openbare leven dienen
te worden geweerd, religie is een privézaak.
In Nederland bestaat weliswaar een scheiding van kerk en
staat, doch er is traditiegetrouw veel meer respect geweest voor de
religieuze zuilen dan in Frankrijk. Nederland is nu eenmaal een land van
minderheden die het met elkaar eens moeten zien te worden, terwijl
Frankrijk meer een monocultuur is met een voorliefde voor centraal
gezag. |
Voorspelling uitgekomen. Gevolgd door nog wat oecumenisch voetenschieten:
|
Vroeger dicteerden religies de wet. Stonden ooit atheïsten in de
hoek, nu zijn het de aanhangers van religies die met onbegrip te maken
krijgen en vanuit onwetendheid als bedreigend worden gezien. |
Vertaald: vroeger dicteerden religies de wet, en zetten ze bewaarden op de
brandstapel. Nu zijn er meer atheïsten en durven ze dat niet meer. En dat is
onrechtvaardig, want ten eerste:
|
Vrijheid van godsdienst is een grondrecht. |
En ten tweede:
|
Aanhangers van georganiseerde religies vormen steeds meer een
minderheid in westerse samenlevingen. |
En minderheden moge alles, omdat ze minderheden zijn:
|
Een democratie die zichzelf serieus neemt, gaat zorgvuldig om met
grondrechten, juist als het gaat om minderheden. |
En ten derde:
|
Geloof wordt steeds meer gezien als 'een mening' met uitsluitend een
privébetekenis. Daarmee wordt ontkend dat religieuze opvattingen voor
gelovigen zeer bepalend zijn voor het dagelijks leven. |
Oftewel de opvattingen van religieuzen zijn meer waard dan, superieur aan, die
van niet-religieuzen. Het recht van atheïsten om niet met religieuze symbolen
geconfronteerd te worden is natuurlijk inferieur aan het recht van religieuzen
om die symbolen van haat en onderdrukking rond te paraderen:
|
Het dragen van religieuze symbolen, zoals hoofddoeken, keppels of
kruizen, zou geen issue moeten zijn (behalve voor bijvoorbeeld rechters
en politie), net zo min als de vraag op welke wijze men invulling wil
geven aan rituelen of de manier waarop men religieus onderwijs inricht.
|
Overigens is natuurlijk iedereen vrij om zijn eigen godsdienst aan te hangen,
inclusief alle wanstaltigheden die daar bij horen. Als het maar niet anderen
raakt. Want dat is in strijd met de wet. En als het nog niet in strijd met de
wet is, moet het dat meteen gemaakt worden. Want het recht om anderen te
benadelen heeft niemand.
En ja hoor, meteen kruipen de andere multiculti-wormen weer uit het hout
(de Volkskrant, 16-09-2011, hoofdredactioneel commentaar, door Peter
Giesen):
Een leugen. Natuurlijk is dat wel zo. want het
pint de jongens stevig vast aan hun cultuur. Onomkeerbaar stevig vast. En
volkomen sluitende reden om het even hard af te keuren als meisjesbesnijdenis.
En dus komen we, net als in de rest van het
multiculturalisme, weer met de kul-argumenten:
|
Bovendien botst het verbieden van een zo sterk ingeburgerde
religieuze gewoonte |
Ten eerste een leugen: zo sterk is de gewoonte in Nederland niet ingeburgerd, of
beter: het is helemaal niet ingeburgerd en in Nederland gelden Nederlandse
wetten, regels en gewoontes. En ten tweede: dat betovergrootvader het ook deed,
is al helemaal geen argument. Die hield ook slaven, en dat is ook afgeschaft.
En daar zijn de voorspelbare reacties van de cultuurbarbaren (de Volkskrant, 17-09-2011, ingezonden brief van Eran Magril, Amsterdam,
sinoloog):
Een argument waar geen enkel
argumentswaarde in zit - het is het bekende "Wat goed genoeg voor mijn vader,
mijn grootvader en mijn betovergrootvader, is ook goed genoeg voor mij". Alle
waarden sustemen moeten vamn tiojd tot tijd bekeken worden, en wat betreft
besnijdenis is dit een uitstekende tijd, gezien de toename ervan in Nederland.
En bij dat bekijken blijkt onmiddellijk dat het dezelfde status heeft als
lotusvoetjes. Hopelijk begrijpt in ieder geval de sinoloog dit voorbeeld, dat
hem kennelijk even ontgaan si. Chinezen doen niet meer aan lotusvoetjes om
heldere reden. Diezelfde redenen gelden voor besnijdenis. Voor meisjes en
jongens.
Ter illustratie van de tactieken van dit soort dwaallichten, nog
even de rest van zijn argumenten:
|
Ik zie er een diep geworteld paternalisme in en een totaal gebrek
aan respect voor traditionele waardensystemen dat gepaard gaat met een
utopisch beeld van de natie-staat met het exclusieve monopolie op
kennis, welzijn en zingeving. |
Retorisch truc - stroman of spookaanval
. De KNMG zegt niets van dit alles.
|
Van Dijk creëert een schrikbeeld door te zeggen: 'Als je het nu
verbiedt, gaat het ondergronds en worden besnijdenissen weer uitgevoerd
met keuken- of stanleymes.' |
Leugen. Dat is een ervaringsfeit, bijvoorbeeld bekend van abortus en
meisjesbesnijdenis.
|
Ouders nemen vrijwel alle belangrijke beslissingen voor hun
kinderen, die ongetwijfeld ook gevaar met zich mee brengen. Maar de
staat moet zich daarmee niet zo snel bemoeien. |
Retorische truc - ad ponandum
. De staat neemt talloze belangrijke beslissingen over kinderen, onder andere
dat ze niet mishandeld mogen worden, niet te werk gezet, en naar school moeten.
Niet-besnijden past daar naadloos in.
|
Het gaat om een integraal deel van een traditionele manier van leven
en een traditioneel systeem van kennis, ethiek en zingeving, die niet
minder waard of geldig zijn dan het modernistische ethos. |
Retorische truc - ad ponandum. Met hetzelfde gemak kan je stellen: "Het gaat om
een integraal deel van een moderne manier van leven en een modern systeem van
kennis, ethiek en zingeving, dat meer waard en geldiger is dan het traditionele
barbaarse ethos".
En ook de joden zijn er natuurlijk snel bij (de Volkskrant,
17-09-2011, ingezonden brief van Rachel Reedijk, Amsterdam, docent Jodendom
VU, lid van de Liberaal Joodse Gemeente):
Uit de mond van blanken zou dit
onmiddellijk heftig veroordeeld worden als wij-zijdenken, culturalisme,
nationalisme, fascisme, of racisme, en de diverse combinatie uit deze. Stel dat
de blanken zouden voorstellen om iedere blanke bij de geboorte chirurgisch
blonde haren en blauwe ogen aan te meten ... Dat zou meteen gelijkgesteld worden
aan het nazistische Lebensborn-project
. De joodse en islamitische besnijdenispraktijk behoort tot dezelfde reeks
intenties en doeleinden.
Elders hebben we aan de hand van een uigebreide reeks voorbeelden
betoogt dat de islam, of de moslims, een gevaar voor de democratie is, of
zijn. Hier een expliciete onderstreping daarvan met betrekking tot de
monotheïstische godsdienst in het algemeen (de Volkskrant,
23-09-2011, ANP, DPA):
Het is dus waar voor de christelijke godsdienst
dat ze anti-democratisch is - en dat de islam altijd erger is, wordt
eigenlijk nergens serieus bestreden. Blijft over het judaïsme, maar het "Wij
joden zijn het uitverkoren volk" daarvan is zo principieel
anti-democratisch, dat verder betoog overbodig is.
Cultuurhistoricus Thomas von der Dunk houdt zich meestal bezig met
andere zaken, en verdwaalt daarbij regelmatig in de hoek van de
multiculturalisten. Maar beperkt hij zich toe zijn vakgebied, dan komt er
meer zinnigs uit. Aanleiding voor het volgende stuk was een eerdere bijdrage
van een D66-Europa-adpept over de toetreding van Turkije, en dat die zo sneu
behandeld werden (de Volkskrant, 06-11-2012, door Thomas von der Dunk, cultuurhistoricus):
En zo gematigd is die islam in Turkije niet -
het is alleen gematigd als je het meest extreme als norm stelt - daar waar
ze meisjes stenigen als ze verkracht zijn. Er bestaat dan ook geen gematigde
islam. Er bestaat een zeer extreme islam, en een erg extreme islam. Gezien
van de buitenkant.
Een paar inhoudelijk volstrekt overbodige observaties vanuit de
islamitische wereld zelf (de Volkskrant, 26-10-2011, door Rob Vreeken):
Het grote misverstand: dat de genoemde geleerden
iets met de islam te maken hadden. Ze leefden in een wereld waarin de islam
de godsdienst was - en daar hield de overeenkomst op.
Naar Westerse cultuur
,
of site home
.
|